• No results found

Inleiding. Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie: arbeidsmarkt en sociale innovatie - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding. Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie: arbeidsmarkt en sociale innovatie - Downloaden Download PDF"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jacques van H oof en Kees Vos

Inleiding

Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie: arbeidsmarkt en

sociale innovatie

Op dit moment is Nederland bijna halverwege de ru-voorzitterschapsperiode. Nog drie maanden dus om er, met de Intergouvernementele Conferentie (icc) van Amsterdam in zicht, wat moois van te maken. Tot hoever gaat het ambitieniveau? 'Maastricht' is in de geschiedenis van Europa zo langza­ merhand een gevleugeld begrip. Zal dat met een verdrag van Amsterdam straks ook het geval zijn? En gaat Europa onder de impuls van het Nederlands voorzitterschap met rasse schreden richting Monetaire Unie? Wordt er eind juni een wijds vergezicht op een Europa van de zevenentwintig geopend?

In deze vragen liggen de kabinetsprioriteiten voor het Nederlands voorzitterschap - /cc, emu en

uitbreiding - besloten. Daarnaast zijn er de prioriteiten op sociaal gebied: sociale bescherming, werk­ gelegenheid en (herverdeling van werk. Om die sociale dimensie van de Europese eenwording gaat het in dit themanummer van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken. Het bevat een bloemlezing uit de belangrijkste ontwikkelingen en perspectieven op sociaal gebied. Wat is er sinds Maastricht zoal gebeurd en hoe lopen de lijnen naar de toekomst?

Tijdens het vorig voorzitterschap, in de tweede helft van 1991, zag sociaal-economisch Neder­ land er minder rooskleurig uit. De zelfopge­ legde soberheid van de voorafgaande jaren was toen nog niet opgewassen tegen de gevolgen van een nieuwe conjuncturele inzinking. 'Dutch disease' was de kenschets van een uit het lood geslagen verzorgingsstaat. Nu, nog geen zes jaar later, is sprake van 'Genesung auf holländisch'1. Nederland geldt als een toon­ beeld van sociaal-economisch succes en als boegbeeld van het Rijnlandse model. Zelfs zo­ zeer dat sommigen, ter voorkoming van natio­ nale zelfgenoegzaamheid, de neiging niet kun­ nen weerstaan het buitenlands enthousiasme over de Nederlandse aanpak te temperen. Im­ mers: 'Wat naar Europese maatstaven tamelijk goed lijkt, kan naar Amerikaanse of Oost-Azia- tische maatstaven bepaald onvoldoende zijn'2. Onvoldoende of niet, aannemelijk is dat Ne­ derland met meer zelfvertrouwen dan een jaar

of zes geleden aan de klus is begonnen. Dat kan blijken uit de wijze waarop is aangehaakt bij een - in Europa en met name in Frankrijk - al langer lopende discussie over de hardnek­ kige massawerkloosheid en de daarmee sa­ menhangende crisis van de verzorgingsstaat. Uit concurrentie-overwegingen hebben veel Europese lid-staten in de afgelopen jaren hun toevlucht genomen tot verlaging van de sociale lastendruk, met als resultaat een soort 'concur­ rerende afbraak der verzorgingsstaten’3. In aansluiting daarop is de Europese Commissie eind 1995 gestart met een debat over de 'toe­ komst van de sociale bescherming'. Gaat het in de vraagstelling van de Commissie aanvanke­ lijk nog om het 'werkgelegenheidsvriendelij­ ker' maken van de stelsels voor sociale bescher­ ming, geleidelijk begint ook de betekenis van het stelsel als zodanig in de discussie een rol te spelen. Hierbij valt te denken aan de vergelij­ king van het Rijnlandse model met het Angel­ saksische model van individualistisch

kapita-* Dr. J.J. van Hoof en dr. C.J.Vos zijn voorzitter resp. lid van de redactie van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken.

(2)

Inleiding

lisme, zoals in 1991 gepresenteerd door Michel Albert in zijn boek 'Capitalisme contra Capita- lisme'. Daarin stelt Albert vast dat het Rijn­ landse model niet alleen sociaal meer aan­ vaardbaar, maar ook economisch efficiënter is4 Geïnspireerd door eigen onderzoeksresul­ taten5 komt Nederland tot een vergelijkbare stellingname. Dit blijkt althans uit een eind januari 1997 in Amsterdam gehouden voorzit- terschapsconferentie met als centraal thema dat een goed sociaal stelsel geen obstakel maar juist een voorwaarde is voor een gezond func­ tionerende economie. Met andere woorden: 'Genesung auf holländisch'als Europese thera­ pie. De vraag blijft of gemeenschappelijke the­ rapeutische inzichten ook tot verdergaande convergentie van de stelsels zullen leiden. Zoals Einerhand in zijn bijdrage aan dit num­ mer aangeeft bestaan er (nog steeds) grote ver­ schillen tussen de nationale stelsels, zij het dat die verschillen in de praktijk aanmerkelijk kleiner worden wanneer men corrigeert aan de hand van de verhouding collectief/privaat en via het bruto/netto-traject. Wellicht geldt hier dat, zolang harmonisatie ten principale wordt uitgesloten, naar pragmatische vormen van sa­ menwerking wordt gezocht.

Dit laatste is zeker het geval bij de gemeen­ schappelijke aanpak van de werkloosheid. Sinds eind 1993, met de presentatie door de toenmalige Commissie-voorzitter facques De- lors van zijn Witboek inzake Groei, Concur­ rentievermogen en Werkgelegenheid, is dit the­ ma niet meer van de Europese agenda geweest. Aanvankelijk lag daarbij de nadruk op dere­ gulering en flexibilisering van de nationale arbeidsmarkt.Vervolgens zijn tijdens de opeen­ volgende voorzitterschappen regelmatig stap­ pen gezet in de richting van de ontwikkeling van een Europees werkgelegenheidsbeleid. Be­ langrijke bouwstenen zijn hier de Top van Es­ sen van december 1994, waar de zogenaamde 'vijf Essen-punten' (bevordering van investe­ ringen in beroepsopleidingen, arbeidsintensie­ vere groei, verlaging van de indirecte arbeids­ kosten, effectiever arbeidsmarktbeleid, maat­ regelen voor kansarme groepen op de arbeids­ markt) zijn vastgesteld, de Europese Raad van Madrid van december 1995 en de Top van Dublin van december 1996 waar de koerskeuze verder is bevestigd, alsmede het 'actieplan voor de werkgelegenheid in Europa', het zoge­

naamde 'vertrouwenspact-Santer' van 1996 en het besluit tot instelling van een arbeidsmarkt- comité tijdens de sociale raad van december 1996 te Brussel. Vervolgens voor Nederland de taak om in de voorzitterschapsperiode de ge­ nomen besluiten verder uit te werken. Dat geldt ook voor de iGC-onderhandelingen over de plaats van werkgelegenheid in het verdrag. In de iGC-onderhandelingen zal ook de Maas­ trichtse Overeenkomst bij het Protocol betref­ fende de sociale politiek, waarin sprake is van een bevordering van de sociale dialoog op Eu­ ropees niveau, een punt van aandacht zijn. Dit blijkt uit een mededeling van de Europese Commissie van 30 september 19966. Daarin doet de Commissie het verzoek aan de sociale partners zelf te zorgen 'voor een adequate ver­ tegenwoordiging van alle betrokken belangen'. De beantwoording van de representativiteits- vraag ligt daarmee weer bij de sociale partners. Andere vragen betreffen de inhoud en de reik­ wijdte van de akkoorden die de sociale part­ ners kunnen afsluiten, de relatie tot de raad van ministers, de verhouding tussen het cen­ trale en 'sectoriële' niveau in de sociale dialoog en de vraag naar de infrastructuur voor de dia­ loog, vragen die CNV-voorzitter Van Westerla- ken in zijn column in dit nummer eveneens aansnijdt. Het beeld dat hieruit -naar voren komt is dat van een supranationaal arbeidsbe­ stel in wording dat veel kenmerken vertoont van het Nederlandse consensus-model. Ten tij­ de van het vorige voorzitterschap nog het voor­ beeld van 'stroperigheid', thans een toonbeeld van 'wie ein Sozialsystem erfolgreich umge- baut werden kann'7. In een eind april door de SER te organiseren Europese conferentie over de toekomst van de sociale dialoog kan blijken in hoeverre dit voorbeeld binnen de eunavolging

krijgt.

Titel van dit themanummer is 'arbeidsmarkt en sociale vernieuwing'. Op de combinatie van beide wordt in verschillende bijdragen (Van Beckum, Delsen & Dronkers) ingegaan. In an­ dere artikelen worden vormen van innovatie op het terrein van de arbeidsverhoudingen (Gill) of op dat van de arbeidsomstandigheden (Mossink) geëxploreerd. In deze bijdragen komt Nederland op vrijwel alle terreinen naar voren als duidelijk méér dan een gezapige middenmoter.

(3)

Inleiding

Kennelijk is 'Hollanditis' geëvolueerd van een ziektebeeld tot een aanbevelenswaardige therapie. Zal het 'poldermodel' uiteindelijk ook voldoende basis zijn voor een succesvol voor­ zitterschap op sociaal terrein ? Zo er al een een­ duidig antwoord op deze vraag is te geven kan dat eerst op 1 juli. Dan wordt de voorzitter- schapshamer overgedragen aan Luxemburg. En is Luxemburg niet sinds jaar en dag een toon­ beeld van sociaal-economisch welvaren? Of is de Luxemburgse maat te klein om van een 'Ar- denner model' te mogen spreken ?

Noten

1 Petra Pinzier, Genesung auf holländisch, Mehr Be­

schäftigung, niedriges Defizit: Die

Wirtschaftsre-formen schlagen an, in: Die Zeit van 10 januari 1997.

2 L.A. Geelhoed, 1997: Een delta in Europa, esb 1-1-

1997.

3 Zie: W. Albeda, Franse discussie over de verzor­

gingsstaat, in Christen Democratische Verkennin­ gen, 1997 nr. 1 biz. 16 - 22.

4 Zie noot 3.

5 Ministry of Social Affairs and Employment, The Dutch welfare state from an international and e c o ­ nom ic perspective, Sdu Publishers, The Hague 1996; Deutsches Institut fiir Wirtschaftsforschung, Em­ ployment and social policies under international constraints, Ministerie van Sociale Zaken en Werk- gelegenheid/vucA, 's Gravenhage, november 1996. 6 Commissie van de Europese Gemeenschappen, Me­

dedeling van de Comm issie betreffende de ontw ik­ keling van de sociale dialoog op G em eenschapsni­ veau, Brussel, 18-09-1996, com (96) 448 def. 7 Zie noot 1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kan er naar de dienst Communicatie gekeken worden, omdat zij uiteindelijk de beslissing hebben genomen om het programma met Eyeworks te maken.. Uit de interviews met de

Direct measurement of in vivo mi- tochondrial oxygen tension (mitoPO 2 ) and oxygen disappearance rate (ODR) with the protoporphyrin IX ‐triplet state lifetime technique

Numbers of events observed in the signal and control regions used for the vector-like T - quark search, together with the estimated SM backgrounds in the fit to data, under

Such an approach resists the reduction of game design to common game elements and instead aims to apply broader game-design practices and approaches in the development of

Specifically, the goals of the present study were to examine (a) variability in preschoolers’ ToH performance over time in terms of between-person differences in within-person

To further examine the contribution of polypropylene fibers to the compressive strength of PFRCC materials, compressive tests were carried out on small cube speci- mens with

Habitat affects fish behaviour, but at this point in our analysis, boat noise has not emerged as a significant variable Responses to boat noise varied in direction, but appear to be

Het EHRM vindt met 15 tegen 2 stemmen, en in afwij- king van de Kamer, geen schending van het recht op leven in zijn materiële aspect, maar doet dat unaniem wel voor wat betreft