• No results found

MAAS ++, Van Maasvallei tot Maaspodium

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MAAS ++, Van Maasvallei tot Maaspodium"

Copied!
75
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MAAS ++

Van Maasvallei tot Maaspodium

(2)

Voorwoord

Met trots presenteren wij u onze afstudeerpublicatie!

In dit werk bieden wij een toegepaste indruk, van de tijdens onze studies verworven kennis en kunde. Met dit belangrijk ijkpunt in onze loopbaan brengen we de verschillende invalshoeken binnen het vakgebied samen en introduceren we een identiteit in de stede-bouwkunde.

De liefde voor het vak en daarbij wederzijds streven naar een hoge kwaliteit, heeft ons tijdens de studieperiode tot een sterk team vormd. De kracht van onze samenwerking is naar onze mening ge-fundeerd met een frisse mentale instelling en het daarbij naadloos aanvullen van elkaars kwaliteiten. In deze gedachte zijn we tijdens de studie en afstudeerproject niet alleen persoonlijk ontwikkeld, maar hebben daarbij als team een sterk statement neergezet. Een speciale dank spreken wij uit naar Leo van Beek die ons tijdens de gehele studie veel ontplooiingsvrijheid heeft gegeven. Zijn vak-inhoudelijke kritiek heeft ons uitgedaagd en gestimuleerd om een sterke eigen denkwijze te ontwikkelen, waarmee we een mening binnen het vakgebied hebben gevormd. Het daarin raken van de essentie van Stedebouwkunde heeft ons denken verheven tot een hoger niveau.

Verder spreken wij onze dank uit naar de mensen die ons onder-steund hebben tijdens de afstudeerfase. Roel Bakker en Arnoud Siemonsma van BGSV, bureau voor stedebouw, hebben ons met hun gerenommeerde vakkwaliteiten aangestuurd door middel van essentiële vakgerichte inspiratie, kritiek en aanbevelingen. Ze heb-ben een waardevolle bijdrage hebheb-ben geleverd aan de kwaliteit van ons afstudeerproject, alsmede onze persoonlijke ontwikkeling. De externe docenten Jan van den Heuvel, Karin Akkers en Wim Waarma hebben ons vanuit hun eigen invalshoek bijgestaan in de ontplooiing van het project.

Met de door ons in het leven geroepen opdracht, hebben we onszelf uitgedaagd tot een kwalitatieve discussie over de identiteit van Luik alsmede de algemene toekomstige waarde van het rivier-landschap. Ondanks slapeloze nachten, gebreken van ons huidige digitale tijdperk en formaliteiten hebben we door ons plezier in het vak en ongeremde positieve inzet onze opdracht een prachtige resultaat verheven.

Bij deze introduceren we onze afstudeerpublicatie als steden-bouwkundig onderzoek, statement en afspiegeling van onze eigen identiteit.

Stephan Boon, Dennis Holten

MAAS ++, Van Maasvallei tot Maaspodium

Stephan Boon en Dennis Holten Stedebouwkunde 2010

Avans Hogeschool

Academie voor Bouw & Infra, Tilburg Karin Akkers

Leo van Beek

Jan van den Heuvel Wim Waarma

BGSV

Bureau voor stedebouw, Rotterdam Roel Bakker

Arnoud Siemonsma Tilburg, 2 juli 2010

(3)

De rivier als fenomeen

Rivieren hebben de mens geïntrigeerd omdat ze sterk de kracht belichamen voor het scheppen van pure schoonheid. Rivieren bezitten een unieke combinatie van sereniteit, ruimtelijkheid in de meest pure vorm en een onbedwingbare kracht. Door de intrige van de mens voor dit indrukwekkende natuurfenomeen is er sprake geweest van een groot respect naar de rivier toe.

Menselijke behoefte tot beheersing

Buiten zijn unieke eigenschappen heeft de rivier aan de basis ge-staan van de menselijke ontwikkeling. Een van de eerst bekende vorm van menselijke gemeenschappen lokaliseerden zich langs een rivier om zijn voedende, beschermende alsmede esthetische eigenschap. Hierdoor is de rivier verworden als het voornaamste oorzaak en onderwerp van steden. Het groeien van deze gemeen-schappen tot steden heeft men de rivier op ander manier, waaron-der vervoersmedium doen ontdekken. Door de geschiedenis heen heeft de mens de rivier weten te temmen en zijn uit behoefte tot beheersing van zijn omgeving. De mens heeft de regie van de rivier overgenomen en deze uitgebuit, waarin het hoogtepunt tijdens de industriële revolutie bereikt was. De rivier had door verlies van zijn oorspronkelijke essentie van schoonheid en puurheid, het respect van de mens verloren. De van oorsprong innerlijke kracht van de rivier is hierdoor in vergetelheid geraakt.

Exemplarisch kader

In ons onderzoek zijn we gefascineerd geraakt door Luik, waar tij-dens de industrialisatie één van de grootste productiegebieden ter wereld ontplooiden, welke een groot negatief effect op de Maas in haar verschijningsvorm en reputatie heeft gehad. De rivier is achter-af niet zo onbedwingbaar gebleken en heeft zijn essentie verloren door de menselijke bedwingbaarheid. Luik heeft ons geïntrigeerd als werkgebied omdat hier de industrialisatie en daarbij effect op de Maas nooit gestopt is. Door het schaden van het imago van de Maas is daarbij de eigen reputatie van Luik ernstig verslechterd. Het is tijd om deze reputatie om te draaien door de potenties van de Maas in symbiotische relatie met de stad en haar context te herin-terpreteren.

Strekking opdracht

We hebben onszelf geconfronteerd met het ter discussie stellen van de toekomst van het industrieel rivierlandschap. In onze opdracht willen we een gefundeerde strategie voor de toekomst van Luik presenteren, waarbij we het contextuele rivierlandschap: de Maas-vallei van Maastricht tot Huy als werkkader gebruiken. Ons hoger doel is hierbij het ontwikkelen van een globale strategie over de toekomstige omgang met geïndustrialiseerde rivierlandschappen. Daarbij willen we de discussie binnen het vakgebied over geïn-dustrialiseerde rivierlandschappen door middel van een specifieke oplossing voor de Maasvallei, Luik en de Maas sterken.

Doelstelling

De volgende doelstelling gaan we in deze afstudeerpublicatie ver-wezenlijken:

Het verbeteren van het Imago van zowel de Maas als de stad Luik, door een herinterpretatie te geven aan de betekenis van de Maas en daarin zijn relatie met de stad.

Introductie

In ons werk gunnen wij u als lezer een samenvatting van onze ontdekkingen en eigen interpretatie met betrekking tot de door ons geïntroduceerde doelstelling. We beginnen hierbij met het inhoudelijk introduceren van het werkkader. Vervolgens interprete-ren we de maasvallei met behulp van het toekennen van karakters gebaseerd op de eigenheid van de onderdelen binnen het werk-kader. Vanuit deze interpretatie destilleren we de hoofdzaak tot een bepaalde werkbare abstractie door middel van op gebiedseigen-heid en strategie gebaseerde modellen.

De voorgaande analyse en interpretatie resulteren vervolgens in het stellen van een perspectief, een voorspelling over hoe de door ons geïntroduceerde strategie moet gaan werken.

In de validatie laten we u kennis maken met onze ontwerpkunde van waaruit we een uitgewerkt voorbeeld geven over hoe de door ons gestelde strategie zal gaan werken.

(4)

Introductie

Luik toen en nu

10-15

gelaagdheid

16-25

Karakterisering

categorisering

28-35

activiteit & funtie

36-41

oeverdecor

42-47

Destillatie

landschappen

50-57

groeistrategie

58-61

Perspectief

potenties

64-77

visie Maasparels

78-97

groeiscenario’s

98-101

Validatie

(5)

Stad en Maas

(6)

Luik Toen en Nu

In historie, mensen, geografische ligging, stroomgebied Maas, landschappen en netwerkstad

De rijke geschiedenis van Luik kenmerkt de stad zoals deze hedendaags bekend staat. Deze ontstaansgeschiedenis van de stad is ingedeeld in verschillende tijdsperioden gebaseerd op de groeiontwikkeling, verschijningsvorm, het aanzien en

economische motor. Luik is bovendien een stad van vele gezichten en niet alleen in figuurlijk zin. De smeltkroes aan culturen heb-ben de stad letterlijk een gezicht gegeven. De geografische ligging, het stroomgebied van de Maas, de flankerende regionale land-schappen en het netwerk plaatsen de stad in een grotere betekenis.

Wording tot stad: de geboorte van een veelzijdig, stads programma

In de middeleeuwen werd Luik onder invloed van het Maastrichtse bisdom tot bolwerk van geloof bestempeld. Door deze geloofsin-vloed is Luik uitgegroeid tot voor middeleeuwse begrippen stadse verschijningsvorm. Tengevolge van deze invloed had de stad Luik alsmede de hele regio op diplomatische wijze een soevereiniteit en heeft mede door het ontstaan van een uitgebreid stadsprogramma Luik een gigantische welvaart gebracht. Hierdoor functioneerde de stad als zwaartepunt in zijn regio.

De rijke aanwezigheid van grondstoffen zorgden voor het ontstaan van een florerende ambachtelijke sector. De handel die hieruit op-bloeide, typeerde Luik niet meer primair als godsdienstig bolwerk, maar was de handelsstad Luik een feit en verkreeg het de betiteling Prinsbisdom Luik. Deze grote stadse rijkdommen zorgden ook voor een riskante positie, waardoor de stad zich moest kunnen verdedi-gen. Het verrijzen van grote verdedigingswerken en gebruikmakend van de krachtige verdedigingsfunctie van de Maas en het reliëf, beschermde de stad tegen kwaadwillende indringers.

De kracht van de stad om mensen om economische- of geloofsre-denen te verenigen heeft buiten de enorme welvaart, Luik ook een sterke identiteit gegeven.

Wording tot werkstad: prominente plaats voor zware industrie

Luik industrialiseerde als een van de eerste regio’s op het Europese vasteland, veroorzaakt door de rijke aanwezigheid van grondstoffen en de economische rol van de Maas. Het overwaaien van de proces-matige zware staalindustrie vanuit Engeland, onder leiding van de industriemagnaat Cockerill, bracht grote ruimte ruimtelijke expansie in de Maasvallei teweeg. Hierbij was er een groeiende ruimtelijke occupatie door industriecomplexen en de komst van de eerste im-migrantenarbeiders.

Grote arbeiderswijken werden uit de grond gestampt. Dit had grote structuurmatige veranderingen tengevolge, waarbij door de inlij-ving van de voorsteden Seraing en Herstal Luik tot agglomeratie groeide. Hedendaags zijn de gevolgen nog merkbaar van het toen-tertijd onder economisch belang uitspreiden van de stadse bebou-wingstentakels in de Maasvallei.

Door de rauwe industrie ontstond er in Luik een innovatief klimaat, met het introduceren van nieuwe processen en producten in de staalindustrie, hydraulica, stoomenergie, elektrotechniek en voor-loper van de informatica. Door deze brede oriëntatie verkreeg Luik een wereldwijde vooraanstaande marktpositie. De vuile en zware industrie hadden een zware druk gelegd op het landschap en zijn gebruiker, de leefomstandigheden in de stad waren slecht, maar typeerde Luik des te meer als werkstad.

Postindustriële: economische en sociale terugval

Het verschuiven van de productie naar de lage lonen landen in de 19e eeuw zorgde voor een verlies in economische kracht. De grote vertegenwoordiging van de niet kapitaalkrachtige arbeiders, het niet vernieuwen van verouderde industriegebieden, het opraken van de aanwezige grondstoffen en het vervuilde uiterlijk van de stad, zorgde voor neerwaartse economische en sociale spiraal. Deze flinke deuk in het imago en het verlies van interesse in de stad is he-dendaags nog goed merkbaar. Desondanks bevat Luik nog steeds een veelheid aan sporen van zijn glorieuze verleden, welke aanlei-ding geven om met een nieuw beleid voor de stad deze periode van mineur met veel kracht te overwinnen. Tijd om in een nieuw jasje de glorie van Luik te laten herleven en te overtreffen!

Luik,

Metropool

of

verlaten landschap

?

Van boven naar onder:

activiteit op Maas ten tijden van indus-trialisatie, Seraing / persoenenvervoer op Maas, 19e eeuw Luik / vooroorlogse binnenstad Luik

(7)

De gezichten van Luik

De naam Luik stamt af van het Latijnse Leodicum, wat letterlijk ‘ruimte voor het volk’ betekent. Luik spreekt via deze weg de grond-beginselen van de stedenbouwkunde aan, het creëren van ruimte voor mensen. De mensen, gezichten en karakters die Luik huisvest zijn de oorspronkelijke streekbewoners, en daarbij een sterke ver-tegenwoordiging van een diverse allochtone bevolkingsgroepen, aangetrokken door het aanbod van industriearbeid in het verle-den. Dit maakt de stad tot een collectief van meerdere culturen, de multiculturele samenleving. In de toekomst kan de mix van nationa-liteiten en culturen bijdragen aan een veelzijdig en kleurrijk karakter van de stad.

Boven:

collage van multiculturele samenleving Luik

(8)

Ardennen Condroz

Haspengouw Land van Herve Eiffel Famenne Kalks teenz oom Liege Antwerpen Bruxelle Rotterdam Zeebrugge Duinkerke Paris Liege Luxembourg Koln Ruhrgebied 24h 14h 24h 48h 6h 6h3h 8h 3h1h 2h 1h 4h 6h 10000-3000/dag 10000-3000/dag 1mln-5 mln Ton/Jaar 1mln-5 mln Ton/Jaar 10000-3000/dag 1mln-5 mln Ton/Jaar 10000-3000/dag 1mln-5 mln Ton/Jaar 600/dag 200 P/dag 400 P /dag 11-50 /dag 51-100 /dag 10mln-30mln Ton/Jaar 1mln-10mln Ton/Jaar 1mln-10mln Ton/Jaar 1mln-10mln Ton/Jaar 11-50 /dag 11-50 /dag 10mln-30mln Ton/Jaar 10mln-30mln Ton/Jaar 1000-5000 /dag 7500-10000 /dag 100.000/dag 100 200 300 400 Maastricht Aachen Frankfurt Stuttgart Eindhoven Dusseldorf Hannover Antwerpen Gent Bruxelle Charleroi Rotterdam Utrecht Amsterdam Zeebrugge London Brighton Dover Duinkerke Calais Luxembourg Nancy Reims Strassbourg Koln Paris Liege Nederland Deutschland France Belgique England Luxembourg Liege

Regionale landschappen Maasvallei

naast de hydrologische en transport functie, vormt de Maas ook een landschappelijke scheur wat betreft het samenkomen van verschillende landschappen. Het is het gevolg van een, miljoenen-jaren durend, geologisch proces tussen het gesteente en het water. uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een specifiek patroon van ver-schillende typen ondergrond, met daarin de grondslag van de nu te onderscheiden gebiedstreken.

In het grensgebied ten Zuiden van de provincie Limburg ligt het Land van Herve. Een liefelijk ogend, groen en golvend landschap, dat wordt doorsneden met kleine waterloopjes, uitkomen de in de Maas of de Vesder. De grootschalige landbouw is aan het gebied voorbij gegaan en het landschap heeft daarom zij typische moza-ïekpatroon van open weiden, gesloten heggen en boomgaarden behouden, waar nu de recreatieve aantrekkingskracht van uit gaat. De Condroz daar en tegen is ruiger en meer uitgestrekt. Dit land-schap is gelegen op het plateau ten Zuidoosten van de Maasvallei en wordt gedomineerd door scherpe beboste heuvels en uitge-strekte weidegronden. In feite vormt het gebied de aanzet tot de Ardennen en Eifel, waar de uitgestrektheid overgaat in meer geslo-ten bosgebieden. De Condroz en Ardennen zijn door de veelheid aan natuur, aantrekkelijke recreatiegebieden en vooral bekent om de outdoor mogelijkheden.

Ten Westen van de Maasvallei ligt de streek Haspengouw. Door de poreuze krijtondergrond kent het gebied weinig rivierdalen en is daardoor minder geplooid dan de oostzijde van de vallei. Het bijna monotoon overkomende landschap kent daarom vooral agrarische activiteiten en wordt door de recreant met name gewaardeerd door zijn rust en ruimte.

Geografische ligging Luik

Luik ligt in het oosten van het Waalse gewest, welke samen met de gewesten Vlaanderen en hoofdstedelijk Brussel, de federale staat België vormen. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Luik en met 190.000 inwoners ook de vierde stad van België en de grootste van Wallonië. De stedelijke regio rondom Luik behoort bo-vendien, naast de as Brussel en Antwerpen, met 600.000 inwoners, tot de regio’s met de hoogste bevolkingsdichtheid van het land. Ondanks dat de stad binnen de landsgrenzen een enigszins afge-schoven ligging heeft, is de positie op superregionale schaal juist zeer centraal. De stedelijke regio maakt onderdeel uit van een, in het bijzonder voor België belangrijke, economische verbinding tus-sen het Antwerpse havengebied en het Duitse afzetgebied rondom Keulen en Düsseldorf. Boven kent de stad door zijn liggen ten op-zichte van nederland en Duitsland een bovennationale samenwer-ken met plaatsen als Maastricht en Aachen.

Luik netwerkstad

Luik heeft in zijn geschiedenis nooit autarkisch gefunctioneerd, maar heeft, vooral door zijn gigantische industriële capaciteit een grote rol gespeeld voor andere gebieden en steden over de gehele wereld. Deze rol werd mogelijk gemaakt door het gedifferentieerde en goed voorziene vervoersnetwerk waarin de stad als een spin in een web de regie voert.

Ten tijde van de industrialisatie is er onder Belgisch beleid op nati-onaal niveau groots geïnvesteerd in water, weg en spoorverbindin-gen, Luik werd hierbij als productiegebied niet ontzien. In zekere zin is Luik economisch afhankelijk van zijn netwerk aangezien het een internationale afzetmarkt bedient, vooral mogelijk gemaakt door de waterinfrastructuur. De weg- en spoorverbindingen bedienden de goederendistributie verder over het Europese continent. Tegen-woordig is het totale netwerk uitgegroeid tot een groots distributie-medium waarin Luik ook hedendaags een economische kracht aan ontleend. De haven van Luik functioneert als een spil in de overslag van goederen vanuit het spoor- en wegennetwerk. De goede be-reikbaarheid is daarom te omvatten als een essentiële kwaliteit van de stad en zijn regio.

Buiten het vervoer van goederen is het netwerk belangrijk voor personenvervoer, dat een onlosmakelijke toevoeging biedt aan de reputatie van Luik. De verschillende vervoersmedia om de stad als persoon te bereiken geldt als een levensader voor het gebruik van de stad, Luik heeft immers veel te bieden voor bezoekers en be-woners in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin. In het Europese netwerk voor personenvervoer is per hogesnelheidstrein Luik een belangrijk tussenstation en over de snelwegen reizen jaarlijks dui-zenden nederlandse vakantiegangers op weg naar de zon.

Stroomgebied Maas

De Maas heeft in de lange geschiedenis van Luik altijd een belang-rijke rol gespeeld in de stedelijke ontwikkeling en heeft ook binnen de huidige stad een onmiskenbare positie opgebouwd. nog altijd is de stad, binnen het gehele stroomgebied, de grootste agglomeratie die aan de Maas gevestigd is.

Het stroomgebied van de Maas, en zijn zijrivieren, heeft een op-pervlakte van 35.000 km2 en strekt zicht met 925 kilometer uit over vijf landen, waaronder Frankrijk, België, Luxemburg, Duitsland en nederland. In België vormt de Maas, samen met de Schelde,de belangrijkste hydrologische eenheid voor de afvoer van oppervlak-tewater. De Rivier zelf ontspringt op het plateau van Langres, in het Franse Pouilly-en-Bassigny, meandert noordwaarts door Frankrijk en de Belgische Ardennen richting namen om alvorens het stedelijk gebied van Luik aan te doen. Bij Maastricht passeert de Maas de grens nederland-Belgie, en stroomt via Limburg, zuidelijk langs nij-megen en door het land van Maas & Waal Westwaarts, om daarna bij Moerdijk uit te komen in de Merwede.

De Maas behoort tot de categorie regenrivieren wat betekend dat het stroomdebiet vrijwel geheel afhankelijk is van regenwater. De waterstanden van de rivier hebben als gevolg een zeer wisselend patroon. In de winter vaak meters hoger dan in de zomer. In de ge-schiedenis, en ook in recenter periode, is de rivier geregeld buiten zijn oevers getreden, dat meermalen tot grote wateroverlast heeft gezorgd.

(9)

N ed erla nd Belg Cana l-Alb ert Maa s eht r u O ’l La Meuse

Gelaagdheid

Basale uiteenzetting van hoofdbouwstenen van de Maasvallei

Water regime

De Maas vormt de belangrijkste hoofdstructuur waar de stad Luik en zijn stedelijke uitlopers zijn huidige morfologische vorm aan ontlenen. Het is het water dat de landschappelijke vallei heeft gevormd, maar tegelijkertijd het landschap die de stroomrichting van het water heeft bepaald. Het resultaat van deze constante wis-selwerking, is een vallei waar een meanderende rivier afgewisseld wordt door lange lijnen, en een reliëf van steile wanden contras-teert tegen zachte plooiingen.

Zoals eerder aangegeven strekt het stroomgebied van de Maas zich uit van noordoost Frankrijk, oostelijk België tot Zuiden van neder-land. Het watersysteem van de Maas bestaat naast de hoofdstroom uit talrijke bovenstromen die samen één hydrologisch netwerk vor-men. In het stedelijk gebied van Luik vormt de Ourthe een belang-rijke bovenstroom die uitmondt in de maas. Het smeltpunt waar de twee rivieren in elkaar vlechten is de nederzetting Luik ontstaan, en is nu het oude centrum van de stad te vinden.

Waar de Maas vroege onder invloed van sterk wisselende water-standen en natuurlijke omstandigheden, alle vrijheid had haar eigen weg te zoeken, is door toedoen van de mens dit natuurlijk karakter steeds verder ingekaderd. Bevaarbaarheid en bescherming tegen steeds verder uitdijende stad zijn hier de belangrijkste oor-zaak van. De huidige Maas in het stedelijk gebied van Luik heeft intussen meer weg van een kanaal dan een rivier. Samen met het Albert-kanaal, welke richting Antwerpen stroomt, vormt ze een belangrijke scheepvaartroute en haven voor overslag van goederen. Op verschillende plaatsen zijn kunstwerken en sluizen gelegen die de waterstand reguleren en de rivier bevaarbaar houden.

Vallei en ondergrond

De Maasvallei kent een sterk wisselend reliëf, variërend van een wijds heuvellandschap, steile hellingen en scherpe wanden. Deze eigenheid heeft onder meer zijn oorsprong in de geologische ligging van de zone, welke zich begeeft op het grensvlak van het relatief kabbelend heuvelland van midden België, Haspengouw en het hoger gelegen plateau van de Ardennen en Eifel.

Het plateau is ontstaan in het geologisch tijdvlak van het Paleozoï-cum en verder gevormd in het MesozoïPaleozoï-cum en Tertiare. De onder-grond bestaat uit verschillende soorten gesteenten en sedimenten, bestaande uit voornamelijk zandsteen. De Maasvallei bevindt zich op een rug van kalkrijke afzettingen. Dit verklaart onder meer de verschillende kalkgroeven in de omgeving, waarvan de EnCI groeve bij Maastricht een goed voorbeeld van is. In de dieper lagen zijn ook steenkool afzetting te vinden dit in het recente verleden geleid heb-ben tot mijnbouw activiteiten.

De wanden die de Maasvallei inkaderen zijn zoals eerder aangeven het gevolgen van de Maas die het gesteente decennia lang heeft uitgesleten. Daar waar het de buitenbocht van de rivier betreft is het reliëf meestal scherp en zijn de wanden steil, de andere kant van de zone biedt meer ruimte en kent vaak een glooiender reliëf. Daarnaast neemt de hoogte van de wanden stroom opwaarts toe en is de oostelijke zijde relatief hoger omdat deze het grensvlak vormt naar de Ardennen. Het maximale verschil bedraagt ongeveer 150 meter, het dal van de zone ligt op ongeveer 50 tot 60 meter boven zeeniveau en de hoogste toppen bereiken een hoogte van 200 tot 250 meter. Het Ardennen plateau kent nog hoger gelegen gronden tot een ongeveer 500 meter.

De landschappelijke gelaagdheid is een basale uiteenzetting van hoofdbouwstenen van waaruit het landschap is opge-bouwd. In eerste instantie is gekeken naar het water, de ondergrond en het reliëf, welke in feite de onderlegger vormen voor het ‘natuurlijke’ -, en latere door de mens toegevoegde stedelijke landschap. Het netwerk vormt de sluitsteen binnen de landschappelijke gelaagdheid. Dit vlechtwerk van weg, water en spoor, verbindend de verschillende elementen binnen de Maasvallei en vormt tevens de schakel naar de rondom liggend regio. Het eindbeeld van de beschreven landschap-pelijke bouwstenen geeft een eerste indruk van de opbouw van de vallei en dient als basis voor opvolgende analytische benaderingen.

vallei

vallei / water regime

1Km N 5

+ Water regime

+ Ondergrond

16 InTRODuCTIE GELAAGDHEID 17

(10)

Van linksboven naar rechtsonder: zicht op Maasvallei, Albert-kanaal en Maas, ter hoogte van Lanaye, Eijsden / sluis Maas bij Flémalle / gekanaliseerde Maas, Seraing / sluis Albert-kanaal - Maas, ter hoogte van Lanaye, Eijsden

(11)

Maastricht Liege Eijsden Vise Oupeye Herstal Grivegnee Saint-Nicolas Seraing Ans Engis Amay Flémalle Huy Cockrill-Arcelor mital Kerncentrale Huy Cockrill-Sambre Monsin Landschappelijk groen

niet alleen het water en het reliëf staan sterk in relatie tot elkaar, ook het landschappelijk groen past binnen deze symbiose. Vooral de contrasten in het reliëf zijn bepalend voor het overkomen van het landschap. De steile hellingen die de zone begrenzen zijn veelal bebost en steken af tegen de vlakke delen, waar vooral de heid zegeviert. Geleidelijk noord -en Zuidwaarts gaat de stedelijk-heid over in een meer open agrarisch landschap met hier en daar kleine groenelementen.

Omdat in het noorden de zone weidser en vlakker is, zijn hier de landbouwactiviteiten sterker vertegenwoordigt dan in het Zuiden. Verder verwijderd van de zone, over de beboste wanden, veranderd het openlandschap in een mozaïek patroon waar akkers en weilan-den afgewisseld worweilan-den door lintbebouwing, kleine bosschages, heggen en boomgaarden. Ten zuidoosten van het stadscentrum, in het tussengebied waar Maas en Ourthe elkaar naderen, zijn de heu-vels in tegenstelling tot de overige deel van zone wel geheel bedekt door bossen. Het landschap heeft hier een meer gesloten karakter. Hoewel de Maas in Europese regelgeving staat aangeduid als eco-logisch verbindingzone komt de zone voornamelijk in verstedelijkte deel van Luik niet over als een natuurlijke parel. De directe oevers zijn veelal verhard, worden soms geflankeerd door groen maar kennen vrijwel nergens een ecologische inrichting. Alleen in het grensgebied bij Maastricht vertoont de rivier een meer authentiek karakter met ruimte voor natuurlijke diversiteit.

Stedelijk landschap

De agglomeratie Luik kenmerkt zich door een duidelijk stadscen-trum, een aantal omliggende satelliet kernen en daar tussen een streng van vooral industriegebieden met plaatselijk woonclusters. Geleidelijk gaat het stedelijk landschap, dat vooral geconcentreerd is langs de Maas, over in een meer open landschap van verspreide dorpen en plaatselijke clusters van industrie. Ook buiten de val-lei, over de wanden van het reliëf, gaat de agglomeratie verder. De dichtheid is hier over het algemeen lager met plaatselijke verdich-tingen vooral gelegen langs belangrijke infrastructuur.

Het centrum van de stad Luik is gelegen in de kom waar de Ourthe uitstroomt in de Maas. Hier is het historisch stadshart gelegen met daaromheen de eerste grootstedelijk uitbreidingen, daterend uit de periode van sterke industrialisatie. Belangrijke voorsteden als Seraing en Herstal hebben hier ook hun sterke expansie aan te danken. Seraing door de vestiging van de grootschalige staalindus-trie, geïnitieerd door John Cockerill, Herstal door de komst van de wapenindustrie.

De stad Luik is de vierde gemeente van België met een inwoner aantal van ongeveer 190.000. De totale agglomeratie Luik telt om en nabij de 600.000 inwoners en strekt zich uit van Visé in het noorden tot Flémalle in het Zuiden, ook plaatsen buiten de zone als Saint-nicolas en Ans vallen binnen dit stedelijk gebied. Ondanks de hoge dichtheid in het centrum van Luik, kent de agglomeratie als geheel een relatief lage woondichtheid. Dit is mede gelegen in de morfologische structuur van enerzijds sterk geïndustrialiseerd zones en anderzijds een reliëf dat bebouwing niet altijd toelaat.

Waar het stedelijk gebied van Luik uitgestrekt en vooral gecon-centreerd is langs de Maas kent Maastricht een veel concentrische opbouw. Een historisch centrum aan de Maas, daarom heen liggend de eerste vooroorlogse uitbreidingen en daar weer achter de ver-schillende uitleggebieden. De overgang van stad naar buitengebied is bovendien veel scherper.

vallei / water regime / ondergrond

vallei / water regime / ondergrond / landschappelijk groen

1Km N 5

+ Landschappelijk groen

+ Stedelijk landschap

20 InTRODuCTIE GELAAGDHEID 21

(12)

Van linksboven naar rechtsonder: nieuwe flyover , station Luik Guillemins / spoorbrug over Maas / zicht op verkeersbrug, onderdeel van nieuwe rondweg / rangeerterrein Kinkempois, achtergrond binnenstad Luik

(13)

Liege Guillemins < HSL-Brussel HSL-Köln > < Antw erpen Ruhrgeb ied > Luxe m bo ur g > M aa st ri ch t > < Namur A 2 M aa st ric ht > < A 25 L iege < A 13 H asselt < A3 Brussel A3 Aach en > A 26 Lu xem bo ur g > < A15 N amur < N90 Huy Netwerk

In het netwerk van infrastructuur zijn water, spoor en weg, de drie voornaamste categorieën die te zijn onderscheiden. Ook voor het netwerk geldt dat de ligging sterk bepaald is door de karaktereigen-schappen van het onderliggende landschap. Het reliëf geldt hier als de meeste bepaalde factor en dwingt de meeste auto en spoorver-bindingen naar de relatief vlakker gronden in het dal van de vallei, parallel aan de Maas. Op sommige plaatsen is de situatie redelijk nijpend zoals in de binnenstad van Luik of waar de ruimte beperkt is door sterke wandvorming.

Omdat in het tijdperk van de industrialisatie de behoefte aan transport sterk toenam, heeft dit al in een vroeg stadium geleid tot een uitgebreid spoorwegennet in heel België. Het netwerk was in 1880 het dichtste van Europa en werd in eerste instantie geïnitieerd door de nationale overheid en later uitgebreid door privéonderne-mingen. Ook rond Luik heeft dit geleidt tot tal van spoorlijnen. In het noorden doorsnijdt een belangrijke goederenverbinding de zone, welke Antwerpen met het Ruhrgebied verbindt en ook wel ‘IJzeren Rijn’ wordt genoemd. Ook loopt in dit deel van de zone, parallen aan de Maas, de verbindingen met nederland. nabij de binnenstad ligt het knooppunt waar alle noord-Zuid en Oost-West lijnen samenkomen, onder meer vanuit Brussel, namen, Achen en Luxemburg. Sinds enige tijd is het netwerk aangevuld door de HSL-verbinding Brussel-Keulen. Deze nieuwe verbinding maakte het bovendien noodzakelijk het oude station, Luik Guillemins, op te waarderen. Sinds kort is het nieuwe station, ontworpen door de bekende architect van Calatrava, in gebruik genomen.

Ook wat betreft wegverkeer zijn er de laatste tien jaar aanzienlijke veranderingen doorgevoerd, waarvan de belangrijkste volstaat met het voltrekken van de rondweg. Deze snelweg, bestaande uit verschillende tunnels en een brug over de Maas, loopt aan de oost-zijde van de binnenstad en verbindt de A3 Brussel-Achen met de A26 richting Luxemburg. De rondweg moet het transitaal verkeer door de binnenstad beperken, en zodoende de verkeersdruk in op toch al zwaarbelaste wegen langs de Maasoevers verminderen. Een andere belangrijke autoweg in de zone is de A2 vanuit nederland, die ter hoogte van Wandre aansluit op de A3 en de ring. Buiten het netwerk van autosnelwegen liggen door de gehele zone parallel aan de maas meerder regionale en locale verbindingen.

Wat betreft water, zijn vanzelfsprekend de Maas en het Albert-kanaal, de belangrijkste transportassen die de zone doorsnijden. Vooral in het stedelijke gebied zijn in de zone tal van havens gele-gen waar overslag plaatsvindt naar weg en/of spoor.

vallei / water regime / ondergrond / landschappelijk groen / stedelijk landschap

1Km

N

5

+ Netwerk

(14)

Maasvallei

(15)

Dynamische complexiteit Oriëntatie verplaatsingen Reikwijdte verplaatsingen Snelheid verplaatsingen Relatie programma met water Diversiteit Functies Intensiteit Functies Fysieke insluiting Maas Verschijning landschap Hoogte bebouwing Oriëntatie bebouwde elementen met water Landschappelijke

Fragmentatie Landschappelijke

Transparantie Overheersing Rood ten

opzichte van Groen

Catagorisering

Dynamiek Functionele Morfologie Ruimtelijke Morfologie Wijds Sterk 50/50 Zwak

Grof Middel Fijn

Laag Middel Hoog

Hard Gemengd Zacht

Sterk Wisselend

Hoog Gemiddeld Laag

Multi Mono

Intensief Extensief

Sterk Wisselend

Intensief Extensief

Lineair Dwars Dwars

Intern In-Extern Extern

Snel Gemengd Langzaam

1Km

N

5

Categorisering

Aan de hand van dominante beeldingrediënten, dynamische processen en programma

Historisch pracht aan de Maas Maastricht

Maastricht is een Stad die binnen zijn weidse landschappelijke context een vrij compacte vorm heeft. Het stadse landschap heeft hierbij een duidelijk herkenbaar centrum en een duidelijke grens met het omliggende landelijk gebied. De Maas die door de stad loopt wordt voornamelijk geflankeerd door fysiek groen ingevulde randen, enkel in de binnenstad wordt deze onderbroken door een harde kade. De stad heeft hier een middelhoge bebouwing, die aan de maasflanken een sterke oriëntatie heeft naar de Maas toe.

Maastricht is door zijn compactheid een stad met een grote diversi-teit en intensidiversi-teit aan functies. Deze diversidiversi-teit maakt Maastricht tot een aantrekkelijke stad voor ondernemers, studenten, toeristen en (welvarend) winkelend publiek en is bovendien een aantrekkelijke stad om te wonen. De functionele relatie van het stadse program-ma met de Maas wordt ingevuld door flaneerkades, parkachtige ontspanningszones en historisch overgebleven elementen die door hun ligging aan het water een toeristische aantrekkingskracht heb-ben.

De dynamiek die in de zone plaatsvindt, is complex in de zin van het aanwezig zijn van verschillende dynamische stromingen met kenmerken als een gemengde oriëntatie van de verplaatsingen ten opzichte van de Maas en een verschil in reikwijdte. Daarbij ligt de nadruk vooral op een lage snelheid van de verplaatsingen met een interne reikwijdte.

De gelaagdheid van het landschap geldt als fundering en aanleiding voor de verschillende omgangsvormen voor het land-schap. Om vanuit deze basis vat te krijgen op de zone is het essentieel om karakters toe te kennen aan gebieden die binnen de Maasvallei essentieel van elkaar verschillen. In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van ingrediënten om de verschillen-de categorieën te kunnen erkennen. Deze ingrediënten zijn globaal bepaald vanuit dominante beeldingrediënten, dynami-sche processen en programma, en geven een vergelijkbare maatstaf tussen de verschillende gebieden. Deze categorisering maakt de Maascontext begrijpelijker en geeft hierbij sturing aan een integrale gedachte over de omgang met de Maas. De volgende gebieden met hun specifieke ingrediënten zijn te onderscheiden.

Maastricht

(16)

Sporen van industriële grootheid Hermalle-sous-Argenteau - Oupeye

Het landschappelijke kader in dit deel van de vallei is sterk aanwe-zig door de wandvorming aan de oostzijde en sterker reliëf aan de westzijde. De zone kent een lage transparantie door de aaneenscha-keling van industriële complexen vooral gesitueerd aan het Albert-kanaal. Het fabriekscomplex van de voormalige staalindustrie gele-gen tussen Maas en kanaal, vormt door zijn omvang een dominant element in de zone. Daarbij is de overige bebouwing overwegend laag. Ingepast tussen de industriecomplexen liggen kleinschalige woonkernen georiënteerd aan linten. Het bebouwd gebied is bin-nen de zone geconcentreerd rond het water, waarbij het hoger gelegen achterland meer gedomineerd wordt door landschappelijk groen. De industriëlencomplexen zijn hoofdzakelijk georiënteerd richting het water, waarbij de woongebieden juist naar de door-gaande linten gekeerd zijn. Het water in de zone wordt ingesloten door harde oevers.

Het gebied heeft door slechts de aanwezigheid van industrie en woonprogramma een mono-functioneel karakter, waarbij alleen de industrie een functionele relatie met het water heeft. Door het niet meer of slechts beperkt functioneren van het industriëlenpro-gramma neemt de activiteit in de zone af en kan deze als extensief worden getypeerd.

De beperkte dynamische complexiteit wordt vooral beïnvloed door het externe karakter van de lineair aan het water lopende snelweg en spoorlijn. De snelheid van de verplaatsingen in de zone is lang-zaam over de linten en snel of intensief over deze stromingen met een externe reikwijdte.

Enclaves in rustieke omgeving Eijsden - Visé

Deze vooral landelijke omgeving wordt gekenmerkt door kleinscha-lige nederzettingen die afgewisseld worden door hoge industriële-nelementen, gelegen in een landschap dat aan de oostzijde flauw wegloopt en westelijk harder begrensd wordt door een groene wand. De nederzettingen worden gekoppeld door een van oudsher aanwezig netwerk van linten. Hun oriëntatie is hoofdzakelijk gericht naar de linten waaraan zij ook hun kern, inclusief de altijd promi-nent aanwezige kerk situeren. De industrie daarentegen kent een duidelijke functionele en ruimtelijke oriëntatie richting het water, in dit geval het Albert-kanaal.

Door de grove en puntsgewijze fragmentatie van het landschap en de ondergeschiktheid van de bebouwde gebieden kent de zone een hoge transparantie. De Belgische oevers van de Maas zijn verhard, maar hebben een landelijke context die deze minder nadrukkelijk doet overkomen. Daarbij zijn de oevers van de Maas in nederlands gebied zacht en groen ingericht. De overheersing van het agrarisch landschap maar het wel aanwezig zijn van industrie, recreatie, woongebied en daaraan gekoppeld programma, zorgen voor een hoge diversiteit aan functies.

De meest nadrukkelijke verplaatsingen in de zone worden gedra-gen door de snelweg die lineair aan de Maas loopt en een externe reikwijdte bedient. De snelheid van de verplaatsingen kent buiten de hoge snelheid van de externe stromingen ook een lage snelheid die gedragen wordt door de linten. De complexiteit van de dyna-miek in het gebied blijft extensief omdat er nagenoeg geen interac-tie tussen deze stromingen plaatsvindt.

Van boven naar onder:

hoog transparant-, multi functioneel-, laag dynamisch landschap, ter hoogte van Lanaye / laag transparant-, mono functioneel-, laag dynamisch landschap, ter hoogte van Herstal / laag transparant-, multi functioneel-, hoog dynamisch land-schap, binnenstad Luik

Eijsden

Hermalle-sous-Argen-Oupeye Visé

(17)

Erfenis der metallurgie Kinkempois - Seraing

De zone Seraing kenmerkt zich door de indrukwekkende aanwezig-heid van industriëlencomplexen, die door hun grootte en zwaarte een duidelijke mono-functionele stempel drukken op het program-ma. De grote staalbedrijven zijn sterk in een netwerk met elkaar verweven, met verschillende productieonderdelen verdeeld over de zone, en waartussen kleinschalige woonkernen ingeklemd liggen. Dit geldt ook voor de sport- en educatievoorzieningen, zoals het voetbalstadion van Standaard Luik en de universiteit.

Over de gehele zone is de rivier ingebed tussen harde kades, die haar loop permanent vastleggen en ruimte bieden voor de men-selijke occupatie. Hoewel de zone als vallei te typeren is, geeft de ‘Seraing-vlakte’ een verwijde indruk. De oevers zijn bebouwd maar worden afgewisseld door korte interventies van groen en functio-neel verouderde locaties.

Havenactiviteiten die gekoppeld zijn aan de aanwezige zware in-dustrie, naar het water gerichte woonensembles en het ontbreken van verzachtend groen, geven de oevers een hard en puur functio-nele indruk. De vooral aan de westoever gelegen en lineair aan de maas lopende doorgaande weg, versterken deze indruk en isoleren samen met de grote industriëlencomplexen de rivier. Hoewel de ori-ëntatie van woonensembles naar de rivier gericht is, ontbreekt hun onderlinge programmatische relatie volledig. Woongebieden die de interne verplaatsingen binnen de zone herbergen zorgen tezamen met het industriëlennetwerk voor een hoge complexiteit in dyna-miek, echter ontbreekt elke verwevenheid van deze dynamische processen, waardoor ze onafhankelijk van elkaar fungeren.

Het ontgingslandschap Noz-Ramet - Engis

Het reliëf in dit deel van zone is een sterke factor voor de landschap-pelijke verschijningsvorm. De oostzijde kent steile wanden die dicht de rivier naderen, waar de westzijde het landschap van de rivier juist omhoog glooit. De bebouwing is hier vooral aan de rivier en op de oostelijke hellingen gelegen en geeft ruimte aan het groen om de maas te naderen. De lineaire oeverbebouwing in de smalle weste-lijke zone tussen wand en Maas is een afwisseling van romantisch ogende oeverbebouwing, met herkenbare kernvorming, afgewis-seld door grove industriële toepassingen, die hun activiteiten vooral relateren aan de achterliggend in de wand verscholen groeven. Aan de oostzijde is de transparantie sterker aanwezig omdat hier meer ruimte is tussen woongebied en industrie.

Het programma in de zone is vrij eenzijdig door het slechts elemen-tair aanwezig zijn van een modern industrieel programma tezamen met een laag woonprogramma. Hoewel de Maas een sterke functi-onele relatie met de gevestigde industrie heeft, heeft ze nagenoeg geen functionele betekenis voor het overige programma in het gebied.

De dynamiek binnen het gebied is ingericht voor extern belang, waarbij de doorgaande wegen een sterk medium zijn voor de lokale bewegingen binnen het gebied. Hierdoor kan de doorgaande weg aan de westzijde gezien worden als een ketting die de woon- en industriegebieden gevormd heeft en met elkaar verbindt. Ander-zijds is de snelweg aan de oostzijde puur voor doorgaand verkeer en ontbreekt de koppeling met de langzamere lokale routes.

Vergeten parel aan de Maas Luik

Het stedelijk hart van Luik neemt een positie in over de volledige breedte van de Maasvallei. De landschappelijke grenzen, gevormd door het reliëf, hebben de stad gedwongen tot een compacte stadsvorm. Over de ruggen van het landschappelijk reliëf heen spreidt het urbane landschap zich verder uit in de vorm van een nevelstad, gevormd door verdichting langs de gevestigde lintstruc-turen.

De transparantie van de zone is door zijn hoge en dichte bebou-wing zeer minimaal. Doordat de Maas geflankeerd wordt door een bovengemiddelde bebouwingshoogte, sterk georiënteerd naar de Maas, wordt haar fysieke breedte versmald. Bovendien vormen de oevers de dragers en koppeling van de belangrijkste doorgaande en interne routes. Aangezien de stadse omgeving zich kenmerkt door een hoge interne dynamiek en intensiteit van de verplaat-singen, met een relatief lage snelheid, zijn de oriëntatie van de verplaatsingen ten opzichte van de rivier als veelzijdig te karakte-riseren. De Maas en directe oevers vormen het knooppunt waar alle vormen van verplaatsing samen komen, en kent daardoor een intensieve dynamische complexiteit.

Het stadse programma van Luik, tengevolge van een compact gebied, is zowel sterk gevarieerd als intensief. De relatie van het ste-delijk programma met de Maas ontbreekt echter door het extensief gebruik van de kades. In ruimtelijke zin bieden de kades veel poten-tie om het stedelijk programma breder te profileren door toevoe-ging van recreatieve- en ontspanningsfuncties.

De gedateerde distributieknoop Herstal - Monsin

DDe duidelijke aanwezigheid van de industrie, tezamen met een verdicht woongebied, doet het gebied stedelijk-industrieel overko-men. De bebouwing loopt ver door over de wanden die gevormd worden door het landschappelijk reliëf. Hierdoor is de transparantie, buiten de weidsheid van het water, zeer beperkt. Ook is de fysieke insluiting van de Maas zeer sterk aanwezig door het veelzijdig aan-wezig zijn van civiele werken zoals kades, bruggen en havens. De aanwezige bebouwing is vrijwel overal visueel georiënteerd op het water, waarbij de industrie en vanzelfsprekend de haven, tevens een sterke functionele relatie hebben met het water. Door de toene-mende aanwezigheid en activiteit van de industrie kent de zone een hoge functie-intensiteit, maar zorgt deze eveneens voor een mono-functioneel programma.

De uitwisseling en oriëntatie van de verschillende dynamische stro-mingen, zoals spoor, water en wegverkeer is zeer herkenbaar voor de zone, doordat het gebied civiel en functioneel sterk ingericht is op het samenbrengen van deze stromingen. Dit wordt bevestigd door de nadrukkelijke aanwezigheid van zowel gebiedsinterne als gebiedsexterne stromingen. Monsin Herstal Luik Kinkempois Noz-Ramet Engis Seraing 32 KARAKTERISERInG CATEGORISERInG 33

(18)

Hoog Laag Bekneld Mono Multi Multi Multi Mono Intensief Intensief Extensief Extensief Conclusie

De binnen de Maasvallei aanwezige brede verschillen in; dominante beeldingrediënten, dynamische processen en programma, zijn in de categorisering vanuit verschillende invalshoeken uit een gezet. Het gemiddelde geldt hierbij als de belangrijkste maatstaaf, waardoor alle ingrediënten per deelgebied vergeleken worden met het totaal. Hierdoor ontstaat er een globale verdeling in onder andere; de verschijning van gebieden, intensiteit in gebruik van gebieden, ge-bruiksintensiteit van de Maas en het ruimtelijk overkomen. Op deze punten is er een gedachtegang over de gehele Maasvallei ontstaan die geleid hebben tot de volgende waarnemingen:

Globale functiediversiteit

De functionaliteit in de Maasvallei is globaal in te delen volgens de volgende afbeelding. In het buitengebied is er een breed scala aan functies aanwezig. Hetzelfde geldt voor het stadsgebied, waar een veelheid aan functies te vinden is. Echter het gebied tussen stad en buitengebied is globaal ingericht met slechts woon en werkfuncties en heeft daardoor een mono, of krappe functiediversiteit.

Functionaliteit Maas

Het functioneren van de Maas zegt iets over, in hoeverre de Maas gebruikt wordt in de Maasvallei. Opvallend is dat in het stads- en buitengebied de Maas vrij weinig gebruikt wordt. Het gebied dat tussen stad- en buiten gebied in ligt, kenmerkt een hoog gebruiks-gehalte van de Maas. De reden hiervoor is dat de industrie in deze gebieden een groot aandeel heeft in het Maasgebruik. Maasvallei breed geldt dat de Maas vooral door de industrie gebruikt wordt. Functie intensiteit

In intensiteit van functies is de Maasvallei vrij logisch op te delen in een landelijk extensief (maar wel breed verdeeld vanuit de globale functiediversiteit) en een stads intensief gebied. Dit is vooral te wij-ten aan de bewonersdichtheid en hoeveelheid bezoekers, immers creëren zij een vraag naar functies.

Ruimtelijke verschijningsvorm

In zekere zin zijn de industriële gebieden tussen stad en buitenge-bied de meest beknelde en confronterende ruimte. Dit is te wijten aan de nauwe breedte van de Maasvallei, de onduidelijke mix tus-sen wonen en industrie, en de grote schaal en verouderd uiterlijk van de industriële objecten.

Globale functiediversiteit Functionaliteit Maas Functie intensiteit Ruimtelijke verschijningsvorm

Het onderspanningsgebied Amay - Huy

De grove versnippering van de bebouwde gebieden creëert een grote transparantie en ruimte voor het landelijk gebied. De beknel-lende landschappelijke verschijningsvorm wordt hierdoor verzacht. Desondanks wordt de westelijke zijde begrensd door steile wan-den die weinig ruimte biewan-den voor bebouwing. De vaak zachte en groene oevers van de Maas laten zien dat het landelijk groen nog niet overschaduwd wordt door bebouwd gebied.

Functioneel is het gebied eenzijdig in te delen in woongebied en industrie, welke wel van dergelijke omvang is. Deze omvang en daarbij horende functie van de kerncentrale bij Tihange, Huy maken het een imposante verschijning aan de Maas. Buiten dat het functi-oneren van de industrie in de zone afhankelijk is van de Maas, heeft de maas voor de woonfunctie een toegevoegde waarde, door de min of meer op ontspanning en recreatie gebaseerde inrichting van haar oevers. De lage intensiteit van de functies over de gehele zone bemeten, wordt verklaard door de lage verhouding van bebouwd gebied ten opzichte van het groen. Hoewel de kerncentrale een gi-gantische intensiteit heeft, wordt de functie-intensiteit van de zone als extensief getypeerd.

De verplaatsingen in het gebied, welke de snelweg en het spoor betreft, zijn vooral van externe aard en hebben weinig koppeling met de lokale bewegingen. Door zijn nauw bebouwbaar gebied herbergt de westoever een doorgaande route die ook de lokale bewegingen met lagere snelheid dragen. Hierdoor is de interne dynamiek van deze bewegingen vrij laag in aantal, maar wel sterk gefocust op deze routes.

Amay

Huy

(19)

Activiteit & functie

Centrum van publieke- en commerciele dienstvelening Shopping en vrijetijds- voorzieningen Educatieve- en culturele voorzieningen Toeristische beziens- waardigheden Sub-urban wonen Microvoorzieningen op dorpsschaal Agrarische activiteiten Recreatieve voorzieningen

gelieerd aan water

Industriële activiteiten gelieerd aan water

Industriële activiteiten Kleinschalige industriële activiteiten Dorps wonen Stedelijk wonen 1Km

N

5

Activiteit & functie

Op basis van aanwezige functie, mate van gebruik en relatie met de Maas

Voorzieningen en dienstverlenende functies

Ten aanzien van voorzieningen en dienstverlening zijn drie cate-gorieën te onderscheiden; centrum van publieke- en commerciële dienstverlening, shopping- en vrijetijdsvoorzieningen en microvoor-zieningen op dorpsschaal. Het zwaartepunt van de publieke- en commerciële dienstverlenende functies is gelegen in de stadcentra van Luik en Maastricht. Het zijn de centra waar de directe regio op georiënteerd is en waar de meeste maatschappelijke instanties en overheidsinstellingen zijn gevestigd. Bovendien zijn het de belang-rijkste vestigingsplaatsen voor commerciële ondernemingen. naast dienstverlening vormen beide steden ook het hart wat be-treft shopping- en vrijetijdsvoorzieningen in de zone. Maastricht heeft daarin altijd een hogere grandeur gekend dan Luik. De stad heeft een breed pallet aan kwaliteitshoreca en chique mode- en designzaken, en bezit één van de duurdere winkelstraten van de Benelux. Luik staat daarentegen bekend om de microdiversiteit binnen het winkel- en horecabestand. Modewinkels met topmerken worden afgewisseld door speciaalzaken en huiskroegen. Tevens is er elke zondag op de kades van de Maas La Batte, met zijn lengte van vijf kilometer, de langste weekmarkt van Europa. De laatste jaren heeft de stad het huidige bestand bovendien uitgebreid met verschillende overdekte shoppingcentra.

Behalve Luik en Maastricht zijn in de Maasvallei een aantal middel-grote en kleinere voorzieningencentra gelegen die vooral de locale omgeving bedienen.

In de veelheid aan activiteiten die de Maasvallei draagt is het mogelijk dat deze een bepaalde samenhang hebben. De ac-tiviteiten en functies die plaatsvinden binnen de Maasvallei zijn onder te verdelen naar een aantal overeenkomstige cate-gorieën, naar gebruik en functie. Bovendien kan ook onderscheid gemaakt worden naar de gebruiksintensiteit, de impact van de functie op de omgeving, de samenhang tussen de verschillende activiteiten en welke relatie er is met de Maas. Met name deze laatste zegt iets over belang van de rivier in functionele zin voor zijn omgeving. Op basis van deze gegevens is de volgende classificatie opgesteld.

Van rechtsboven naar rechtsonder: La Batte, weekmarkt op kades van de Maas, centrum Luik / kerstmarkt op place Saint -Lambert, centrum Luik

(20)

Wonen

In de Maasvallei zijn de volgende drie woonmilieus het sterkst vertegenwoordigd; stedelijk, suburbaan en dorps. De milieus on-derscheiden zich ten aanzien van dichtheid, buitenruimte, bebou-wingsstructuur en aanwezigheid van voorzieningen.

Het stedelijk milieu kent de hoogste woondichtheid, onder ander het resultaat van de sterk aanwezige hoogbouw, collectiviteit, beperkte privébuitenruimte en compactheid van de bebouwings-structuur. Bovendien is in het stedelijk woonmilieu een breed scala aan voorzieningen aanwezig. Het milieu is voornamelijk gelegen binnen de historisch omlijstingen van de steden Luik en Maastricht, en omvat het oude centrum en de omliggende voor- en vroeg na-oorlogse uitbreidingen. Ook de oude kernen van Seraing en Herstal kennen een min of meer stedelijk woonmilieu.

Rondom de geconcentreerde stad liggen de suburbane woonge-bieden met een relatief lage woondichtheid en aanwezigheid van functies. In omgeving van Luik zijn deze gelegen tegen de wanden en op de hogere gronden buiten de Maasvallei, en bestaan uit een netwerk van dichtgegroeide linten met daar tussen kleine planma-tige uitbreidingen en rurale stukken grond. Dit in tegenstelling tot Maastricht waar, door toedoen van het nederlandse ruimtelijk- or-deningsbeleid, de uitleggebieden juist een zeer planmatige struc-tuur hebben.

In het landelijk gebied maar ook ingeklemd tussen de industrie-zones, liggen de kleinschalige dorpskernen. Het woonmilieu kent sterke verwantschap met het suburbane woongebied, zoals een lage dichtheid, veel buitenruimte en doorgaans individuele bebou-wingen, echter de ruimtelijke structuur kent een duidelijkere be-grenzing en er heerst een sterke socialengemeenschap.

Agrarische activiteiten

De agrarische activiteiten in de Maasvallei bestaan voornamelijk uit akkerbouw en in mindere mate fruit- en veeteelt. Over het alge-meen is het landbouw areaal beperkt en sterk ingekaderd door de hoge druk van andere functies en activiteiten. De grotere agrarische kerngebieden liggen voornamelijk in het noordelijke en in minder mate in het zuidelijk deel van de zone. De gebieden zijn wel gescha-keld aan grotere, aaneengesloten landbouwgebieden, die uitstrek-ken over de randen van het reliëf van de zone.

Cultuur en educatie

Luik en Maastricht vormen buiten het voorzieningen hart voor de regio, eveneens de belangrijkste centra voor cultuur en educatie. Beiden zijn universiteit steden die een breed scala aan opleidingen bieden. Maastricht staat bekend om zijn medische faculteit maar de universiteit heeft ook grote economische tak en opleidingen, gedrag&maatschappij, recht en taal&cultuur. De universiteit Luik is ouder en groter in aantal studenten dan Maastricht. Het was van oorsprong een rijksuniversiteit, opgericht in 1817 door Koning Willem I, in het zuidelijk deel van het toenmalige Koningrijk der nederlanden. Inmiddels is het een modern instituut met faculteiten op bijna alle wetenschappelijke gebieden, variërend van techniek tot economie en gezondheidszorg tot kunsten.

naast educatie vormen kunst en cultuur een belangrijk pijler in de stedelijke dynamiek. In beiden steden is een breed pallet aan mu-sea, galeries, theaters, historisch bezienswaardigheden en culture festivals aanwezig. Maastricht heeft onder meer het Vrijthof, Bonnefantenmuseum en Centre Ceramique. Luik heeft Muse d’Art Moderne (museum voor moderne en hedendaagse kunst), het Archeoforum en place Saint -Lambert, plein waar voorheen de st. Lambertus Kathedraal heeft gestaan.

Toerisme en recreatie

De centra van Luik en Maastricht, waar verhoudingsgewijs de mees-te activimees-teimees-ten plaatsvinden zijn de belangrijksmees-te toeristische knoop-punten. In feite leunen beide steden qua toerisme grotendeels op eerder genoemde aanwezigheid van cultuur en vrijetijdsvoorzienin-gen. Het toeristisch potentieel is hiervan in belangrijke mate afhan-kelijk maar ook stedelijke atmosfeer, ligging, beschikbare accommo-daties en bereikbaarheid, spelen een niet te onderschatten rol. Luik is als trekpleister enigszins ondergeschikt aan Maastricht omdat hier de stedelijke vernieuwingsslag achterloopt en de stad bovendien kampt met een imago van industrieel rampgebied.

De meer extensieve, vooral aan het water gelieerde recreatie, is hoofdzakelijk buiten het stedelijk gebied gelegen. Het grootste waterrecreatiegebied in de zone, Oost-Maarland, ligt net ten noor-den van Eijsnoor-den. Deze Maasplas biedt dagrecreatie, en heeft een camping en jachthaven. In het overige deel van de vallei is de aan de Maas gekoppelde vrijetijdsbesteding beperkt tot enkele jachtha-ventjes.

Van linksboven naar linksonder:

Muse d’Art Moderne, parc de la Boverie, centrum Luik / jachthaven, centrum Luik / recreatieplas, Oost-Maarland, Eijsden

Van rechtsboven naar rechtsonder:

semi-openbaar binnenterrein, centrum Luik / planmatige uitbreiding, Oupeye, achtergrond staal-fabriek, Cockrill Sambre / wonen aan het lint, Engis

(21)

Centrum Maastricht

Centrum Luik

Concentratie zware industrie Overwegend suburbane -en

dorpse woongebieden

Water recreatie Conclusies

uit het programma van activiteiten en functies die in de Maasvallei plaatsvinden, valt op te maken dat Luik en Maastricht een belangrij-ke centrumpositie innemen. Beiden steden hebben een belangrijbelangrij-ke regiofunctie wat betreft publieke- en commerciële dienstverlening en kennen een breed pallet aan culturele en educatieve voorzie-ningen. Het zijn de grootste trekpleisters binnen de Maasvallei. Luik loopt daarin wel achter op Maastricht, niet zozeer in het kwantita-tieve aanbod aan functies, maar meer in aanzien en imago. De stad probeert echter een inhaalslag te maken door extra te investeren in kwalitatieve voorzieningen, denkende aan: het nieuwe station en de reconstructie van de historische binnenstad. Voor de centra van beiden steden, en in het bijzonder die van Luik, geldt dat de functi-onele interactie met de Maas beperkt is.

Op het gebied van wonen valt te constateren dat in de randzone van Luik de differentiatie aan milieus gering is. Het stedelijk milieu kent nog een bepaalde mate van diversiteit maar de suburbane en dorpse woongebieden zijn veel van het zelfde. Dit sluit aan bij het algemene beeld van België dat gekenschetst wordt door wonen aan het lint, waarin de linten op zich zelf ruimtelijk en programma-tisch divers zijn maar samen een generiek beeld vormen. Interes-sante woonmilieus waarbij een relatie aangegaan wordt met het landschap, het water of ander functies, zijn hoogst uitzonderlijk.

Intensieve centra Extensieve woongebieden Concentratie werkvormen Pleksgewijze recreatie

uit de analyse blijk verder dat er een sterk concentratie is van ver-ouderde, zware industrie in de uitlopers van de stedelijke zone van Luik, ook pal tegen het stadcentrum. De gebieden functioneren tot op heden redelijk maar het algemene beeld is dat achteruitgang meer en meer intreedt. Talrijke industriële installaties zijn buitenbe-drijf, veel gebouwen staan leeg en het areaal braakliggend terrein is aanzienlijk. Bovendien is in deze specifieke gebieden niet echt een zichtbare vernieuwing gaande, naar meer duurzame vormen van industrie. niet verduurzamen en verder disfunctioneren, betekend niet alleen economische achteruitgang en ruimtelijke verrommeling , maar ook het ontnemen van perspectieven naar een beter leefmi-lieu voor bewoners van omliggende woonwijken. De verouderde, zware industriegebieden drukken bovendien een negatieve stem-pel op het imago van Luik.

In de Maasvallei zijn weinige voorzieningen aanwezig voor ‘exten-sieve’ recreatie en expliciet water gerelateerd. Ondanks het unieke watermilieu van de Maas, beperken de recreatieve activiteiten zich tot de randen van de zone en het achterliggende heuvellandschap. De ondergeschikte rol kan deels toe te schrijven zijn aan de hoge ruimtelijke druk van andere functies en het negatieve beeld dat de industrie uitdraagt.

Industriële activiteiten

De omgeving van Luik staat bekent om zijn veelheid aan industri-ële activiteiten. Binnen deze diversiteit zijn grofweg twee type te definiëren, zware industrie, al dan niet gelieerd aan water, en lichte industriële activiteiten.

Een groot deel van de zware bedrijvigheid is afhankelijk van water-transport en is daarom gelegen in het dal van de Maasvallei, pal aan het Albert - Kanaal of de Maas. De meest geïndustrialiseerde gebie-den liggen tegen centrum van Luik bij Seraing en Herstal. De activi-teiten in Monsin, het havengebied bij Herstal, richten zich vooral op productie, assemblage en overslag van goederen waaronder kolen, staal en chemische producten. In de omgeving van Seraing is het hart van de staalindustrie gevestigd. Verspreidt langs de oever van de Maas staan hier meerdere hoogovens, walserijen en grote pro-ductie- en assemblageloodsen.

Buiten deze twee concentratiegebieden zijn ook in het landelijk gebied van de Maasvallei verschillende zware industriële gevestigd. Doorgaans gaat het om kalkgroeve in combinatie met verwerkings-installaties, die tevens afhankelijk zijn van het water transport. In het zuidelijk deel van de Maasvallei worden deze grondstof gerelateer-de activiteiten afgewisseld door een aantal energiecentrales ongerelateer-der meer die bij Seraing, Engis en de kerncentrale bij Tihange, Huy. Hoewel de zone gedomineerd wordt door zware industrie, zijn er verspreid door het gebied ook tal van kleinschalige, minder zware industriële activiteiten aanwezig, die niet zozeer georiënteerd zijn op het water maar meer geclusterd zijn en gelegen nabij belang-rijke uitvalswegen en/of spoorverbindingen. In een aantal situaties gaat het om nieuwe moderne bedrijventerreinen waar andere vor-men van activiteit plaatsvinden.

Van linksboven naar linksonder:

overslag kolen, achtergrond staalfabriek Arcelor Mittal, Ougrée / spoortransport, Bressoux / kalk-groeve, Amay

(22)

Overdecor

Stedelijk landschap Lanschap van opzich-

zelfstaande kerrnen Landschap van kleinschalige

nederzettingen Industrieel landschap Landschap van industriele objecten Landschappelijke wand Agrarisch landschap 1Km

N

5 Stedelijk landschap

Het stedelijk oeverlandschap kenmerkt zich door een hoge bebou-wingsdichtheid met een relatief beperkte transparantie. De Maas kent een duidelijke kadering en de wand van de bebouwing dekt in feite het achterliggende gebied af. Functie en voorzieningen in de zone zijn voornamelijk gericht op stedelijke activiteiten, bestaande uit een mix van winkels, commerciële dienstverlening, wonen, cul-tuur en onderwijs. Bovendien is de directe oever vaak in ingericht als verkeersader.

De gebieden waar het stedelijke oeverlandschap in de Maasvallei domineert, zijn vanzelfsprekend gelegen in de twee kernsteden Luik en Maastricht, maar ook satellietplaatsen als Seraing en Herstal passen binnen dit landschap. In het centrum van Luik vertonen de oevers de sterkste mate van stedelijkheid. Verhoudingsgewijs is hier de bebouwing het hoogst en meest gesloten, en is de infrastructuur het meest dominant aanwezig.

Oeverdecor

Aan de hand van landschappelijke elementen die het decor van de Maas bepalen

Om in beeld te krijgen hoe de Maas is ingebed in zijn omgeving en hoe het raakvlak tussen rivier en directe omgeving is ingericht, is gekeken naar welke verschillende beelden in het oeverdecor te onderscheiden zijn. De typering is onder meer gebaseerd op het morfologisch overkomen van de aanwezige functies/voorzieningen en de natuurlijke landschapskarakte-ristieken. Op basis van deze elementen zijn volgende 5 type oeverbeelden te onderscheiden:

(23)

Landschap van industriële objecten

Dit type oeverlandschap vertoont in functie en dominantie van de objecten overeenkomsten met het industrielandschap, maar zonder dat er sprake is van een aaneengesloten structuur. Het zijn in feite opzichzelfstaande objecten gepositioneerd tegenover een land-schappelijk achtergrond. Dit contrast versterkt het overkomen van de elementen. De transparantie van het gebied is hoog omdat de ruimtelijk morfologische schaal van het bebouwd gebied beperkt is. Het landschap van industriële objecten is evenals het landschap kleinschalige nederzettingen gelegen in het buitengebied van de Maasvallei, met een concentratie in het noorden langs het Albert-kanaal en in het Zuiden langs de westoever van de Maas.

Landschap van kleinschalige nederzettingen

Het oeverlandschap van kleinschalige nederzettingen is opge-bouwd uit kleine kernen die in ruimtelijk morfologische omvang onderschik zijn aan het omliggende open landschap. Het gaat om bebouwde eenheden die vaak ontstaan zijn aan een lint en plaat-selijk visueel georiënteerd zijn op het water. Juist de afwisseling tussen deze clusters van bebouwing en het open buitengebied is typerend voor dit oeverlandschap.

Wat betreft functies en voorzieningen in het oeverbeeld is het aan-bod beperkt. Het landschap van kleinschalige nederzetting is het meest nadrukkelijk aanwezig in het gebied tussen Luik en Maas-tricht, maar ook in het zuidelijk deel van de Maasvallei komt deze verschijningsvorm afwisselend voor.

Industrielandschap

Het oever beeld in het industrielandschap bestaat uit een mix van zware en minder zware industriële activiteiten afgewisseld door woonkernen. Echter de overheersende factor wordt door groot-schalige fabriekscomplexen en installaties gevormd, die het iconi-sche beeld bepalen. De omvang en sterke aaneenschakeling van deze elementen resulteren in een zeer beperkte transparantie van het oeverdecor. De fysieke oever is bovendien hard, en ingericht als verkeersader en/of dient voor overslag van goederen.

Het centrum van Luik wordt aan beide zijden begrensd door dit in-dustrielandschap. In het noorden onder meer door het haveneiland ter hoogte van Herstal en in het Zuiden door de zware staalindus-trie van Seraing.

Landschap van opzichzelfstaande kernen

Dit type landschap heeft associaties met het stedelijk landschap maar vertoont een mindere mate van dominantie. De ruimtelijk morfologische structuur van de bebouwde eenheid is transparanter met duidelijke grenzen ten opzichte van het omliggende buitenge-bied. In feite gaat het om een volgroeid dorp, inclusief de karakter-eigenschappen, als een kerk, dorpsplein en een mix van voorzienin-gen.

In de Maasvallei zijn Visé en Huy de belangrijkste opzichzelfstaande kernen die het oeverlandschap bepalen. Visé is daarin het meest onderscheidend, omdat het door zijn verhoogde ligging een duide-lijke eenheid vormt in het omliggend oeverdecor.

(24)

Landelijk gebied St ed el ijk ag gl om er aa t Landelijk gebied Indeling oeverdecors Conclusie

De Maasvallei bestaat uit een interessante afwisseling van verschil-lende typen oeverdecors waarbij in het totale beeld, in concentratie en verscheidenheid opvallende patronen te ontdekken zijn.

Het buitengebied onderscheidt zich door diversiteit en sterkste con-trasten. Het decor bestaat uit in elkaar vloeiende agrarische land-schappen, groene wanden en kleine nederzetten met daartussen interventies van industrie en stedelijke kernen. Kwaliteit zit hem in de leesbaarheid van het landschap, geboden door deze ruimtelijke openheid en diversiteit.

Tegenhanger van het buitengebied is het stedelijk agglomeraat, be-staande uit het stedelijk- en industrie landschap. Kwalitatieve ‘groe-ne’ open ruimte zijn hier beperkt en de verscheidenheid zit hem niet in de afwisseling van typen oeverdecors maar in de ruimtelijke diversiteit binnen het type. De landschappelijke openheid wordt geboden door de Maas, die extra aangezet wordt door de sterke ‘bebouwde’ wandvorming langs de oever. Deze geringe transparan-tie neemt toe in het stedelijk gebied en kent een hoogtepunt in het centrum van Luik. Dit stedelijk beeld heeft op zichzelf kwalitatieve associaties, echter een duidelijk entree en toenadering ontbreken, mede gevormd door het vage beeld van het industrie landschap dat eraan vooraf gaat. Toevoegen van ‘groene’ open ruimte, duide-lijke structuren en ruimteduide-lijke eenheden, zou het overkomen en de leesbaarheid van het stedelijk gebied versterken.

Agrarisch landschap

Het agrarisch landschap kent verhoudingsgewijs de grootste trans-parantie in het oeverdecor van de Maasvallei. De overwegende openheid wordt slechts onderbroken door kleine bebouwingsele-menten, versnipperd gelegen bosschages, houtwallen en boom-gaarden, en plaatselijke verhogingen in het grondvlak, zoals dijken en oeverwallen. Het landschap loopt geleidelijk weg over de heu-vels die de Maasvallei ruimtelijk inkaderen.

Qua functies heeft het landschap veelal een agrarisch gebruik maar plaatselijk zijn ook recreatieve activiteiten en natuurwaarde ver-tegenwoordigd. Het agrarisch oeverdecor vormt samen met het landschap van kleinschalige nederzettingen en industriële objecten de ruimtelijke tegenpool van het stedelijke conglomeraat, en is gelegen ten Zuiden van Luik en in het tussengebied tussen Luik en Maastricht.

Landschappelijke wand

De landschappelijke wand onderscheidt zich van de andere typen oeverlandschap omdat het enkel een natuurlijke interventie betreft. Het zijn de plaatsen waar het steile reliëf direct de oevers van de rivier nadert, meestal ontstaan door natuurlijke uitslijting van het water of sporadisch door menselijke handelen om een doorgang te forceren (Albert - Kanaal). De ruimte tussen wand en oever is vaak beperkt en kent als gevolg geen, of enkel een infrastructurele toepassing. De landschappelijke wand komt in de gehele Maasval-lei repeterend voor, behalve ter hoogte van de centra van Luik en Maastricht.

(25)

Landschappen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Cette thèse dressera ainsi un paradigme interprétatif et analytique complet des romans de Rachid O., d’Eyet-Chékib Djaziri, d’Abdellah Taïa et d’Ilmann Bel { travers

The primary research objective is to identify the most critical criteria that private equity investment professionals in South Africa consider when making

She made observations throughout when solving this problem and moved freely between algebraic approach and graphical approach, thus switching back and forth from the

A further objective of this study is therefore to investigate behaviour of bontebok outside of its natural range, in the Free State, by quantifying activity budgets and patterns;

The changing fortunes of Great Trek mythology in an industrializing South Africa, 1938-1988”, South African Historical Journal, 21, 1989; A Grundlingh, “The politics of the past

Die tydsaanduidings het in die bock, saam met ruimtelike aan= duidings, die belangrike funksie om verskillende sc~nes aan mek a ar te skakel. Uit die relatief

A strong determinant of output growth in the sector is inflation inertia (expectation). Our findings, in the face of the unique relationship between inflation and growth, and