CMD 4 » Inf ormatie & Interactie Dennis van der Horst Studentnum mer:12071 9
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Inleiding 4 1.1 Doelstelling 5 1.2 Formulering van de probleemstelling 5 1.3 Een visuele beperking 5 Hoofdstuk 2: Toegankelijkheid 7 2.1 Wat is toegankelijkheid? 7 2.1.1 Wanneer is een website toegankelijk? 8 2.1.2 Eisen voor een toegankelijke website 9 2.1.3 Drempelvrij en W3C 10 2.2 Waarom toegankelijkheid? 12 2.2.1 Voor‐en nadelen van toegankelijkheid 13 2.3 Beperkingen tijdens het internetten 16 2.4 Samenvatting 17 Hoofdstuk 3: Kennis en ervaringsonderzoek 18 3.1 De online enquête 18 3.2 Persoonlijke interviews en observaties 19 3.2.1 Het eerste interview 19 3.2.2 Het tweede interview 20 3.2.3 Zo toegankelijk is het internet dus niet 21 3.3 Webexperts aan het woord 22 3.4 Conclusie 24 Hoofdstuk 4: Samenvatting, conclusie & advies 25 4.1 Samenvatting 25 4.2 Conclusie & advies 26Hoofdstuk 5: Bronnen & literatuurlijst 30 5.1 Internet bronnen 30 5.2 Literatuurlijst 30 Bijlage 31 Bijlage 1: Enquête 31 Bijlage 2: Casussen 34
Hoofdstuk 1: Inleiding
Het internet speelt een steeds meer prominente rol in onze samenleving. Een leven zonder internet? Dat is voor de meeste mensen bijna ondenkbaar. Een snel voorbeeld; het NS spoorboekje dat verdwenen is – het werd steeds minder gebruikt en tegenwoordig kun je de reis met de trein sneller en eenvoudiger plannen op het internet. Toch is er een grote groep mensen die maar beperkt gebruik kan maken van alle functionaliteiten van het internet. Hiermee bedoel ik niet de digibeten die nauwelijks achter de computer zitten, maar de groep mensen die visueel beperkt zijn. Voor deze mensen is de wereld natuurlijk al een stukje kleiner, doordat zij niet of nauwelijks gezichtsvermogen hebben.
Gezien het feit dat het internet grotendeels visueel van aard is, hebben vooral mensen met een visuele handicap problemen met de toegankelijkheid van het internet.
‘Wat doet een blind of visueel beperkt persoon sowieso op het internet?’
Veel mensen met een visuele beperking waren vroeger sterk afhankelijk van anderen. Dit omdat zij bijvoorbeeld zelf geen boodschappen konden doen en kranten of boeken konden lezen. Dankzij het internet wordt deze beperking weggenomen. Er zijn tegenwoordig diverse webwinkels waar online producten besteld kunnen worden. Nieuws is er in overvloed te vinden op het internet in de vorm van onder andere krantenwebsites en weblogs en ook de online communities als hyves, myspace en facebook zijn zeer in trek.
Maar zijn deze, voor ons zo alledaagse internetfaciliteiten, wel zo toegankelijk voor mensen met een visuele beperking? Deze en aanvullende vragen ga ik beantwoorden in de komende hoofdstukken van mijn scriptie.
De scriptie bestaat uit vijf hoofdstukken. In dit eerste hoofdstuk staan de doelstelling, de vraagstelling en de doelgroepomschrijving centraal. In hoofdstuk twee wordt uitgelegd wat toegankelijkheid nu eigenlijk is en wordt er gekeken naar de beperkingen die de doelgroep met zich mee draagt tijdens het internetten. In het derde hoofdstuk richt ik me specifiek op de doelgroep door middel van een uitgevoerde enquête, persoonlijke interviews en observaties. . Hoofdstuk vier omvat een samenvatting van mijn scriptie, gevolgd door een conclusie en advies. In het vijfde en laatste hoofdstuk staan de gebruikte bronnen en literatuurlijst vermeld. De scriptie wordt verder aangevuld met diverse bijlagen die achteraan in deze scriptie terug te vinden zijn.
1.1 Doelstelling
Voordat ik ben begonnen met het schrijven van deze scriptie had het onderwerp mijn interesse al gekregen. Dit is gebeurd tijdens mijn stageperiode als interactie ontwerper in jaar 3 van mijn opleiding. Tijdens deze periode heb ik stage gelopen bij het internetbureau Netvlies Internetdiensten te Breda. De doelstellingen die ik wil behalen in deze scriptie zijn naar voren gekomen in de periode vanaf mijn stage tot aan het schrijven van mijn scriptie.
De voornaamste doelstelling is het inzichtelijk krijgen van het internetgebruik door personen met een visuele beperking. Ik ben erg benieuwd naar de ervaringen en drempels die deze personen tegenkomen tijdens het gebruik van het internet. Daarnaast heb ik mijzelf als doelstelling gesteld om te onderzoeken waar nu de problemen liggen bij de ontwikkeling van toegankelijke websites.
1.2 Formulering van de probleemstelling
De probleemstelling die centraal staat in deze scriptie is de vraag:‘Op welke manier is de toegankelijkheid van websites te bevorderen
voor mensen met een visuele beperking?’
Met behulp van enkele aanvullende onderzoeksvragen wil ik een antwoord krijgen op mijn probleemstelling. Voordat ik mijn probleemstelling kan beantwoorden moet ik op zoek gaan naar de antwoorden op mijn onderzoeksvragen. Want wat verhindert nu de toegankelijkheid van websites voor mensen met een functiebeperking en hoe wordt de toegankelijkheid toegepast en getoetst in de praktijk? Daarnaast ga ik met behulp van interviews en enquêtes onderzoek doen hoe mensen met een visuele beperking surfen over het internet en in hoeverre deze personen verschillen met de ‘normale’ bezoekers. Als laatste ga ik onderzoeken, of er rekening wordt gehouden met de variatie van bezoekers en hoe een website zo kan worden ontwikkeld dat alle bezoekers de websites kunnen bezoeken.
1.3 Een visuele beperking
Er zijn in Nederland ongeveer 650.000 mensen met een visuele handicap. Niet iedereen met een bril of contactlenzen wordt tot deze groep gerekend. Een visuele handicap betekent dat iemand blind of zo slechtziend is dat een bril de beperking niet kan corrigeren. Blindheid of slechtziendheid kan aangeboren zijn, maar kan ook door een ziekte zijn ontstaan. Ook kan het zicht van iemand in de loop van tijd achteruit zijn gegaan waardoor hij of zij uiteindelijk
De ene visuele handicap is niet vergelijkbaar met de andere visuele handicap. De ene persoon wordt blind geboren, de ander wordt pas op latere leeftijd blind of slechtziend. Naast de personen met een visuele handicap reken ik ook kleurenblinden (1 op de 12 mannen in Nederland is kleurenblind) tot mijn doelgroep. Voor personen met kleurenblindheid is het vaak moeilijk om kleuren te onderscheiden en herkennen, wat ook gezien wordt als een visuele beperking.
Sommige visuele handicaps zijn stabiel en andere zijn progressief, wat betekent dat de klachten verergeren. Ook zijn er veel verschillende vormen van slechtziendheid. Sommige mensen hebben maar een beperkt gezichtsveld, alsof ze door een koker kijken. Anderen kunnen nog vormen onderscheiden op een lichte achtergrond. Ook zijn er mensen die juist een donkere achtergrond nodig hebben om nog iets te kunnen zien. Afbeelding 1 representeert het zicht van mensen met Macula Degeneratie ook wel ‘MD’ genoemd. MD begint met geleidelijk zicht verlies en leidt uiteindelijk tot vlekken in het centrale gezichtsveld. Afbeelding 2 toont het zicht van mensen met het kokervirus. De reden dat ik gekozen heb voor de doelgroep ‘mensen met een visuele handicap’ is omdat ik tijdens mijn stageperiode bij Netvlies Internetdiensten heb bijgedragen aan de ontwikkeling van diverse websites. Voor enkele van deze websites was er de wens om de richtlijnen van drempelvrij toe te passen (hier wordt in hoofdstuk 2 dieper op ingegaan). Na veel communicatie tussen Netvlies en de klant werd duidelijk dat de klant meer wensen en eisen had, waardoor het onmogelijk werd om drempelvrij daadwerkelijk toe te passen. Omdat het maken van een volledig drempelvrije website buiten bereik lag, werd er gekozen om enkele toegankelijkheidsverhogende oplossingen toe te passen. Zo werd het op deze websites mogelijk om de grote van het lettertype in 3 niveaus aan te passen. En werd er een versie met hoog contrast ontwikkeld. Tijdens en na mijn stageperiode begon bij mij de vraag te leven ‘waarom worden niet gewoon alle websites toegankelijk, zodat ook mensen met een visuele beperking deze websites kunnen bezoeken?’ Ik ben mezelf daarom meer gaan verdiepen in drempelvrij en andere richtlijnen om zodoende meer te weten te komen over de toegankelijkheid van website voor mensen met een visuele beperking. Omdat het onderwerp mij erg interesseerde, besloot ik om hier verder onderzoek naar te doen in de vorm van mijn scriptie.
Hoofdstuk 2: Toegankelijkheid
Om de vraag ‘Op welke manier is de toegankelijkheid van websites te bevorderen?’ te kunnen beantwoorden is het belangrijk om te weten wat toegankelijkheid nu feitelijk is. Daarnaast moet goed gekeken worden naar de beperkingen van de doelgroep tijdens het internetten. Deze twee aspecten worden dan ook in de komende paragrafen uitvoerig toegelicht.
2.1 Wat is toegankelijkheid?
Om te onderzoeken hoe mensen met een visuele beperking de toegankelijkheid van Nederlandse websites ervaren vind ik het van belang dat de term toegankelijkheid duidelijk en helder is. In de ‘Van Dale ‐ Groot woordenboek van de Nederlandse taal’ wordt de term ‘toegankelijk’ als volgend omschreven:
toe∙gan∙ke∙lijk
1 1. Bereikt kunnen worden. 2. Betreden kunnen worden. 3. Bezocht kunnende of mogende worden, open voor bezoek. 4. Openstaand voor ‐, willende aanvaarden. 5. (van onstoffelijke zaken) geraadpleegd, bestudeerd of geassimileerd kunnende worden.Kijkend naar de verklaring van de term toegankelijkheid in het woordenboek kan ik hier uit opmaken dat toegankelijkheid voor het internet betekend dat een website voor iedere bezoeker; zowel voor mensen zonder beperking als mensen met beperking bereikbaar is en bezocht kan worden.
Kijkend naar dezelfde vraag ‘wat is toegankelijkheid?’ maar dan door mijn ogen als interactie ontwerper zou ik toegankelijkheid allereerst nauw verbinden met de term gebruiksvriendelijkheid. Toegankelijkheid zorgt er in mijn ogen namelijk voor dat alle elementen op een website bezocht en gebruikt kunnen worden door iedere bezoeker. Dit geldt voor zowel mensen met een functiebeperking als mensen zonder een beperking. Wanneer alle elementen op een website daadwerkelijk hier aan voldoen, komt de gebruiksvriendelijkheid om de hoek kijken. Met gebruiksvriendelijkheid bedoel ik dat de toegankelijke elementen op een website op een dusdanige manier verweven zijn dat deze op een juiste en logische plaats terug te vinden zijn in een website. Daarnaast moeten alle elementen natuurlijk goed en voldoende communiceren met de gebruiker. De informatievoorziening is hierbij dan ook erg belangrijk. Wanneer een element onduidelijk is of niet communiceert met een bezoeker kan
Afbeelding: Het groene en oranje waarmerk logo van Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl deze nog zo toegankelijk of gebruiksvriendelijk zijn, maar kan het nog steeds niet juist worden gebruikt door een bezoeker.
Een website moet dus niet alleen bereikbaar (toegankelijk) zijn voor iedere bezoeker, maar dient zeker ook gebruiksvriendelijk te zijn opgezet en te kunnen voorzien in de informatie behoefte van de bezoeker. Pas wanneer alle drie deze zaken kloppend zijn zou ik spreken van een echte toegankelijke website.
Nu kan natuurlijk eenvoudig tegen iedere website ontwikkelaar gezegd worden ‘iedere website die gebouwd wordt moet toegankelijk, gebruiksvriendelijk en informatie voorzienend zijn’, maar dat gaat niet helemaal op. De reden hiervoor is dat de doelstelling van iedere website anders is. De doelstelling van bijvoorbeeld de website nu.nl is bezoekers voorzien van nieuws en informatie, terwijl de website denksport.nl juist gericht is op het vermaak van haar bezoekers.
Omdat de focus in deze scriptie ligt op de doelgroep ‘mensen met een visuele beperking’ richt ik me specifiek op websites die als doelstelling hebben ‘bezoekers voorzien van informatie en voorzien in de dienstverlenende behoefte’. De websites met de doelstelling ‘het vermaken van bezoekers’ vallen buiten het kader van deze scriptie. Dit omdat deze websites voornamelijk visueel van aard zijn, wat niet helemaal toereikend is voor de doelgroep in mijn scriptie.
Als interactie ontwerper heb ik mijn visie en betekenis gegeven aan het woord ‘toegankelijkheid’. Maar wanneer wordt een website nu eigenlijk gekenmerkt als een toegankelijke website? En wat zijn de eventuele voorwaarden waaraan een toegankelijke website moet voldoen om erkend te worden als toegankelijke website? Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we gaan kijken wat de eisen zijn van een toegankelijke website. En of deze websites eventueel gecertificeerd kunnen worden.
2.1.1 Wanneer is een website toegankelijk?
Hoe kan een bezoeker van een website zien of een website toegankelijk is, of juist niet. En moet het toegankelijkheidsniveau juist wel of niet zichtbaar zijn op een website? Het zijn de beleving en de ervaring van een bezoeker op een website die de toegankelijkheid kenmerken. Dat klopt, maar ieder persoon is anders. Mede daarom is er in Nederland een stichting in het leven geroepen met de doelstelling de toegankelijkheid van de Nederlandse websites te bevorderen voor iedereen, inclusief mensen met een functiebeperking en senioren.
Deze stichting is genaamd ‘Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl’ (hierna te noemen: ‘Drempelvrij’). Deze stichting is verbonden aan de website drempelvrij.nl.
Het waarmerk drempelvrij.nl is het kwaliteitsmerk waarmee toegankelijke websites in Nederland worden aangeduid. Wanneer een website voldoet aan alle 16 ijkpunten van Drempelvrij mag deze site het waarmerk (het groene logo) dragen. Indien een website voldoet aan minimaal 12 van de 16 ijkpunten; en daardoor niet volledig drempelvrij is, mag deze website het oranje logo plaatsen op de website.
2.1.2 Eisen voor een toegankelijke website
Om te kunnen bepalen wanneer een website volgens Drempelvrij toegankelijk is, zijn er diverse ijkpunten opgesteld waaraan een website moet voldoen. Nu is het niet de bedoeling om alle 16 ijkpunten over te nemen en deze toe te lichten. Daarom heb ik de 16 richtlijnen van drempelvrij.nl kort samengevat. Het volledige overzicht met alle richtlijnen die drempelvrij heeft samengesteld is te bekijken op http://www.drempelvrij.nl/richtlijnen.
De 16 richtlijnen van Drempelvrij kort samengevat:
Een website bestaat veelal uit teksten en visuele elementen. Het is belangrijk om alternatieve aan te bieden voor de visuele elementen in de website. Bijvoorbeeld wanneer er een afbeelding wordt getoond met daarop een man en een vrouw wandelend op het strand tijdens de zonsondergang. Dan is het verplicht om de beschreven omschrijving als alternatieve (ALT) tekst te gebruiken. Dit zorgt er namelijk voor dat mensen met bijvoorbeeld een screenreader, die niet kunnen zien wat er wordt afgebeeld, toch begrijpen wat er te zien is op de afbeelding. Ditzelfde geldt voor bijvoorbeeld kleur elementen, wanneer er bijvoorbeeld een groene pijl is afgebeeld en daarmee wordt bedoeld ‘ga verder’, dan moet ook de tekst ‘ga verder’ worden weergegeven, eventueel als alternatieve tekst, zodat dit ook voor mensen met een beperking te begrijpen en te gebruiken is.
Een website maakt gebruik van verschillende opmaakstijlen om alle elementen op een juiste positie te plaatsen en te voorzien van de juiste opmaak. Om er voor te zorgen dat de website voor iedere bezoeker toegankelijk is, moet er voor worden gezorgd dat alles ook zonder opmaak (CSS) te bekijken is voor een bezoeker. Mocht het zo zijn dat het onmogelijk is om een pagina toegankelijk aan te kunnen bieden, dan moet er een volledige alternatieve pagina ontwikkeld worden. Deze pagina moet een equivalent zijn van de ontoegankelijke pagina. Daarnaast is het ook verplicht om de alternatieve pagina met dezelfde frequentie bij te werken als de ontoegankelijke pagina. Dit zorgt er voor dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende bezoekers en dat zij beide de beschikking hebben over dezelfde informatie.
2.1.3 Drempelvrij en W3C
Naast de Nederlandse Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl is er een internationale organisatie genaamd W3C; wat staat voor World Wide Web Consortium (www.w3c.com).
Het W3C is in 1994 opgericht door de bedenker en grondlegger van het World Wide Web (WWW), Sir Tim Berners‐Lee. Het W3C is een organisatie die de webstandaarden; recommendations genaamd, voor het internet ontwerpt, zoals HTML en CSS. De hedendaagse leiding van het W3C is nog steeds in handen van Tim Breners‐Lee en de organisatie kent alleen bedrijven, instellingen en overheden als haar leden. De Nederlandse stichting Accessibility (onderdeel van Bartimeus) die de webrichtlijnen en de drempelvrij richtlijnen maakt, is een van de leden van het W3C.
Waarom drempelvrij.nl als er internationale richtlijnen zijn opgesteld vanuit het W3C?
Wanneer een website voldoet aan de W3C richtlijnen kan het zo zijn dat deze site nog steeds ontoegankelijk is voor haar bezoekers. Het World Wide Web Consortium buigt zich namelijk over de standaarden die er voor zorgen dat de structuur en code van een website valide en dus juist zijn. Een valide code zorgt er voor dat onder meer de verschillende type browsers en zoekmachines, de website op eenzelfde manier kunnen weergeven en bekijken. Drempelvrij.nl kijkt echter naar de toegankelijkheid op gebruikersniveau. Is een website bereikbaar en kan deze op een juiste manier gebruikt worden door iedere bezoeker.
Om te kijken hoe de relatie tussen drempelvrij.nl en W3C is ga ik de proef op de som nemen door enkele website aan een test te onderwerpen met behulp van de W3C validator2. Tijdens dit onderzoeken ga ik kijken of Nederlandstalige W3C valide websites drempelvrij zijn en of Nederlandstalige drempelvrije websites W3C valide zijn.
De proef op de som
1) Usability award winnaar van 2007 Wehkamp is een website die het groene waarmerk logo van Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl draagt. Na de test met de W3C validator blijkt dat de website www.wehkamp.nl 136 fouten en 16 waarschuwingen heeft. Met meer dan 100 fouten is de website toch drempelvrij gekeurd.
2) De website van de Nederlandse Spoorwegen, www.ns.nl blijkt aan de hand van de test 111 fouten en 56 waarschuwingen te kennen. Toch is ook deze website voorzien van het groene waarmerk logo.
3) De meeste bezochte website in Nederland is zoekmachine Google, www.google.nl. Deze website is weliswaar niet drempelvrij gecertificeerd en de homepage beschikt over relatief weinig content. Toch is deze website ook niet valide volgens het W3C, er worden maarliefst 69 fouten en 11 waarschuwingen waargenomen.
2
4) De website van MSN Nederland beschikt, net als zoekmachine Google niet over het waarmerk drempelvrij.nl maar is wel volledig valide. De website bevat in de code dus geen enkele fout.
5) De website van de Nederlandse overheid, www.overheid.nl voldoet aan zowel de W3C richtlijnen als aan de drempelvrij richtlijnen. Deze website bevat geen enkele fout in de HTML code en is voorzien van het groene waarmerklogo van drempelvrij.nl.
Kijkend naar de bovenstaande vijf websites kan de conclusie worden getrokken dat W3C in de praktijk niet altijd even goed samen gaat met drempelvrij.nl en andersom. Een website mag dan W3C valide zijn maar dat wil niet direct zeggen dat deze website ook drempelvrij is. Een drempelvrije website is daarentegen dan ook niet direct W3C valide.
Het meest ideale plaatje, zeker voor de doelgroep ‘mensen met een visuele beperking’, zou natuurlijk een drempelvrije, W3C valide website zijn. Deze richtlijnen samen zorgen er voor dat een website toegankelijk gemaakt is voor de meeste browsers, screenreaders, brailleleesregels, maar ook voor bijvoorbeeld zoekmachines. De reden dat dit helaas vaak niet het geval is, komt volgens mij door onderstaande punten: 1) Onbekend; de ontwikkelaar van een website is niet bekend met drempelvrij en/of W3C. 2) De kennis; er is onvoldoende kennis in huis bij een ontwikkelaar om een drempelvrije, W3C valide website op te leveren. 3) Functionaliteiten; door diverse functionaliteiten binnen een website wordt het moeilijk of onmogelijk gemaakt om een drempelvrije en/of W3C valide website te ontwikkelen. 4) Onnodig; de certificeringen worden onnodig geacht voor de website. 5) Kosten; het ontwikkelen van een drempelvrije, W3C valide website brengt extra kosten (tijd en certificeringkosten) met zich mee die niet gedragen willen worden door de klant.
2.2 Waarom toegankelijkheid?
Waarom moet een website nu eigenlijk toegankelijk zijn? Om deze vraag volledig en juist te kunnen beantwoorden vind ik dat ik onderscheid moet maken tussen twee categorieën. Namelijk; overheidsgerelateerde websites en commerciële websites.
Overheidsgerelateerde websites
Voor alle ongeveer 1200 websites van het rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen is het namelijk vanaf 31 oktober 2010 verplicht om te voldoen aan de webrichtlijnen en daarmee aan de internationale W3C3 standaarden voor toegankelijkheid en het Waarmerk drempelvrij.nl. Overheidsinstellingen hebben geen keuze in het wel of niet volgen van de richtlijnen, die nastreven dat een website voor ieder persoon, browser en zoekmachine optimaal toegankelijk is. SP‐kamerlid Ronald van Raak haakt hier op in door te zeggen:
‘Steeds meer overheidsdiensten worden via het internet aangeboden en dat is een goede zaak. Maar de gevolgen zijn ook groter als mensen geen toegang hebben tot deze informatie, bijvoorbeeld als zij visueel of motorisch gehandicapt zijn. De webrichtlijnen helpen om overheidssites beter toegankelijk te maken. Je zorgt er ook voor dat mensen in een rolstoel het gemeentehuis binnen kunnen, dus dat moet ook gelden voor websites.’4
Maar wat als er na 31 oktober nog maar weinig is veranderd bij de overheidssites en zij niet aan de gestelde richtlijnen voldoen? Ronald van Raak reageert hier op via de website www.communicatieonline.nl:
Als dat eind 2010 niet het geval is, zou er wat SP‐Kamerlid Ronald van Raak betreft een wettelijke verplichting moeten komen.5
Met behulp van deze wetgeving wil van Raak dan ook vastleggen dat deze sites verplicht toegankelijk gemaakt moeten worden. 3 Internationale W3C (World Wide Web Consortium) » http://www.w3c.org, [nl], http://www.w3c.nl/Dutch/w3c‐nl‐7punten.shtml 4 Ronald van Raak in het magazine Web Designer – uitgave 14 » op weg naar een toegankelijker web, p.26 5 Eind 2010 toegankelijke overheidswebsites gevraagd » http://www.communicatieonline.nl/nieuws/bericht/overheidssites‐eind‐2010‐toegankelijk/
Commerciële websites
De meeste websites op het internet zijn natuurlijk de commerciële websites. Waarom zouden deze websites toegankelijk moeten zijn? Er is namelijk geen instelling die dit verplicht stelt, maar er zijn wel degelijk goede redenen te bedenken waarom commerciële websites voor iedere bezoeker toegankelijk zouden moeten zijn.
Kijkend als interactie ontwerper
Natuurlijk is mijn eigen mening als interactie ontwerper erg belangrijk bij de vraag ‘waarom toegankelijkheid’. Als interactie ontwerper sta je namelijk vaak in de kinderschoenen van een website en ben jij juist de persoon die hier extra aandacht en nadruk op kan leggen. De reden dat ik vind dat een website toegankelijk moet zijn voor iedere bezoeker is omdat je zowel bezoekers met als zonder beperking als een gelijke moet behandelen. Niet alleen overheidsgerelateerde websites, maar zeer zeker ook vele commercieel ingestelde websites zouden moeten voldoen aan de toegankelijkheidseisen.
Het internet wordt beschouwd als een vrij medium en dat is ook de voornaamste reden dat ik pleit voor zoveel mogelijk toegankelijke websites. Alle informatie die vrij op het internet staat moet dan ook voor iedereen bereikbaar zijn en gebruikt kunnen worden. Natuurlijk zijn er hier en daar uitzonderingen te bedenken, maar hoe meer toegankelijke websites er zijn, des te sterker en waardevoller wordt het internet.
Dat het internet een vrij openbaar en toegankelijk medium zou moeten zijn is erg belangrijk. Maar er zijn meerdere voordelen te noemen die stimuleren tot toegankelijkere websites. Deze en enkele nadelen heb ik opgesomd in de volgende paragraaf.
2.2.1 Voor‐ en nadelen van toegankelijkheid
‐ Meer bezoekers:
Een toegankelijke website is beter vindbaar in de natuurlijke zoekresultaten van zoekmachines. Dit komt omdat de content op de website op een juiste wijze is verwerkt in de HTML code. De content is bijvoorbeeld niet in iframes of pop ups verstopt. Ook afbeeldingen die in woorden beschreven zijn stimuleren de toegankelijkheid. Zoekmachines zijn namelijk niet te vergelijken met de gemiddelde bezoeker. Ze zijn volledig blind, hebben geen muis, begrijpen geen programmeercode en spreken niet onze taal. Daarom hebben ze wat extra hulp nodig bij het vinden van de juiste pagina’s. Deze hulp wordt geboden door een drempelvrije en of W3C valide website, waardoor ook de traffic naar de toegankelijke sites wordt verbeterd.
‐ Breed toegankelijk:
Door het toepassen van de toegankelijkheidsrichtlijnen komen er zoals gezegd meerdere bezoekers en wellicht ook andere doelgroepen naar de website. Doelgroepen waar de eigenaar van een website misschien in eerste instantie niet eens aan had gedacht. Door middel van de toegankelijke website wordt de informatie op het web voor meerdere mensen toegankelijk gemaakt, wat resulteert in een win‐win situatie voor zowel de bezoeker als voor de eigenaar van de website.
‐ Effectiever gebruik van content en klaar voor de toekomst:
De opgestelde richtlijnen dwingen tot een semantisch6 opgebouwde tekst: Het correct toepassen van koppen (H1), subkoppen (H2), alinea’s en opsommingtekens, tabellen, enzovoorts. Door de semantisch opgebouwde tekst wordt de content beter scanbaar voor de bezoeker en scoren onderwerpen door gebruik van de juiste koppen ook hoger in natuurlijke zoekresultaten bij zoekmachines. Dit verhoogt ten eerste de traffic naar de site, maar daarnaast trekt het ook de juiste bezoekers. Bezoekers die op zoek zijn naar informatie op de website. De bezoeker vindt de juiste informatie direct door de snel scanbare koppen en tekst. De website is toegankelijk gemaakt voor iedereen, ongeacht functiebeperking, browsergebruik of mediatoepassing, zoals bijvoorbeeld een mobiele telefoon. Hierdoor worden er geen bezoekers uitgesloten van het bezoek aan de website.
‐ Kortere laadtijd:
Het naleven van de richtlijnen kan een reductie van wel 80% in code opleveren in vergelijking tot ‘normale’ websites. Hierdoor heeft de site een kortere laadtijd en is deze sneller te bezoeken door de bezoekers.
Kijkend naar bovenstaande punten valt te concluderen dat de gebruiksvriendelijkheid van websites die voldoen aan de gestelde toegankelijkheidsrichtlijnen er duidelijk op vooruit gaan. Er zijn natuurlijk ook een aantal nadelen te noemen bij toegankelijke websites. Deze worden hier onder toegelicht.
‐ Look & feel:
Om te kunnen voldoen aan de richtlijnen moeten er soms concessies worden gedaan voor de look & feel van de website. Elementen zoals deze in eerste instantie bedacht en ontworpen zijn blijken niet of in mindere mate uitgevoerd te kunnen worden in overeenstemming met de richtlijnen. Ook kan het bijvoorbeeld voorkomen dat er juist 6 Betekenis van het woord semantiek » se∙man∙tiek (de (v.); g.mv.) 1. Betekenisleer 2. (log.) leer van de interpretatie van formele systemen. Bron: Van Dale – Groot woordenboek van de Nederlandse taal, p.3164
extra (interface) elementen toegevoegd moeten worden voor de ontwikkeling van een toegankelijke website, welke weer niet passen in het totaalplaatje van de site.
‐ Alternatieven:
Aanvullend bij de look & feel moeten er voor grafische elementen als foto’s en video’s alternatieven worden aangeboden bij een toegankelijke website. Een voorbeeld hiervan is een bedrijfsfilm op de homepagina. Deze moet volgens de richtlijnen vervangen worden door een afbeelding die voorzien is van een tekst. In dit geval is een combinatie aan te raden. Bijvoorbeeld een Flash film, waar ook een afbeelding met alternatieve tekst als basis gebruikt is. Gebruikers zonder een Flash speler krijgen de afbeelding (voorzien van alternatieve tekst) te zien en krijgen op deze manier toch een deel van de branding, horend bij de website mee. Natuurlijk ervaren bezoekers mét een Flash speler wel de volledige branding van de website.
‐ Kosten en tijdsrovend:
Webrichtlijnen zijn voornamelijk van toepassing op de bouw en programmering van de site. Als een totaal nieuwe website niet in de planning ligt, is het een ingrijpend proces om een bestaande website drempelvrij en/of W3C valide te maken. Als een nieuwe website wel op de planning staat, is het ook zeker aan te raden om de richtlijnen direct vanaf het begin af aan mee in het ontwerp en de bouw van de website te nemen. De extra kosten voor de ontwikkeling worden dan enigszins beperkt omdat er gedurende het hele proces rekening gehouden kan worden met de richtlijnen waaraan voldaan moet worden. Wel kunnen de kosten voor een toegankelijke website hoger uitkomen dan voor een ‘minder’ toegankelijke website. Dit komt bijvoorbeeld omdat een toegankelijke website voorzien is van alternatieven om de functionaliteit voor iedere bezoeker beschikbaar te stellen. Daarnaast zijn er ook kosten van +/‐ € 1000,‐ verbonden aan de drempelvrij certificering, deze worden vervolgens aangedikt met een jaarlijks terugkerend abonnement van ongeveer € 200,‐ (voor het plaatsen van het waarmerklogo).
De webrichtlijnen bieden veel mogelijkheden om een site toegankelijker te maken voor bezoekers, browsers en zoekmachines. Commercieel gezien lijkt het mij zeker ook zinvol om de richtlijnen te gebruiken om de site toegankelijker en gebruiksvriendelijker te maken. Maar het blijft natuurlijk bij de klant/eigenaar van een website om te beslissen hoe hij of zij hier mee om wenst te gaan.
De overheidsgerelateerde websites zullen in de toekomst zeker aan deze richtlijnen moeten gaan voldoen. Maar omdat commerciële bedrijven dit niet verplicht zijn hebben zij de keuze om zelf te bepalen welke richtlijnen wel en niet toegepast worden. In de realiteit zal het er waarschijnlijk op neer komen dat websites alleen geoptimaliseerd worden wanneer de
Afbeelding: Adresbalk van Mozilla Firefox 9x uitvergroot met behulp van de vergrootglas toepassing van Microsoft Windows.
toegankelijke functionaliteiten positief bijdragen aan zowel de merkbeleving als aan de bezoekerstevredenheid van de website.
2.3 Beperkingen tijdens het internetten
In deze paragraaf belicht ik de personen waar het in deze scriptie feitelijk om gaat, mensen met een visuele beperking. Deze personen komen tijdens het internetten diverse obstakels en beperkingen tegen op websites die zij bezoeken. Door middel van een klein onderzoek wil ik zelf ervaren hoe het is om visueel beperkt te zijn. Op deze manier probeer ik meer inzicht te krijgen in de beperkingen die visueel gehandicapte personen ondervinden tijdens het internetten.
Wanneer ik zelf mijn ogen dicht doe en mijn muis verstop op mijn bureau probeer ik mezelf in te leven in de gebruikerservaring zoals blinden en slechtziende personen deze volgens mij hebben wanneer zij zich achter hun computer bevinden.
Het eerste probleem met mijn ogen dicht is al het openen van mijn webbrowser. Hoe ga ik dit in hemelsnaam voor elkaar krijgen? Hier merk ik al direct de beperking van het blind zijn op. Hoe moet dit bij het bezoeken van een website? Dat is volgens een probleem waar je als blinde bezoeker tegen aan loopt. Het bezoeken van een website lijkt mij dan ook gewoon niet te doen, zonder gebruik te maken van aangemeten/aangepaste software. Ik staak dan ook al snel mijn onderzoek als blind persoon die geen gebruik maakt van aanvullende software. Als slechtziend persoon vervolg ik mijn onderzoek.
Ik heb de vergrootglas toepassing die standaard wordt meegeleverd met Microsoft Windows geopend en ingesteld op de maximale zoomweergave. Om mijn onderzoek goed uit te kunnen voeren heb ik de onderkant van mijn beeldscherm, waar de normale beeldschermweergave wordt getoond, afgeplakt met een vel papier. Ik moet me vanaf dat moment tevreden stellen met de bovenste helft van mijn scherm, waar ik met een vergroting van maarliefst 9x probeer het internet te verkennen.
Het invoeren van een URL is gelukkig wel mogelijk en ik kan zowaar mijn eerste website, gebruikmakend van het vergrootglas, ‘www.google.nl’ bekijken. Wanneer ik de zoekterm ‘nieuws’ heb ingevoerd bekijk ik de resultaten wat een stuk meer tijd en moeite kost dan wanneer ik deze normaal zou bekijken. Ik besluit het tweede resultaat Nu.nl aan te klikken en de website van de populaire nieuwssite wordt geopend. Het lezen van de nieuwsheadlines kost mij ook veel meer moeite dan gebruikelijk. Het is onoverzichtelijk en het kost mij veel extra inspanning. Ik moet steeds goed kijken waar ik nu eigenlijk ben, gebruikmakend van mijn muisaanwijzer die mij door de pagina heen navigeert.
Bovenaan deze website zie ik een link staan ‘lees voor’ en ik besluit het zojuist geopende nieuwsbericht voor te laten lezen. Tot mijn verbazing wordt de website niet direct voorgelezen, maar moet ik eerst een programma installeren dat voor mij de website voor gaat lezen. Na de instructies (met moeite) gelezen te hebben installeer ik het programma ‘Browse Aloud’ en probeer ik het geopende nieuwsbericht voor te laten lezen. Na enkele instellingen te hebben aangepast in het gedownload, overigens gratis programma, wordt de website van boven naar beneden goed voorgelezen.
Terugkijkend naar mijn korte onderzoek en test kan ik zeggen dat het voor een visueel beperkt persoon zonder software haast onmogelijk is om het internet te bezoeken. Wanneer iemand slechtziend is kan hij of zij gebruik maken van bijvoorbeeld voorleessoftware om het bezoeken van het internet te vergemakkelijken. Al blijft dit nog steeds een opgave. Nu heb ik dit onderzoek zelf uitgevoerd, maar het is zeker ook erg interessant en belangrijk om te kijken hoe een blind of slechtziend persoon het internet bezoekt en kan gebruiken. Hier ga ik dan ook dieper op in, in hoofdstuk 3.
2.4 Samenvatting
Terugkijkend op dit hoofdstuk is het duidelijk geworden waar het woord ‘toegankelijkheid’ nu eigenlijk voor staat, wat hiervan de betekenis is en waarom dit eigenlijk toegepast moet worden op websites.
Wanneer een website voldoet aan de richtlijnen die door de stichting waarmerk drempelvrij.nl zijn opgesteld, kom je als Nederlandse website in aanmerking voor een certificaat; het groene waarmerk logo. Helaas blijkt uit onderzoek dat deze certificering niet helemaal perfect is en dat hier zeker nog winst in te behalen is voor de betrokken partijen. Het waarmerk geeft in ieder geval aan dat er is nagedacht om de toegankelijkheid van een website te bevorderen. Aan deze toegankelijkheid zitten namelijk vele voordelen die andere over de streep zouden moeten trekken om er voor te zorgen dat steeds meer websites toegankelijk worden voor
Hoofdstuk 3: Kennis en ervaringsonderzoek
Naast de artikelen en literatuur over het onderwerp webtoegankelijkheid die ik gelezen heb, ben ik me voor mijn onderzoek ook gerichter op de doelgroep en de uitvoerende partij gaan focussen. Dit heb ik gedaan door middel van een online enquête, persoonlijke interviews en observaties.
3.1 De online enquête
Zoals al eerder omschreven aan het begin van deze scriptie heb ik voorafgaand aan het schrijven van mijn scriptie een enquête gepubliceerd op het internet. Deze enquête heb ik geplaatst op diverse prikborden en forums die specifiek bedoeld zijn voor mensen met een visuele beperking. De enquête bestond uit 5 meerkeuze vragen en 13 open vragen. Met behulp van deze enquête heb ik meer inzicht gekregen in de manier waarop mensen met een visuele beperking het internet gebruiken. De volledige enquête inclusief vragen en antwoorden is terug te vinden in Bijlage 1: Enquête.
Uit de resultaten van de enquête blijkt onder meer dat de respondenten gemiddeld 10 uur per week gebruik maken van het internet. Tijdens het bezoeken van website gebruiken de respondenten diverse hulpmiddelen waaronder scherm/tekstvergroting en spraakondersteuning. Deze worden vaak in combinatie met elkaar gebruikt voor een beter resultaat en de verhoging van de toegankelijkheid van de website. De meeste populaire websites onder de respondenten zijn nieuwssites en communities, al zijn niet al deze websites even toegankelijk. De respondenten proberen dan ook vaak, hoe vermoeiend en tijdrovend het ook mag zijn, de website te bezoeken om op deze manier op de hoogte te blijven van het nieuws en in contact te blijven met mensen om hen heen. Van het waarmerk ‘drempelvrij’ hebben de meeste van de respondenten wel eens gehoord. Maar in de enquête wordt aangegeven dat zij hier niet erg veel waarde aan hechten. Dit is mede vanwege het feit dat als zij websites willen bezoeken, zij toch graag de informatie toe willen eigenen, ook al kost dit extra inspanning. De grootste ergernissen van websites zijn volgens de respondenten dat zij teveel moeite moeten doen om de informatie op de website te kunnen lezen. Daarnaast geven zij aan dat websites, bij gebruik te maken van bijvoorbeeld screenreaders, vaak niet geheel toegankelijk zijn, waardoor zij niet alle informatie kunnen vinden.
Omdat ik een enquête niet erg persoonlijk vind heb ik naast de online enquête ook twee persoonlijke interviews gehouden met personen die blind en slechtziend zijn. Aanvullend op het interview met deze twee personen heb ik hen geobserveerd bij het bezoeken van het internet terwijl zij enkele websites bezochten. De informatie die mij de interviews en de observaties hebben opgeleverd zijn te lezen in de volgende paragraaf; 3.2 Persoonlijke interviews en observaties.
Afbeelding: Een beeldschermloep.
3.2 Persoonlijke interviews en observaties
Zoals in de vorige paragraaf al is aangegeven heb ik in het kader van mijn onderzoek twee personen bereid gevonden om te mogen interviewen en observeren. Voorafgaand aan de interviews heb ik uitgelegd dat ik bezig was met het schrijven van een scriptie over de manier waarop de toegankelijkheid van websites te bevorderen is voor personen met een visuele beperking.
3.2.1 Het eerste interview
Het eerste interview dat ik gehad heb was met Simone Vugts. Simone heeft een zicht van zogezegd 3 tot 5%. Dit percentage zorgt er voor dat zij alles op haar computer van extreem dicht bij moet bekijken om het te kunnen waarnemen. Simone is sinds ongeveer 1 jaar actief op het internet en zij bezoekt slechts enkele websites. Zij maakt voornamelijk gebruik van haar e‐mail. Simone is op dit moment nog erg terughoudend bij het gebruik van het internet omdat dit relatief nieuw en onbekend is voor haar, maar vertelt ze ‘ik sta op dit moment op een wachtlijst bij de Sensis, een organisatie voor blinden en slechtzienden, voor een cursus over het gebruik van het internet’. Ze hoopt dat dit drempelverlagend voor haar werkt en dat zij veelvuldiger gebruik kan gaan maken van het internet en alles wat het internet voor haar te bieden heeft. Na een tijdje met Simone gesproken te hebben over het gebruik van het internet zijn we naar de computer gegaan. Ik ben de manier waarop zij haar computer en het internet gebruikt gaan observeren.
Simone legt uit dat zij een aangepaste monitor heeft. Deze monitor gebruikt zij zowel bij haar computergebruik als bij het lezen van brieven en het lakken van haar nagels. Het gebruikte beeldscherm is een beeldschermloep. Met behulp van de beeldschermloep kan zij eenvoudig schakelen tussen het computerbeeld en de loep. Het computerbeeld toont, zoals gezegd het beeld van de computer. De loep toont de vergroting van wat dat zich onder de loep bevindt. Met behulp van een vergrootknop wordt haar de mogelijkheid geboden om bijvoorbeeld een brief tot 36x uit te vergroten, waardoor deze dus ook voor haar leesbaar wordt. Wanneer Simone teruggeschakeld heeft naar het computerbeeld toont ze mij eerst het gebruik van de e‐mailtoepassing. Met behulp van sneltoetsen als CRTL+N voor het opstellen van een nieuw bericht en CRTL+I voor het bekijken van het postvak in komt zij een heel eind bij het lezen en schrijven van e‐mailberichten. Wanneer Simone mij laat zien hoe zij haar e‐mailberichten leest begint
binnengekomen e‐mailberichten aan haar voor. Ook bij het bezoek van diverse internetpagina’s samen met Simone wordt het spraakprogramma ingeschakeld om te kunnen navigeren en de content op de website voor te laten lezen. Omdat Simone nog niet veel ervaring heeft met het bezoeken van website bezoeken we er slechts enkele. Simone legt aan mij uit hoe vermoeiend het soms is om alle informatie op een website te kunnen lezen, dit omdat deze pagina’s niet goed zijn opgezet qua HTML code, waardoor het spraakprogramma gedesoriënteerd raakt. Dat is dan ook een van de redenen dat zij snel afhaakt bij het bezoeken van niet toegankelijke websites.
Om een indruk te krijgen van de manier waarop Simone haar computer en het internet gebruikt heb ik een kort filmpje op het internet geplaatst waarop dit te zien is. Dit filmpje is terug te vinden in de online versie van mijn scriptie op http://www.dannisch.nl/scriptie.
3.2.2 Het tweede interview
Nicole van Laarhoven is, zoals zij zelf zegt sociaal blind. Zij ziet voor ongeveer 1% en ziet dus vrijwel niets in vergelijking met wat wij als ziende mens kunnen waarnemen. Na mijzelf voorgesteld te hebben aan Nicole stelde zij mij de vraag of ik zin had in een kopje thee. Waarop ik de vraag met ‘ja’ beantwoorde. Nicole liep richting de keuken en pakte een glas, een doos met theezakjes, een lepeltje en de suiker. Vervolgens schonk ze een kopje thee voor mij in. Ik keek haar met verbazing aan en stelde haar de vraag hoe zij dat zo goed kon doen terwijl ze vrijwel niet ziet. Nicole vertelde me dat alles in huis een vaste plaats heeft en dat ze zodoende weet waar ze alles kan vinden en hoe ze bijvoorbeeld koffie of thee moet zetten. Op de vraag ‘hoe doe je dat dan buitenshuis?’ riep zij haar blindengeleidehond. Ze vertelde me dan ook dat ze met haar hond nog vrij zelfstandig kan zijn. Na mijn kopje thee liepen we richting de computer zodat ik haar kon gaan observeren terwijl zij gebruik maakte van haar computer. Nicole vertelde me dat ze een spraakprogramma; Supernova 9 gebruikt voor het voorlezen van alle tekstuele elementen op haar computer en het internet. Met behulp van Supernova en de ingebouwde vergrotingstoepassing waarover deze applicatie beschikt is zij in staat om gebruik te maken van haar computer en het internet. Ik liet Nicole beginnen bij het openen van de website Google.nl. Wat mij direct opviel, is dat de achtergrond van de website niet wit maar zwart is. Nicole legde mij vervolgens uit dat zij een soort van negatiefweergave gebruikt. Met behulp van deze weergave merkt zijn enigszins de contrastverandering op die optreedt bij bijvoorbeeld het selecteren van invoervelden. Op deze manier wordt het voor Nicole duidelijk dat zij hier gegevens in kan voeren. Nadat Nicole een zoekopdracht had ingevoerd merkte ik op dat de screenreader bij Googles zoekmachine eerst de gesponsorde links, welke getoond worden aan de rechter kant van het scherm, langsliep en vervolgens pas de organische zoekresultaten, van boven naar beneden, voor ging lezen. Dit is
Afbeelding: Een contrastversie van de Interpolis website.
natuurlijk gedaan omdat er voor de gesponsorde links wordt betaald door adverteerders. Maar gebruiksvriendelijk voor visueel beperkte bezoekers is dit allerminst. Als ziend persoon weet je namelijk direct waar je moet kijken en klikken, maar een visueel beperkt persoon, Nicole in dit geval, is afhankelijk van wat zij hoort en zij wordt dus gedwongen om eerst de gesponsorde links aan te horen voordat zij de organische zoekresultaten voor kan laten lezen.
Na het bezoeken van diverse websites als www.nu.nl, www.interpolis.nl, www.ns.nl en www.debeep.nl worden de obstakels die de gemiddelde website met zich meedraagt duidelijk. Veelal is het moeilijk om direct de informatie op de pagina’s te kunnen lezen, in de meeste gevallen moet er eerst voorbij de navigatie getabt worden om deze voor te kunnen laten lezen. Een betere oplossing zou een soort van verborgen link zijn die er voor zorgt dat er direct naar de content gesprongen kan worden door een screenreader. Dit maakt het (voor)lezen van een website een stuk aangenamer voor een visueel beperkte bezoeker. Een ander opvallend punt zijn de webformulieren, deze zijn erg moeilijk te gebruiken en zeker wanneer een formulier foutief is ingevuld is dit onduidelijk voor bezoekers. De feedback die wordt weergegeven zou direct voorgelezen moeten kunnen worden, maar dat is in de meeste gevallen niet het geval. Onder andere tabellen zorgen ook voor grote problemen bij visueel beperkte gebruikers. Wanneer een tabel wordt voorgelezen moet de gebruiker de kolomkoppen onthouden om de informatie die in de tabel staat te kunnen begrijpen. De tabellen zouden zo opgezet of vervangen moeten worden dat direct duidelijk is waar de informatie in de tabel over gaat. Helaas zijn er naast de tabellen nog vele andere drempels die visueel beperkte bezoekers tegenkomen bij het bezoeken van websites op het internet.
Aan de hand van het interview en de observatie met Nicole heb ik een veel breder inzicht gekregen in het gebruik van het internet door blinde personen. In de online versie van mijn scriptie heb ik ook een tweede filmpje geplaatst. In dit wat langere filmpje is een deel van de observatie met Nicole terug te zien. Hierin wordt duidelijk hoe zij het internet gebruikt en tegen welke obstakels zij aan loopt bij het gebruik van het internet.
3.2.3 Zo toegankelijk is het internet dus niet
Kijkend naar de uitgevoerde enquête en de twee interviews en observaties kan ik eigenlijk wel concluderen dat het gros van de populaire en bezochte websites niet bepaald toegankelijk is
ieder geval wel extra geopend omdat ik me nu pas echt kan inbeelden hoe deze mensen het internet gebruiken. Nicole eindigde het tweede interview ook met twee zinnen die ik erg vind passen bij de status van internettoegankelijkheid op dit moment. “Jij kunt het natuurlijk allemaal zien, maar je zou je scherm eens uit moeten zetten.” “Ik kom er dan meestal wel uit, alleen duurt het vaak wat langer.”
Deze twee zinnen geven nog maar eens extra aan dat het internet helemaal niet zo toegankelijk is voor mensen met een visuele beperking.
3.3 Webexperts aan het woord
Naast de uitgevoerde enquête en de uiterst interessante interviews en observaties heb ik ook zeven medewerkers (projectmanagers, vormgevers en programmeurs) van Netvlies Internetdiensten enkele vragen gesteld over hun mening over de toegankelijkheid van websites. Waar liggen volgens hen de problemen bij de ontwikkeling van toegankelijke websites en wat er zou moeten veranderen om het internet toegankelijker te maken.
Een ‘toegankelijke’ website is volgens de webontwikkelaars van Netvlies een website waar iedereen met / of zonder geestelijke of lichamelijke beperking zijn of haar informatie, doelgericht op kan vinden. Op de vraag of zij bekend zijn met het waarmerk drempelvrij.nl en de bijbehorende richtlijnen antwoorden zij dat zij hier redelijk tot goed mee bekend zijn. Het probleem bij de ontwikkeling van een toegankelijke website is voor hen de uitdaging van het implementeren van een mooie, uitdagende vormgeving die voldoet aan de gestelde richtlijnen. Aangegeven wordt dat het momenteel, door de wildgroei aan browsers en (on)mogelijkheden niet altijd mogelijk is om naast een toegankelijke website ook iets super moois neer te zetten. Dat wil dus zeggen dat er vaak concessies gedaan moeten worden op zowel de vormgeving als op de functionaliteit en toegankelijkheid van een website.
Op de vraag of alle websites toegankelijk zouden moeten zijn voor iedere bezoeker wordt geantwoord dat niet alle websites voor iedereen toegankelijk zouden hoeven zijn. Websites voor de overheid en semioverheid zouden dit volgens hen wel moeten zijn. Maar bij de afweging of een site wel of niet drempelvrij en/of W3C valide moet zijn moet goed gekeken worden naar het doel en de doelgroep van de website. Hoe groter deze doelgroep is wordt gezegd, des te meer redenen er zijn om een site volledig toegankelijk te bouwen. Wat er zeker zou moeten veranderen volgens de webontwikkelaars is de bewustwording van de beperkingen en de daarbij behorende oplossingen voor de ontwikkelaars. Wanneer alles uniform volgens standaarden wordt geïmplementeerd wordt het web een stuk toegankelijker.
Ook zou de toegankelijkheid op een hoger niveau aangepakt mogen worden in bijvoorbeeld de browsers of het besturingssysteem van de computer.
Ten slotte wordt er geconcludeerd dat de diverse betrokken partijen en instanties goed op weg zijn om gezamenlijk een toegankelijk internet te creëren en dit te onderhouden / behouden. De ontwikkeling van nieuwe (web)standaarden blijft doorgaan en gehoopt wordt dan ook, dat deze door alle ontwikkelaars snel en goed geïmplementeerd gaan worden.
In het boek Designing for interaction, geschreven door Dan Saffer, worden in hoofdstuk 3 de wetten van interaction design aangehaald. Larry Tesler, die wordt aangehaald in dit boek, is een van de grondleggers van het hedendaagse interaction design. Met zijn eigen wet ‘Tesler’s Law of Conservation of Complexity’ wil hij duidelijk maken dat complexiteit onafscheidelijk verbonden is aan ieder proces. Hij zegt dan ook:7
‘There is a point beyond which you can’t simplify a process any further; you can only move the inherent complexity from one place to another.’
Aanvullend bij deze opmerking geeft hij het voorbeeld van een e‐mailbericht. Voor het versturen van een e‐mail zijn twee elementen vereist. Je eigen e‐mailadres en het e‐mailadres van de ontvanger. Als een van deze twee ontbreekt kan een e‐mail niet worden verzonden. Enige complexiteit is dus vereist. Maar het kan wel eenvoudiger gemaakt worden voor een gebruiker. Je eigen e‐mailadres hoef je bijvoorbeeld maar een maal in te stellen en kan daarna voortdurend worden gebruikt. Het e‐mailadres van een ontvanger kan worden onthouden en eventueel worden gekoppeld aan een naam. Dit zorgt er voor dat je niet het hele e‐mailadres moet onthouden. De complexiteit blijft bestaan, maar kan wel worden afgezwakt door middel van enkele hulpmiddelen die de gebruiker worden aangereikt. Ditzelfde geldt voor websites. Soms is het nodig om enige complexiteit te hebben op de website, maar zoals Tesler aangeeft is het wel wenselijk om deze complexiteit zo te verhullen dat het voor iedere gebruiker toch bruikbaar en dus gebruiksvriendelijk is.
3.4 Conclusie
Na de enquête te hebben uitgevoerd had ik al een redelijk beeld gekregen van de manier waarop mensen met een visuele beperking gebruik maken van het internet. Wat mij dan ook het meeste opviel in deze enquête was de gedeelde mening over het feit dat zij zelf niet zozeer kijken naar of een website wel of niet toegankelijk is. Deze mensen gaven aan dat zij vaak koste wat het kost een website willen bezoeken om de informatie die daar op vermeld staat te verkrijgen, ook al duurt dat erg lang en is het vermoeiend.
De persoonlijke interviews en observaties hebben mijn beeldvorming over de manier waarop visueel beperkte mensen over het web surfen nog eens een aantal keer versterkt. Door zelf met deze mensen gesproken te hebben en hen te hebben geobserveerd heb ik met mijn ogen kunnen zien welke drempels en obstakels deze mensen al dan niet tegenkomen. Ik kan nu dan ook wel concluderen dat deze mensen redelijk kundig zijn bij het gebruik van hun computer en het internet, zeker omdat zij alles met het toetsenbord doen en de muis links laten liggen. Zij zien natuurlijk niet waar de kleine muisaanwijzer zich op het scherm bevindt en kunnen deze dan ook niet gebruiken.
Dat het internet nog vele gebreken kent voor mensen met een visuele beperking is wel duidelijk geworden aan de hand van mijn onderzoek. Dit bekrachtigt dan ook direct de mening die de ‘experts’ – de webontwikkelaars, hier over hebben.
Hoofdstuk 4: Samenvatting, conclusie & advies
In dit afsluitende hoofdstuk blik ik terug op de inhoud van mijn scriptie door middel van een samenvatting van de hoofdstukken en paragrafen. Aan de hand van deze samenvatting formuleer ik een conclusie en zal ik mijn kennis en ervaring omzetten in de vorm van een advies voor zowel instanties als: drempelvrij, webontwikkelaars, klanten en natuurlijk de doelgroep die in deze scriptie centraal staat; de mensen met een visuele beperking.
4.1 Samenvatting
Tijdens deze scriptie heb ik onderzocht op welke manier de toegankelijkheid van websites te bevorderen is voor mensen met een visuele beperking. Ik ben begonnen met het onderzoek naar wat toegankelijkheid is, wanneer dit toegepast zou moeten worden en waarom dit zou moeten. Vervolgens ben ik mijn onderzoek gaan uitbreiden en ben ik gaan kijken hoe de toegankelijkheid van websites nu precies in elkaar steekt. Dit heb ik gedaan door middel van een enquête, het houden van persoonlijke interviews en het doen van observaties. Daarnaast heb ik ook experts op het gebied van webontwikkeling ondervraagd en hun meningen en kennis verwerkt in mijn onderzoek.
Wat toegankelijkheid voor websites nu precies is, wanneer en waarom dit zou moeten worden toegepast kan als volgend worden samengevat:
Het internet is een medium waar wij als ziende personen niet meer om heen kunnen. Voor mensen met een visuele beperking is de wereld al een stuk kleiner, dit komt door de beperking waar zij mee moeten leven. Het internet is een vrij medium dat voor iedereen met een internetverbinding beschikbaar wordt gesteld, dus moet dit ook door iedereen gebruikt kunnen worden. Het moet niet uitmaken of je blind, slechtziend, doof, of een ander (motorische) handicap hebt, je moet het World Wide Web kunnen gebruiken zoals iedereen dat kan.
Tegenwoordig zijn er diverse richtlijnen opgesteld ‐ zoals de W3C richtlijnen ‐ waaraan je als website kunt voldoen. Wanneer je gebruik maakt van deze richtlijnen zorg je er voor dat je website via standaarden is opgezet en dat deze door verschillende browsers, besturingssystemen en screenreaders, op eenzelfde manier geïnterpreteerd en gebruikt kunnen worden. Daarnaast is er een Nederlandse stichting, Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl die Nederlandse websites de mogelijkheid biedt om hun website te voorzien van een waarmerk. Dit waarmerk toont aan dat de betreffende website bereikbaar is en gebruikt
wordt dus omschreven als ‘toegankelijke website’. Terugkijkend naar mijn onderzoek kan ik helaas concluderen dat een website dan wel toegankelijk kan zijn, maar dat deze niet per se gebruiksvriendelijk is voor haar bezoekers. Aan de hand van de door mij persoonlijk uitgevoerde onderzoeken kan ik samenvatten dat: Het internet op dit moment nog verre van toegankelijk is voor mensen met een visuele beperking. Dit ligt zowel aan de websites die worden bezocht, als aan de gebruikte software (besturingssystemen, browsers, screenreaders, etc.). Deze sluiten op dit moment nog niet goed op elkaar qua gebruiksgemak.
Om de vraag ‘wat verhinderd de toegankelijkheid van website op dit moment’ te kunnen beantwoorden moet gekeken worden naar diverse partijen. De klanten en opdrachtgevers van website zien op dit moment niet in dat de doelgroep van hun website vaak groter is dan alleen mensen zonder functiebeperking. Het zijn juist ook de mensen met een beperking die steeds veelvuldiger gebruik gaan maken van het internet. Ook de webontwikkelaars moeten gaan inzien dat de toegankelijkheid geen ondergeschoven kindje meer mag zijn in de hedendaagse internetwereld. Het internet is er voor iedereen en met dit in het achterhoofd zouden websites dan ook ontworpen en ontwikkeld moeten worden. Als laatste partij wil ik de software ontwikkelaars aanhalen als het gaat om het verhinderen van de toegankelijkheid. Doordat niet alle software vlekkeloos met elkaar overweg kan, is dit voor mensen met een beperking lastig in gebruik. Al deze punten en partijen zorgen er gezamenlijk voor dat op dit moment helaas het internet nog niet het toegankelijkheidsniveau kent dat het in deze tijd, van steeds vooruitgaande technologische ontwikkelingen zou moeten zijn.
4.2 Conclusie & advies
Na het doen van mijn onderzoek wil ik afsluiten met een conclusie en advies over de manier waarop ik vind dat de toegankelijkheid van websites te bevorderen is voor mensen met een visuele beperking.
Een website is volgens mij pas een ‘drempelvrije website’ wanneer zowel de toegankelijkheid als de gebruiksvriendelijkheid voldoende zijn uitgewerkt en in elkaar verwezen zijn. Op deze manier zijn er geen drempels of obstakels meer die overwonnen moeten worden om de informatie die achter een website schuil gaat te kunnen benaderen.