• No results found

Biologie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Biologie"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS,

WETENSCHAP EN CULTUUR

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

VAK : BIOLOGIE

DATUM : DONDERDAG 25 JUNI 2015

TIJD : 7.45 – 9.45 u.

Aantal opgaven bij dit vak : 40 (32 MC en 8 open vragen) Aantal pagina’s : 16

Aantal pagina’s antwoordenblad : 1

Hulpmiddelen : Kladpapier

Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.

N.B. 1. Tenzij anders wordt vermeld is er sprake van normale situaties en gezonde organismen.

2. Zowel het werkblad als de opdrachten worden ingeleverd! Het beantwoorden van de MC vragen geschiedt als volgt:

Kies één antwoord uit de vier antwoorden die aangegeven zijn met de letters A, B, C en D. Het goede of het best passende antwoord wordt op het bijbehorend scoreblad aangekruist met ballpoint.

Eén in eerste instantie verkeerd gekozen antwoord wordt alsvolgt hersteld:

A B C D Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Alleen alternatief C wordt dan gehonoreerd.

De open vragen dienen kort en duidelijk beantwoord te worden op hetzelfde werkblad. Normering Examen Havo 2015 32 MC vragen x 2 = 64 punt

8 Open vragen = 26 punt Basispunten = 10 punt 100 punt Cijfer = 32 x 2 + 26 + 10

10

(2)

2 1.In de afbeelding is een dwarsdoorsnee van de romp van de mens schematisch getekend.

Vier organen zijn genummerd.

Welk nummer is onjuist aangegeven?

A. Nummer 1 geeft de galblaas aan. 2

B. Nummer 2 geeft de long aan. C. Nummer 3 geeft de maag aan.

D. Nummer 4 geeft de lever aan. 1 3 4

2. In de afbeelding hieronder is het verband aangegeven tussen de osmotische waarde buiten een plantencel en de osmotische waarde binnen die cel.

Is er sprake van turgor of plasmolyse bij nummer 3 (bij ½p)? Wat gebeurt met de osmotische waarde binnen de cel?

Er is sprake van De osmotische waarde binnen de cel wordt

A turgor groter dan buiten de cel

B turgor kleiner dan buiten de cel

C plasmolyse kleiner dan buiten de cel D plasmolyse groter dan buiten de cel

(3)

3 3. Hieronder volgen twee beweringen over het hormoon oxytocine.

1. Oxytocine stimuleert de samentrekking van de baarmoederspieren. 2. Oxytocine stimuleert de melkafgifte door de melkklieren in de borsten. Welke bewering(en) is (zijn) juist?

A. Alleen bewering 1 is juist. B. Alleen bewering 2 is juist. C. Bewering 1 en 2 zijn beide juist. D. Bewering 1 en 2 zijn beide onjuist.

4. Nevenstaande afbeelding geeft schematisch het voortplantingsstelsel van een vrouw weer.

In welk deel ontstaat het gele lichaam? In welk deel beginnen de klievingsdelingen ?

Ontstaan gele lichaam in deel

Begin klievingsdelingen in deel

A 2 1

B 2 3

C 3 1

D 4 3 5. Wat wordt bedoeld met intermediair fenotype? Met intermediair fenotype wordt bedoeld:

A. een fenotype waarin twee ongelijke allelen beide tot uiting komen. B. een fenotype waarin één dominante allel alleen tot uiting komt.

C. een fenotype waarin een allel alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is.

D. een dominant allel dat bij een heterozygoot individu samen met een recessief allel tot uiting komt.

6. Een echtpaar heeft 4 kinderen, elk met een andere bloedgroep. Welke bloedgroepen kunnen de ouders hebben?

Een ouder heeft bloedgroep Andere ouder heeft bloedgroep A A AB

B O B C AB O D A B

7. Bij een bepaald hondenras wordt er gelet op twee eigenschappen, de staartlengte en de staartvorm.

Een teef krijgt na 3 worpen 12 puppies met de volgende eigenschappen: 2 puppies met een lange krulstaart.

7 puppies met een lange ongekrulde staart. 1 puppie met een korte krulstaart.

(4)

4 Armand zegt dat het allel voor korte staart, bij genoemd hondenras, recessief is.

Anushka zegt dat de teef heterozygoot is voor beide eigenschappen.

Wie heeft (hebben) gelijk? A. Alleen Armand. B. Alleen Anushka. C. Beiden hebben gelijk. D. Beiden hebben ongelijk.

8. Een methode van prenatale diagnostiek is vruchtwaterpunctie. Wat wordt hierbij onderzocht?

A. Het bloed uit de aders in de baarmoederwand van de moeder. B. De samenstelling van de urine van de zwangere vrouw.

C. De chromosomen van de cel uit een eierstok van de zwangere vrouw. D. De chromosomen van de cellen uit het vruchtwater.

9. In een plantenkas worden het drooggewicht en het natgewicht van kiemende bonen op verschillende dagen nagegaan. In het diagram hieronder is het resultaat van een van de gewichten weergegeven.

Is in het diagram het resultaat van het drooggewicht of van het natgewicht weergegeven? En is het genoemde gewicht op tijdstip Q toegenomen of afgenomen?

In diagram resultaat van Genoemde gewicht op tijdstip Q A drooggewicht afgenomen

B drooggewicht toegenomen C natgewicht afgenomen D natgewicht toegenomen

(5)

5 10. Bij twee planten van dezelfde soort wordt de fotosyntheseactiviteit bij verschillende

lichtintensiteiten gemeten. Het resultaat van de metingen is in het diagram hieronder weergegeven.

Uit het verloop van de curven kunnen we afleiden dat A. plant 1 méér zuurstof verbruikt dan plant 2.

B. plant 1 méér glucose vormt dan plant 2.

C. plant 2 méér koolstofdioxide verbruikt dan plant 1. D. plant 2 méér glucose vormt dan plant 1.

11. Bij welk ( e ) proces(sen ) komt koolstofdioxide vrij? In welke cellen kan melkzuur ontstaan?

Koolstofdioxide komt vrij bij Melkzuur kan ontstaan in A alleen aërobe dissimilatie gistcellen

B aërobe dissimilatie en melkzuurgisting spiercellen C alcoholische gisting en melkzuurgisting bloedcellen D aërobe dissimilatie en alcoholische gisting spiercellen

12. De poliep ( holte dier) hieronder leeft samen met algen ( ééncellige fotosynthetiserende planten ). De algen komen in een bepaalde cellaag van de poliep voor.

(6)

6 Twee leerlingen doen een uitspraak over de plaats waar de cellen met algen voorkomen in de poliep.

Channiel zegt dat de algen in de buitenste cellaag ( buiten epidermis ) voorkomen omdat de algen daar o.a. anorganische stoffen opnemen.

Kamlesh zegt dat de algen in de wand van de maag ( gastrodermis ) voorkomen omdat de algen daar organische stoffen opnemen.

Wie heeft of hebben gelijk ? A. Alleen Channiel. B. Alleen Kamlesh. C. Beiden hebben gelijk.

D. Geen van beiden hebben gelijk.

13. In het diagram is voor jongens van 0 tot 18 jaar het verband weergegeven tussen de massa van het lichaam (‘ lichaamsgewicht ’) en de energie die per kg door dissimilatie wordt vrijgemaakt ten behoeve van diverse functies van de verschillende organen.

Uit het diagram blijkt dat vooral bij jongetjes onder 2 jaar ( 10 kg ) de hoeveelheid energie die dagelijks per kg wordt vrijgemaakt, groter is dan bij jongens van 8 jaar ( 30 kg ).

Noem twee oorzaken die uit het diagram zijn af te leiden. A. De groei en overige functies.

B. De groei en stofwisseling in rust. C. De groei en lichaamsbeweging.

(7)

7 14. In de afbeelding zijn verschillende organismen getekend.

Welke relatie hebben de fowrudoti en de sinaasappelboom met elkaar? Hoe wordt de relatie tussen de bladluizen en de sinaasappelboom genoemd?

De fowrudoti heeft een Deze relatie wordt genoemd

A voedselrelatie parasitisme

B coöperatieve relatie mutualisme

C voedselrelatie commensalisme

D coöperatieve relatie mutualisme

15. De tomatenaanplant van een landbouwer heeft erg veel last van insecten. Hij gebruikt een middel tegen de insecten en het resultaat van de werking is op een bepaalde manier in de tekening hieronder weergegeven. Van bovenuit geteld zijn er vier schakels (1, 2, 3 en 4 ) getekend.

(8)

8 In welke schakel is de accumulatie van het bestrijdingsmiddel het hoogst?

En in welke schakel is de genoemde accumulatie het laagst? A. In schakel 1 het hoogst en in schakel 2 het laagst.

B. In schakel 1 het hoogst en in schakel 3 het laagst. C. In schakel 2 het hoogst en in schakel 1 het laagst. D. In schakel 3 het hoogst en in schakel 2 het laagst.

16. In de tekening hieronder zijn drie typen zenuwcellen getekend.

Welk type zenuwcel kan in zijn geheel of welke typen zenuwcellen kunnen in hun geheel in een arm voorkomen?

Van welk type zenuwcel komen uitlopers voor in een gevoelszenuw?

In een arm zenuwcel type In een gevoelszenuw uitlopers van type

A geen 1

B 1 en 2 2

C 2 en 3 3

D geen 2

17. Hieronder is een dwarsdoorsnee van het ruggemerg van Joyce getekend. Zes delen zijn genummerd.

Welk deel wordt aangegeven met nummer 2? Deel 5 staat in verbinding met een pink van Joyce. Na een ongeluk is het genoemde deel zodanig beschadigd dat het niet meer functioneert. Wat kan het gevolg zijn van deze beschadiging?

Nummer 2 geeft aan Het gevolg van de beschadiging is dat Joyce haar A cellichamen van schakelcellen linkerpink niet meer kan bewegen

B een spinaal ganglion rechterpink niet meer kan bewegen C cellen van Schwan rechterpink niet meer kan bewegen D een spinaal ganglion linkerpink niet meer kan bewegen

(9)

9 18. Hiernaast zijn de hersenen bij de mens schematisch getekend.

( in onderaanzicht )

In welk deel kruisen de impulsen van de linker en rechter lichaamshelft elkaar?

In welk deel ontstaan impulsen voor gewilde bewegingen?

Impulsen kruisen elkaar in deel Impulsen voor gewilde bewegingen ontstaan in deel

A 2 1

B 4 3

C 3 4

D 2 2

19. De volgende gebeurtenissen kunnen in het lichaam van de mens plaatsvinden: 1. verwijding van de bloedvaten in de benen.

2. toename van de peristaltiek in de dunne darm.

3. samentrekking van de spieren in de wand van de bronchiën. 4. rillen en het ontstaan van kippenvel.

Welke van deze gebeurtenisssen worden gestimuleerd door het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel? De gebeurtenissen A. 1 en 3 B. 1 en 4 C. 2 en 3 D. 2 en 4

20. In de tekening hieronder is een oog bij de mens geschetst. Er zijn zeven onderdelen aangegeven.

(10)

10 Tania heeft mooie, bruine ogen.

In welk deel van het oog zitten de pigmenten die de kleur van Tania’s ogen bepalen? Wat zal er gebeuren met de lens indien de spieren in deel P zich samentrekken?

21. In de tekeningen zijn twee verschillende planten, 1 en 2, geschetst.

Welke plant vermenigvuldigt zich door middel van uitlopers?

Welke plant(en) kan (kunnen) genotypisch identieke nakomelingen produceren? Vermenigvuldiging door uitlopers bij Productie identieke nakomelingen door A plant 1 plant 1

B plant 1 plant 1 en 2 C plant 2 plant 2 D plant 2 plant 1 en 2 22. In de centrale cylinder ( zie tekening hieronder ) ...

In deel De lens wordt dan

A 1 plat B 2 bol C 3 bol D 4 plat

(11)

11 A. vindt eerst actieve wateropname plaats en daarna passieve zoutopname.

B. komen mergstralen voor die voor de verticale sapstroom zorgen.

C. vindt eerst actieve zoutopname plaats en daarna passieve wateropname. D. komen alleen houtvaten voor en buiten het endodermis alleen bastvaten. 23. Tijdens het ophalen van een trens aan de Ringweg, neemt de operator van een graafmachine aan de rechterkant van zijn gezichtsveld, de gevreesde labaria ( lanspuntslang) waar.

Op welk deel van het netvlies in beide ogen wordt het beeld van de labaria gevormd? In welke hersenhelft komen de impulsen aan? ( raadpleeg de afbeelding hierboven )

Het beeld in beide ogen wordt gevormd op het

De impulsen komen aan in de A. linkerdeel van het netvlies rechter hersenhelft

B. rechterdeel van het netvlies rechter hersenhelft C. linkerdeel van het netvlies linker hersenhelft D. rechterdeel van het netvlies linker hersenhelft

24. Bij patiënten die langdurig antibiotica hebben gebruikt, kunnen de darmbacteriën die een bepaalde vitamine aanmaken, worden vernietigd. Van deze patiënten is ook bekend dat ze als gevolg daarvan een vertraagde bloedstolling hebben.

Deze patiënten hebben mogelijk een tekort aan …... A. vitamine B

B. vitamine C C. vitamine D D. vitamine K

(12)

12 25. Nevenstaande afbeelding stelt het

spijsverteringsstelsel van de mens voor. Elf delen zijn genummerd.

Over enkele delen wordt het volgende beweerd:

In deel 2 vindt vertering van zetmeel plaats.

In deel 3 wordt een stof geproduceerd die zorgt voor de vertering van vetten. In deel 8 worden drie verschillende enzymen geproduceerd.

Over welk(e) deel(en) is de informatie juist?

De informatie is juist over… A. deel 2 en 3

B. deel 3 en 8 C. deel 2 en 8 D. alle drie delen

26. Onderstaande afbeelding is een schets, waarbij de gaswisseling bij een organisme is aangegeven.

Vier studenten doen de volgende uitspraken m.b.t. deze afbeelding: Student 1: De afbeelding geeft de gaswisseling bij een muskiet weer. Student 2: Het vochtlaagje dient voor het verhogen van de diffusiesnelheid.

Student 3: Door het verschil in koolstofdioxide druk (pCO2) vindt diffusie plaats van het

bloedplasma naar het vocht in de longblaasjes.

(13)

13 Welke studenten hebben gelijk?

A. Student 1 en 2. B. Student 1 en 3. C. Student 2 en 3. D. Student 2 en 4.

27. Nevenstaande afbeelding stelt een deel van het tracheeënstelsel van een

insect voor. Wat bevindt er zich in de tracheeën?

Wat geeft R aan? In de tracheeën bevindt zich R geeft aan A. bloed O2-opname B. lucht CO2-opname C. chitine O2-afgifte D. water CO2-afgifte

28. Nevenstaande afbeelding stelt de bloedsomloop bij een vis voor. De pijltjes geven de stroomrichting aan van het bloed.

Over deze afbeelding worden er drie beweringen gedaan:

1. Het deel dat met de letter Q is aangegeven, stelt een boezem voor.

2. Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.

3. De kieuwslagaders vervoeren zuurstofarm bloed.

Welke bewering(en) is (zijn) juist? A. Alleen bewering 1.

B. Bewering 2 en 3. C. Alleen bewering 3. D. Alle drie beweringen. 29. Drie beweringen zijn:

1. In ontwikkelingslanden veroorzaakt hongeroedeem vaak opgezwollen buikjes bij jonge kinderen.

2. Hongeroedeem ontstaat door een gebrek aan koolhydraten in het voedsel. 3. Een te hoge bloeddruk kan ook een oorzaak zijn van oedeem.

(14)

14 Welke bewering(en) is (zijn) juist?

A. Alleen bewering 1 en 2. B. Alleen bewering 2 en 3. C. Alleen bewering 1 en 3. D. Alle drie beweringen.

30. Hieronder volgen drie beweringen m.b.t. homeostase:

1. Wanneer veel onverteerde voedselresten het lichaam met de ontlasting verlaten noemen we dat uitscheiding.

2. Glucose wordt eerst omgezet in glycogeen en daarna opgeslagen.

3. Tijdens opname worden er o.a. verteringsproducten opgenomen in het bloed die door de darmvlokken passeren.

Welke bewering (en) is (zijn) juist? A. Bewering 1 en 2.

B. Bewering 2 en 3. C. Bewering 1 en 3. D. Alle drie beweringen

31. Rayen is in de felle zon aan het maaien en heeft het erg warm.

Welke veranderingen treden op in zijn huid in bovengenoemde situatie?

A. Bepaalde bloedcellen produceren een eiwit dat het temperatuurregelcentrum in de hersenen beinvloedt.

B. Doordat hij gaat zweten stijgt zijn lichaamstemperatuur.

C. Doordat er meer bloedvaten in de huid vernauwen, gaat hij zweten. D. De bloedvaten in zijn huid verwijden zich en hij gaat zweten.

32. Rond het twaalfde levensjaar, voor geslachtsgemeenschap, krijgen meisjes de HPV prik. Dit is een vaccinatie tegen het Humaan Papillomavirus; het virus dat

baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Hier is er sprake van

A. kunstmatige actieve immuniteit. B. kunstmatige passieve immuniteit. C. natuurlijke actieve immuniteit. D. natuurlijke passieve immuniteit.

(15)

15 Open vragen:

33. Een bladcel in een bepaalde plant heeft 24 chromosomen. Van deze plant is een bloem hieronder getekend. Bepaalde delen van de bloem zijn genummerd.

Hoeveel chromosomen komen voor in een celkern van deel 1 ? 1 pt

En hoeveel in een celkern van het kiemwit dat uit deze bloem zal ontstaan? Licht je antwoord toe. 2 pt

34. In de tekening hieronder is een bepaalde situatie uit de natuur getekend.

Zijn de organismen in deze tekening symbionten ? Verklaar je antwoord. 3 pt

35. Schrijf achter elke activiteit op als die wel of niet wordt geïnnerveerd door het autonome zenuwstelsel:

De trilhaarbeweging in de luchtwegen. 1 pt Samentrekking van de hartspieren. 1 pt Een vuist maken. 1 pt

Beweging van de zaadcellen in de baarmoeder. 1 pt 36. Bij Rita begon de eerste menstruatie op haar twaalfde jaar.

Toen zij 52 jaar was, menstrueerde zij voor het laatst. In geval van ongestoorde menstruatiecycli zouden in haar hele leven ongeveer 500 eicellen zijn gerijpt.

In werkelijkheid blijkt dit aantal kleiner te zijn, doordat niet al haar cycli ongestoord zijn verlopen.

(16)

16 37. Bij erwten is het allel voor witte zaadkleur (G) en ronde zaadvorm (R) dominant over het allel voor gele zaadkleur en hoekige zaadvorm. De genen erven onafhankelijk over. Twee erwteplanten met gelijke fenotypen worden gekruist waarna de volgende zaden ontstaan:

15 witte, ronde zaden 3 witte, hoekige zaden 3 gele ronde zaden 3 gele hoekige zaden

Beantwoord de volgende vragen:

1. Toon aan de hand van een kruisingsschema wat de genotypen van de ouderplanten zijn. 3 pt

2. Wat zijn de fenotypen van deze ouderplanten? 2 pt

3. Stel dat de hoekige zaadvorm helemaal zou ontbreken bij de F1 - nakomelingen.

Wat zouden de genotypen van beide ouders dan zijn? 2 pt

38. Denise lijdt aan overgewicht en besluit een vleesdieet te volgen. Bij dit dieet wordt er overwegend vlees genuttigd. Echter, adviseert haar vriendin haar om dit liever niet te doen, vanwege de nare gevolgen die dit dieet met zich kan meebrengen.

Noem twee gevolgen die dit dieet kan veroorzaken. Motiveer je antwoord. 2 pt 39.Carol heeft een diepe schaafwond aan haar been. Ze snelt naar de Spoedeisende Hulp en daar aangekomen is haar wond nog steeds niet gestopt met bloeden.

Men vermoedt dat zij een tekort heeft aan bloedplaatjes.

Indien het bloed van Carol door gebrek aan bepaalde factoren niet stolt, dan lijdt ze aan een ziekte genaamd………. 1 pt

40. Nevenstaande afbeelding stelt een niereenheid voor. Twee delen zijn aangegeven met de letters P en Q. A. In welk deel is het glucosegehalte groter?

Motiveer je antwoord.2 pt

B. En in welk deel is het ureumgehalte groter? Motiveer je antwoord.2 pt

(17)

17

Antwoordformulier

Datum: 25 juni 2015

Naam:____________________ Ex.nr.: ______ Klas:_______ Cijfer:

1 pt 33. In deel 1 zitten in de celkern ... chromosomen.

2 pt In een celkern van het kiemwit zitten ... chromosomen. Toelichting ... ... ... 3 pt 34. De organismen zijn...( wel/geen ) symbionten. Verklaring:... ... ... 4 pt 35. Trilhaalbeweging:...

Samentrekking van de hartspieren:... Een vuist maken:... Beweging van de zaadcellen:...

2 pt 36 1e oorzaak:... 2e oorzaak:... 7 pt 37. Kruisingsschema:... ... ... ... ... ... 2 pt 38. 1e gevolg:... 2e gevolg:... Motivatie:... ... ... ... ... 1 pt 39. De ziekte wordt genoemd... 2 pt 40 A. Glucosegehalte groter in deel ... omdat... ... ... 2 pt 40 B. Ureumgehalte groter in deel ... Omdat... ... ... A B C D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 A B C D 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 A B C D 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 A B C D 31 32

(18)

18 Uniform Eindexamen Havo Donderdag 25 juni 2015

Correctie model Mc.vragen: 1. B 9. B 17. D 25. C 2. A 10. B 18. A 26. C 3. C 11. D 19. C 27. B 4. A 12. A 20. B 28. C 5. A. 13. B 21. B 29. C 6. D 14. A 22. C 30. B 7. C 15. B 23. C 31. D 8. D 16. D 24. D 32. A

Open vragen:

33. In een celkern van deel 1 zitten er 24 chromosomen. 1 pt

N = 12 . In een celkern van het kiemwit zitten er 3 x 12 chromosomen = 36 omdat het 3n wordt na versmelting van eerst de 2 poolkernen ( 2n ) en daarna met de met een

voortplantingskern ( n ) dan wordt het samen 3n 2 pt

34. Ja, de bij haalt voedsel uit de nectarklieren van de bloem en tegelijktertijd wordt de bloem bestoven; er is dan sprake van mutualisme (voedselrelatie). 3 pt

35. Trilhaarbeweging: niet 1 pt

Samentrekking hartspieren : wel 1 pt Een vuist maken: wel 1 pt

Beweging van de zaadcellen in de baarmoeder: niet 1 pt 36. Gebruik van de pil, zwangerschap, stress, ziekte 2 pt 37. G = witte zaadkleur g = gele zaadkleur. R = ronde zaadvorm r = hoekige zaadvorm. Verhouding zaadkleur: wit ; geel = 18 : 6 = 3 : 1

ouders zijn heterozygoten voor de zaadkleur dus beide zijn Gg verhouding zaadvorm: rond : hoekig = 18 : 6 = 3 : 1

ouders zijn heterozygoten voor de zaadvorm Rr genotypen van beide ouderplanten zijn GgRr 3 pt

Fenotypen ouderplanten zijn witte zaadkleur en ronde zaadvorm 2 pt

Indien de hoekige zaadvorm helemaal zou ontbreken dan zouden de genotypen van de ouders alsvolgt kunnen zijn: GgRr X GgRR of GgRR X GgRR 2 pt

(19)

19 38. Twee gevolgen van het dieet kunnen zijn: hoog ureumgehalte in het bloed en een tekort aan vitaminen vb C

Motivatie: teveel eiwitconsumptie . Na vertering een deel opgenomen maar niet opgeslagen in het lichaam. Het opgenomen deel wordt na opname gedisimileerd om andere aminozuren te synthetiseren of om energie uit te halen. Bij afbraak van de aminozuren in de lever ontstaat ureum die via de nieren uitgescheiden wordt. Bepaalde vitaminen worden uit fruit en verse groenten opgenomen. 2 pt

39. De ziekte kan zijn Dengue, Chikungunya of Hemofilie 1 pt

40 A. In P: Aanvoerend bloedvat dat rijk is aan glucose is een vertakking van nierslagader 2 pt 40 B. In Q: Is een verzamelkanaal waarin de urine al geconcentreerd inkomt 2 pt

Cijfer= 32 x 2 + 26 + 10 10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

haren - gewicht - snorharen - zaden - uiterlijk - schouders - puberteit – de baard in de keel..

Abstract The intrinsic vulnerability of a karstic aquifer system in central Greece was jointly assessed with the use of a statistical approach and PI method, as a function

Als blijkt dat behandeling tijdens het spreekuur niet mogelijk is, dan wordt er door de polikliniekassistente een nieuwe poliklinische afspraak met u en uw kind gemaakt.. De

**** Indien de warmtevraag hoger is dan 50 kilowattuur per vierkante meter per jaar en/of de duurzame energie die ter beschikking staat voor gebruik door de huurder lager is dan 23

Bij jeugdproblematiek spelen vaak de verschil- lende leefsferen (gezin, school en sociaal functioneren) een rol en is de problematiek complex. Integrale indicatiestel- ling en

Het diagram van afbeelding 13 geeft de verandering weer van de frequentie p van allel A in de verschillende generaties van deze soort in de loop van de tijd. Voor deze populatie is

2p 16 † Leg door middel van een berekening en met behulp van bovenstaande gegevens uit dat niet iedereen door alleen maar hard te trainen een toploper kan worden.. Er kunnen

Bauprodukten) wordt door milieu- en gezondheidsinstanties voor het toepassen van bouwmaterialen in sensibele (gevoelige) ruimten zoals bijv.. (kinder)dagverblijven als