LOGISTIEK & TRANSPORT – EXAMENVRAGEN 2009
1) Op een traject tussen 2 havens zijn er 2 containerlijnen actief.
De tijd tussen 2 verschillende afvaarten is afwisselend steeds 4 dagen en 12 dagen (13 maart, 17 maart, 29 maart, …). Na hervormingen wordt de dienstijd tussen 2 afvaarten herleidt tot steeds precies 8 dagen.
Hoeveel wachttijd bespaart de gemiddelde verzender?
2) Men kan de safety stock terugdringen met 1 promille als men 50 kg extra investeert in de veiligheidsvoorraad. De manager doet dit niet.
k = 2 euro (voor 1 kilo, jaarlijks) D = 750 kg (jaarlijkse omzet) Q = 150 kg (partijgrootte)
Hoe groot is, afgaande op het gedrag van de manager, de kostprijs van een stockbreuk? Licht je antwoord toe in een halve bladzijde en definieer eventuele symbolen
3) Hoe moeten afschrijvingen behandeld worden?
Als kilometerkosten of als tijdskosten of gesplitst over beide? Vervangingspolitiek vervoerder A: na 1 miljoen km
Vervangingspolitiek vervoerder B: wisselen als de herstelling meer kost dan de herverkoopwaarde van de herstelde wagen op de tweedehandsmarkt.
4) Clarke-Wright algorythme: de juiste volgorde aangeven
5) Het bedrijfsmanagement beslist om qua transport over te schakelen van lucht naar zee. De gemiddelde lead time loopt op van 2 tot 16 dagen. De variantie groeit van 1 naar 10. Hoeveel stuks loopt de veiligheidsvoorraad op?