Reorganisatievraagstukken : richtlijnen voor het samenstellen van het rapport over een literatuurstudie in het kader van het werkcollege reorganisatievraagstukken

Reorganisatievraagstukken : richtlijnen voor het samenstellen

van het rapport over een literatuurstudie in het kader van het

werkcollege reorganisatievraagstukken

Citation for published version (APA):

Schotman, H. G. (1978). Reorganisatievraagstukken : richtlijnen voor het samenstellen van het rapport over een literatuurstudie in het kader van het werkcollege reorganisatievraagstukken. (TH Eindhoven. Vakgr.

organisatiekunde : rapport; Vol. 39). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1978

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

BIBLIOTHEEK

7802298

T.

H. EINDHOVEN

Reorganisatievraagstukken

Richtlijnen voor het samenstellen van het rapport over een literatuurstudie in het kader van het werkcollege

reorganisatievraagstukken.

februari 1978

Technische Hogeschool Eindhoven Afdeling der Bedrijfskunde Vakgroep Organisatiekunde

rapport no. 39

Drs. H.G. Schotman.

De denker ziet aIleen zijn onderwerp de schrijver ziet ook zijn publiek.

1. Inleiding

Ik heb deze richtlijnen opgesteld om de doelmatigheid van de werkstukken voor het keuzevak reorganisatievraagstukken te vergroten. Het doel van het schrijven van een scrip tie is voor de student het verwerven van kennis en inzicht in reorganisatie-vraagstukken alsmede het verkrijgen van vaardigheid in het rap-porteren; voor de docent is het werkstuk een beoordelings- en evaluatiemiddel.

2. Voorbereiding

2. 1. ~E~~!~~~~!~!!~gg

Omschrijf zo duidelijk mogelijk het probleem(gebied) waarover Je in de scriptie wilt schrijven. Denk daarbij aan de eis dat de scriptie met uitsluiting van andere zaken op de probleemstelling moet zijn gericht en let daarbij op het verschil tussen interes-sant en relevant (voor dit college !)

Voorbeeld: Over het begrip werkoverleg bestaan veel mis-verstanden en zijn de meningen sterk verdeeld; sommigen

zien werkoverleg als aanzet tot een grotere participatie van werknemers bij 'het ondernemillgsgebeurell en een goede stap in de richting van democratise ring van de samenleving, anderen daarentegen als ~omhoudertje en als afleidings-manoeuvre om de arbeiders aIleen bij onbelangrijke beslis-singen te betrekken.

Formuleer daarna de doelstelling en eventuele subdoelstellingen zodanig dat naderhand gezegd kan worden: het doel is bereikt, niet meer en niet minder! Probeer daarbij vage en ambitieuze doelstellingen te vermijden. De doelstelling moet zodanig zijn geformuleerd dat de docent kan beoordelen (ex. ante) of het voor de studenten een haalbare zaak is de s.criptie samen te stellen. Voorbeeld: (werkoverleg). Aan de hand van literatuurstudie willen wij de veelheid van definities en meningen over werkoverleg inventariseren en komen tot een eenduidige en bruikbare begripsomschrijving. Tevens willen wij aan de hand van deze literatuurstudie komen tot formulering van de

condities waaraan binnen een organisatie moet zijn voldaan opdat de invoering van werkoverleg zinvol kan geschieden.

2

-Vergeet vervolgens niet het prob leemgebied af te bakel\en in het kader van de doelstel1ing. Deze afbakening kan als crite-rium voor de selectie van literatuur worden gehanteerd en is verder van belang voor de lezer die op grond van deze afbake-ning kan besluiten het werkstuk a1 dan niet verder te lezen.

Zonodig dient ook de werkwijze die je bij het samenstellen van de scriptie hebt gevolgd te worden vermeld en weI indien je naast literatuurstudie ook andere activiteiten hebt ontplooid.

(bv. interview).

Voorbeeld: zie bijlage 1.

Een goed begin is het halve werk; na het omschrijven van de probleemstelling en het formuleren van de doelstelling hoeft de uitvoering je geen a1

te grote kopzorgen meer op te 1everen. Dat de voorbereiding echter geen eenvoudige zaak is, blijkt uit het feit dat in veel ingeleverde scripties de probleemstelling en/of de doelste1ling ontbreekt.

Overigens, de doelstelling hoeft niet zo gecompliceerd te zijn.Stuit je bij het zoeken naar literatuur over een bepaald onderwerp op het prob1eem dat over dat onderwerp weinig bruikbare of slecht toeganke-lijke literatuur is, dan kun je je als doel stellen die literatuur bijeen te schrapen en aldus toeganke1ijk te maken. Hiermee wil maar zijn gezegd dat de doelstel1ing niet altijd van te voren duidelijk

vaststaat maar tijdens het onderzoek gestalte krijgt. Dat geldt overigens ook voor deomschrijving van de prob1eemstelling. Een pragmatische

benadering van literatuuronderzoek verdient dan ook aanbeveling.

3. ui tvoering

Het verzamelen en selecteren van literatuur levert - zo leert de ervaring - in deze studiefase gelukkig geen grote problemen meer op. De uitwerking van de werkstukken echter voldoet zelden aan de in het kader van een universitaire studie te stellen eisen.

Hiermee wordt bedoeld dat de scripties dikwijls een of meer van de vo1gende tekortkomingen vertonen:

3

-- de titelpagina is onvolledig - de inhoudsopgave ontbreekt

- de hoofdstukindelingen tussenkopjes zijn onduidelijk - een samenvatting en conclusies ontbreken

de literatuurverwijzingen zijn onvolledig - de afwerking is slordig

- het taalgebruik is ver beneden het bij wetenschappelijk onderwijs passende niveau

- de leesbaarheid laat te wensen over

Voor wat dit laatste betreft merk ik het volgende Ope De leesbaarheid wordt bepaald door de volgende factoren:

1. het leesgemak

2. het menselijk element 3. het abstractniveau 4. de woordkeus

ad.I. Het leesgemak is afhankelijk van de zinslengte, de zinsbouw en de woordlengte. Hoe langer de zin, hoe geringer het lees-gemak (vergelijk een collegedictaat met Jip en Janneke of Kronkel). Ook een eenvoudige actieve zinsbouw bevordert het

leesgemak (dus volgorde: onderwerp, gezegde, bepalingen). ad.2. Ret tlmenselijk elementtl kun je in het werkstuk introduceren

door te schrijven over concrete personen, door uitroeptekens en vraagtekens te plaatsen, een anecdote op te nemen of een tlgesproken zin" in te lassen.

ad.3. Roe lager het abstractieniveau, hoe meer houvast het stuk biedt en hoe beter leesbaar het wordt. Je kunt het abstractie-niveau verlagen door te schrijven over specifieke personen. Ter illustratie: een man

een Dude man een oude bankier deze Dude bankier

de bankier Goudwater Sr.

dalend abstract ie-niveau

Cat.nr.: MB 6803 BLU Cat.nr.: MB 7503 BLU Cat.nr.: YJ 7202 BSK Cat.nr.: MB 7702 BLU Cat.nr.: MB 7605 BLU 4

-Of - met andere woorden - je kunt je pennevrucht concre-tiseren door meer specifieke informatie op te nemen en daardoor de leesbaarheid bevorderen.

ad.4. Ook de woordkeus verdient aandacht omdat vreemde woorden,

a~~ortingen en moeilijk te begrijpen beeldspraak de

lees-baarheid verminderen en vele rapporten in bureauladen doen verdwijnen.

Degenen die nog vragen hebben over indeling, literatuurverwijzing e.d. verwijs ik naar de hieronder genoemde bundel onder redactie van de Boer (1976).

4. Controle

Laat het concept een nachtje liggen en lees het daarna door. Controleer daarbij de logische opbouw van het gehele betoog en ga na of het taalgebruik correct is. Neem tenslotte geen risico ten aanzien van typefouten of slordigheden in de afwerking. Zij kunnen de lezer onnodig irriteren en daarmee de waardering van de inhoud onnodig schaden.

5. Literatuur

Voor diegenen die zich verder in dat onderwerp willen verdiepen voIgt hieronder een beknopte literatuurverwijzing.

Boer, H. de (red.). Schriftelijk rapporteren. Aula pocket 54, 12e druk. Spectrum Utrecht 1976. Dit is een uitvoerige handleiding voor het samenstellen van rapporten, nota's, memoranda, scripties, dissertaties, zakelijke correspondentie e.d.

Terwan, J. en C.v.d.Weteringh. Van Inleiding tot samenvatting. 3e druk. Kluwer Deventer 1975. Een leidraad veor het schrijven van technische en natuurwetenschappelijke rapporten.

Maltha, D.J. Literatuuronderzoek en schriftelijk rapporteren. Pudoc Wageningen 1972. Dit boek is vooral gericht op literatuur-enderzoek en het systematisch rapporteren daarover.

Maltha, D.J. Handleiding veor het maken van scripties. De tijd-streom Lechem 1977. Een populaire versie van het hierboven genoemde boek.

Flesch, Rudolf. Helder schrijven, spreken, denken; Stap voor stap naar betere communicatie. Nederlandse vertaling.

Van Loghem Slaterus Deventer 1976. Een uitvoerige analyse van de doelmatigheid van het taalgebruik. Weet waar je aan begint !

Probleem-stelling

DEL£GATIE EN PARTICIPATIE

Bijlase 1

uit: Studieopdracht delegati en participatie in de organi satie door:

J.P.N. Amkreutz, F.P. de Boe en R.J. Hagendoorn.

Rotterdam (J 976)

1. INLEIDING; UITGANGSPUNTEN; DOElSTELLING

Delegatie en participatie spelen een grote rol in het organisatie-gebeuren van vandaag. Vooral een begrip als participatie is erg "in". Als gevolg van diverse ontwikkelingen in de westerse samenleving zijn veranderingen opgetreden in het .behoeftenpatroon van de mensen.

{

Mede door het hoger geworden opleidfngs- en kennisniveau van de ge-mi ddei de werknemer is een zui ver econoge-mi sch mot j ef voor z i jn i nzet voor een organisatie niet meer voldoende. De werknemer wenst zeggen-schap in de eigen werksituatie en zelfs in de doelstellingen van de \ gehele organisatie.

'-'

Afbakening

Nu de zg. externe medezeggenschap in de vorm van vakbonden vaste en geaccepteerde vormen heeft aangenomen. valt als logisch gevoJg een toenemende belangstelling op te merken voor het vraagstuk van de lIinternel l _{medezeggenschap. d.w.z. van de mate waarin en de wijze}

waarop de werknemers binnen het bedrijf hun stem kunnen laten horen. Deze interne medezeggenschap strekt .zich vandaag de dag uit vanaf de ondernemingsraad. of misschien moeten wij. als U dit leest al spreken

van de Personee\sraad, tot het werkoverleg, het onderling bespreken

van het werk van aIle dag.

Doel Werkwijze

Tip

In deze studie zullen WIJ een indruk geven van de invloed van dele-gatie en participatie op het organisatorisch gebeuren.

Wij zullen dit doen door idee~n uit de literatuur te toetsen aan onze eigen gedachten. Alvorens dit zinvol te kunnen doen is het noodz.:lkel :jk een begrieeenstelsel op te bouwen. Wat is delegatie '1 Wat is participatie

1

iijn de begrippcn goed bepaald. dan zullen wij achtergronden en oorzaken van het ontstaan van en de .noodzaak tot delegatie en participatie toelichten.

Hierna komen de voorwaarden. die vervuld moeten worden alvorens van deJegatie en participatie sprake kan zijn. aan de orde.

Een volgend probleem wordt gevormd door de gevolgen van delegatie en participatie op een organisatie; wat gaat er al1emaal veranderen '1

Hoe staat het met delegatie en participatie vandaag de dag en wat verwachten wij in de toekomst '1

Tot slot een aantal stel lingen. vooral bedoeld als aanknopingspunten voor een discussie.

2. DEFINITIES EN OMSCHRIJVINGEN 2.1 .... /AT ZEGGEN ANDEREN 7

Rond het begrip participatie spelen vele andere begrippen, zoals werkoverleg, medezeggenschap, democratisering. Van al deze begrippen

lui len wij enkele definities en omschrijvingen opnemen. Wij zullen vervolgens de definities vergelijken. analyseren en er ons eigen begrippenstelsei uit destilleren.