• No results found

Blokkeren onder druk : de verschillende effecten van zelfbewustzijn op het scoren van strafschoppen in een voetbalwedstrijd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Blokkeren onder druk : de verschillende effecten van zelfbewustzijn op het scoren van strafschoppen in een voetbalwedstrijd"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Blokkeren onder druk: De verschillende effecten van

zelfbewustzijn op het scoren van strafschoppen in een

voetbalwedstrijd.

Kayleigh Wielinga

10591389

Universiteit van Amsterdam

FEB

Economie en Bedrijfskunde

26 juni 2018

(2)

2 Verklaring eigen werk

Hierbij verklaar ik, Kayleigh Wielinga, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.

Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd.

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.

(3)

3 Abstract

In dit onderzoek is onderzocht wat de verschillende effecten van het zelfbewustzijn van een voetballer zijn op het blokkeren onder druk tijdens het nemen van een strafschop. Dit is gemeten door te kijken naar de aanleg voor zelfbewustzijn en naar verkregen zelfbewustzijn door het winnen van een prijs. Om deze vraag te onderzoeken zijn 218 strafschoppen

geanalyseerd. Deze analyses zijn gebaseerd op eerder geschreven theorie. Hieruit is gebleken dat het winnen van een prijs en het daardoor verkregen zelfbewustzijn significant effect heeft op blokkeren onder druk. Aanleg voor zelfbewustzijn had geen effect. Uit te resultaten is geconcludeerd dat er verschillende effecten van zelfbewustzijn zijn. Verkregen zelfbewustzijn door het winnen van een prijs zorgt ervoor dat een voetballer sneller blokkeert onder druk. ‘Dispositional’ zelfbewustzijn heeft geen significant effect op het blokkeren onder druk.

(4)

4 Inhoudsopgave

1. Inleiding 5

2. Theoretisch kader 7

2.1 Strafschoppen in een voetbalwedstrijd 7

2.2 Blokkeren onder druk 8

2.3 Zelfbewustzijn en blokkeren onder druk 8

2.4 Aanleg voor zelfbewustzijn 10

2.5 Zelfbewustzijn door publieke status 11

3. Methode 13 3.1 Datacollectie 13 3.2 Metingen 14 3.3 Data-analyse 14 4. Resultaten 16 4.1 Algemeen 16 4.2 Hypothese 1 19 4.3 Hypothese 2 21 5. Discussie 25 5.1 Conclusie 25

5.2 Limitaties van het onderzoek 26

5.3 Toekomstig onderzoek 26

5.4 Praktisch advies 26

(5)

5 1. Inleiding

Op 16 maart 2018 mistte Bas Dost een penalty voor Sporting Lissabon tegen Plzen in de Europa League. Het was de negentigste minuut en hij kon middels de penalty Sporting definitief naar de kwartfinales van de Europa League schieten. Sporting Lissabon stond 2-0 achter en deze penalty had dus het beslissende doelpunt kunnen zijn. Maar, hij mistte. Volgens hemzelf dacht Dost te makkelijk over de penalty en was dit de reden dat hij mistte (“Dost baalt van gemiste penalty Plzen in Europa League”, 2018, 16 maart).

In het seizoen van 2016/2017 in de Nederlandse competitie was er sprake van een recordaantal gemiste penalty’s. Maar liefst 27,5% van de penalty’s werd gemist, een

percentage dat in de afgelopen 10 seizoenen niet zo hoog is geweest. Toeval is onder andere een reden die hiervoor genoemd wordt. Een andere reden die gegeven wordt is dat er

überhaupt minder gescoord wordt en dat er bij een stand van 0-0 meer druk op staat dan bij een stand van 4-0 omdat één doelpunt, namelijk eventueel de strafschop, meer invloed heeft bij een stand van 0-0 (“Penaltydrama record dreigt in de Eredivisie”, 2017, 28 januari).

Blijkbaar is het missen van penalty’s iets dat door de jaren heen blijft gebeuren en dus ook niet afneemt. Druk om te presteren wordt hier als reden gegeven. Namelijk bij de

Eredivisie zorgt de stand voor druk omdat de penalty relatief meer invloed bij een achterstand of een gelijkstand heeft volgens Arno Vermeulen (2017). Bij het voorbeeld van Bas Dost (“Dost baalt van gemiste penalty Plzen in Europa League”, 2018, 16 maart) worden meerdere factoren genoemd die de druk zouden kunnen hebben verhoogd. Zo werd de penalty genomen in de 90e minuut, bij een achterstand. Daarnaast zou deze strafschop het beslissende doelpunt geweest zijn om zijn club verder te krijgen in de Europa League. Het ging dus niet slechts om winst of verlies.

Deze druk kan er dus voor zorgen dat strafschoppen gemist worden door voetballers. Wat er op dat moment gebeurt heet ‘choking under pressure’, oftewel blokkeren onder druk. Blokkeren onder druk houdt in dat er een vermindering van presteren plaatsvindt, veroorzaakt door factoren die het belang van goed presteren verhogen (Baumeister, 1984). Maar welke factoren veroorzaken dit blokkeren onder druk? Baumeister & Steinhilber (1984) noemen dat het spelen van een thuiswedstrijd blokkeren onder druk kan veroorzaken. Dit komt omdat sporters zich graag zo goed mogelijk willen presenteren voor een publiek dat hen support. Hierdoor focussen de voetballers zich op zichzelf, wat effect kan hebben op het presteren.

(6)

6 Montero (2015) zegt dat het blokkeren onder druk veroorzaakt wordt door angst door onzekerheid in een situatie waarin gepresteerd moet worden en er daardoor druk ontstaat. Deze angst zorgt ervoor dat iemand meer gefocust is op de actie die volbracht moet worden, waar normaliter deze actie slechts een routine is.

Dat het focussen op zichzelf effect kan hebben op de prestaties van sporters benoemt Baumeister (1984) in zijn onderzoek. Dit focussen op zichzelf veroorzaakt spanning waardoor iemand zelfbewuster wordt. Doordat iemand zelfbewuster wordt, blokkeert iemand sneller onder druk dan wanneer iemand niet zelfbewust is. In datzelfde artikel haalt hij echter ook kort aan dat iemand minder gevoelig is voor de factoren die het zelfbewustzijn versterken, wanneer er sprake is van een aanleg voor zelfbewustzijn. Hierdoor vermindert ook de kans om te blokkeren onder druk. Er zijn dus blijkbaar verschillende effecten van zelfbewustzijn, maar er wordt vooral gefocust op het negatieve effect van zelfbewustzijn. Daarom wordt in dit onderzoek onderzocht wat de verschillende effecten van het zelfbewustzijn van een voetballer op het blokkeren onder druk zijn tijdens het nemen van een strafschop. Baumeister (1984) heeft dus benoemd dat de effecten van het zelfbewustzijn op het blokkeren onder druk minder beïnvloedend zijn wanneer iemand aanleg heeft voor zelfbewustzijn. Daarom wordt er in dit onderzoek gekeken naar de aanleg voor zelfbewustzijn door de nationaliteiten en de

kenmerken die daarbij horen te vergelijken. Ook wordt er gekeken naar welk effect publieke status heeft op blokkeren onder druk, aangezien een voetballer na het verkrijgen van een prijs zelfbewuster is.

Er is data verzameld van internet over de genomen penalty’s van de Nederlandse, Engelse, Duitse, Spaanse en Italiaanse competitie. Hier zijn verschillende variabelen meegenomen. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de variabelen, nationaliteit en publieke status van een speler. De variabelen zijn via SPSS geanalyseerd en hieruit is een conclusie getrokken.

Hierna volgt het theoretisch kader, waarin bondig uitgelegd wordt wat er al geschreven is over dit onderwerp en worden de hypotheses onderbouwd. Vervolgens volgt de methode, waarin duidelijk uiteengezet wordt hoe dit onderzoek gedaan is, welke variabelen gebruikt zijn en waarom. Daarna volgt de resultaten sectie met daarin de analyses van de variabelen en wat deze betekenen. Ten slotte wordt er afgesloten met de discussie. Hierin wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag en kritisch teruggeblikt op het onderzoek.

(7)

7 2. Theoretisch kader

2.1 Strafschoppen in een voetbalwedstrijd

Een strafschop wordt gegeven aan het team waartegen een overtreding is gemaakt binnen het strafschopgebied. Het strafschopgebied is een rechthoekig gebied voor het doel. Wanneer dit gebeurt wordt de bal op een stip binnen dit strafschopgebied gelegd, op elf meter afstand recht voor het doel. Eén speler moet de bal op doel schieten en heeft alleen de keeper tegenover zich. De rest van de spelers staat om de halve cirkel aan de rand van het strafschopgebied. Zodra de scheidsrechter fluit mag de speler de bal schieten. Wanneer de bal geschoten is mogen de andere spelers het strafschopgebied weer in (“Law 14, The Penalty Kick”).

Het nemen van een strafschop tijdens een voetbalwedstrijd is een belangrijk moment voor de strafschopnemer, zijn ploeggenoten en de tegenstander. Het wordt gezien als een relatief eenvoudige manier om een doelpunt te scoren en dit kan daardoor een manier zijn om een wedstrijd te keren. Men gaat er dan ook vanuit dat met strafschoppen gescoord wordt. Wanneer dit niet gebeurt zijn supporters en medespelers vaak teleurgesteld en onaangenaam verrast (Bakker, Oudejans, Binsch, & Van der Kamp, 2006). Juist door deze druk van de omstanders en de verwachting dat de strafschop gescoord wordt, kan het nemen van een strafschop een lastige actie maken.

Voetbal is een strategische sport, zo ook het nemen van strafschoppen tijdens de wedstrijd. Zowel de keeper als de speler moeten een hoek kiezen. De speler moet ook

nadenken over de snelheid van het schot, de hoek en de hoogte. Hierbij weten de speler en de keeper vaak ook de geschiedenis van elkaar, zoals welke hoek de speler vaak schiet en of de keeper blijft staan of duikt. De strategie van de keeper is gebaseerd op het verleden van de speler, aangezien het niet mogelijk is om op het moment zelf een strategie te baseren. Namelijk, zodra de speler de bal schiet is het te laat om nog een hoek te kiezen. Dit moet de keeper al daarvoor gedaan hebben. Zodra de speler begint met de aanloop moet de keeper al duiken, anders is hij standaard te laat (Noël, Furley, Van Der Kamp, Dicks, & Memmert, 2015). De speler behandelt daarentegen elke keeper als gelijk (Chiappori, Levitt, & Groseclose, 2002). De speler kan in contrast met de keeper wel zijn strategie ter plekke bedenken. Er zijn hier twee strategieën mogelijk: of de speler beslist voordat hij begint met rennen een hoek of hij anticipeert op de beweging van de keeper (Noël, Furley, Van Der Kamp, Dicks, & Memmert, 2015).

(8)

8 2.2 Blokkeren onder druk

Door Baumeister (1984) is het blokkeren onder druk gedefinieerd als de vermindering in een prestatie door bepaalde factoren die het belang van het goed presteren verhogen. Yerkes & Dodson (1908) hebben de factor spanning als veroorzaker van de vermindering van prestaties onder druk genoemd in de ‘Yerkes-Dodson law’. In hun onderzoek hebben zij gevonden dat een verhoging in motivatie normaliter resulteert in betere prestaties. Echter wanneer deze motivatie boven het optimale punt gaat, kan dit in bepaalde situaties zorgen voor een te hoge mate van spanning en op deze manier een vermindering in prestaties veroorzaken. Wankel (1972) beweerde dat deze spanning veroorzaakt wordt door drie factoren. Dit zijn rivaliteit, aanwezigheid van publiek en aanwezigheid van medespelers. Ariely, Gneezy, Loewenstein & Mazar (2009) hebben de theorie van Yerkes & Dodson (1908) bevestigd. Ook zij hebben met hun onderzoek gevonden dat toegenomen spanning ervoor kan zorgen dat een speler

blokkeert onder druk. Zij hebben dit onderzocht door verschillende experimenten uit te voeren. Om een bepaalde spanning na te bootsen hebben zij situaties geschetst waar er geld te verdienen was als beloning. De participanten moesten een aantal opdrachten uitvoeren en bij het bereiken van een bepaald level van prestatie werd er een geldbedrag uitgekeerd aan hen. De hoogte van dit bedrag was afhankelijk van het level dat bereikt werd en de grootte van de opdracht. Uit de resultaten bleek dat de prestaties van de proefpersonen altijd het laagst waren wanneer het te winnen geldbedrag het hoogst was.

2.3 Zelfbewustzijn en blokkeren onder druk

Zoals benoemd is spanning dus een oorzaak van het blokkeren onder druk. Maar hoe kan dit? Baumeister (1984) heeft hier een verklaring voor gegeven. Hij zei namelijk dat deze spanning ervoor zorgt dat iemand zelfbewuster wordt. Zelfbewustzijn wordt gedefinieerd als een overschot aan aandacht gericht naar jezelf en wordt als iets negatiefs gezien wanneer dit wordt veroorzaakt door druk. Deze druk kan opspelen in situaties waarin acties beloond of bestraft worden, er competitie is, er sprake is van een ego-relevante prestatie en wanneer het publiek oordelend is (Baumeister, 1984). Er wordt verschil gemaakt tussen zelfbewustzijn en ‘dispositional’ zelfbewustzijn. Dit laatste houdt in dat je aanleg hebt om zelfbewust te zijn (Tagler, 2012).

Zelfbewustzijn zorgt ervoor dat ingeprente vaardigheden verstoord worden en niet langer op gevoel worden uitgevoerd. Het zelfbewustzijn probeert zich ervan te verzekeren dat de vaardigheid correct wordt uitgevoerd, maar dit zelfbewustzijn heeft niet de kennis van deze

(9)

9 vaardigheid. Door het zelfbewustzijn weet de speler dat de actie uitgevoerd moet worden en dat de speler het kan, maar de speler weet door het zelfbewustzijn niet meer hoe de actie uitgevoerd moet worden. Dit zorgt voor een vermindering van de betrouwbaarheid en het succes van de uitvoering van de vaardigheid wanneer het zelfbewustzijn deze vaardigheid probeert te controleren (Langer & Imber, 1979). Langer & Imber (1979) hebben twee experimenten uitgevoerd. Allebei de experimenten bestonden uit drie fases. In experiment 1 werden de proefpersonen in de eerste fase in drie verschillende groepen verdeeld, namelijk: Zonder ervaring, gemiddeld ervaring en (te) veel ervaring in de taak die uitgevoerd moest worden door de proefpersonen. Deze taak die uitgevoerd diende te worden was het vertalen van een zin in een compleet nieuwe taal (met codes). De groep zonder ervaring ging

rechtstreeks door naar de tweede fase, de gemiddelde groep moest twee zinnen vertalen en de ervaren groep moest zes zinnen vertalen. Door een onderzoeker werd bijgehouden hoeveel tijd de proefpersonen nodig hadden om de zin te vertalen en er werd gekeken naar de

hoeveelheid gemaakte fouten met het vertalen. Vervolgens ging iedereen door naar fase twee. Hier werden de proefpersonen in teams verdeeld en lag de nadruk op samenwerking. In deze fase kregen de proefpersonen een foto en moest er door hen genoteerd worden welke

verborgen objecten te zien waren op de foto. Hier had één persoon de taak als assistent en de ander als baas. In de derde fase werd de taak van de eerste fase weer uitgevoerd, maar lag de nadruk op het individueel uitvoeren van de taken. Experiment 2 had hetzelfde concept,

namelijk eerst een taak uitvoeren, gevolgd door een andere taak om ten slotte af te sluiten met de eerste taak. Het grootste verschil met experiment 1 was dat er voor dit experiment gekozen was om een taak te kiezen die alle proefpersonen naar alle waarschijnlijkheid al automatisch zouden uitvoeren. Er werd dus geen onderscheid gemaakt in ervaring. Zij hebben met deze experimenten onderzocht of het inprenten van een actie ertoe leidt dat iemand iets uitvoert op de automatische piloot. Dus hoe vaker de actie gedaan is door iemand, des te automatischer de handeling de volgende keer uitgevoerd wordt. Uit beide experimenten is gebleken dat

wanneer een actie ingeprent is dit kan leiden tot kwetsbaarheid, vooral in combinatie met de aangewezen labels van assistent en baas.

Zoals eerder genoemd kunnen ook sporters blokkeren onder druk. Beilock & Carr (2001) hebben de theorie bevestigd, dat het uitvoeren van ingeprente vaardigheden moeilijker is onder druk. Volgens hen wordt het blokkeren onder druk veroorzaakt doordat de druk zelfbewustzijn en spanning activeert. Dit zorgt ervoor dat het stap voor stap uitvoeren van een vaardigheid verstoord wordt en daardoor geautomatiseerde prestaties minder goed uitgevoerd

(10)

10 worden. Zij meenden dat sporters hun vaardigheden zo vaak trainen en uitvoeren in

wedstrijden dat die vaardigheden zo goed als procedures zijn geworden. Beilock & Carr (2001) hebben vier experimenten uitgevoerd om dit te onderzoeken. De eerste twee

experimenten testten de basiskennis en het geheugen van het putten onder ervaren golfers. De laatste twee experimenten onderzochten het blokkeren en trainingsomstandigheden. Het blokkeren onder druk gebeurde tijdens het putten. Ook tijdens het uitvoeren van de duale taken blokkeerden de golfers onder druk. Echter wanneer er zelfbewustzijn trainingen gegeven waren aan de golfers, verminderde het blokkeren onder druk. Ook Jordet (2009) heeft onderzoek gedaan naar het blokkeren onder druk bij sporters, namelijk voetbalspelers tijdens het nemen van penalty’s in shootouts. Met zijn onderzoek heeft hij gekeken naar of hoge publieke status negatieve effecten heeft op het presteren. Hieruit kan er geconcludeerd worden dat wanneer een speler een prijs heeft gewonnen en een hogere publieke status heeft, zelfbewuster is en minder presteert dan een speler die geen prijs heeft gewonnen.

2.4 Aanleg voor zelfbewustzijn

Zoals eerdergenoemd wordt er onderscheid gemaakt tussen zelfbewustzijn veroorzaakt door externe factoren en de aanleg voor zelfbewustzijn. Fenigstein, Scheier & Buss (1975) zijn de voorlopers geweest in het maken van dit onderscheid. Als een van de eerste erkenden zij individuele verschillen in het zelfbewustzijn van mensen. Namelijk sommige mensen denken continu aan zichzelf en kunnen zelfs geobsedeerd raken door zichzelf, waar anderen geen besef hebben van hun eigen ideeën of wat ze uitstralen naar anderen. Dit is dus afhankelijk van de aanleg die iemand heeft voor zelfbewustzijn.

Het bewust zijn van jezelf is dus verschillend per persoon en dus ook de effecten die dat heeft op hoe iemand reageert op druk. Dit verschil heeft ook Baumeister (1984) gezien. Als aanvulling op de eerdere genoemde effecten van zelfbewustzijn op blokkeren onder druk noemde hij dat mensen met een lage natuurlijke aanleg voor zelfbewustzijn gevoeliger zijn voor blokkeren onder druk dan mensen met een hoge natuurlijke aanleg voor zelfbewustzijn. Dit komt omdat het zelfbewustzijn dan een eigenschap is en niet een door druk veroorzaakte gemoedstoestand.

Lankveld, Van den Hout & Schouten (2004) noemden in hun onderzoek dat

‘dispositional’ zelfbewustzijn als moderator op kan treden op het effect van zelfbewustzijn op prestaties. Zij maakten in hun artikel, net zoals Fenigstein et al. (1975), onderscheid tussen zelfbewustzijn als gemoedstoestand en als karaktereigenschap.

(11)

11 Jordet (2009) heeft onderzocht hoe het kan dat voetballers met sommige

nationaliteiten meer last hebben van het blokkeren onder druk dan voetballers met andere nationaliteiten. Hij heeft benoemd dat wanneer iemand blootgesteld wordt aan een bedreiging, mensen met een hoog zelfbewustzijn minder reageren op deze bedreiging dan mensen met een laag zelfbewustzijn. Hofstede (1980) heeft onderzoek gedaan naar de verschillende culturen van nationaliteiten. Hij deed dit door te kijken naar culturele verschillen tussen de

verschillende locaties van het bedrijf IBM. Vervolgens heeft hij vijf verschillende dimensies opgesteld waarin nationale culturen van elkaar verschillen. Ten slotte heeft hij aan alle onderzochte landen een waarde gegeven in de vijf verschillende dimensies. Eén van die dimensies was individualisme en collectivisme. Triandis, Bontempo, Villareal, Asai en Lucca (1988) hebben gesteld dat individualisme betekent dat een persoon zich minder emotioneel verbonden voelt met andere personen binnen een directe groep. Daarnaast legt een hoog individualistisch persoon nadruk op interne processen. Dit stimuleert het idee dat de eigen identiteit stabiel is en de omgeving kan veranderen. Hier kan uit geconcludeerd worden dat iemand die hoog is in individualisme, vanwege zijn nationaliteit, stabiel is en van zijn eigen kracht uit gaat, dus zelfbewust is van nature, en hierdoor niet gevoelig is voor externe factoren die druk veroorzaken.

Daarom is de eerste hypothese:

H1: Voetballers met een nationaliteit hoog in individualisme zijn minder gevoelig voor het blokkeren onder druk.

2.5 Zelfbewustzijn door publieke status

Publieke status is op meerdere manieren te verkrijgen. Taylor & Cuave (1994) hebben onderzoek gedaan in de Amerikaanse honkbalcompetitie naar teams en publieke status. Hier hebben zij onderzocht of honkbalteams slechter presteerden in het tweede competitiejaar nadat ze het eerste jaar uitzonderlijk goed hadden gepresteerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat teams inderdaad slechter presteerden in het tweede jaar na een uitzonderlijk goed eerste competitiejaar. Dit is dus een manier om publieke status te definiëren. Kreiner-Phillips & Orlick (1993) hebben in hun onderzoek gekeken naar het effect van het winnen van een grote internationale competitie op sporters. Jordet (2009) meet publieke status door te kijken naar het winnen van een prestigieuze internationale prijs door individuele spelers in het team, maar ook naar de prijzen die het nationale team voorheen gewonnen had.

(12)

12 Jordet (2009) heeft genoemd dat voetballers met een hogere publieke status minder presteerden in de periode nadat ze deze status verkregen hadden dan voetballers die een minder hoge publieke status hebben. Dit komt volgens hem omdat mensen met een bepaald positief idee van zichzelf meer hebben te verliezen wanneer ze een dreiging van een negatieve evaluatie kunnen krijgen dan mensen die niet een hoog positief zelfbewustzijn hebben. Het is gênanter om af te gaan wanneer het publiek bepaalde verwachtingen van een speler heeft dan wanneer het publiek geen verwachtingen heeft. Hij benoemde ook dat iemand een hogere druk om te presteren kan voelen wanneer het publiek verwacht dat diegene het beter zal doen in de competitie. Dit kan leiden tot verminderde prestaties. Gibson, Sachau, Doll & Shumate (2002) hebben dit bevestigd met hun onderzoek. Het zijn van de favoriet, de

publiekslieveling, verhoogt de druk om te presteren. Baumeister, Hamilton & Tice (1985) hebben experimenten gedaan naar in hoeverre de verwachting van succes invloed heeft op het presteren. Vooraf aan het experiment moesten de proefpersonen een vragenlijst invullen over de verwachtingen die ze hadden over hun prestaties. De taak die uitgevoerd moest worden was het oplossen van anagrammen. Hierin hebben Baumeister et al. (1985) verschillende variaties gebruikt. In de resultaten van deze experimenten hebben ze gevonden dat privé verwachtingen van de presteerders het succes verhoogden, waar de verwachtingen van het publiek juist het succes van de prestatie verminderden.

Jordet (2009) heeft in zijn onderzoek verwezen naar Baumeister (1984) om uit te leggen waarom de druk van een publieke status een vermindering in prestaties als resultaat kan hebben. Door de druk gaan de sporters bewust en gecontroleerd hun bewegingen en acties uitvoeren, die normaal gesproken onbewust worden uitgevoerd. Het onderzoek van

Baumeister et al. (1985) heeft uitgewezen dat de effecten van de verwachtingen van het publiek, door vergaarde status, het sterkst was voor mensen die laag waren in ‘dispositional’ zelfbewustzijn. Doordat sporters zelfbewuster zijn onder druk, in dit geval de druk

veroorzaakt wordt door publieke status en dus niet voortkomt uit een karaktereigenschap, is de tweede hypothese:

H2: Voetballers die een hoge publieke status hebben, blokkeren sneller onder druk nadat ze de status vergaard hebben dan in de periode voordat ze de status verkregen hadden.

(13)

13

3. Methode

3.1 Datacollectie

Dit onderzoek is een kwantitatief onderzoek. Er is secundaire data verzameld van de websites nl.soccerway.com en www.transfermarkt.nl. Hier is er gekeken naar alle penalty’s die zijn voorgekomen in de Nederlandse, Duitse, Engelse, Spaanse en Italiaanse competitie vanaf het seizoen 2008/2009 tot halverwege het seizoen 2017/2018. Hier zijn de volgende variabelen van genoteerd: Datum, uit/thuis, stand, of de penalty benut is, minuut van de wedstrijd, aantal toeschouwers, spelersnaam, seizoen, nationaliteit van de speler, leeftijd, publieke status, hoeveelste penalty en of het een belangrijke wedstrijd was, dus of een team kampioen kon worden of kon degraderen. Al deze variabelen worden gezien als mogelijke factoren die kunnen meespelen in het blokkeren onder druk. Op basis van deze informatie is er een dataset gecreëerd en zijn de spelers gecodeerd op spelersnummer. Hier worden niet penalty’s

meegenomen die in Europese wedstrijden zijn genomen, slechts de nationale competities.

In de variabele ‘leeftijd’ zit een ruis, omdat er niet gekeken is naar de exacte leeftijd op het moment van de penalty, maar naar de leeftijd van de voetballer van dat jaar. Er is namelijk gekeken naar de leeftijd van een speler op het moment van het verzamelen van de data en gekeken naar hoe veel jaar terug het seizoen gespeeld is. Deze twee getallen zijn van elkaar af getrokken en de leeftijd die daar uitkwam is voor dat hele seizoen gebruikt. Om de aanleg voor zelfbewustzijn te meten is eerst de nationaliteit van een speler gedefinieerd. Vervolgens is er bij die nationaliteit de dimensie ‘individualisme’ gevonden van de site www.hofstedeinside.com. Er was één land waar de waarde van individualisme niet voor gevonden kon worden, namelijk Ivoorkust. Hier is gekozen om de waarde van individualisme van het buurland Ghana te nemen. Sommige spelers hebben twee nationaliteiten. In deze gevallen is ervoor gekozen de hoogste waarde van individualisme te gebruiken voor de analyse. Dit kwam echter niet voor in de 218 strafschoppen die geanalyseerd zijn. De variabele ‘publieke status’ is gemeten door een gewonnen prijs. Hier konden alleen

voetballers meegenomen worden van wie strafschoppen van zowel voor het winnen van de prijs als na het winnen van de prijs in de data stonden. Dit waren er elf in de dataset. Ook zijn van die elf spelers de aantallen van de strafschoppen van voor en na het winnen van de prijs niet gelijk, dus daar is voor gecorrigeerd. In totaal konden er dus 218 strafschoppen gebruikt worden voor dit onderzoek van de dataset van 4779 strafschoppen.

(14)

14 ‘Dispositional’ zelfbewustzijn

Voor hypothese 1 is er gekeken naar het verschil tussen zelfbewustzijn als karaktereigenschap en zelfbewustzijn als gemoedstoestand. Zelfbewustzijn als gemoedstoestand is gemeten aan de hand van externe factoren die druk veroorzaken. Zelfbewustzijn als karaktereigenschap daarentegen is gemeten aan de hand van de nationaliteit van een speler. Spelers met een nationaliteit die relatief hoog scoort op individualisme werden verwacht zelfbewustzijn als karaktereigenschap te hebben en daardoor minder gevoelig te zijn voor factoren die het blokkeren onder druk veroorzaken.

Publieke status

Voor hypothese 2 is er gekeken naar het effect van publieke status op het blokkeren onder druk. Publieke status is hier aangenomen als de erkenning van het publiek doordat een speler een prijs heeft gewonnen. Jordet (2009) gebruikt hiervoor internationale prijzen die spelers individueel gewonnen hebben. Ook in dit onderzoek zijn internationale prijzen gebruikt om publieke status te meten. Er is gekeken naar de spelers die de volgende prijzen gewonnen hebben: Nationaal voetballer van het jaar, de Gouden bal (beste voetballer van een

wereldkampioenschap), Golden foot (internationale prijs op basis van uitblinken op sportieve prestaties, maar ook op persoonlijkheid), Onze d’Or (Europese prijs, uitgereikt door het tijdschrift Onze), FIFA Ballon d’Or (beste speler van Europa). De penalty’s van de

voetballers voordat ze een prijs hebben gewonnen en de penalty’s nadat ze een prijs hebben gewonnen zijn met elkaar vergeleken en er is gekeken of het blokkeren onder druk vaker gebeurde nadat de spelers de publieke status hadden verkregen.

3.3 Data-analyse

De variabelen die gebruikt zijn uit de database zijn ‘publieke status’ en ‘individualisme’. Als afhankelijke variabele is ‘score’ gebruikt. Daarmee wordt bedoeld of de penalty wel of niet benut is. Als onafhankelijke variabele is in hypothese 1 gebruikt gemaakt van

‘individualisme’ en in hypothese 2 ‘publieke status’. Om een beeld te krijgen van de data en de verbanden tussen de variabelen is er gekeken naar een aantal correlaties, met als variabelen ‘score’, ‘individualisme’, ‘publieke status’ en als controlevariabelen ‘stand (onderverdeeld in achter, gelijk en voor)’, ‘thuis’ en ‘minuut’. Eerst is er een correlatie uitgevoerd met alleen ‘score’ en de controlevariabelen over de gehele dataset van 4779 strafschoppen. Dit zodat er

(15)

15 een algemeen beeld was van de onderlinge correlaties. Van ‘publieke status’ zijn maar 218 strafschoppen bekend, waardoor de tweede correlatie uitgevoerd is over alleen deze 218 strafschoppen. Bij de tweede correlatie zijn ook de variabelen ‘individualisme’ en ‘publieke status’ meegenomen.

Om hypothese 1 te testen zijn er meervoudige logistische regressies uitgevoerd. Er zijn in totaal zes regressies uitgevoerd. De eerste drie regressies zijn gedaan met de

controlevariabelen en de laatste drie regressies zijn gedaan zonder de controlevariabelen. Dit zodat er duidelijk het effect te zien was van de controlevariabelen op de andere variabelen. Alle regressies hebben ‘score’ als afhankelijke variabele. De eerste regressie is gedaan zonder de variabele ‘publieke status’, de tweede regressie is gedaan zonder ‘individualisme’ en de derde regressie is gedaan met zowel ‘publieke status’ als ‘individualisme. Deze drie verschillende regressies zijn gedaan zodat gekeken kon worden of de variabelen onderling effect op elkaar hadden. De controlevariabelen bleven in alle drie de regressies hetzelfde.

De vierde, vijfde en zesde regressies zijn op dezelfde manier uitgevoerd, namelijk de vierde regressie is gedaan zonder de variabele ‘publieke status’, de vijfde regressie is gedaan zonder ‘individualisme’ en de zesde regressie is gedaan met zowel ‘publieke status’ als ‘individualisme’. Alleen deze regressies zijn gedaan zonder de controlevariabelen, weer om eventuele onderlinge effecten te zien.

Voor het testen van hypothese 2 is er een Paired-Samples T Test uitgevoerd. Hiervoor zijn de fracties van de gemiste strafschoppen per speler genomen. Eerst is er per speler genoteerd hoeveel strafschoppen in totaal zijn genomen en gemist. Daarna is een

onderverdeling gemaakt tussen de strafschoppen die genomen zijn in de periode voordat de spelers publieke status hadden verkregen en de periode daarna. Vervolgens om te corrigeren voor het verschil in aantallen zijn van deze strafschoppen de fracties berekend. Met de fracties is de Paired-Samples T Test uitgevoerd. Om het effect van publieke status op score te

controleren, is er een logistische regressie uitgevoerd van ‘publieke status’ op ‘score’ met als controlevariabelen ‘ervaring’ en ‘leeftijd’.

(16)

16 4. Resultaten

4.1 Algemeen

In dit onderzoek is onderzocht wat de verschillende effecten van zelfbewustzijn op het blokkeren onder druk tijdens het nemen van strafschoppen zijn. Er is gekeken naar

‘dispositional’ zelfbewustzijn, oftewel in hoeverre iemand aanleg heeft om zelfbewust te zijn, en naar verkregen zelfbewustzijn, namelijk door publieke status te krijgen na het winnen van een individuele prijs. Om een eerste indruk te krijgen van de samenhang van de verschillende variabelen is er eerst een analyse gedaan over de controlevariabelen van de gehele dataset (N=4779). De waardes in tabel 1 reflecteren de uitkomst van deze analyse. In totaal zijn van deze strafschoppen de variabelen ‘score’, dit is de afhankelijke variabele in dit onderzoek, ‘achter’, ‘gelijk’, ‘voor’, ‘thuis’ en ‘minuut’ gebruikt. Deze zijn in verdere analyses als

controlevariabelen gebruikt. Vervolgens is er een correlatie uitgevoerd voor de strafschoppen (N=218) van voetballers (N=11) die publieke status hebben verworven. Met deze correlatie zijn naast de controlevariabelen ook de variabelen ‘individualisme’ en ‘publieke status’ meegenomen. Deze waardes staan in tabel 2. Dit is gedaan om de waardes te vergelijken en te controleren of de waardes van de gekozen 218 strafschoppen representatief zijn voor de gehele dataset.

Tabel 1

Gemiddelde, Standaardvariatie, en Correlaties van controlevariabelen

Variabelen M SD 1 2 3 4 5 6 1 Score .77 .423 - 2 Achter .31 .463 -.014 - 3 Gelijk .41 .492 -.004 -.563** - 4 Voor .28 .447 .020 -.416** -.517**- 5 Thuis .61 .423 .017 -.170** .047** .125** - 6 Minuut 53.15 26.391 -.014 .186** -.344** .186** -.019 - NB. N = 4779 strafschoppen * p < .05. ** p < .01.

De variabelen worden uitgelegd aan de hand van tabel 2, aangezien daar alle variabelen in staan.

(17)

17 Tabel 2

Gemiddelde, Standaardvariatie, en Correlaties van alle variabelen

Variabelen M SD 1 2 3 4 5 6 7 8 1 Score .79 .409 - 2 Individualisme 64.70 22.432 .029 - 3 Publieke status .58 .494 -.164* .279** - 4 Achter .275 .448 -.034 -.047 -.041 - 5 Gelijk .431 .496 .042 .152* -.014 -.537** - 6 Voor .294 .457 -.012 -.119 .055 -.397** -.561** - 7 Thuis .66 .475 .009 -.131 -.057 -.187** .057 .122 - 8 Minuut 51.89 26.273 .001 -.071 .075 .232** -.459** .271** -.053 - NB. N = 218 strafschoppen * p < .05. ** p < .01. Score

‘Score’ is onderverdeeld in het wel en niet benutten van een strafschop. 0 staat voor niet gescoord en 1 staat voor wel gescoord. ‘Score’ heeft een gemiddelde van .79, oftewel 79 procent van de gemeten strafschoppen is benut. ‘Score’ heeft alleen een negatieve correlatie met ‘publieke status’, ‘achter’ en ‘gelijk’. Dit betekent voor ‘publieke status’ dat wanneer er een prijs is gewonnen door een voetballer, de penalty minder vaak gescoord wordt. Deze correlatie is significant bij een p-waarde kleiner dan .05. Verder heeft ‘score’ positieve correlaties met ‘thuis’, ‘voor’, ‘minuut’, ‘individualisme’. Dit betekent hoe hoger de waarde in deze variabelen, hoe vaker de penalty benut wordt.

Individualisme

‘Individualisme’ is gemeten door te kijken naar de nationaliteit van de speler die de strafschop heeft genomen en daar de bijbehorende waarde van individualisme aan toe te voegen. De laagste waarde van individualisme was 15 bij Ivoorkust en de hoogste waarde was 89 bij Engeland. De gemiddelde waarde van ‘individualisme’ van 218 gemeten strafschoppen is 64.70. ‘Individualisme’ correleert positief en significant bij een p-waarde kleiner dan .01 met ‘publieke status’. Verder correleert ‘individualisme’ negatief met ‘achter’, ‘voor’, ‘thuis’ en ‘minuut’.

(18)

18 Publieke status

‘Publieke status’ is gemeten door te kijken naar de strafschoppen van spelers in de periode voordat ze een prijs hadden gewonnen en de periode nadat ze een prijs gewonnen hadden. 0 staat voor de periode voor de prijs en een 1 voor de periode na de gewonnen prijs. Het gemiddelde hiervan is .58. Dit betekent dat 58 procent van de gemeten strafschoppen in de periode vallen na de gewonnen prijs. In tabel 2 is te zien dat ‘publieke status’ met alle variabelen positief correleert, behalve met ‘score’, ‘achter’, ‘gelijk’ en ‘thuis’. De negatieve correlatie met ‘score’ is significant bij een p-waarde kleiner dan .05.

Stand

Stand is in drie categorieën verdeeld, namelijk ‘achter’, ‘gelijk’ en ‘voor’. In de tabellen is te zien dat alle drie de variabelen negatief en significant met elkaar correleren. Ook correleren alle drie de variabelen significant met ‘minuut’. Van deze drie correlaties is alleen de

correlatie van ‘gelijk’ met ‘minuut’ negatief. Het is logisch dat naarmate de wedstrijd vordert de stand van de wedstrijd verandert, vandaar dat deze correlaties significant zijn. Verder heeft ‘gelijk’ een positieve en significante correlatie met ‘individualisme’. De negatieve correlatie van ‘achter’ met thuis is significant bij een p-waarde kleiner dan .01. Dit betekent dat wanneer een wedstrijd thuis gespeeld wordt, de thuisploeg minder vaak achter staat.

Thuis

‘Thuis’ is gemeten door een 0 toe te delen wanneer de strafschopnemer bij de uitspelende ploeg zat en een 1 wanneer de strafschop genomen is door de thuisploeg. Het gemiddelde hiervan is .66. Dit betekent dat 66 procent van de genomen strafschoppen door de thuisploeg is genomen. De correlatie van ‘thuis’ met ‘achter’ is significant bij een p-waarde kleiner dan .01.

Minuut

Het gemiddelde van ‘minuut’ is 51.89. Dit betekent dat de strafschoppen gemiddeld genomen rond de 52e minuut genomen zijn. ‘Minuut’ heeft significante correlaties met ‘achter’, ‘gelijk’ en ‘voor’.

(19)

19 4.2 Hypothese 1

In tabel 1 en 2 is er geen significante samenhang te zien tussen ‘individualisme’ en ‘score’. Hypothese 1 is opgesteld om te testen of voetballers met een nationaliteit hoog in

individualisme minder vaak blokkeren onder druk. Dit omdat ze minder gevoelig zijn voor de factoren die druk veroorzaken. Om dit te testen zijn er zes logistische regressies gedaan. De eerste drie regressies zijn uitgevoerd over de dataset van 218 strafschoppen, met elf

verschillende nationaliteiten. Alle zes de regressies hebben ‘score’ als afhankelijke variabele en ‘prijs’ en ‘individualisme’ als hoofdvariabelen. Het verschil tussen de eerste drie regressies en regressies vier tot en met zes, is dat bij de eerste drie regressies de controlevariabelen zijn meegenomen. Er is voor gekozen om zowel met als zonder controlevariabelen te testen om een duidelijk beeld te krijgen van de effecten van de hoofdvariabelen. De opzet van beide reeksen is hetzelfde. De eerste regressie van de reeks laat de variabele ‘publieke status’ weg, de tweede regressie laat de variabele ‘individualisme’ weg en de derde regressie neemt beide variabelen mee.

Tabel 3

Logistische regressie voor individualisme en publieke status met controlevariabelen op score

Regressie 1 Regressie 2 Regressie 3

AV Score Score Score

OR Sig. OR Sig. OR Sig.

Constant 2.510 .241 5.320 .013 3.167 .155 Individualisme 1.003 .720 1.009 .258 Publieke status .406 .015* .360 .009** Achter .926 .861 .857 .730 .843 .703 Gelijk 1.235 .635 1.253 .614 1.177 .719 Thuis 1.048 .897 .965 .923 1.019 .959 Minuut 2.510 .728 1.004 .596 3.167 .563 NB. N = 218 strafschoppen * p < .05. ** p < .01.

(20)

20 De afhankelijke variabele in deze regressies is ‘score’. De controlevariabelen zijn hetzelfde als in de eerder besproken correlaties, namelijk ‘stand (onderverdeeld in achter, gelijk en voor)’, ‘thuis’ en ‘minuut’. OR is de Odds Ratio. Deze geeft weer hoe groot de kans is op een bepaalde uitkomst. P staat voor het significantieniveau van het verband tussen de variabelen en de afhankelijke variabele ‘score’. SE staat voor Standard Error en geeft de precisie van de schatting weer. In de tweede en derde regressie is een significant verband te zien tussen ‘score’ en ‘publieke status’. De significantie is groter in de derde regressie, wanneer de variabele ‘individualisme’ ook is meegenomen. Hier is de waarde namelijk .009, welke significant is bij een p-waarde kleiner dan .01, waar de waarde in de tweede regressie .015 is, significant bij een p-waarde kleiner dan .05. Verder zijn er geen significante verbanden gevonden tussen de variabelen en ‘score’.

Vervolgens zijn dezelfde regressies gedaan, maar dan zonder de controlevariabelen. De waardes van deze regressies zijn te zien in tabel 4.

Tabel 4

Logistische regressie voor individualisme en publieke status zonder controlevariabelen op score

Regressie 4 Regressie 5 Regressie 6

AV Score Score Score

OR Sig. OR Sig. OR Sig.

Constant 3.067 .023 6.583 .000 3.998 .007

Individualisme 1.003 .672 1.009 .241

Publieke status .415 .017* .368 .010

NB. N = 218 strafschoppen * p < .05. ** p < .01.

AV staat voor ‘Afhankelijke Variabele’

Ook uit de regressies die gedaan zijn zonder controlevariabelen blijkt er een significant verband te zijn tussen de afhankelijke variabele ‘score’ en ‘publieke status’. De waarde van deze regressie is .017. Deze is significant bij een p-waarde kleiner dan .05. Dit verschilt dus

(21)

21 met de derde regressie (tabel 3), waar de waarde significant is bij een p-waarde kleiner dan .01.

Uit tabel 3 en 4 blijkt dat individualisme geen significant effect heeft op het wel of niet benutten van een strafschop. Publieke status heeft echter wel een significant effect op het scoren van een penalty bij een p-waarde kleiner dan .05.

4.3 Hypothese 2

Hypothese 2 is opgesteld om te testen of spelers meer blokkeren onder druk na het verkrijgen van publieke status. Dat publieke status en het scoren van een strafschop significant

samenhangen is bewezen zowel door de correlaties (tabel 2) en door de regressies (tabel 3 en 4), maar of voetballers significant meer strafschoppen missen, oftewel blokkeren onder druk, na het verkrijgen van deze publieke status is nog niet getest met deze eerdere gedane analyses. Vandaar dat er een Paired-Samples T Test is uitgevoerd om te testen of er een significant verschil zit in het aantal gemiste strafschoppen voor het verkrijgen van publieke status en de periode daarna. Publieke status is verkregen door het winnen van een prijs.

Om te controleren de relatie tussen ‘score’ en ‘publieke status’ beïnvloed wordt door de variabelen ‘leeftijd’ en ‘ervaring (gemeten door te tellen hoeveel strafschoppen de voetballer daarvoor al heeft genomen)’ is er een logistische regressie uitgevoerd met ‘score’ als

afhankelijke variabele en ‘publieke status’, ‘leeftijd’ en ‘ervaring’ als onafhankelijke

variabelen. Om verwarring met de andere regressies te voorkomen zijn deze regressies 7, 8 en 9 genoemd. Regressie 7 geeft de samenhang weer van ‘leeftijd’ op ‘score’, regressie 8 de samenhang van ‘ervaring’ op ‘score en de negende regressie neemt beide variabelen mee in de samenhang met ‘score’.

(22)

22 Tabel 5

Logistische regressie voor publieke status met controlevariabele leeftijd en ervaring op score

Regressie 7 Regressie 8 Regressie 9

AV Score Score Score

OR Sig. OR Sig. OR Sig.

Constant 3.087 .198 6.663 .000 2.575 .302 Publieke status .378 .011* .425 .056 .434 .062 Leeftijd 1.029 .360 1.039 .271 Ervaring .998 .928 .985 .543 NB. N = 218 strafschoppen * p < .05. ** p < .01.

AV staat voor ‘Afhankelijke Variabele’

‘Publieke status’ is significant wanneer er alleen gecontroleerd wordt voor ‘leeftijd’. De ervaring van een voetballer beïnvloedt de relatie tussen het winnen van een prijs en de scoringskans. Wanneer ‘ervaring’ meegenomen wordt in de analyse is ‘publieke status’ niet meer significant.

Uit de gehele dataset zijn elf voetballers genomen van wie strafschoppen bekend waren van zowel de periode voor ze een prijs gewonnen hadden en nadat ze een prijs gewonnen hadden. Van deze elf voetballers is per voetballer de fractie gemiste strafschoppen voor en na het winnen van een prijs berekend. Dit om te corrigeren voor het totale aantal genomen strafschoppen.

(23)

23 Tabel 6

Fractie gemiste strafschoppen

Hier is te zien dat er na het winnen van een prijs bijna twee keer zoveel strafschoppen gemist zijn. Nadat deze fracties berekend waren is er een Paired-Samples T test gedaan.

Tabel 7

Paired-Samples T Test voor publieke status op score

M SD SE T

Gemist voor prijs .18 .20 .01

Gemist na prijs .30 .18 .05

Pair 1 -.12 .16 .05 -2.459*

NB. N = 11 voetballers * p < .05.

In de periode voor de prijs is 18 procent van de genomen strafschoppen gemist door de voetballers en in de periode na het winnen van een prijs 30 procent. De waarde van de T-test is -2.459 en deze waarde is significant bij een p-waarde kleiner dan .05. Hieruit kan

geconcludeerd worden dat er significant meer strafschoppen gemist zijn door de voetballers Naam Totaal genomen strafschoppen Aantal voor prijs Aantal na prijs Gemist voor prijs Gemist na prijs Fractie gemist

voor prijs Fractie gemist na prijs

Bony 15 9 6 3 1 0,33 0,17 Di Natale 37 10 27 1 8 0,10 0,30 Grafite 12 8 4 1 2 0,13 0,50 Griezmann 6 3 3 2 2 0,67 0,67 Ibrahimovic 21 18 3 1 1 0,06 0,33 Janssen 8 5 3 0 0 0,00 0,00 Robben 13 2 11 0 2 0,00 0,18 Ronaldinho 11 3 8 1 2 0,33 0,25 Rooney 32 5 27 1 8 0,20 0,30 Suarez 26 18 8 2 3 0,11 0,38 Totti 37 10 27 0 5 0,00 0,19 Totaal 218 91 127 12 34 0.132 0.268

(24)

24 na het winnen van een prijs. Uit regressie 8 en 9 is echter gebleken dat dit verband beïnvloed wordt door ‘ervaring’. Wanneer deze variabele meegenomen wordt is dit verband niet meer significant.

(25)

25 5. Discussie

5.1 Conclusie

Er zijn verschillende effecten van het zelfbewustzijn van een voetballer op het blokkeren onder druk tijdens het nemen van een strafschop. Het effect van ‘dispositional’

zelfbewustzijn, dus een speler met een nationaliteit hoog in individualisme, komt niet significant uit de resultaten. Er is dus geen bewijs gevonden dat spelers die van zichzelf al zelfbewust zijn, minder gevoelig zijn voor de effecten die blokkeren onder druk veroorzaken. Echter, spelers die zelfbewust zijn geworden door het winnen van een prijs en dus publieke status hebben verkregen blokkeren significant vaker onder druk dan in de periode voordat de voetballers de prijs gewonnen hadden. Hier moet wel rekening gehouden worden met de ervaring van een voetballer. Wanneer de ervaring van de voetballer wordt meegenomen, is publieke status namelijk niet meer significant. Al met al kan er geconcludeerd worden dat er meerdere effecten van zelfbewustzijn op het blokkeren onder druk zijn. Verkregen

zelfbewustzijn door publieke status heeft een positief effect op het blokkeren onder druk tijdens het nemen van een penalty, maar ervaring beïnvloedt dit effect. Oftewel, wanneer een voetballer een prijs gewonnen heeft mist hij vaker een strafschop omdat hij blokkeert onder druk. Daarentegen heeft ‘dispositional’ zelfbewustzijn geen significant effect.

Deze resultaten zijn in lijn met het onderzoek van Jordet (2009). Ook hij heeft

gevonden met zijn onderzoek dat publieke status verkregen door het winnen van een prijs een negatief effect heeft op het benutten van een strafschop. Taylor & Cuave (1994) hebben dezelfde resultaten gevonden voor honkballers. Uit hun onderzoek is gebleken dat teams het jaar na een uitzonderlijk goed jaar ondermaats presteerden. Echter, dat ervaring het effect van publieke status op blokkeren onder druk vermindert, is in tegenstrijd met eerdergenoemde literatuur. Namelijk Langer & Imber (1979) en Beilock & Carr (2001) hebben bewijzen gevonden dat een actie die ingeprent is juist gevoeliger is om te mislukken wanneer druk zelfbewustzijn veroorzaakt. Uit dit onderzoek blijkt echter dat ervaring, dus het aantal genomen strafschoppen, het effect van publieke status op blokkeren onder druk verlaagt.

Dat ‘dispositional zelfbewustzijn’ geen significant effect heeft op blokkeren onder druk is enigszins in tegenstrijd met Baumeister (1984). Hij heeft kort in zijn onderzoek genoemd dat wanneer iemand aanleg heeft voor zelfbewustzijn dat iemand dan minder gevoelig is voor de factoren die druk veroorzaken. Een verklaring hiervoor kan zijn dat individualisme niet de juiste manier is geweest om ‘dispositional zelfbewustzijn’ te meten.

(26)

26 5.2 Limitaties van het onderzoek

Alle data is verzameld van dezelfde websites. Dit zorgt ervoor dat er consistentie in de data zit. Er zijn van vijf verschillende nationale competities over verschillende seizoenen

strafschoppen meegenomen. Dit haalt de kans op eventuele nationale verschillen en een ‘toevallig’ slecht seizoen eruit. Verder is er een groot aantal, 4779, strafschoppen verzameld. Echter, omdat er in de dataset maar elf spelers genoteerd staan die strafschoppen hebben genomen in de periode voor ze de prijs hebben gewonnen en in de periode na het winnen van de prijs, is het aantal strafschoppen gelimiteerd naar 218 van de 4779. Dit is een kleine fractie van het totale aantal strafschoppen. Hierdoor is de conclusie van het effect van publieke status maar op elf spelers gebaseerd. Aan de andere kant zijn er ook analyses over de gehele dataset gedaan van andere variabelen en hieruit kwamen geen significante verschillen. Daarnaast is de waarde van individualisme gebaseerd op een dimensie die in 1980 berekend is. De huidige waardes van de landen zijn misschien anders.

5.3 Toekomstig onderzoek

Voor de toekomst is het interessant om onderzoek te doen naar ‘dispositional zelfbewustzijn’ en hoe dit gemeten kan worden, omdat er weinig onderzoek naar gedaan is maar wel door de grondlegger van blokkeren onder druk, Baumeister (1984), genoemd wordt. Ook zou er onderzoek gedaan kunnen worden naar de relatie van individualisme en publieke status. Uit de correlatie bleek dat er een significante correlatie is tussen deze twee variabelen. Het is interessant om te onderzoeken of voetballers hoog in aanleg voor zelfbewustzijn vaker een prijs winnen. Ten slotte is het effect van ervaring op het verband tussen publieke status en blokkeren onder druk een reden voor verder onderzoek, aangezien dit in tegenspraak is met eerdere literatuur, namelijk Langer & Imber (1979) en Beilock & Carr (2001).

5.3 Praktisch advies

Uit dit onderzoek blijkt dat zelfbewustzijn effect kan hebben op blokkeren onder druk. Sportclubs kunnen dus zelfbewustzijn trainingen invoeren om voetballers hierop voor te bereiden. Ook zouden coaches tijdens de trainingen factoren kunnen toevoegen die voetballers zelfbewuster maken tijdens het nemen van een strafschop, zodat dit in de wedstrijd niet het blokkeren onder druk tot gevolg heeft.

(27)

27 6. Referenties

Ariely, D., Gneezy, U., Loewenstein, G., Mazar, N. (2009). “Large Stakes and Big Mistakes.” Review of Economic Studies, 76, 451-469.

Bakker, F. C., Oudejans, R. R. D., Binsch, O., & van der Kamp, J. (2006). Penalty shooting and gaze behavior: Unwanted effects of the wish not to miss. International Journal of Sport Psychology, 37, 265-80.

Baumeister, R.F. (1984). Choking Under Pressure: Self-Consciousness and Paradoxical Effects of Incentives on Skillful Performance. Journal of Personality and Social Psychology, 46(3), 610-620

Baumeister, R. F. & Steinhilber, A. (1984). Paradoxical effects of supportive audiences on performance under pressure: The home field disadvantage in sports championships. Journal of personality and social psychology, 47(1), 85.

Baumeister, R. F., Hamilton, J. C., & Tice, D. M. (1985). Public versus private expectancy of success: Confidence booster or performance pressure?. Journal of personality and social psychology, 48(6), 1447.

Beilock, S. L., & Carr, T. H. (2001). “On the fragility of skilled performance: What governs choking under pressure?” Journal of Experimental Psychology: General, 130, 701– 725.

Chiappori, P., Levitt, S. & Groseclose, T. (2002) Testing Mixed-Strategy Equilibria When Players Are Heterogeneous: The Case of Penalty Kicks in Soccer. American Economic Review, 92(4), pp.1138-1151.

Fenigstein, A., Scheier, M. F., & Buss, A. H. (1975). Public and private self-consciousness: Assessment and theory. Journal of consulting and clinical psychology, 43(4), 522.

FIFA.com. Law 14, The Penalty Kick. Geraadpleegd op 18 juni 2018 van

https://www.fifa.com/mm/document/afdeveloping/refereeing/law_14_the_penalty_kic k_en_47369.pdf

(28)

28 Gibson, B., Sachau, D., Doll, B., & Shumate, R. (2002). Sandbagging in competition:

Responding to the pressure of being the favorite. Personality and Social Psychology Bulletin, 28(8), 1119-1130.

Jordet, G. (2009). When superstars flop: Public status and choking under pressure in international soccer penalty shootouts. Journal of Applied Sport Psychology, 21(2), 125-130.

Jordet, G. (2009). Why do English players fail in soccer penalty shootouts? A study of team status, self-regulation, and choking under pressure. Journal of sports sciences, 27(2), 97-106.

Hill, D. M., & Shaw, G. (2013). A qualitative examination of choking under pressure in team sport. Psychology of Sport and Exercise, 14(1), 103-110.

Hofstede, G. (1980). Culture’s consequences: International differences in work-related

values. Beverly Hills, CA: Sage.

Kreiner-Phillips, K., & Orlick, T. (1993). Winning after winning: The psychology of ongoing excellence. The Sport Psychologist, 7, 31–48.

Langer, E. J. & Imber, L. G. (1979), “When Practices Makes Imperfect: The Debilitating Effect of Overlearning”, Journal of Personality and Social Psychology, 37 (11), 2014-2024.

Van Lankveld, J. J., van den Hout, M. A., & Schouten, E. G. (2004). The effects of self-focused attention, performance demand, and dispositional sexual self-consciousness on sexual arousal of sexually functional and dysfunctional men. Behaviour Research and Therapy, 42(8), 915-935.

Montero, B. G. (2015). Is monitoring one’s actions causally relevant to choking under pressure? Phenomenology and the Cognitive Sciences, 14(2), 379-395.

Noël, B., Furley, P., Van Der Kamp, J., Dicks, M., & Memmert, D. (2015). The development of a method for identifying penalty kick strategies in association football. Journal of sports sciences, 33(1), 1-10

(29)

29 NOS.nl. (2017, 28 januari). Penaltydrama record dreigt in de Eredivisie. Geraadpleegd op 15

mei 2018, van

https://nos.nl/artikel/2155323-penaltydrama-record-dreigt-in-de-eredivisie.html NU.nl. (2018, 16 maart). Dost baalt van gemiste penalty Plzen in Europa League.

geraadpleegd op 15 mei 2018, van https://www.nu.nl/voetbal/5179499/dost-baalt-van-gemiste-penalty-plzen-in-europa-league.html

Tagler, M. J. (2012). Choking under the pressure of a positive stereotype: Gender identification and self-consciousness moderate men's math test performance. The Journal of social psychology, 152(4), 401-416.

Taylor, J., & Cuave, K.L. (1994). The Sophomore slump among professional baseball players: Real or imagined? International Journal of Sport Psychology, 25, 230–239.

Triandis, H.C., Bontempo, R., Villareal, M.J., Asai, M. & Lucca, N. (1988). Individualism and collectivism: Cross-cultural perspectives on self-ingroup relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 54(2), 323-338.

Wankel, L. M. (1972). Competition in motor performance: An experimental analysis of motivational components. Journal of Experimental Social Psychology, 8,427-437

Yerkes, R. M. & Dodson, J. D. (1908), “The relationship of Strength of Stimulus to Rapidity of Habit-Formation.” Journal of Comparative Neurology of Psychology, 18 (5), 459-482.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het eerste  onderzoek gepubliceerd in 2013 onderzocht de werkzaamheid van sitagliptine ten opzichte van placebo, beide toegevoegd aan een behandeling van metformine en pioglitazon.15

Het doel van dit convenant is om afspraken vast te leggen over hoe Partijen procedures voor een Blokkeringsbevel vormgeven, wat zij daarbij over en weer van elkaar kunnen

Voor iedere stap in de waardeketen(s) kunnen meetbare indicatoren geformuleerd worden waarmee de maatschappelijke prestatie van het goede doel of een specifiek programma of

&#34;Ik zie mijn patiënt elke week, en elke week vraagt hij naar zijn euthanasie Hij vraagt zelfs pillen waarmee hij zelfmoord kan plegen en heeft al een zelfmoordpoging achter de

(2009) to find natural spice and herb extracts with antibacterial and antioxidant capacities that could potentially be used as natural preservatives in raw pork, they found

Ik ben eerst terug gegaan naar Nederland, maar bleef bezig met hoe mensen daar leven, wonen, spullen ordenen.. Ze zijn wel dakloos, maar het zijn

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Na maanden van overleg in de sector is de ultieme vergadering van het paritair comité openbare kredietinstellingen op vrijdag 8 november geëindigd met een blokkering door