• No results found

'Ik-Jan-Vrijheid' : enkele gegevens over en kanttekeningen bij het profiel van de VVD-kiezer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'Ik-Jan-Vrijheid' : enkele gegevens over en kanttekeningen bij het profiel van de VVD-kiezer"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 614 door drs. C. Bremmer

Drs. C. Bremmer is adjunct-secretaris Politiek bij het partijsecretariaat van het CDA.

'lk-Jan-Vrijheid'

Enkele gegevens over en kanttekeningen bij bet profiel van de VVD-kiezer

Het liberale credo biedt de kiezer in deze tijd kennelijk een aantal attractieve ge-loofsartikelen.

Bij de verkiezingen van 8 september 1982 scharen zich bijna 1.900.000 kiezers rondom dit credo. Op ruim 100.000 stemmen na beschikken de liberalen nu over een aanhang van twee miljoen stemmen. Met tien zetels winst is het liberalisme een bijna even invloedrijke stroming als de christen-democratie en het socialisme.

Dit recente stembusresultaat krijgt nog meer relief tegen de achtergrond van een 6 % lagere opkomst op 8 september 1982 vergeleken met de Tweede Kamerverkie-zingen van mei 1981 en niettemin bijna 400.000 VVD-stemmen meer. De VVD versterkt haar positie op 8 september 1982, ten opzichte van de Kamerverkie-zingen van mei 1981 met ongeveer 25 %

wanneer men uitgaat van absolute stem-!Ilenaantallen.

Dit artikel beoogt in grove trekken een bijdrage te leveren aan het signalement van de VVD-kiezer, alias 'lk-Jan-Vrij-heid'. Op verzoek van de redactie staan wij stil bij de vraag: 'Wie is de VVD-kiezer en waar zit de recente VVD-winst?'

Snelle groei sedert 1946

De stemmenwinst in absolute aantallen bij

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 12/82

de verkiezingen van 8 september 1982 ten opzichte van de Kamerverkiezingen van 1981 is, blijkens tabel I, groter dan het totaal aantal stemmen van 305.000 die de in mei 1946 nog geheten 'Partij van de V rijheid' verwerft.

Om een goede kijk te krijgen op de electo-rale ontwikkelingen van de libeelecto-rale stro-ming sedert de Tweede Wereldoorlog is door ons een index voor partij-aanhang geconstrueerd op basis van het stembus-resultaat in 1946, dat wij op 100 stellen. De index geeft nader inzicht in de ont-wikkeling die de liberale stroming in ons land de afgelopen 34 jaar heeft doorge-maakt (zie tabel 1).

Tabel I toont aan dat de aanhang van de VVD sedert 1946 meer dan verzesvoudigd is; voorts blijkt dat de aanhang van de

(2)

o..i::;:J crci ... g~c:rp.1{Jq~(=; 0 . . - - < -- (1) (1) (ii" ~ P' N ::l 0\ (1)0..0.. (1) § ' ::l ~ ~ ~·8 n 0.. ::l(l ciQ" (1) I • I r./'J ~ '

.,.

\/). I Q (1) ::l 0.. ' r: ~ :t

:c

c:

:=

"'

tri

..

Tabel I rJl

...,

z t"'l

0 Ontwikkeling aanhang PvdA, CDA en VVD en groei van bet kiezersbestand op basis van index 1946 = 100 2 m

0

~ c t"'l c; Tweede Ka-~

"'

;I>

mer ver- PvdA 1946 CDA 1946 VVD 1946 totaal geldige !

g

-l

til

kiezingen stemmenaantal 100 stemmenaantal 100 stcmmenaantal 100 stem men

:=

c;

>

::r: m

...,

< 1946 305.300 100 ± 4.760.700 100 [;l m ± 1.348.000 100 ± 2.454.000 100 ±

"'

t"'l ?' 2 m 1948 ± 1.263.000 94 ± 2.635.700 107 ± 392.000 129 ± 4.933.700

=

104 z t"" z

....

z

1952 ± 1.545.300 115 ± 2.608.500 106 + 470.800 155 ± 5.334.400

=

112

=

~ - t"'l m 1956 ± 1.872.200 139 ± 2.865.800 117 502.500 165 ± 5.727.700

=

120

:=

z ±

>

·~ t"" 1959 ± 1.821.300 136 ± 2.945.400 120 732.700 240 ± 5.999.500

=

126

...

"' + rJl

"'

-~ 1963 ± 1.753.100 131 ± 3.078.000 125 ± 643.900 211 ± 6.259.500

=

131 t"'l 1967 ± 1.620.100 121 ± 3.064.000 125 ± 738.200 242 ± 6.878.000 - 144 1971 ± 1.554.300 116 ± 2.321.600 95 ± 653.400 215 ± 6.318.200

=

133 1972 ± 2.021.500 150 ± 2.312.500 94 ± 1.068.400 350 ± 7.394.000

=

155 1977 ± 2.813.800 209 ± 2.655.400 108 ± 1.492.700 489 ± 8.317.600

=

175 1981 ± 2.458.500 183 ± 2.677.200 109 ± 1.505.300 494 ± 8.690.800

=

183 1982 ± 2.500.700 186 ± 2.418.000 99 ± 1.899.000 623 ± 8.233.000

=

173 - - - · - - - -Bran: CBS en ANP

De gegevens - in afgeronde stemmenaantallen - zijn grotendeels gebaseerd op publikaties van het CBS.

0\

(3)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 616

-socialisten sedert 1946 bijna is verdub-beld, terwijl de aanhang van de christen-democraten anno 1982 iets onder het niveau van 1946 ligt.

Uit de tabel blijkt verder dat het totale kiezersbestand sedert 1946 met bijna 75 % is toegenomen. Dit betekent dat de liberale

aanhang sedert 1946 31

I

2 keer zo snel

ge-groeid is als het totale aantal geldig uit-gebrachte stemmen; dat de PvdA zich in de na-oorlogse periode redelijk goed heeft kunnen handhaven en dat de aanhang van de christen-democratie in verhouding tot de groei van het kiezerscorps vrijwel ge-halveerd is.

Was de electorale ontwikkeling van de CDA-partijen in lijn gebleven met de groei van het kiezersbestand sedert 1946 dan had het CDA in 1982 ongeveer vier mil-joen tweehonderdduizend stemmen moe-ten behalen (173 % t.o.v. 2.454.000). In feite zijn het in 1982 bijna twee en een half miljoen kiezers; waarmee de CDA-aanhang met bijna twee miljoen stemmen achterblijft.

De twuwe VVD-kiezer

Terug naar de verkiezingsuitslag van 8 september 1982. In hoeverre blijft de bij de Tweede Kamerverkiezingen van mei

1981 verworven aanhang de VVD ruim een jaar later trouw? Van elke honderd VVD-kiezers die in 1981 VVD stemmen doen, blijkens lntomart, 89 kiezers in sep-tember 1982 dit opnieuw; anders gezegd ruim 89% van de VVD-aanhang uit 1981 blijft in 1982 zijn partij trouw. Aileen de PvdA-aanhang overtreft op 8 september

j.l. de VVD in honkvastheid: liefst 90% van de PvdA·>aanhang uit 1981 stemt een jaar later opnieuw PvdA.

Tabel II geeft een overzicht van de honk-vastheid van de liberale kiezer gedurende de afgelopen drie Kamerverkiezingen, waarbij wij ter vergelijking ook de 'partij-trouw' van kiezers van CDA, PvdA en D'66 weergeven.

Uit tabel TI blijkt dat de liberale aanhang bij de afgelopen drie Kamerverkiezingen steeds honkvaster is geworden. Wist de VVD in 1977 ruim driekwart van de aan-hang uit 1972 vast te houden, in 1982 blijft ongeveer 90 % van de aanhang uit 1981 deze partij trouw.

Uit de tabel blijkt verder dat ook het CDA zijn aanhang in 1982 goed weet vast te houden, maar in verhouding tot andere partijen minder goed dan in 1981 en 1977.

Grafische voorstelling van de ontwikkelingen in GOA. PvdA en WD

op basis van index 1946 = :00

650 VVDJ

7

600 550

/

500 450 350

(

~

_ _J

=./

,,

,,

--...-___-.-

,

~

..

.._.

...

CDA

..

250 200 100 1946 48 '52 '56 '59 '63 '67 7172 n 81 82

(4)

616 n i ~n ;ep-~d 981 lc ~r % een mk-tde .rtij-1 ang en e aan-2 uit :t vast jere l977. CHRISTEN-DEMCCRATIE EN LIBERALISME 617 Tabcl II Honkvastheid 1982 t.o.v. 1981 CDA 86,6% PvdA 90,3% VVD 89,4% 0'66 36,2% Bron: lntolllart B V De vertrekkende VVD-kiezer

Waar haalt de VVD in 1982 haar winst vandaan? En naar welke partijcn verliest zij in 1981 vcrworven aanhang? 1

Van elke 100 VVD-kiezers uit 1981 stem-den er ruim 89 in 1982 opnieuw VYD. Ruim II kiezers besloten de VVD niet Ianger hun stem te geven en vertrokken naar cen andere partij. Waar ging dit ver-lies heen? Uit fntomart-onderzoek valt op te maken dat van de vertrekkende VVD-kiezers:

- meer dan de helft naar het CDA toe-vloeit; ruim 60 % van de vertrekkende VVD-aanhang stcmdc september j.l. COA, dat zijn ongeveer 102.000 kiezers;

- ongeveer 17 % naar de PvdA toe-stroomt; dat zijn bijna 30.000 kiezers; - ongeveer 10 % naar 0'66 toevloeit, dat zijn ongeveer 15.000 kiezers.

Het overige verlies vloeit naar de kleine partijen toe, waarbij met name de RPF en de EVP in hct oog springen waarheen

Honkvastheid Honkvastheid 1981 t.o.v. 1977 1977 t.o.v. 1972 83,5% 83,6% 78,6% 81,5% 84,3% 77,4% 63,4% 49,2%

-respectievelijk 4 % en 5,5 % van de voor-malige VVO-kiezers vertrekt.

Wanneer we deze verliescijfers vergelijken met die van 1981 en 1977 dan valt op dat: - er de afgclopen jaren telkens sprake is van een flinke uitstroom naar het COA die varieert van 50 tot 60 % van de ver-trekkende VYD-aanhang, in absolute aan-tallen varierend van ± 100.000 in 1982 tot± 150.000 kiezers in 1977;

- een bescheiden, maar tamelijk constant dee! van de VYO-aanhang naar de PvdA wegvloeit, in de orde van grootte van 10

a

20 %' in absolute aantalle:l varicrend van ± 40.000 in 1977 tot ± 30.000 in 1982;

- er een tamelijk wisselvallig verkeer is met 0'66, varierend van 9 tot 25 %, in absolute aantallen varicrend van ± 34.000 kiezers in 1977 tot ± 15.000 in 1982.

De aankomcnde VVD-kiezer

Van elke 100 VVO-kiczers stemden ongc-1

We tekenen ovcrigens aan dat het vcrkiczingsonderzoe!c over de recentc Kamervcrkiezingen waarschijnlijk icts minder precies is dan voorgaande onderzoe>:en.

Dit heeft vermoedelijk mcde te maken met i1et grote aanta! verkiezingen in relatief korte tijd.

Tussen mei l9Rl en september 19il!. vonc.ien niet mintlc:· dan vier ver:::ezi:1g:cn plaats. Daa~door

wist kennelijk ecn aantal kiezers zich nict mcer prccies te herinneren bij welke verkiezingen

men van partij is gcwisseld. Dit kan soms ccn minder nauw~'.eurigc beantv;oording van de

ge-stelde vragen opleveren.

Zo geven blijkens lntomart-onderzoek meer kiezers op in 1981 VVD gestemd te hebben dan

feitelijk het geval is. Behaalde de VVD in 19Rl 17,3 % van de stemmen, wanneer men het

Intomart-ondcrzoek 1982 moct geloven, dan bcdraagt dit r:c:ccncage bijna 20,8%! Nieacmin geeft lntomart naar onzc mening bruikbarc richtingwijzers voor het grcnsverL:er tussen partijen.

(5)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 618

· - - -

-veer 75 uit 1981 opnieuw VVD. Waar ko-men die andere 25 kiezers vandaan? Uit lntomart-onderzoek blijkt dat in 1982: - ruim eenderde (37 %) van de VVD-winst, of omstreeks 174.000 kiezers, af-komstig is van het CDA;

- ongeveer een kwart (25 %) van de VVD-winst, of te wel omstreeks 116.000 kiezers, afkomstig is van D'66;

- ruim 63.000 kiezers afkomstig zijn van de PvdA (13 % ).

Bijna 58.000 thuisblijvers uit 1981 (12 %) stemmen een jaar later VVD evenals bijna 35.000 nieuwe kiezers (7 % ).

Wanneer we deze winstcijfers vergelijken met die van 1981 en 1977 dan concluderen we dat:

- sedert 1977 de VVD naar verhouding steeds meer kiezers van het CDA aantrekt; bedraagt het percentage in 1977 nog 28 %,

in 1982 is dit cijfer a1 opgelopen naar 37 %, dat zijn ongeveer 175.000 kiezers; - er een bescheiden, maar tamelijk

con-stante toestroom is van PvdA-kiezers va-rierend tussen 13 % in '77 en 20 % in '82; - de VVD sedert 1977 naar verhouding steeds meer kiezers trekt van D'66, op-lopend van ongeveer 7 % in 1977 tot 25 % in 1982.

Winst- en verliesrekening

Per saldo betekenen deze cijfers, blijkens tabel III, voor de VVD in 1982 een netto-winst van:

Tabel III

- ongeveer 35.000 kiezers van de PvdA; - ruim 70.000 kiezers van het CDA; - omstreeks 100.000 kiezers van D'66. Verder valt uit tabel III op dat de omvang van het batig saldo van de VVD t.o.v. het CDA de laatste jaren sterk aan het toc-nemen is en dat dit ook geldt naar D'66 toe.

De netto-winst ten opzichte van PvdA, CDA en D'66, uitgaande van een kies-de1er van ongeveer 55.000 stemmen, is goed voor ongeveer vier Kamerzetels. De winst van de nieuwe kiezers en niet-stemmers 1981, bijna 100.000 stemmen betekent ongeveer twee zetels.

Daarnaast is er nog de categoric kiezers die in 1982 VVD stemt maar bij Intomart geen opgave doet over het stemgedrag in

1981. Deze groep is goed voor een 'winst' van bijna 100.000 stemmen, of bijna twee zetels.

Wij vragen ons overigens af of met behulp van Intomart-onderzoek de netto-winst van 10 zetels voor de VVD precies is te verklaren. Intomart lijkt dit keer iets min-der nauwkeurig dan de afgelopen jaren, zoals onder meer is gebleken uit de NOS-Intomart-prognose die op de vooravond van 8 september j.l. aangaf dat het CDA in 1982 opnieuw de grootste partij zou blijven. Uiteindelijk werd dit de PvdA met een voorsprong van ruim 1 % op het CDA. Wellicht dat het nog te publiceren verkiezingsonderzoek 1982 hierover meer uits1uitsel kan bieden.

Verlies- en winstsaldi van de VVD t.a.v. PvdA en CDA en D'66

naar PvdA naar CDA naar D'66 Bran: lntomart BV 1982 ± 34.000 positief ± 72.000 positief ± 101.000 positief 1981 ± 21.000 positief ± 27.000 positief ± 14.000 positief

CHRISTEN DEMOCRA TISCHE VERKENNINGEN 12/82

1977 ± 50.000 positief ± 10.000 negatief ± 3.000 negatief }. I n s c

(6)

618

iA;

CHRI§TEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME Herkomst VVD-aanhang

Tabel IV

Aanhang van de VVD naar gebied van lzerkomst in % in 1977, 1981 en 1982

619 ang Urbanisatiegebieden 1977 1981 1982

toc-)6 :t-:n :rs 1art ~ in 1St' vee hulp 1St te min-~n,

ms-nd DA )U 1\ het :ren 1eer ef ief ief

VVD totaa1 VVD totaal VVD totaal

1 plattelandsgemeenten verstedelijkt platteland forensengemeenten steden tot 100.000 inw.

16,9% 10,3% 16,9% 10,6% 22,4% 11,0% 15,1% 21,7% 14,8% 22,9% 21,0% 23,2% 38.6% 14,9% 25,2% 15,4% 31,1% 15,6% 17,0% 25,4% 16,3% 25,5% 22,1% 25,3% grote stcden boven

de 100.000 inwoners 17,2% 27,7% 16,2% 25,8% 21,3% 24,8%

Totaal 100% 100% 100%

Bron: ANP-verkiezinJ;.wmderzoek.

Tabel IV toont dat de toch al sterke po-sitic van de VVD op het platteland en in de forensengemeenten in verhouding tot het aandecl van deze gebieden in het ge-hele electoraat nog aanzienlijk is verbe-terd. De VVD was in I 977 op het stede-lijke plattcland en in de stedestede-lijke gebie-den nog sterk ondervertegenwoordigd. Ook hier is de afgelopen verkiezingen met succes een inhaalmanoeuvre gepleegd: met een aanhang van ruim 20 % is de VVD niet ver meer verwijderd van een gemid-delde aanhang.

Wanneer we kijken naar het relatieve aan-decl van genocmde gebieden in het totale VVD-electoraat dan constatcren we dat sedert 1977 het aandeel van de landsgebieden en het verstedelijkt platte-land geleidelijk aan het toenemen is: in 1977 is dit aandeel 10 resp. 18 %, in 1982 stijgen deze cijfers tot II resp. 21 %. Het aandeel van de grootstedelijke ge-bieden daalt van 26 % in 1977 tot 23 % in 1982.

Kortom: anno 1982 is sprake van een meer evenwichtige opbouw naar urbani-satiegebied dan in 1977.

C'HRISTEN DEMOCRA TISCHE VERKENNINGEN 12/82

De grootste verkiezingswinst boekt de VVD overigens in de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland, streken waar het CDA juist het meest verloor. ln deze twee provincies versterkt de VVD ten op-zichte van 1981 haar aanhang met onge-veer 150.000 stemmen, bijna 3 zetels; het CDA verliest er ongeveer 100.000 stem-men. Verder wint de VVD flink in de pro-vincies Overijssel (± 27.000), Gelderland (± 51.000 stemmen) en Noord-Holland (± 60.000 stemmen).

Leeftijd en stemgedrag

Hoe heeft de politieke voorkeur onder jongeren voor de VVD zich ontwikkeld? Uit tabe1 V blijkt dat van de 18- tot 24-jarigen in 1982 bijna 30 % VVD kiest, terwijl dit aandeel in I 977 nog ongeveer op de helft ligt, nl. 16,5 %. Onder de 25-tot 34-jarigen is eveneens sprake van een toenemende populariteit van de VVD. Stemt in 1977 nog ongeveer 20 % van deze leeftijdsgroep VVD, in I 982 stijgt dit aandeel tot ruim 25 % .

(7)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME

in toenemende mate in populariteit on-der jongeren. Dat blijkt ook uit het toe-nemendc aandeel 'nieuwe kiezers' dat de VVD sedert 1977 trekt.

In 1 982 kiest ruim 30 % van de nieuwe kiezers 1iberaal, terwijl dat percentage in 1977 nog op 19 % ligt. In datzelfde jaar maakt de PvdA nog goede sier onder de nieuwe kiezers, met een aandeel van ruim 33 %, dat in 1982 voor de PvdA inmid-dels met 10 % gezakt is tot 23 % . Ook Keesings Scholierenverkiezingen, in 1982 onder 80.000 leerlingen georganiseerd, vermeldt de opmars van de VVD onder de jeugd.

Scholierenonderzoek Tweede Kamer V olgens Keesings Scho1ierenonderzoek heeft de VVD anna 1982 onder scholieren een grotere aanhang dan CDA en PvdA samen. Onder oudere scholieren neemt de aanhang zelfs toe, terwijl die van het CDA verder afneemt en die van de PvdA min of meer stabiel blijft, zoals blijkt uit tabel VI.

620

Tabe1 VH vermeldt de leeftijdsopbouw van het VVD-electoraat bij drie achtereen-volgende verkiezingen.

Deze tabel toont onder meer dat de groep 18- tot 24-jarigen binnen de VVD de af-gelopen jaren aan het toenemen is: van 15% in 1977 tot 21% in 1982. Was deze groep in 1977 nog ondervertegenwoordigd, vijf jaar later zijn deze jongeren in de VVD ruim boven gemiddeld aanwezig. Verder zijn ook de leeftijdsgroepen van 25 tot 34 jaar en van 35 tot 49 jaar bin-nen de VVD boven gemiddeld aanwezig. Al deze ontwikkelingen wijzen erop, dat de VVD in potentie nag steeds in aanhang wint en een verdere electorale groei de komende jaren, gegeven deze cijfers, tot de reele mogelijkheden behoort.

Al bijna de helft van het huidige VVD-electoraat wordt gevormd door de gene-ratie van 18 tot 34 jaar: samen vertegen-woordigen zij nu 44 % van de totale aan-hang. Als men daar de leeftijdsgroep van

Tabel V

Stemgedrag 18 - 24- en 25- 34-jarigen bij Tweede Kamerverkiezingen 1977, 1981 en 1982 1977 1981 1982 -18- 24 25-34 18-24 25-34 18-24 25-34 - -- - - -aandeel in to tale electoraat 19% 24% 19% 24% 17% 22% -CDA 23.1 24.1 21.0 20.9 19.0 19.3 PvdA 35.2 35.3 25.3 31.0 25.9 32.9 VVD 16.5 20.3 18.2 17.0 29.9 25.5 D'66 8.5 9.3 17.8 15.8 5.4 6.3 Overig 16.7 11.0 17.7 15.3 19.8 16.0 Totaal 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% Bron: Intomart BV

(8)

0 ;:r;

c:

"'

..., tn z 1:1 tn

s::

0 (") :>;l > ~ (")

:r:

tn < tn ;.:> ;>:: tn z z

z

0 tn z

~

"'

"''

-Tabel VI

Partijvoorkeur van scholieren in Kamerzetels

Ieeftijd t/m 15 jaar 16 /17 jaar

- ~----~-1981 1982 1981 1982 < ~ u('D 2j U ~ ~ ;:l (1) ' ~ 9 1 I 18 en ouder 0 0.. ~ ~ ~-

;:l rio" (1) ~ (t" ~ , . . ; - ( 1 ) ; : l . - ; - q c < • • ~ti [/q totaal jongeren

....

I" 0 ...,(1) '-o ___ , -~---~ 1981 1982 1977 1981 1982 -~ -~-- ~----CDA 36 35 28 24 29 17 37 32 29 PvdA 29 24 22 21 22 26 37 25 23 VVD 32 52 37 58 39 60 36 35 55 D'66 18 22 27 31 23 31 17 22 26

-~--Bran: Keesings Schalierenverkiezingen

Tabel VII

Samenstelling kiezersbestand VVD naar leeftijd

Ieeftijd 1977 1981 1982

--~

---~---VVD totaal VVD totaal VVD totaal

18- 24 jaar 15% 19% 19% 19% 21% 17% 25- 34 jaar 26% 24% 23% 24% 23% 22% 35-49 jaar 26% 25% 30% 25% 29% 26% 50- 64 jaar 20% 21% 19% 20% 18% 21% 65 en ouder 11% 12% 9% 12% 9% 14% Totaal 100% 100% 100% Bran: Intamart BV (1) :::: (1) ~ Ia--N 0 ("l

;

..

;!l

t'!'l

'?-0 t'!'l ~ 0 rl

~

...,

..

t'!'l t'!'l

z

c

=

~

>

t""

..

~

t'!'l a--N

(9)

-CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 622

35 tot 49 jaar bijtelt, dan is ruim 70 % van de VVD-aanhang nog geen 50 jaar oud. Uit gegevens van het Centraal Bu-reau voor de Statistiek per 1 januari 1982 maken we op dat dit percentage voor het gehele electoraat bijna 10 % lager ligt. De generaties van 50 jaar en ouder zijn binnen de VVD ondervertegenwoordigd. Ligt dit voor het gehele electoraat op on-geveer 35 %, binnen de VVD ligt hun aandeel op ongeveer 27 % .

Sexe en partijkeuze

Tabel VIII geeft de samenhang weer tus-sen geslacht en stemgedrag. Daaruit blijkt dat onder de VVD-aanhang het aantal vrouwelijke kiezers aan het toenemen is. In 1977 was de VVD nog een echte 'man-nenpartij', toen waren van alle liberale kiezers nog bijna 60 % mannen. In 1982 kan men dat, met 48 % vrouwe-lijke kiezers, beslist niet meer zeggen. Uit de tabel blijkt verder dat het aandeel vrouwelijke kiezers onder het CDA-electo-raat geleidelijk aan het teruglopen is; ook bij de PvdA lijkt een dergelijke trend aanwezig.

Religie en stemkeuze

Intomart-onderzoek geeft de laatste jaren geen gegevens meer over kerkelijke ge-zindte; Kuiper en Boonstra wezen al op het gemis daarvan in Christen Democrati-sche Verkenningen van mei 1982. Wij putten onze gegevens hierover uit een andere bron, namelijk de Market-scanner van Inter/viewgroep van augustus j.l., een representatief onderzoek onder 3.000 Ned erlanders.

Hoewel uit verschillende bron zetten we de gegevens in tabel IX naast elkaar. Ter illustratie geven we ook cijfers van de aanhang van PvdA en CD A.

Dit onderzoek vermeldt dat van de VVD-aanhang

- ongeveer de helft tot geen kerkgenoot-schap behoort;

- bijna een kwart rooms-katholiek is;

- bijna 20 % nederlands-hervormd is, en - ongeveer 5 % gereformeerd.

V ergeleken met de godsd ienstigheid van het gehele Nederlandse electoraat zijn vooral katholieken en gereformeerden in het VVD-electoraat ondervertegenwoor-digd.

Vergelijken wij deze uitkomsten met de gegevens van Intomart uit 1977 dan dringen zich enkele voorlopige conclusies op, zoals bijv. de toegenomen aanhang die zich niet tot een kerkgenootschap bekent, dit geldt zowel voor VVD, PvdA alsook CDA. Bij de VVD en PvdA is sprake van een vrijwel gelijk relatief afnemend aan-deel van katholieken en hervormden. Dit onderzoek vermeldt verder dat de VVD vooral bij de minder frequente rooms-katholieke en protestantse kerkgangers in trek is.

lnkomen van de VVD-kiezer

Naar inkomen gezien geniet de helft van de huidige liberale aanhang een boven-modaal salaris; ruim een kwart (27 %) een modaal inkomen en ruim 10% geniet een beneden-modaal inkomen. Duidelijk zal zijn dat de hoven-modale inkomens in de VVD sterk bovengemiddeld aanwezig zijn, ruim 30 % voor het gehele electoraat, tegen 56 % voor de VVD. De modale en beneden-modale inkomensgroepen zijn sterk ondervertegenwoordigd. Ruim 60 % van het VVD-electoraat in 1982 bezit een eigen huis, terwijl 30 % hoofdhuurder is en 3 % onderhuurder. In lijn met de ge-gevens over het inkomen zijn de eigen-huisbezitters met 66 % tegen 49 % gemid-deld onder de liberalen sterk bovengemid-deld aanwezig en de hoofdhuurder met 30% tegen 47% gemiddeld sterk onder-vertegenwoordigd, zo blijkt uit Inter/views actual itei tenscanner.

Participatiegraad

Het overgrote deel van de VVD-aanhang is geen vakbondslid (85 %).Van de

(10)

I" ;:r" ~· ~ ~

e. s

7 ~ -.; ;

o

D ~

Pl

t:l.

~ ~ ~

-=-

=?

§

~ ~~

0

9.

7

P5 ~ ~ ~ c:o· G' ...,

::l (1) 0'\ I" I" ' ::l ::l N ::l ::l :;:: ..., p..

0.:

' ::;;·

(1) ~ ::l I" (Jq - · (ii' M- ~ !"""'" (D' rJJ N '(Jq \./'. I I I ::s C ,!""'" :::::::1 f"""1"

--

-0 Tabel VIII (") :I; ::1:: ?:' (;0 Sexe en partijkeuze in 1977, 1981 en 1982

:=

o-l c;; m >-l z

PvdA CDA VVD toj

1:1 m L:

0

~ 1977 1981 1982 1977 1981 1982 1981 1982 0 1977 toj n

:::

?:' ;t> 48% 50% 51% 43% 46% 46% 58% 53% 52% 0 ::l man rl <Jl

:=

n vrouw 52% 50% 49% 57% 54% 54% 42% 47% 48%

>

:I; I >-l m '

..

< 100% 100% toj m totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% toj

"'

;>; ----·---· -- L: m

z Bran: lntomart BV- de Neder/andse kiezer 1977 r

z

..

z

=

Cl toj m

:=

z

>

~ r

"""

Tabel IX [IJ N

3:

Godsdienst en stemgedrag toj

-Interview '82 Intomart '77

PvdA CDA VVD Totaal PvdA CDA VVD Totaal elect. elect. elect. elect. elect. elect.

geen kerkgenootschap 64 8 51 42 45 4 31 28

rooms-katholiek 15 52 24 29 25 56 34 36

nederlands-hervormd 14 24 17 16 24 21 27 23

gereformeerd 1 15 5 8 3 18 4 9

overig/ geen antwoord 6 2 3 5 4 2 4 4

Totaal -+- 100 % ± 100% ± 100% -+- 100% ± 100% ± 100% ± 100% ± 100%

Bran: Intomart BV 1977 I lnterviewgroep 1982 0'\ N

(11)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 624 hang die wei vakbondslid is is ongeveer

5% lid van de FNV, 3% van het CNV en ongeveer 7 % lid van een andere bond. Daarmee is de VVD-aanhang bovenge-middeld 'ongeorganiseerd', sterk onderver-tegenwoordigd in de FNV en licht onder-vertegenwoordigd in het CNV. Bezien vanuit de vakbonden stemt bijna 10 %

van de FNV- resp. CNV-aanhang VVD.

Beleidsmatige voorkeuren

Hoe staat het tenslotte met de beleidsma-tige voorkeuren van de VVD- kiezers en hoe verhouden deze zich tot bijvoorbeeld het CDA- en PvdA-electoraat?

NIPO deed in zomer 1982 een onderzoek naar achtergronden van partijkeuze. Daar-bij peilde men ook in hoeverre bepaalde politieke issues bij iemands partijkeuze de doorslag geven.

Voor de VVD-kiezer weegt vooral zwaar de versterking van de de rol van het bedrijfsleven, onmiddellijk gevolgd door de wenselijkheid van meer veilig-heid op straat en in eigen leefomgeving. Ook hecht hij zeer aan noodzakelijke bezuinigingen op overheidsuitgaven. Voor het CDA-electoraat gelden min of meer dezelfde overwegingen als doorslag-gevend, zij het dat de CDA-kiezer iets sterker tilt aan de 'veiligheid' en het op peil houden van de laagste inkomens en uitkeringen alsmede de gezondheidszorg; iets minder tilt hij aan de positie van het bedrijfsleven.

Uit het NIPO-onderzoek blijkt verder dat de aanhang van de VVD nogal verdeeld is over de middellange-afstandsraketten - onlangs nog door fractievoorzitter Nijpels in een NRCinterview bevestigd -maar ook over bevriezing van inkomens en het op peil houden van minimum-inkomens en sociale uitkeringen. De VVD zal in de toekomst sterker op vleugelvor-ming in de achterban kunnen rekenen. Opvallende verschillen doen zich voor tus-sen kiezers van het CDA en VVD ener-zijds en die van PvdA (en D'66) anderener-zijds.

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNfNGEN 12/82

V oor bijna een kwart van de aanhang van de PvdA is het op peil houden van de laagste inkomens en uitkeringen van door-slaggevend belang om deze partij te kie-zen. Ook aan het niet plaatsen van nieuwe kernwapens tilt de PvdA-aanhang zeer zwaar.

Nog niet genoemd is het motief van werk-loosheidsbestrijding, dat voor aile kiezers het meest doorslaggevend is, maar in ster-kere mate voor kiezers van PvdA en CDA dan voor VVD-kiezers.

Versterking van het bedrijfsleven (17 %) telt voor de VVD-aanhang bijna even zwaar als het bestrijden van de werkloos-heid (18 %).

Wij tekenen overigens aan, dat nogal wat kiezers geen doorslaggevende beweegreden voor hun partijkeuze weten te noemen. Onder CDA-kiezers geldt dat voor 37 %,

voor de PvdA-aanhang geldt dat voor 32 % en voor het VVD-electoraat voor 29%.

V oornitzichten

De vraag die zich opdringt is: waait de kiezerswind ook de komende jaren uit de liberale hoek? En wat betekent dit meer in het bijzonder voor het CDA? Op basis van het huidige electorale klimaat lijken er, najaar 1982, bij eerste beschouwing geen tekenen die op een andere windrich-ting wijzen.

1. Onder de jongere generaties kiezers zit de VVD immers duidelijk in de lift met een aandeel van 30 % onder de 18-24-jarigen. Het beeld onder de scholieren duidt op nog grotere potentiele vooruit-zichten.

2. De VVD oefent sterke werfkracht uit naar andere kiezers. Voor belangrijke delen van het CDA-electoraat is de VVD een serieus alternatief, overigens ook het omgekeerde is het geval.

3. De VVD lijkt er bij flinke delen van het electoraat in geslaagd te zijn het beeld te creeren van een duidelijke partij,

(12)

brui-624 ang van de 1 door-~ kie-Jieuwe ~eer werk-tezers n ster-ICDA 7 %) en ~loos-tl wat greden 1en. 37%, 10r voor it de uit de meer ~ basis ijken ring irich-~ers zit met ~-24-ren lfUit-ht uit ijke VVD k het van t beeld brui-CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 625

send van vitaliteit, met jonge bekwame mannen en vrouwen die staan voor een slagvaardig beleid, waaraan men in on-zekere tijden zijn stem 'veilig' kan toever-trouwen. Deze marketing-achtige benade-ring die de VVD in het politieke bedrijf hanteert, werpt op dit moment vruchten a f.

4. Deconfessionalisering en ontkerkelij-king schrijden bovendien voort. De VVD lijkt daarbij vooral te profiteren van de voortgaande deconfessionalisering, zoals dr. B. Andeweg concludeerde in een proef-schrift getitelt Dutch voters adrift on explanations of electoral change 1963-1977, dat bij het afsluiten van dit artikel

verscheen.

5. Het eigen electoraat is de VVD boven-dien zeer trouw (90 %) en er bestaat een sterke binding aan de partij.

Aan deze voor velen momenteel thans nog fraai ogende medaille is oak een keerzijde verbonden.

I. De VVD draagt de komende jaren op-nieuw regeringsverantwoordelijkheid. Men moet opnieuw kleur bekennen. De leuze 'cr is nu lang genoeg gepraat' moet, althans tijdelijk, weer in de kast. Na de spectaculaire verkiezingswinst in 1977,

verloor de VVD in 1981 twee zetels. Waarom zou een vergelijkbare ontwikke-ling zich niet opnieuw kunnen voordoen? 2. Verder zullen de gevolgen van een spec-taculaire groei de VVD-deur stellig niet voorbij gaan, zoals bijv. vleugelvorming, behoefte aan geschoold kader etc. 3. De grote kracht van de VVD- haar positie onder de jonge kiezers- is tegelij-kertijd haar kwetsbaarheid. Het stemge-drag van jonge kiezers is sterk aan wisse-lende voorkeuren onderhevig, zoals de afgelopen jaren de PvdA en 0'66 onder-vonden.

4. Zou bovendien - zo willen we terzijde opmerken - de huidige economische crisis de socialistische stroming, die zich straks

CHRISTEN DEMOCRA TISCHE VERKENNINGEN 12/82

met een nieuw gezicht zal gaan presente-ren, niet opnicuw kunnen versterken? Het is kortom bij nader inzien nog maar de vraag of de VVD de komende jaren haar electorale populariteit zal weten te handhaven of vergroten.

Uitdagingen

Intussen stelt het succes van de VVD het CDA voor een lastige opgave, omdat het wassende liberale water de CDA-dijken niet onaangetast dreigt te Iaten, althans indien de christen-democratic daarop geen adequaat antwoord vindt. Oat zal nog een hele inspanning vergen, omdat ook de ko-mende jaren het CDA regeringsverant-woordelijkheid draagt. In de achterlig-gende tijd is wel gebleken dat het dragen van regeringsverantwoordelijkheid van de fractie en ook van de partij-organisatie vee! tijd en energie opslokt en een belem-mering kan zijn voor diepgaande bezin-ning.

I. Het CDA zal de komende jaren zijn positie ten opzichte van het liberalisme duidelijk moeten markeren. Bolkestein vatte in zijn onlangs verschenen Modern Liberalism de belangrijkste Iiberale

ge-loofsartikelen samen: vrijheid vooreerst, het primaat van het individu, decentrali-satie-denken, steun aan de marktsector, bij voorkeur generale hoven specifieke maatregelen.

Kennelijk zagen veel tussen CDA en VVD pendelende kiezers tijdens de verkiezings-campagne van 1982 weinig of geen ver-schil in beleidsvoomemens tussen deze twee partijen. V elen daarvan realiseren zich vermoedelijk nauwelijks dat de hui-dige VVD-koers minder positief staat tegenover de invloed van christelijke nor-men en waarden die voor vele maatschap-pelijke organisaties als achtergrond gelden. Het CDA zal daartegenover met kracht het model van de verantwoordelijke sa-menleving moeten poneren, zoals Oost-lander onder meer in het oktobemummer van Christen Democratische Verkenningen

(13)

CHRISTEN-DEMOCRATIE EN LIBERALISME 621 heeft uiteengezet. De christen-democratie

zal duidelijk moeten maken dat de schijn-baar aantrekkelijke vruchten van het libe-rale credo uiteinJelijk wrang smaken.

aanknopingspunten ontwikkelen om hen voor de christen-democratie te winnen.

V oor een CDA dat een zinvol bestaan hoog in zijn vaandel voert ligt hier een geweldige uitdaging.

2. Een duidelijker markering ten opzichte van de VVD betekent verder een blijven afwijzen van de tweedeling in de Neder-landse politiek, niet alleen in woorden. Een politieke tweedeling betekent een tijd-bom onder de eigen weg van de christen-democratie en een triomf voor het sim-plisme in de politiek.

3. Bezinning, samen met het CDJA, op

zijn herkenbaarheid naar jongeren toe, is noodzaak. Onder jongeren is sprake van hernieuwde belangstelling voor levensbe-schouwelijke waarden. Het CDA moet Literatuurverwijzingen

4. Op diverse punten houdt de VVD met zijn succes het CDA ook een spiegel voor,

ere wie ere toekomt.

Het CDA komt nogal eens over als een onduidelijke, op cruciale momenten ver-deelde partij. Zelfonderzoek op deze pun-ten is geboden. Of de door het partijbe-stuur van het CDA ingestelde bezinnings-werkgroepen aan de slag kunnen!

- lntomart verkiezingsonderzoek van de Tweede Kamerverkiezingen van 1977, 1981 en 1982;

Intomart B.V., Hilversum.

- Een aantal publikaties van de werkgroep nationaal verkiezingsonderzoek, namelijk

- de Nederlandse kiezer 1972, Samson Alphen a/d Rijn 1973

- de Nederlandse kiezer 1973, Samson Alphen a/d Rijn 1973 - de Nederlandse kiezer 1977; VAM Voorschoten 1977

- Kiezen in Nederland 26 mei 1981: wat de kiezers deden en waarom? Actaboek Zoetermeer

1981.

- Actualiteiten-scanner van Inter/viewgroep augustus en november 1982; Inter/viewgroep Amsterdam.

- Uitslagenboeken van de ANP-verkiezingsdienst van 1977, 1981 en 1982, ANP Den Haag.

- C. Bremmer: Beeldvorming en identiteit van het CDA; Bestuursforum, oktober 1982.

- C. Bremmer: Het reiskoffertje van de familie Kiezer; artikelenserie in CD/ Actueel 10 april, 12, 19 en 26 juni 1982.

- C. Bremmer: Het CDA en zijn aanhang; artikelenserie CD/ Actueel van 18 en 25 september, 2, 9, 16 en 23 oktober, 6 en 13 november 1982.

- D. Boonstra enD. Th. Kuiper: Het CDA in alle Staten; Christen Democratische

Verkennin-gen van mei 1982.

- M. de Hond: Beschouwingen over de verkiezingsuitslag van september 1982 in Het Parool

van donderdag 9 september 1982.

- F. Bolkestein (editor): Modern Liberalism, Conversations with liberal politicians; Den Haag

1982.

M. Wessels: De liberalen; schets van een politieke stroming; Den Haag 1980 (Uitgave Prof. Teldersstichting).

- S. Faber: Democratie voor iedereen; artikelenserie CD/ Actueel 26-9-1981 tot 31-10-1981.

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 12/82

Inhoudsopgave

jaargang

1982

Albeda, dr. W. De plaats van de christen-democratie (boekbespreking)

Andel, W. M. van 'Vandalisme-Ideeën-Onderzoek-Preventie' (boekbespreking)

Andriessen, mr. F. H. J. J. De economie en de instituties van Europa

Bertrand, A. A. E. De christen-democratie vandaag in België

Bilsen ofm, dr. Tb. J. C. van Waarin verschillen VVD en CDA?

Blok, drs. K. en ir. M. Kok Naar een verantwoorde energietoekomst

Boonstra, dr. D. en prof. dr. D. Tb. Kuiper Het CDA in alle staten

Borstlap, drs. H. Kabinetscrisis (column)

Bosman, prof. dr. H. W. J. Volkshuishouding en parlementaire demrocatie

Bremmer, drs. C. 'Ik-Jan-Vrijheid'

Briukel, Tb. B. F. M. Het IKV in woord en daad

2-105 2-107 1-4 6-333 12-573 3-126 5-238 5-226 1-26 12-614 2-60

Brokx, mr. G. Pb. Volkshuisvesting en christen-democratie I 0-480

Burg, mr. dr. V. A. M. van der De waarborgstaat Nederland 12-603

Diepenborst, prof. mr. I. A. Hoe aanvaardbaar is het liberalisme? 12-580 Diepenhorst, prof, mr. I. A. Ontmoetingen met anti-revolutionairen (boekbespreking) 1-44

Donner, prof. mr. A. M. 'Der kleine Excellenz' (boekbespreking) 4-213

Doorn, mr. H. W. van Gesprek met - 7/8-365

Douben, prof. dr. N. H. Waarom confessionele partijvmming (toch nog) kan 7/8-362

Economische crisis De, en het 'Plan-Schouten'. Weergave van een gesprek tussen

dr. W. Albeda, prof. dr. D. B. J. Schouten, dr. B. de Vries en dr. J. Zijlstra o.l.v.

drs. H. Borstlap 9-400

Fokkema, prof. dr. S. D. Voortgezet basisonderwijs, een ingrijpende

herstructu-rering van voortgezet onderwijs 6-325

Franken, prof. mr. H. De goede bedoeling van de wetgever (column) 2-50

Gaay Fortman, mr. W. F. de Commentaar op artikel Bosman 1-35

Gaay Fortman, mr. W. F. de De informateur- partijman? (column) 11-510

Gennip, mr. J. J. A. M. van De ontwikkelingssamenwerking en de Europese

Gemeenschappen 5-228

l'Iageil-Pot, mr. H. Tb. ten Wat individualisering wèl is (column) 4-174

Habn, dr. K. J. Europese communisten en socialisten in beweging (documentatie) 6-340

Habn, dr. K. J. Ik-cultuur en macro-politiek (column) 3-110

Habn, dr. K. J. Katholieken in westerse democratieën (boekbespreking) 11-556

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 12/82

Afbeelding

Tabel I  toont aan dat de aanhang van de  VVD sedert  1946  meer dan verzesvoudigd  is;  voorts blijkt dat de aanhang van  de
Tabel II  geeft  een  overzicht van de  honk- honk-vastheid  van  de liberale kiezer gedurende  de afgelopen  drie  Kamerverkiezingen,  waarbij  wij  ter vergelijking  ook de  'partij-trouw'  van  kiezers  van  CDA, PvdA en  D'66  weergeven
Tabel  VII

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder het motto 'verbeter de wereld, maar begin niet bij jezelf', was het overigens ditzelfde bestuur dat kort geleden voorstellen heeft gepresenteerd voor verbetering

Onder het motto 'verbeter de wereld, maar begin niet bij jezelf', was het overigens ditzelfde bestuur dat kort geleden voorstellen heeft gepresenteerd voor verbetering

Zij stelde hierin een bemes- tingsniveau van de bodem voor, waarbij niet meer fosfaat in de vorm van dierlijke mest zou mogen worden gegeven dan voor de gewasopbrengst

Bij belasting van sediment met PAK zal de adsorptie wel groter kunnen worden naarmate er meer organische stof aanwezig is, maar de hoeveelheid organische stof zal niet bepalend

H e t g aa t hier echter niet in de eerste plaats om negatieve economische voorraden doch om een, door de beperkte deelbaarheid der productie­ m iddelen

Rond de integratie van minderheden doen zich in sommige jaren vergelijkbaar grote verschillen in opvatting voor, bijvoorbeeld in 2002 en 2006 (zie tabel 2). Zij geven een

In de depressie, om het maar even tot dit toepassingsgebied te beperken, doen echter allerlei niveaus mee, biotische processen (stofwisseling), psychische (stemming), het hande- len

Het essentiële inzicht van de interpretatieve filosofen en historici is nu volgens Ankersmit dat de werkelijkheid niet voorschrijft op welke wijze zij in taal moet