Prospectie met ingreep in de bodem op het tracé van de Omleidingsweg rond Meeuwen

(1)

Prospectie met ingreep in de bodem op het

tracé van de Omleidingsweg rond Meeuwen.

Karolien Senica

Juli - Augustus 2009

ARON

bvba

(2)

ARON-RAPPORT 67

P

ROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM OP HET TRACÉ VAN DE

O

MLEIDINGSWEG ROND

M

EEUWEN

.

O

NDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN

K

UMPEN

NV

Karolien Senica

Sint-Truiden

2009

(3)

Colofon

ARON rapport 67 – Prospectie met ingreep in de bodem op het tracé van de Omleidingsweg

rond Meeuwen.

Opdrachtgever: NV Kumpen / Agentschap Wegen en Verkeer Limburg

Projectleiding: Elke Wesemael

Uitvoering veldwerk: Karolien Senica, Joris Steegmans en Elke Wesemael

Auteurs: Karolien Senica

Foto’s en tekeningen: ARON bvba (tenzij anders vermeld)

Op de teksten, foto’s en tekeningen geldt een auteursrecht. Gelieve ons de wens om gebruik te maken van de teksten of illustraties schriftelijk over te maken op info@aron-online.be

Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van ARON bvba mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt, en/of openbaar gemaakt door middel van web-publicatie, druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook.

ARON bvba Archeologisch Projectbureau Diesterstraat 44, bus 201 3800 Sint-Truiden www.aron-online.be info@aron-online.be tel/fax: 011/72.37.95

(4)

Inleiding

1. Het onderzoeksgebied

………...

1 1.1 Algemene situering………

1 1.2 Historische achtergrond en vroeger archeologisch onderzoek……….

2 2. Het archeologisch onderzoek

……….

5 2.1 Doelstelling……….

5 2.2 Verloop………

5 2.3 Methodiek………..

5 3. Onderzoeksresultaten

………...

7 3.1 Bodemopbouw………...

7 3.2 Gaafheid van het terrein………...

8 3.3 De archeologische sporen………...

8 3.3.1 Zone 1..……….

3.3.2 Zone 2………..……….

3.3.3 Zone 3…..……….

3.3.4 Zone 4..……….

3.3.5 Zone 5..……….

10

12

13

14 3.4 De vondsten………...

3.5 Conclusie………...

4. Aanbevelingen

………..

Bibliografie

14

15

15 Bijlagen

Bijlage 1: Administratieve gegevens

Bijlage 2: Lijst met afkortingen

Bijlage 3: Fotolijst

Bijlage 4: Sporenlijst

Bijlage 5: Kijkvenster 1

Bijlage 6: Kijkvenster 2

Bijlage 7: Kijkvenster 3

(5)

Met dank aan:

Guido Creemers (Conservator van het PGRM)

Edgard Gaens (grondwerken)

Landmetersbureau Pieters

Kumpen NV

(6)

Inleiding

Naar aanleiding van de aanleg van de omleidingsweg rond

Meeuwen, achtte het Agentschap R-O Vlaanderen Onroerend

Erfgoed van de Vlaamse Overheid een prospectie met ingreep in

de bodem noodzakelijk. Op basis van dit proefsleuvenonderzoek

kan, na evaluatie van de onderzoeksresultaten, door diezelfde

instantie eventueel tot een archeologische opgraving besloten

worden. Op 16 juli 2009 werd door het Archeologisch

Projectbureau ARON bvba in opdracht van aannemer Kumpen

NV en het Agentschap Wegen en Verkeer Limburg, met het

onderzoek van start gegaan.

Afb. 1 Kaart van België met de globale situering van het onderzoeksgebied. © NGI 2001

1. Het onderzoeksgebied

1.1 Algemene situering

Het prospectiegebied

situ-eert zich ten zuiden en ten

oosten van de dorpskern

van

Meeuwen,

deelge-meente

van

Meeuwen-Gruitrode, gelegen in het

noordoosten van de

provin-cie Limburg.

De nieuwe omleidingsweg

vormt een verbinding tussen

de Wijshagerkiezel/Weg op

Bree in het noorden en de

Genkerbaan in het zuiden.

Het tracé van ca 3 km lang

en maximaal 40 m breed,

loopt voornamelijk doorheen

agrarisch gebied (Afb. 2)

Het traject kent in zuidelijke

richting een licht hellend

verloop van ca 72,5 m TAW

tot ca 75 m TAW.

Afb. 2: Kleurenorthofoto met aanduiding van het pros-pectiegebied (rood).

Ondanks de grote omvang van het prospectiegebied is de bodemopbouw over het gehele traject vrij

gelijkend. Matig droge en droge lemige zandbodems met een weinig duidelijke ijzer en/of humus B

horizont, vaak met grindbijmening op geringe diepte, wisselen elkaar voortdurend af (Scf(t) en Sbf (t)

bodemseries). Enkel in het meest zuidelijke deel van het traject verschijnt een dikke antropogene

humus A-horizont (Sbmt). (Afb. 3) De humus A-horizont van dergelijke bodems, ook wel

plaggenbodems genoemd, is tot stand gekomen door een jarenlange toevoeging aan

landbouwgronden van een mengsel van afgestoken (heide)plaggen en dierlijke mest afkomstig van

potstallen. Hierdoor werd de landbouwgrond geleidelijk aan opgehoogd. De vorming van dergelijke

plaggenbodems begon in de Middeleeuwen toen minerale meststoffen vrijwel onbestaande waren.

Zones met plaggenbodem kunnen archeologisch interessant zijn: als landbouwers op een bepaalde

site de plaggentechniek vrij vlug na de introductie van de landbouw zijn beginnen toe te passen, kan

(7)

immers onder de plaggenbodem een deel van de oorspronkelijke bodem, inclusief eventuele

archeologische resten, bewaard zijn

1

.

Afb. 3: Topografische bodemkaart met aanduiding van het prospectiegebied. Schaal 1:20000.

1.2 Historische achtergrond en vroeger archeologisch onderzoek

Vanuit archeologisch oogpunt is de gemeente Meeuwen-Gruitrode een zeer rijk gebied. Naast de

laatmesolithische kampementen In den Damp

2

, de Keltische adelsgraven op de Rieten

3

en enkele

protohistorische begraafplaatsen in Gruitrode, Gielisheide, Perriten, Luythegge, Donderslag en

Soetebeek wordt de lange bewoningsgeschiedenis van dit gebied ook aangetoond door talrijke

oppervlaktevondsten die hier werden aangetroffen, gaande van lithische artefacten uit de Steentijd

(CAI lokaties 52066, 52064, 50297 en 50317), een metalen vleugelbijl uit de late Bronstijd (CAI

700843) en aardewerk daterend uit de IJzertijd en de Middeleeuwen (CAI 50297 en 50317, 52063).

Daarnaast loopt het traject van de toekomstige omleidingsweg doorheen twee Celtic Fields-locaties

(CAI 700188 en 700191). Dit zijn landbouwsystemen uit de Late Bronstijd waarbij de akkers

onderverdeeld werden in vlakken van ca 30 op 30m, van elkaar gescheiden door aarden wallen. De

restanten van deze walletjes kwamen aan het licht bij de studie van luchtfoto‟s.

Hoewel er in de directe omgeving van het prospectiegebied zelf geen vindplaatsen zijn aangetroffen,

is ook de Romeinse tijd goed vertegenwoordigd in Meeuwen en omstreken. Naast enkele losse

vondsten van Romeins aardewerk (CAI 50237 en 50232), werden uit deze periode ook begravings- en

bewoningssporen (CAI 60074) en een Romeinse cultusplaats teruggevonden.

4

(Afb. 4)

De eerste schriftelijke vermelding van Meeuwen dateert uit het jaar 1146; toen stond dit gebied

bekend onder de naam “Mewa”.

5

Hoewel de oorsprong van de naam niet met zekerheid te duiden is,

lijkt het geen onwaarschijnlijke veronderstelling dat de term Meeuwen een verbastering is van het

woord “ made” of “mede”, wat “weide” of “moerassig gebied” betekent.

6

Vanaf de dertiende eeuw

wordt de naam Mewen gebruikt.

1

MIKKELSEN, J.H., R. LANGOHR en V. VANWESENBEECK (2004) Verloren voorwerpen, Archeologisch

onderzoek op het HSL-traject in de provincie Antwerpen, Antwerpen, p. 38.

2

Creemers,G.&Vermeersch, P.M. 1987.

3

Maes, K. & Van Impe, L. 1986; Van Impe, L. & Creemers, G. 1991; Creemers, G. & Van Impe, L. 1992.

4

Van Impe, L. & Creemers, G. 1991

5

http://www.wulfila.be/tw/query/?gem=Meeuwen

6

(8)

Afb. 4: Kaart met aanduiding van het prospectiegebied (rood) en de archeologische vindplaatsen op en nabij het doelgebied. Schaal 1:20000 (bron:databank CAI).

Afb. 5: Detail uit de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden uit 1777 (Ferrariskaart), met in het rood de situering van het prospectiegebied (bij benadering). (bron: Koninklijke Bibliotheek van België).

(9)

Zowel de Ferrariskaart uit 1777

(Afb. 5) als de Atlas van de buurtwegen uit 1841 (Afb. 6) tonen geen

spoor van bewoning over het gehele traject van de toekomstige omleidingsweg.

Bij het opstellen van de Ferrariskaart (1777) bestond het grootste deel van het traject uit

heidegronden. Enkel het zuidwestelijke uiteinde was in gebruik als landbouwgrond. Pas later, rond het

begin van de twintigste eeuw, werden deze heidegronden in het kader van de opkomende mijnbouw

vervangen door naaldbossen.

Afb. 6: Detail uit de Atlas van de Buurtwegen (1841) met in rood de aanduiding van het prospectiegebied (bij benadering). (bron: GIS Provincie Limburg).

(10)

2. Het archeologisch onderzoek

2.1 Doelstelling

De opdracht bestond uit het uitvoeren van een archeologische prospectie met ingreep in de bodem.

Het doel van dergelijk onderzoek is het opstellen van een rapport dat een ruimtelijke en inhoudelijke

analyse maakt van mogelijk aanwezige archeologische resten op het onderzoeksterrein. Op basis van

dit eindrapport en in combinatie met de door de bouwheer opgemaakte bouwplannen, kan het terrein

al dan niet archeologie-vrij worden verklaard, de inrichting van het terrein eventueel worden

bijgestuurd, of kan een onderbouwde selectie van de bedreigde en te onderzoeken zones worden

gemaakt.

Conform de bijzondere voorwaarden aan de vergunning opgelegd door R-O Vlaanderen bestond het

veldwerk uit de evaluatie van het volledige tracé van de omleidingsweg en de werfzones door middel

van het aanleggen van twee parallelle proefsleuven. Deze sleuven konden, indien de aanwezigheid

van sporen daar aanleiding toe gaf, aangevuld worden met „kijkvensters‟.

2.2 Verloop

Voorafgaandelijk aan het onderzoek werd door ARON bvba een vergunning voor een prospectie met

ingreep in de bodem aangevraagd bij het Agentschap R-O Vlaanderen

– Onroerend Erfgoed. Deze

vergunning (dossiernummer 2009/208/09-15655) werd toegekend op naam van Karolien Senica op

08/07/2009. Daarnaast werd er tevens een vergunning voor het uitvoeren van een archeologische

controle met een metaaldetector toegekend (dossiernummer 2009/208(2)/09-15655).

Het onderzoek, in opdracht van NV Kumpen, vond plaats van 16 juli 2009 tot en met maandag 3

augustus 2009 en stond onder de leiding van projectverantwoordelijke Elke Wesemael. Het veldwerk

werd uitgevoerd door terreinverantwoordelijke Karolien Senica en Joris Steegmans. De graafwerken

werden uitgevoerd door de firma Gaens bvba. De sleuven en de aanwezige sporen werden, in

verschillende fasen, ingemeten door landmetersbureau Pieters bvba. Guido Creemers, conservator

van het PGRM te Tongeren, stond in voor de wetenschappelijke begeleiding van het project.

2.3 Methodiek

Het prospectiegebied werd over de gehele lengte van het tracé door middel van twee parallelle

proefsleuven op de aanwezigheid van archeologische sporen onderzocht. De breedte van de sleuven

bedroeg ongeveer 1,80 meter en hun assen hadden een onderlinge afstand van ca 10 meter. De

totale afstand van het wegtracé, lopende van de Weg op Bree in het noorden tot aan de Genkerbaan

in het zuidwesten bedraagt ongeveer 3 kilometer. Het verloop van de proefsleuven werd omwille van

allerhande obstakels op verschillende plaatsen onderbroken, waardoor ze beide een totale lengte van

ca 2230 meter hadden. Dit resulteerde in een geprospecteerde zone van ongeveer 9000 m². Er werd

gepoogd om de beide sleuven over het gehele traject zo veel mogelijk tegelijkertijd open te leggen,

om zo onmiddellijk een vollediger beeld op het archeologisch vlak te krijgen. Er werd met de aanleg

van de sleuven gestart in het noorden van het traject, aaangezien de aannemer daar na het

bouwverlof de werken zou aanvatten.

Op drie plaatsen werden de sleuven uitgebreid met kijkvensters. Kijkvenster 1 situeerde zich circa 132

meter ten noorden van de Kerkhofstraat en had een grootte van 32 op 27 meter. Kijkvenster 2, met

een oppervlakte van circa 655 m², bevond zich ongeveer 196 meter ten zuiden van de brug in de

Genitsstraat. Het derde en kleinste kijkvenster van circa 300 m² groot, werd 60 meter noordelijker op

het traject aangelegd.

De aanwezige sporen werden, na opschaven, per sleuf genummerd en conform de bijzondere

voorschriften beschreven en gefotografeerd. Na overleg met de erfgoedconsulent van het Agentschap

R-O Vlaanderen Onroerend Erfgoed werd besloten om enkele sporen te couperen om zo een betere

algemene interpretatie te bekomen. Deze coupes werden eveneens gefotografeerd, beschreven en

ingetekend op schaal 1/20. De verschillende vondsten werden per spoor ingezameld en geregistreerd.

Daarnaast werden de sleuven op metaalvondsten gescreend met een metaaldetector.

(11)

Afb.7. Aanleg van de proefsleuven en onderzoek met de metaaldetector

Aangezien het prospectiegebied zich over lange afstand uitstrekt, was het van belang om onmiddellijk

zicht te hebben op de opbouw van de bodems ter hoogte van het tracé. Daarom werden op

regelmatige tussenafstanden op het tracé zes proefputten aangelegd, waarin het bodemprofiel werd

bestudeerd. Dit profiel werd schoongemaakt, gefotografeerd, beschreven en ingetekend op schaal

1:20.

De locatie van de sleuven, kijkvensters en proefputten en de aanwezige sporen werden digitaal

ingemeten door een externe landmeter. Van elk spoor werd de hoogte TAW genoteerd. Op

regelmatige afstanden werden ook de hoogtes van het loopvlak en van het archeologisch vlak

ingemeten.

Bij de uitwerking van het proefsleuvenonderzoek werd een databank opgesteld met een fotolijst,

sporenlijst en vondstenlijst. De veldtekeningen en dagrapporten werden gedigitaliseerd.

(12)

3. Onderzoeksresultaten

3.1 Bodemopbouw

Hoewel het onderzoeksterrein zich toch over een aanzienlijke afstand uitstrekt (circa 3 kilometer), blijft

de bodemopbouw over het hele traject vrij gelijkaardig. De enige grote afwijking troffen we aan in het

zuidoostelijk uiteinde van het traject, waar er onder de huidige bouwvoor een plaggendek tevoorschijn

komt. Elders op het terrein leek er amper bodemvorming te hebben plaatsgevonden: na het

verwijderen van de bouwvoor stuitten we onmiddellijk op de geelbeige moederbodem..

Onder deze geelbeige laag lemig zand, zit een grindlaag vermengd met lichtgrijs, op sommige

plaatsen, zeer grof zand, doorspekt met oranjebruine (roest?)banden. Deze zand-grind aders

dagzomen op verschillende plaatsen in de sleuven. (Afb. 8)

Afb. 8: Zes bodemprofielen die samen (van noord naar zuid) een representatief beeld geven van de bodemopbouw van het onderzoeksterrein.

(13)

3.2 Gaafheid van het terrein

Bij aankomst op het terrein bleek niet het volledige traject archeologie-klaar gemaakt te zijn. De

bomen die zich op het prospectiegebied bevonden werden wel gerooid, maar het houtafval lag nog

steeds in grote stapels verspreid overheen het gehele terrein (Afb. 9). Op vier plaatsen op het traject

waren fietstunnels aangelegd. De aanleg van deze tunnels werd in 2008 reeds door Aron bvba

archeologisch begeleid.

7

Tenslotte was de onteigeningsprocedure van het perceel dat aan de

Genkerbaan grenst bij de aanvang van het onderzoek nog niet geheel rond. Naast het huis zelf,

stonden er op dit terrein nog enkele containers en verschillende hoge zandbergen, afkomstig van het

uitgraven van de fietstunnels. Dit zorgde, samen met de onderbrekingen die in de sleuven

aangebracht dienden te worden omwille van het huidige wegennet, voor een totale onderbroken zone

van zo‟n 800 lopende meter per sleuf.

Afb. 9: De stapels houtafval die over het gehele terrein verspreid lagen zorgden ervoor dat het traject van de sleuven af en toe moest uitwijken of zelfs over enkele tientallen meters onderbroken diende te worden.

3.3 De archeologische sporen

Reeds bij de aanvang van het veldwerk werd al snel duidelijk dat grote delen van het terrein een vrij

intensieve beploeging hebben gekend. Desondanks werd er toch een totaal van 225 archeologische

sporen geregistreerd.

Om de beschrijving van de sporen over een zo omvangrijke afstand overzichtelijker te maken, werd

het gehele traject in van noord naar zuid onderverdeeld in vijf zones (Afb. 10). De sporen worden

hieronder per zone beschreven. In de bijlagen bij dit rapport zijn plannen van de drie kijkvensters met

aanduiding van de sporen terug te vinden.

7

De Winter, N. Archeologische begeleiding van de aanleg van vier fietstunnels in het kader van de geplande

(14)

Afb. 10: Inplantingsplan van het gehele traject van beide sleuven (rood), onderverdeeld in vijf zones en met aanduiding van de drie kijkvensters (blauw).

KV 1

KV 3

KV 2

(15)

3.3.1 Zone 1

Zone één omvat het gedeelte van de omleidingsweg tussen de Weg Op Bree en de Wijshagerkiezel.

Hier splitst de weg in twee: één deel (sleuf 1a en 2a) buigt af naar het westen terwijl het tweede deel

(sleuf 1b en 2b) verder loopt in noordelijke richting.

In deze zone zijn slechts zeven verschillende sporen

vastgesteld. Vijf ervan zijn greppels, de overige twee (S

2.84 en S 1.48) zijn sporen van natuurlijke aard.

In het westelijke deel van het tracé zijn in sleuf 2a vijf

greppels aanwezig

8

, waarvan er vier doorlopen in sleuf 1a

9

De greppels S 2.85, S 2.86, S 2.87 en S 2.88 liggen

telkens op een afstand ongeveer negen meter uit elkaar en

zijn alle vier op dezelfde manier georiënteerd, namelijk

noordoost-zuidwest. (Afb. 11) Uit geen enkele van deze

greppels kon archeologisch materiaal gerecupereerd

worden. Het evenwijdig verloop en de vrij kleine

tussenafstand van deze greppels doen vermoeden dat het

hier afwateringsgreppels betreft. De vijfde greppel S 2.89/S

1.52 daarentegen heeft een noord-zuid verloop. Hij valt

samen met huidige perceelsgrens en is hier dus een

restant van.

In de oostelijke afsplitsing is slechts één spoor

aangetroffen (S 1.48). Verder onderzoek wees uit dat het

hier een boomkuil betreft.

Tussen de twee sleuven van dit oostelijk gedeelte werd

een bodemkundige proefput aangelegd (Proefput 3).

Afb. 11: S 2.86, een gedeelte van één van de vier greppels die in het westelijk deel van Zone 1 in beide sleuven werden aangetroffen.

3.3.2 Zone 2

Zone 2 strekt zich uit van de Wijshagerkiezel in het noorden tot aan de Genitsstraat in het zuiden. De

eerste 315 meter van het traject loopt doorheen een naaldbos. Kort voor de aanvang van het

archeologisch onderzoek werd een deel van dit bos gerooid. Het archeologisch vlak van de sleuven is

in deze zone dus zwaar verstoord door boomkuilen. Sporen van archeologische aard werden hier niet

waargenomen. De rest van het traject loopt doorheen voormalig akkerland. Zoals reeds eerder

vermeld waren de sporen van intensieve beploeging op deze plaats erg storend. Desondanks werden

op dit stuk van het traject 148 sporen geregistreerd.

Op ongeveer 130 meter ten noorden van de Kerkhofstraat, bevond zich in beide sleuven een cluster

van kleine vage bruinbeige spoortjes. Om een beter zicht te krijgen op de aard en oorsprong van deze

verkleuringen werd er hier een kijkvenster van ca 32 op 27 meter aangelegd (KV1). In het totaal

werden hier 128 van dit soort sporen aangetroffen, allemaal erg op elkaar gelijkend qua kleur en

samenstelling. Het grootste deel hiervan had daarnaast ook ongeveer dezelfde trapeziumachtige tot

driehoekige vorm. In de plaatsing van de spoortjes was er echter geen structuur herkenbaar. (Afb. 12)

8

S 2.85, S 2.86, S 2.87, S 2.88 en S 2.89

9

(16)

Afb. 12: Overzichtsfoto van het oostelijk gedeelte van kijkvenster 1, met de onregelmatig verspreide bruinbeige vlekjes en twee grotere donkergrijze sporen. Het langwerpige donkergrijze spoor aan de oostelijke rand van het vlak is een perceelsgrens.

Het is mogelijk dat deze vreemde gelijkaardige spoortjes het resultaat zijn van het afsteken van

plaggen (de bovenste voedselrijke laag van de bodem) die in het zuidelijk uiteinde van het traject de

daar aanwezige plaggenbodem vormden. Dit afsteken van heideplaggen gebeurde met behulp van

een grote driehoekige tot trapeziumvormige plagschop, wat een verklaring zou leveren voor de

gelijkaardige vorm van de vage spoortjes. Op deze plekken werden de plaggen dan iets te diep tot in

de onderliggende moederbodem afgestoken.

De doorsnede van een

dergelijk spoortje (S 2.37,

Afb. 13) lijkt deze theorie

te

ondersteunen;

het

spoor is slechts 10 cm

diep en de onderkant

vertoont een komvormig

verloop.

Een andere mogelijkheid

is dat het hier gaat om

plantkuilen. Deze sporen

zijn hoe dan ook van

antropogene aard, gezien

hun scherpe aflijning.

Afb. 13: Doorsnede van één van de kleine bruinbeige spoortjes uit kijkvenster 1.

(17)

Daarnaast werden ook nog zes grijze kuilen met een donkere kern aangetroffen

10

. Deze konden

ongeveer tot twee evenwijdige lijnen van telkens drie kuilen teruggebracht worden, hoewel deze

uitlijning niet precies genoeg was om ze te interpreteren als deel van een huisplattegrond. Bovendien

is de tussenafstand tussen twee opeenvolgende kuilen hiervoor ook veel te groot.

Om zeker te zijn over de aard van deze donkere sporen werden er drie van de zes gecoupeerd (S 1.8,

S 2.11 en s 2.14). Er werden geen vondsten aangetroffen. De enige conclusie die we uit het couperen

van de konden trekken was dat het hier wel degelijk gegraven kuilen betreft, maar dat deze

vermoedelijk een restant zijn van beplanting op het terrein (Afb. 14).

Afb. 14: Eén van de zes grijze kuilen met een donkere kern (S 2.11), gefotografeerd in het vlak (links) en in de coupe (rechts).

In het zuidelijk uiteinde van sleuf 2 kwamen vier ronde tot rechthoekige sporen aan het licht, maar bij

het couperen van S 2.18 werd algauw duidelijk dat deze sporen een natuurlijke oorsprong hadden.

In deze zone werden twee bodemkundige proefputten aangelegd, Proefput 1 en Proefput 2.

3.3.3 Zone 3

Zone 3 situeert zich tussen de Genitsstraat en een zandwegje dat vanaf de Genitsstraat in het

verlengde van de Bosstraat in zuidelijke richting loopt. Bij de aanleg van de sleuven kwamen hier in dit

gedeelte 12 sporen aan het licht, geclusterd in twee groepen. De eerste groep lag ongeveer 150

meter ten zuiden van de brug in de Genitsstraat, terwijl groep twee zich een 100 meter verderop naar

het zuidwesten situeerde.

Aangezien het hier om sporen ging die eerder van

menselijke aard leken, werd er besloten om rondom elke

cluster een kijkvenster aan te leggen, om op die manier

plattegronden op het spoor te komen. Eerst werd de

bouwvoor van de strook tussen de twee sleuven rondom

de meest zuidelijke groep afgegraven. Dit resulteerde in

een kijkvenster van circa 480 m² (KV 2) waarin, ondanks

de slechte leesbaarheid van het vlak ten gevolge van de

overvloedige aanwezigheid van grind in de bodem, 12

nieuwe sporen aan het licht kwamen.

Afb. 15: S 1.62, donkergrijs houtskoolrijk spoor in kijkvenster 2.

Twee daarvan (S 1.62 en S 1.67) verschillen van de andere in grootte en vulling (Afb. 15). In plaats

van de bruingrijs gevlekte sporen met een compactere vulling zonder al te veel houtskoolbijmenging,

zijn deze sporen groter, donkerder en bevatten ze veel tot zeer veel houtskool spikkels en fragmenten.

Spoor S 1.23, dat reeds in de sleuven geregistreerd was, behoort eveneens tot deze groep.

10

(18)

De overige tien sporen in het kijkvenster werden in eerste instantie, samen met al de sporen uit de

sleuven in deze zone, geïnterpreteerd als mogelijke paalkuilen. Omdat het er even op leek dat een

deel van de sporen zich in quasi twee evenwijdige rijen bevonden werd het kijkvenster verder

uitgebreid in noordelijke en zuidelijke richting om meer van deze kuilen op te sporen. In de

uitbreidingen werden er echter geen meer aangetroffen. Verder konden ook de andere sporen niet

met deze mogelijke structuur in verband worden gebracht en bovendien was de ruimte tussen twee

opeenvolgende kuilen net als in zone 2 te groot voor een gebouwplattegrond.

Om niets aan het toeval over te

laten werden er enkele van deze

kuilen gecoupeerd. Hoewel de

sporen niet erg diep bewaard

waren, kon er uit S 1.24 wel een

handgevormde

IJzertijdscherf

ingezameld worden (V4).

Waarschijnlijk bleef van deze

sporen,

door

de

intensieve

beploeging van het perceel, enkel

nog de onderkant bewaard, wat

eveneens een mogelijke verklaring

voor de afwezigheid van de

paalkernen kan zijn.

Afb. 16: Coupe van S 1.24, het vlagje duidt de locatie van de scherf handgevormd aardewerk aan.

Kijkvenster 3 tenslotte, werd ongeveer 30 meter noordelijker aangelegd rondom de tweede

sporencluster die deze zone rijk was. Naast een erg lange (minstens 180 m), rechtlijnige greppel (S

2.102), werden hier slechts twee mogelijke paalsporen in aangetroffen (S 2.100 en S 2.101), qua kleur

en vorm gelijkaardig aan de sporen uit kijkvenster 2. Zowel bij de aanleg van het vlak, als bij het

couperen van het spoor, werden uit S 2.100 enkele aardewerkscherven uit de IJzertijd ingezameld (V2

en V5). Helaas werden geen andere sporen aangetroffen die met deze kuilen in verband konden

gebracht worden.

De greppel kon later op basis van het kadasterplan geïnterpreteerd worden als een (sub)recente

perceleringsgreppel.

3.3.4 Zone 4

Zone 4 beslaat het gebied vanaf de bovengenoemde zandweg tot aan de Anjerstraat. Sleuf 2 is in

deze zone over een afstand van ongeveer 100 meter onderbroken. Dit is te wijten aan de nog niet

verwijderde hopen houtafval.

In de eerste 400 meter vanaf de zandweg waren in de sleuven amper sporen te onderscheiden. Dit

gedeelte van het traject liep doorheen zwaar beploegd akkerland, waardoor er tussen de talrijke

ploegsporen slechts een zestal andersoortige verkleuringen opdoken

11

. Van deze sporen kan enkel S

1.29 met enige zekerheid als archeologisch spoor geduid worden, de rest lijkt eerder van natuurlijke

aard te zijn.

De zuidelijke 200 meter daarentegen vertoonde wel meer tekenen van menselijke activiteit. Dit perceel

is veel minder verstoord door recente landbouwactiviteiten. Ook hier verschenen weer kleine vage

spoortjes in allerlei vormen, opnieuw in combinatie met grotere grijze sporen met een donkergrijze tot

zwarte kern

12

. Hoe deze donkere sporen juist geïnterpreteerd moeten worden, is niet helemaal

duidelijk. Het couperen van deze sporen kon, mede door het achterblijven van archeologisch

materiaal, ook op deze plaats geen duidelijkheid brengen over de functie van de kuilen. De

interpretatie van boomkuilen (eventueel aangeplant, wat de komvormige coupe verklaart) lijkt de

meest waarschijnlijke.

11 S 1.26, S 1.27, S 1.28, S 1.29, S 2.63 en S 2.64 12 S 1.69, S 1.70, S 2.96 en S 2.98

(19)

S 1.38 is eveneens een grotere donkere kuil, maar van een heel andere aard. De kern is zwart

gekleurd door de zeer sterke aanwezigheid van houtskoolspikkels en -fragmenten. Ook de bruin tot

roodbruine rand rondom de zwarte kern wijst erop dat er verbranding heeft plaatsgevonden in deze

kuil. Ze werd doorsneden door een gevlekte kuil S 1.71.

Helemaal in het zuidelijk uiteinde van sleuf 2 lag een grote rechthoekige kuil met een donkergrijze

rand en een lichtbruingrijze, ronde kern (S 2.65). Ook deze kuil bevatte erg veel houtskool, maar

verder werden geen vondsten aangetroffen.

Afb. 17: Links: de roodbruin verbrande kuil S 1.38, doorsneden door S 2.65. Rechts: de grote rechthoekige kuil S 2.65 met een ronde, iets lichtere kern.

Proefput 4 en Proefput 5 werden respectievelijk in het noordelijke en het zuidelijke uiteinde van deze

zone geplaatst.

3.3.5 Zone 5

Dit laatste gedeelte van het traject tussen de Anjerstraat en de Genkerbaan kon vanwege

onteigeningsperikelen niet volledig geprospecteerd worden. In plaats van de beoogde 480 meter,

hadden de sleuven hier slechts een lengte ongeveer 250 meter. Het is in deze zone dat een

plaggenbodem werd aantroffen, mogelijk opgebouwd met plaggen die meer noordwaarts op het traject

werden afgestoken. Om een duidelijk beeld te krijgen van de hier aanwezige plaggenbodem werd op

het einde van het traject een laatste bodemkundige proefput (Proefput 6) aangelegd.

Het plaggendek werd hier in het verleden reeds zwaar bewerkt waardoor het niet meer de typische

laagjesopbouw vertoonde. Het vlak van de sleuven werd in deze zone aangelegd op de overgang van

het plaggendek naar de moederbodem, om op die manier misschien nog iets te recupereren van het

middeleeuws aardewerk dat gewoonlijk vrij frequent voorkomt in plaggenbodems. Jammer genoeg

konden ook in deze zone geen archeologische vondsten ingezameld worden.

Behalve twee noordwest-zuidoost georiënteerde (sub)recente perceleringsgreppels (S 2.90/1.53 en S

2.91/1.54) en één, op basis van kleur en bijmenging, vrij recent te dateren paalkuil (S 2.92) werden er

hier verder geen sporen aangetroffen.

3.4 De archeologische vondsten

Er werden bij het proefsleuvenonderzoek, tegen alle verwachtingen in, zo goed als geen vondsten

aangetroffen. Enkel uit twee kuilen in kijkvenster 2 en 3 (zone 3) werden enkele scherven aardewerk

ingezameld. Uit spoor 2.100 (KV 3) werden drie scherven van een bodem van een handgevormde pot

ingezameld. Het baksel is roodbruin van kleur en gemagerd met potgruis. In spoor 1.24 werd een rand

van een handgevormde pot met vingerindrukken op de rand aangetoffen. De scherf heeft lichtbruine

buitenzijden en een donkere kern en is licht geglad. Bovenop de rand zijn drie vingerindrukken

aangebracht. De scherf is afkomstig van een zogenaamde Harpstedtpot, die typisch is voor de Vroege

IJzertijd (Afb. 18).

(20)

Afb. 18 Randframent van een Harpstedtpot met vingerindrukken op de rand, in vooraanzicht en in bovenaanzicht.

3.5 Conclusie

In het bouwverlof van 2009 werd door ARON bvba een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het

tracé van de toekomstige Omleidingsweg rond Meeuwen, deelgemeente van Meeuwen-Gruitrode.

Het gebied werd onderzocht door middel van twee parallelle proefsleuven over de volledige lengte van

het traject. Waar dit nodig werd geacht, werden kijkvensters aangelegd. Er werden ook zes

bodemkundige proefputten op het traject uitgegraven, om de bodemopbouw te evalueren.

Er werden in totaal 225 sporen geregistreerd. De meeste van deze sporen zijn wel van antropogene

oorsprong, maar zijn afwaterings- en perceleringsgreppels of kunnen gerelateerd worden aan de

aanwezigheid van beplanting/bomen of zijn restanten van het steken van plaggen.

Slechts twee kuiltjes bevatten archeologische vondsten. Het betreft spoor 2.100 in kijkvenster 3 en

spoor 1.24 in kijkvenster 2. Hoewel rond deze beide sporen een groot vlak werd vrijgelegd, in de hoop

nog meer gelijkende sporen of vondsten aan te treffen of een structuur te herkennen in de plaatsing

van de sporen, bleef dit zonder resultaat. Er konden dan ook geen verdere conclusies getrokken

worden. Waarschijnlijk is het gebied al te intensief bewerkt en zijn andere sporen reeds verploegd.

4. Aanbevelingen

Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek wordt voor het onderzoeksgebied door

ARON bvba geen vervolgonderzoek geadviseerd. Hoewel er een groot aantal sporen zijn

geregistreerd, lijken de meesten van deze sporen archeologisch niet relevant te zijn, maar een restant

te zijn van beplanting, perceleringen, afwatering of het steken van plaggen op de betreffende

percelen.

Slechts in twee kuilen in zone drie (kijkvenster 2 en 3) werden enkele scherven IJzertijdaardewerk

aangetroffen, wat deze zone tot degene met het grootste archeologisch potentieel maakt. Ondanks

het aanleggen van grote kijkvensters rond de sporen in kwestie en maximaal onderzoek van de

omliggende sporen, konden echter geen gelijkaardige sporen gevonden worden en verdere

conclusies getrokken worden. Mogelijk zijn andere aanwezige sporen reeds verploegd. Waarschijnlijk

zal er uit het nog verder openleggen van deze kijkvensters dan ook geen verdere informatie kunnen

gedistilleerd worden.

Bovenstaande aanbevelingen dienen echter louter ter advisering van het bevoegd gezag zijnde de

afdeling Onroerend Erfgoed Vlaanderen van het Agentschap Ruimtelijke Ordening. Een definitieve

beslissing tot het al of niet uitvoeren van een vervolgonderzoek ligt dan ook bij dit bevoegd gezag.

(21)

Bijlage 1:

(22)

Projectcode: MG-09-OM

Opdrachtgever: NVKumpen Paalsteenstraat 36 3500 Hasselt

Opdrachtgevende overheid: Agentschap RO-Vlaanderen - Afdeling Onroerend Erfgoed Dossiernummer vergunning: 2009/208/09-15655

Vergunninghouder: SenicaKarolien

Aard van het onderzoek: Prospectie met ingreep in de bodem

Begin vergunning: 13/07/2009

Einde vergunning: Einde der werken

Provincie: Limburg

Gemeente: Meeuwen-Gruitrode

Deelgemeente: Meeuwen

Adres: Omleidingsweg (aangelegd tussen Genkerbaan en Weg op Bree)

Kadastrale gegevens: 879E, 883N, 883S, 883R, 893A, 893B, 894B, 891D, 891E, 890C, 884B, 887, 914, 889A, 915, 994B, 995, 1004, 1002, 1005C, 1006C, 1007C, 1012A, 1020A, 1013M, 1013N, 1013V, 1016A, 1013T, 1013S, 1014C, 1014D, 1053K, 1061L2, 1061D2, 1062W, 1062V, 1062P, 1062Y, 1062X, 1059W5, 1063T, 1064P4, 1064R4, 1064Y2, 1064Z2, 1064Y4, 1064K2, 1064G2, 1064A3,

1064X4, 1071F, 1071G, 1069E, 1064B5, 1064G3, 1064H3, 1064V3

Coördinaten: X : 232268.34 Y: 199815.71

Totale oppervlakte: ca. 9 ha

Te onderzoeken: 12 %

Bodem: Scf(t), Sbf (t) en Sbmt

Archeologisch depot: Provinciaal Gallo-Romeins Museum Kielenstraat 15

(23)

Bijlage 2:

(24)

Afkortingen

Kleur

Blauw

BL

Bruin

BR

Donker (kleur)

DO

Geel

GE

Gevlekt

VL

Grijs

GR

Groen

GRO

Leemkleurig

LE

Licht (kleur)

LI

Mergelkleur

ME

Oranje

OR

Paars

PA

Roest(kleurig)

ROE

Rood

RO

Wit

WI

Zwart

ZW

Samenstelling

Baksteen

Ba

Breuksteen

Bs

Grind

Gr

Hout

Ho

Houtskool

Hk

Kalk

Ka

Kalksteen

Ks

Kei

Kiezel

Kz

Klei

Kl

Leem

Le

Leisteen

Lei

Mergel

Me

Moederbodem

Moe

Mortel

Mo

Natuursteen

Ns

Dakpan

Dp

Silex

Si

Slak

Sl

Steenkool

Sk

Verbrand

Vb

Zand

Za

Zandsteen

Zs

Zavel

Zv

IJzeroxide

Fe

Fosfaat (groene band)

Ff

Mangaan

Mn

Hoeveelheid

Periodes

Materiaalcategorie

Aardewerk

Zeer weinig

zw

Weinig

w

Matig

m

Veel

v

Zeer veel

zv

Bronstijd

BRONS

- Vroege Bronstijd

BRONSV

- Midden Bronstijd

BRONSM

- Late Bronstijd

BRONSL

IJzertijd

IJZ

- Vroege IJzertijd

IJZV

- Midden IJzertijd

IJZM

- Late IJzertijd

IJZL

Romeins

ROM

- Vroeg Romeins

ROMV

- Midden Romeins

ROMM

- Laat Romeins

ROML

Middeleeuwen

MID

- Vroege Middeleeuwen

MIDV

- Volle Middeleeuwen

MIDH

- Late Middeleeuwen

MIDL

- Post Middeleeuwen

MIDP

Glas

GL

Keramiek

AW

Metaal

MET

Mortel

MOR

Organisch

ORG

Pleisterwerk

PLW

Terracotta

TC

Steen

ST

Dikwandig (ROM)

DIKW

Dikwandig amfoor (ROM)

DIKW-A

Dikwandig dolium (ROM)

DIKW-D

Dikwandig wrijfschaal (ROM)

DIKW-W

Gebronsd (ROM)

GEB

Geglazuurd (MID)

+ GL

Geverfd (ROM)

VERF

Gladwandig (ROM)

GLAD

Grijsbakkend (MID)

GRIJS

Handgevormd

HGV

Kurkwaar

KU

Roodbakkend (MID)

ROOD

Ruwwandig (ROM)

RUW

Steengoed (MID)

STG

Terra nigra (ROM)

TN

Terra rubra (ROM)

TR

Terra sigillata (ROM)

TS

Waaslands (ROM)

WGR

Waaslands rood (ROM)

WRD

(25)

Bijlage 3:

Fotolijst

(26)

MG-09-OM Fotolijst deel 1 1

0002 Overzicht 1 Sleuf 1 sectie 1 N

0003 Overzicht 1 Sleuf 1 sectie 1 Z

0017 Werkfoto / / /

0018 Werkfoto / / /

0019 Werkfoto / / /

0020 Werkfoto / / /

0021 Werkfoto / / /

0044 Detail 1 S 1.2 O

(27)

0063 Detail 1 S 1.3 W 0064 Detail 1 S 1.3 W 0065 Detail 1 S 1.3 W 0066 Detail 1 S 1.3 W 0067 Overzicht 1 Ploegsporen Z 0068 Overzicht 1 Ploegsporen Z

0075 Detail 1 S 1.4 O 0076 Detail 1 S 1.4 O 0077 Detail 1 S 1.5 O 0078 Detail 1 S 1.5 O 0079 Detail 1 S 1.6 Z 0080 Detail 1 S 1.6 Z 0081 Detail 1 S 1.7 ZO 0082 Detail 1 S 1.7 ZO 0083 Detail 1 S 1.8 W 0084 Detail 1 S 1.8 W 0085 Detail 1 S 1.8 W 0086 Detail 1 S 1.9 ZO 0087 Detail 1 S 1.9 ZO 0088 Detail 1 S 1.10 Z 0089 Detail 1 S 1.10 Z 0090 Detail 1 S 1.11 Z 0091 Detail 1 S 1.11 Z 0092 Detail 1 S 1.12 ZO 0093 Detail 1 S 1.12 ZO

(28)

0106 Detail 1 S 1.13 ZZO 0107 Detail 1 S 1.13 ZZO 0108 Detail 1 S 1.14 O 0109 Detail 1 S 1.14 O 0110 Detail 1 S 1.15 W 0111 Detail 1 S 1.15 W

0128 Detail 2 S 2.1 O 0129 Detail 2 S 2.1 O 0130 Detail 2 S 2.2 ZW 0131 Detail 2 S 2.2 ZW 0132 Detail 2 S 2.2 W 0133 Detail 2 S 2.2 W 0134 Detail 2 S 2.3 W 0135 Detail 2 S 2.3 W 0136 Detail 2 S 1.2 in sleuf 2 ZO 0137 Detail 2 S 1.2 in sleuf 2 ZO 0138 Detail 2 S 1.2 in sleuf 2 NW 0139 Detail 2 S 1.2 in sleuf 2 NW

(29)

0158 Detail 2 S 2.4 NW

0159 Detail 2 S 2.4 NW

0160 Detail 2 S 2.5 O

0161 Detail 2 S 2.5 O

0184 Detail 2 S 2.5 ZZW 0185 Detail 2 S 2.5 ZZW 0186 Detail 2 S 2.6 en S 2.7 OZO 0187 Detail 2 S 2.6 en S 2.7 OZO 0188 Detail 2 S 2.8 NW 0189 Detail 2 S 2.8 NW 0190 Detail 2 S 2.9 NNW 0191 Detail 2 S 2.9 NNW 0192 Detail 2 S 2.10 ZO 0193 Detail 2 S 2.10 ZO 0194 Detail 2 S 2.11 Z 0195 Detail 2 S 2.11 Z 0196 Detail 2 S 2.12 ZO

(30)

MG-09-OM Fotolijst deel 1 5 0198 Detail 2 S 2.13 NW 0199 Detail 2 S 2.13 NW 0200 Detail 2 S 2.14 W 0201 Detail 2 S 2.14 W 0202 Detail 2 S 2.15 ZO 0203 Detail 2 S 2.15 ZO 0204 Detail 1 S 1.16 Z 0205 Detail 1 S 1.16 Z 0206 Detail 1 S 1.17 Z 0207 Detail 1 S 1.17 Z 0208 Detail 1 S 1.18 Z 0209 Detail 1 S 1.18 Z 0210 Detail 1 S 1. 19 Z 0211 Detail 1 S 1. 19 Z

0220 Detail 2 S 2.16 ZO 0221 Detail 2 S 2.16 ZO 0222 Detail 2 S 2.17 Z 0223 Detail 2 S 2.17 Z 0224 Detail 2 S 2.18 Z 0225 Detail 2 S 2.18 Z 0226 Detail 2 S 2.19 Z 0227 Detail 2 S 2.19 Z 0228 Detail 2 S 2.20 Z 0229 Detail 2 S 2.20 Z

0230 Profiel / Profiel proefput 1 N

0231 Profiel / Profiel proefput 1 N

0240 Overzicht / Overzichtsfoto terrein Z

0241 Werkfoto / Aanleg kijkvenster 1 ZO

0242 Werkfoto / Aanleg kijkvenster 1 N

0243 Overzicht / Overzichtsfoto terrein Z

0244 Overzicht / Overzichtsfoto terrein ZO

(31)

0247 Werkfoto / Aanleg kijkvenster 1 N

0248 Overzicht K1 Kijkvenster 1 Z 0249 Overzicht K1 Kijkvenster 1 ZW 0250 Overzicht K1 Kijkvenster 1 Z 0251 Coupe 2 Coupe S 2.14 O 0252 Coupe 2 Coupe S 2.14 O 0253 Coupe 2 Coupe S 2.14 O 0254 Coupe K1 Coupe S 2.37 N 0255 Coupe K1 Coupe S 2.37 N 0256 Detail K1 S 2.24 Z 0257 Detail K1 S 2.24 Z 0258 Detail K1 S 2.25 ZZW 0259 Detail K1 S 2.25 ZZW 0260 Coupe 2 Coupe S 2.11 O 0261 Coupe 2 Coupe S 2.11 O 0262 Coupe 2 Coupe S 2.11 O 0263 Detail K1 S 2.50 NW 0264 Detail K1 S 2.50 NW 0265 Detail K1 S 2.26 ZW 0266 Detail K1 S 2.26 ZW 0267 Detail K1 S 2.51 N 0268 Detail K1 S 2.51 N 0269 Detail K1 S 2.34 O 0270 Detail K1 S 2.34 O 0271 Detail K1 S 2.53 Z 0272 Detail K1 S 2.53 Z 0273 Coupe 1 Coupe S 1.8 O 0274 Coupe 1 Coupe S 1.8 O 0275 Coupe 1 Coupe S 1.8 O 0276 Coupe 1 Coupe S 1.8 O 0277 Detail K1 S 2.54 WNW 0278 Detail K1 S 2.54 WNW 0279 Detail K1 S 2.55 WNW 0280 Detail K1 S 2.55 WNW 0281 Detail K1 S 2.56 Z 0282 Detail K1 S 2.56 Z 0283 Detail K1 S 2.57 Z 0284 Detail K1 S 2.57 Z 0285 Detail K1 S 2.58 Z 0286 Detail K1 S 2.58 Z 0287 Detail K1 S 2.39 ZZO 0288 Detail K1 S 2.39 ZZO 0289 Detail K1 S 2.38 N 0290 Detail K1 S 2.38 N 0291 Detail K1 S 2.37 ZZO 0292 Detail K1 S 2.37 ZZO 0293 Detail K1 S 2.40 W 0294 Detail K1 S 2.40 W

(32)

MG-09-OM Fotolijst deel 1 7 0296 Detail K1 S 2.30 ZZO 0297 Detail K1 S 2.31 NW 0298 Detail K1 S 2.31 NW 0299 Detail K1 S 2.35 NW 0300 Detail K1 S 2.35 NW 0301 Detail K1 S 2.32 N 0302 Detail K1 S 2.32 N 0303 Detail K1 S 2.41 N 0304 Detail K1 S 2.41 N 0305 Detail K1 S 2.42 Z 0306 Detail K1 S 2.42 Z 0307 Detail K1 S 2.12 ZZO 0308 Detail K1 S 2.12 ZZO 0309 Detail K1 S 2.22 Z 0310 Detail K1 S 2.22 Z 0311 Detail K1 S 2.43 Z 0312 Detail K1 S 2.43 Z 0313 Detail K1 S 2.44 ZZO 0314 Detail K1 S 2.44 ZZO 0315 Detail K1 S 2.45 ZO 0316 Detail K1 S 2.45 ZO 0317 Detail K1 S 2.29 ZZO 0318 Detail K1 S 2.29 ZZO 0319 Detail K1 S 2.46 Z 0320 Detail K1 S 2.46 Z 0321 Detail 2 S 2.13 W 0322 Detail 2 S 2.13 W 0323 Detail K1 S 2.48 NNO 0324 Detail K1 S 2.48 NNO 0325 Detail K1 S 2.23 Z 0326 Detail K1 S 2.23 Z 0327 Detail K1 S 2.47 ZO 0328 Detail K1 S 2.47 ZO 0329 Detail K1 S 2.52 ZO 0330 Detail K1 S 2.52 ZO 0331 Detail K1 S 2.49 ZO 0332 Detail K1 S 2.49 ZO 0333 Detail K1 S 2.33 Z 0334 Detail K1 S 2.33 Z 0335 Detail K1 S 2.27 Z 0336 Detail K1 S 2.27 Z 0337 Detail 2 S 2.15 ZO 0338 Detail 2 S 2.15 ZO 0339 Detail K1 S 2.28 ZZO 0340 Detail K1 S 2.28 ZZO

(33)

MG-09-OM fotolijst deel 2 8 0002 Detail 2 S 2.60 ZO 0003 Detail 2 S 2.61 NW 0004 Detail 2 S 2.61 NW 0005 Detail 2 S 2.62 NW 0006 Detail 2 S 2.62 NW 0007 Detail 1 S 1.20 N 0008 Detail 1 S 1.20 N 0009 Detail 1 S 1.21 W 0010 Detail 1 S 1.21 W 0011 Detail 1 S 1.22 W 0012 Detail 1 S 1.22 W 0013 Detail 1 S 1.23 NW 0014 Detail 1 S 1.23 NW 0015 Detail 1 S 1.24 W 0016 Detail 1 S 1.24 W 0017 Detail 1 S 1.25 ZW 0018 Detail 1 S 1.25 ZW 0019 Detail 2 S 2.63 ZO 0020 Detail 2 S 2.63 ZO 0021 Detail 2 S 2.64 N 0022 Detail 2 S 2.64 N 0023 Detail 1 S 1.26 N 0024 Detail 1 S 1.26 N 0025 Detail 1 S 1.27 N 0026 Detail 1 S 1.27 N 0027 Detail 1 S 1.28 Z 0028 Detail 1 S 1.28 Z 0029 Detail 1 S 1.29 O 0030 Detail 1 S 1.29 O 0031 Detail 1 S 1.30 N 0032 Detail 1 S 1.30 N 0033 Detail 1 S 1.31 O 0034 Detail 1 S 1.31 O 0035 Detail 1 S 1.32 ZO 0036 Detail 1 S 1.32 ZO 0037 Detail 1 S 1.33 N 0038 Detail 1 S 1.33 N 0039 Detail 1 S 1.34 W 0040 Detail 1 S 1.34 W 0041 Detail 1 S 1.35 N 0042 Detail 1 S 1.35 N

(34)

MG-09-OM fotolijst deel 2 9

0069 Detail 1 S 1.36 ZW 0070 Detail 1 S 1.36 ZW 0071 Detail 1 S 1.37 W 0072 Detail 1 S 1.37 W 0073 Detail 1 S 1.38 NW 0074 Detail 1 S 1.38 NW 0075 Detail 1 S 1.39 ZW 0076 Detail 1 S 1.39 ZW 0077 Detail 1 S 1.40 NW 0078 Detail 1 S 1.40 NW 0079 Detail 1 S 1.41 Z 0080 Detail 1 S 1.41 Z 0081 Detail 1 S 1.42 Z 0082 Detail 1 S 1.42 Z 0083 Detail 1 S 1.43 Z 0084 Detail 1 S 1.43 Z 0085 Detail 1 S 1.44 ZW 0086 Detail 1 S 1.44 ZW 0087 Detail 1 S 1.45 ZO 0088 Detail 1 S 1.45 ZO 0089 Detail 1 S 1.46 ZW 0090 Detail 1 S 1.46 ZW 0091 Detail 1 S 1.47 Z 0092 Detail 1 S 1.47 Z 0093 Detail 2 S 2.65 O 0094 Detail 2 S 2.65 O 0095 Detail 2 S 2.66 Z 0096 Detail 2 S 2.66 Z 0097 Detail 2 S 2.67 Z 0098 Detail 2 S 2.67 Z

(35)

MG-09-OM fotolijst deel 2 10 0100 Detail 2 S 2.68 ZO 0101 Detail 2 S 2.69 ZO 0102 Detail 2 S 2.69 ZO 0103 Detail 2 S 2.70 Z 0104 Detail 2 S 2.70 Z 0105 Detail 2 S 2.71 ZO 0106 Detail 2 S 2.71 ZO 0107 Detail 2 S 2.72 ZO 0108 Detail 2 S 2.72 ZO 0109 Detail 2 S 2.73 ZO 0110 Detail 2 S 2.73 ZO 0111 Detail 2 S 2.74 ZO 0112 Detail 2 S 2.74 ZO 0113 Detail 2 S 2.75 NO 0114 Detail 2 S 2.75 NO 0115 Detail 2 S 2.76 Z 0116 Detail 2 S 2.76 Z 0117 Detail 2 S 2.77 Z 0118 Detail 2 S 2.77 Z 0119 Detail 2 S 2.78 ZO 0120 Detail 2 S 2.78 ZO 0121 Detail 2 S 2.79 ZO 0122 Detail 2 S 2.79 ZO 0123 Detail 2 S 2.80 ZO 0124 Detail 2 S 2.80 ZO 0125 Detail 2 S 2.81 NW 0126 Detail 2 S 2.81 NW 0127 Detail 2 S 2.82 Z 0128 Detail 2 S 2.82 Z 0129 Detail 2 S 2.83 ZO 0130 Detail 2 S 2.83 ZO 0131 Detail 1 S 1.48 W 0132 Detail 1 S 1.48 W 0133 Overzicht 1 Sleuf 1b Z 0134 Overzicht 1 Sleuf 1b Z 0135 Overzicht 1 Sleuf 1b N 0136 Overzicht 1 Sleuf 1b N 0137 Overzicht 2 Sleuf 2b N 0138 Overzicht 2 Sleuf 2b N 0139 Overzicht 2 Sleuf 2b Z 0140 Overzicht 2 Sleuf 2b Z 0141 Overzicht 2 Sleuf 2a ZO 0142 Overzicht 2 Sleuf 2a ZO 0143 Overzicht 2 Sleuf 2a NW 0144 Overzicht 2 Sleuf 2a NW 0145 Overzicht 1 Sleuf 1a NW 0146 Overzicht 1 Sleuf 1a NW 0147 Overzicht 1 Sleuf 1a ZO

(36)

0149 Detail 2 S 2.84 NW

0150 Detail 2 S 2.84 NW

0151 Detail 2 Recent spoor van de bak van een graafmachine O

0152 Detail 2 S 2.85 ZO 0153 Detail 2 S 2.85 ZO 0154 Detail 2 S 2.85 ZO 0155 Detail 2 S 2.86 ZO 0156 Detail 2 S 2.86 ZO 0157 Detail 2 S 2.86 ZO 0158 Detail 2 S 2.87 ZO 0159 Detail 2 S 2.87 ZO 0160 Detail 2 S 2.87 ZO 0161 Detail 2 S 2.88 ZO 0162 Detail 2 S 2.88 ZO 0163 Detail 2 S 2.88 ZO 0164 Detail 1 S 1.49 ZO 0165 Detail 1 S 1.49 ZO 0166 Detail 1 S 1.49 ZO 0167 Detail 1 S 1.50 ZO 0168 Detail 1 S 1.50 ZO 0169 Detail 1 S 1.50 ZO 0170 Detail 1 S 1.51 ZO 0171 Detail 1 S 1.51 ZO 0172 Detail 1 S 1.51 ZO 0173 Detail 1 S 1.52 NO 0174 Detail 1 S 1.52 NO 0175 Detail 1 S 1.52 NO 0176 Detail 1 S 2.89 NO 0177 Detail 1 S 2.89 NO 0178 Detail 1 S 2.89 NO 0179 Detail 2 S 2.90 NW 0180 Detail 2 S 2.90 NW 0181 Detail 2 S 2.90 NW 0182 Detail 2 S 2.91, S 2.92 NW 0183 Detail 2 S 2.91, S 2.92 NW 0184 Detail 2 S 2.91, S 2.92 NO 0185 Detail 1 S 1.53 ZO 0186 Detail 1 S 1.53 ZO 0187 Detail 1 S 1.53 NO 0188 Detail 1 S 1.54 ZO 0189 Detail 1 S 1.54 ZO 0190 Detail 1 S 1.54 ZO

(37)

0198 Overzicht 2 Sleuf 2 sectie 22 NO

0199 Overzicht 2 Sleuf 2 sectie 22 ZW

0205 Detail 2 S 2.93 NO

0206 Detail 2 S 2.93 NO

0212 Profiel / Profiel proefput 2 /

0218 Detail K2 S 1.55 Z 0219 Detail K2 S 1.55 Z 0220 Detail K2 S 1.56 ZO 0221 Detail K2 S 1.56 ZO 0222 Detail K2 S 1.57 ZO 0223 Detail K2 S 1.57 ZO 0224 Detail K2 S 1.58 ZO 0225 Detail K2 S 1.58 ZO 0226 Detail K2 S 1.60 Z 0227 Detail K2 S 1.60 Z 0228 Detail 1 S 1.59 ZO 0229 Detail 1 S 1.59 ZO 0230 Detail K2 S 1.61 ZO 0231 Detail K2 S 1.61 ZO 0232 Detail K2 S 1.62 ZO 0233 Detail K2 S 1.62 ZO 0234 Detail K2 S 1.63 ZO 0235 Detail K2 S 1.63 ZO

0236 Overzicht K2 Kijkvenster 2 vanuit kraan O

0240 Detail K2 S 1.64 NW 0241 Detail K2 S 1.64 NW 0242 Detail K2 S 1.65 W 0243 Detail K2 S 1.65 W 0244 Detail K2 S 1.66 NW 0245 Detail K2 S 1.66 NW 0246 Detail K2 S 1.67 NO 0247 Detail K2 S 1.67 NO 0248 Detail 2 S 2.95 NW 0249 Detail 2 S 2.95 NW 0250 Detail 2 S 2.94 NW

(38)

0260 Werkfoto / Sleuf 1 en 2 ZW

0261 Werkfoto / Sleuf 1 en 2 ZW

0272 Detail 1 S 1.68 NO 0273 Detail 1 S 1.68 NO 0274 Detail 1 S 1.69 ZO 0275 Detail 1 S 1.69 ZO 0276 Detail 1 S 1.70 O 0277 Detail 1 S 1.70 O 0278 Detail 2 S 2.96 O 0279 Detail 2 S 2.96 O 0280 Detail 2 S 2.97 N 0281 Detail 2 S 2.97 N 0282 Detail 2 S 2.98 O 0283 Detail 2 S 2.98 O 0284 Detail 2 S 2.99 ZW 0285 Detail 2 S 2.99 ZW 0286 Overzicht 2 S 2.100, S 2.101, S 2.60 NW 0287 Overzicht 2 S 2.100, S 2.101, S 2.60 NW 0288 Detail 2 S 2.100 NW 0289 Detail 2 S 2.100 NW 0290 Detail 2 S 2.101 W 0291 Detail 2 S 2.101 W

(39)

0301 Coupe / Coupe S 2.102 (gracht) Z

0304 Overzicht 2 S 2.102 (gracht) Z

0307 Overzicht 2 S 2.102 (gracht) N

0308 Werkfoto / Aanleg dwarssleuven /

0311 Detail K1 S 2.104 Z 0312 Detail K1 S 2.104 Z 0313 Detail K1 S 2.105 ZO 0314 Detail K1 S 2.105 ZO 0315 Detail K1 S 2.106 ZO 0316 Detail K1 S 2.106 ZO 0317 Detail K1 S 2.107 ZO 0318 Detail K1 S 2.107 ZO 0319 Detail K1 S 2.108 ZO 0320 Detail K1 S 2.108 ZO 0321 Detail K1 S 2.109 ZO 0322 Detail K1 S 2.109 ZO 0323 Detail K1 S 2.110 ZW 0324 Detail K1 S 2.110 ZW 0325 Detail K1 S 2.111 ZO 0326 Detail K1 S 2.111 ZO 0327 Detail K1 S 2.112 Z 0328 Detail K1 S 2.112 Z 0329 Detail K1 S 2.103 Z 0330 Detail K1 S 2.103 Z 0331 Detail K1 S 2.113 Z 0332 Detail K1 S 2.113 Z 0333 Detail K1 S 2.114 Z 0334 Detail K1 S 2.114 Z 0335 Detail K1 S 2.115 ZO 0336 Detail K1 S 2.115 ZO 0337 Detail K1 S 2.116 ZO 0338 Detail K1 S 2.116 ZO 0339 Detail K1 S 2.117 Z 0340 Detail K1 S 2.117 Z 0341 Detail K1 S 2.118 Z 0342 Detail K1 S 2.118 Z 0343 Detail K1 S 2.119 Z 0344 Detail K1 S 2.119 Z 0345 Detail K1 S 2.120 W 0346 Detail K1 S 2.120 W 0347 Detail K1 S 2.121 ZW 0348 Detail K1 S 2.121 ZW

(40)

MG-09-OM fotolijst deel 2 15 0350 Detail K1 S 2.122 NW 0351 Detail K1 S 2.123 N 0352 Detail K1 S 2.123 N 0353 Detail K1 S 2.124 N 0354 Detail K1 S 2.124 N 0355 Detail K1 S 2.125 N 0356 Detail K1 S 2.125 N 0357 Detail K1 S 2.126 NO 0358 Detail K1 S 2.126 NO 0359 Detail K1 S 2.127 O 0360 Detail K1 S 2.127 O 0361 Detail K1 S 2.128 N 0362 Detail K1 S 2.128 N 0363 Detail K1 S 2.129 N 0364 Detail K1 S 2.129 N 0365 Detail K1 S 2.130 NW 0366 Detail K1 S 2.130 NW 0367 Detail K1 S 2.131 N 0368 Detail K1 S 2.131 N 0369 Detail K1 S 2.132 O 0370 Detail K1 S 2.132 O 0371 Detail K1 S 2.133 ZW 0372 Detail K1 S 2.133 ZW 0373 Detail K1 S 2.134 NW 0374 Detail K1 S 2.134 NW 0375 Detail K1 S 2.135 W 0376 Detail K1 S 2.135 W 0377 Detail K1 S 2.136 N 0378 Detail K1 S 2.136 N 0379 Detail K1 S 2.137 N 0380 Detail K1 S 2.137 N 0381 Detail K1 S 2.138 N 0382 Detail K1 S 2.138 N 0383 Detail K1 S 2.139 N 0384 Detail K1 S 2.139 N 0385 Detail K1 S 2.140 N 0386 Detail K1 S 2.140 N 0387 Detail K1 S 2.141 NW 0388 Detail K1 S 2.141 NW 0389 Detail K1 S 2.142 N 0390 Detail K1 S 2.142 N 0391 Detail K1 S 2.143 W 0392 Detail K1 S 2.143 W 0393 Detail K1 S 2.144 N 0394 Detail K1 S 2.144 N 0395 Detail K1 S 2.145 NW 0396 Detail K1 S 2.145 NW 0397 Detail K1 S 2.146 W

(41)

MG-09-OM fotolijst deel 2 16 0399 Detail K1 S 2.147 NW 0400 Detail K1 S 2.147 NW 0401 Detail K1 S 2.148 W 0402 Detail K1 S 2.148 W 0403 Detail K1 S 2.149 Z 0404 Detail K1 S 2.149 Z 0405 Detail K1 S 2.150 NW 0406 Detail K1 S 2.150 NW 0407 Detail K1 S 2.151 N 0408 Detail K1 S 2.151 N 0409 Detail K1 S 2.152 N 0410 Detail K1 S 2.152 N 0411 Detail K1 S 2.153 N 0412 Detail K1 S 2.153 N 0413 Detail K1 S 2.154 ZO 0414 Detail K1 S 2.154 ZO 0415 Detail K1 S 2.155 Z 0416 Detail K1 S 2.155 Z

0419 Overzicht K1 Overzicht kijkvenster 1 Z

0427 Coupe 2 Coupe S 2.98 NW

0430 Coupe 2 Coupe "karrenspoor" Z

0433 Coupe K2 Coupe S 2.99 W 0434 Coupe K2 Coupe S 2.99 W 0435 Coupe K2 Coupe S 2.99 W 0436 Coupe 1 Coupe S 1.24 NW 0437 Coupe 1 Coupe S 1.24 NW 0438 Coupe 1 Coupe S 1.24 NW

0439 Overzicht / Overzichtsfoto's terrein NNO

0440 Overzicht / Overzichtsfoto's terrein NNO

0441 Overzicht / Overzichtsfoto's terrein ZZW

0442 Overzicht / Overzichtsfoto's terrein NO

0443 Overzicht / Overzichtsfoto's terrein NO

0444 Coupe K3 Coupe S 2.100 NO 0445 Coupe K3 Coupe S 2.100 NO 0446 Coupe K3 Coupe S 2.100 NO 0447 Coupe 2 Coupe S 2.18 W 0448 Coupe 2 Coupe S 2.18 W 0449 Coupe 1 Coupe S 1.21 O 0450 Coupe 1 Coupe S 1.21 O 0451 Coupe 1 Coupe S 1.21 O 0452 Coupe 1 Coupe S 1.20 Z 0453 Coupe 1 Coupe S 1.20 Z

(42)

MG-09-OM fotolijst deel 2 17 0455 Coupe 1 Coupe S 1.59 ZO 0456 Coupe K2 Coupe S 1.65 ZW 0457 Coupe K2 Coupe S 1.65 ZW 0458 Coupe 2 Coupe S 2.94 NO 0459 Coupe 2 Coupe S 2.94 NO

(43)