• No results found

Een blauwdruk voor beter dierenwelzijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een blauwdruk voor beter dierenwelzijn"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Niemand betwijfelt dat er aan het wel­ zijn van productiedieren in Nederland nog veel te verbeteren valt, en ook staat vast dat de wettelijke minima geen bevredigende situatie garan­ deren. De opdracht om een wel aan­ vaardbaar welzijnsniveau te bereiken, is dus, zoals dat heet, aan de markt. Dat wil zeggen, aan al diegenen die op een of andere manier met land­ bouwdieren te maken hebben of er­ van profiteren, van producent tot con­ sument en dierenliefhebber.

Om al die mensen en instellingen in staat te stellen om die opdracht waar te maken, is kennis nodig. Ken­ nis van wat dieren van belang vinden, wat voor technische mogelijkheden er zijn, welke kansen en beperkingen de internationale omstandigheden bieden, en hoe de kosten van wel­ zijnsverbeteringen kunnen worden terugverdiend. Even noodzakelijk zijn betrouwbare en inzichtelijke metho­ den waarmee we het welzijn van die­ ren kunnen meten. Om in dat alles te voorzien wordt in opdracht van het Ministerie van LNV in Lelystad al een hele tijd gewerkt aan een dierenwel­ zijnsindex, die per 2008 zijn beslag moet krijgen.

Eigenaar

Dit project gaat om de vraag hoe je zorgt dat zo’n dierenwelzijnsindex zo goed bekend raakt bij de betrokkenen en zoveel draagvlak en vertrouwen krijgt, dat de kennis en de methoden die erin vervat zijn ook werkelijk be­ nut worden. Het uitgangspunt daarbij is dat er een eigenaar moet komen,

afgerond, en het beeld dat oprijst is complex. Niet alleen hebben de ver­ schillende spelers weinig contact met elkaar, ook zijn er tussen de geledin­ gen grote verschillen in opvattingen en omstandigheden, eisen en crite­ ria. Waar de kalfsvleessector bijvoor­ beeld traditioneel sterk gericht is op kwaliteit, en dus zwaar tilt aan langlo­ pende relaties met gerenommeerde partners, draait in de varkenssector alles bijna uitsluitend om de prijs. Men wisselt er dus veel gemakkelij­ ker van leverancier en onderhoudt lossere onderlinge banden, een om­ standigheid die de aandacht voor het welzijn van de dieren beperkt.

Voorkeuren

Andere grote verschillen zien we tus­ sen consumentenorganisaties, die vooral heil zien in het informeren van de consument, en dierenbescher­ mingsorganisaties, die veel directer denken aan voorschriften en direc­ tieven voor producenten en hande­ laren. Supermarkten, zelfstandige Om het welzijn van dieren te verbeteren, moet je

het betrouwbaar kunnen meten. Daarom wordt al een hele tijd gewerkt aan een dierenwelzijnsin-dex, aan de hand waarvan we straks beter kunnen besluiten wat we het beste kunnen doen om het

dierenwelzijn te bevorderen. Maar dat gebeurt al-leen als de betrokken partijen over de index kun-nen beschikken, als ze ermee kunkun-nen omgaan en er voldoende vertrouwen in hebben. De index moet, zoals dat heet, in de markt worden gezet. een bestaande of speciaal op te rich­

ten organisatie die de index beheert en voor allerlei gebruiksvormen ge­ schikt maakt, en die het gebruik er­ van bevordert. Je kunt dan denken aan zoiets als de van overheidswege opgerichte, onafhankelijke Stichting Milieukeur.

Het onderzoek heeft twee speci­ fieke doelstellingen. Als eerste wordt de sociale en economische omge­ ving in kaart gebracht waarbinnen de hierboven bedoelde organisatie moet functioneren: welke partijen een rol spelen, welke rollen zij spelen en wat hun wensen, behoeften en mogelijk­ heden zijn. Dat is deels een kwestie van het verzamelen van gegevens uit alles wat al eerder aan onderzoek gebeurd is, en deels een zaak van gesprekken met mensen uit die om­ geving en vertegenwoordigers van organisaties. Producenten bijvoor­ beeld, maar ook tussenhandelaren, de detailhandel, consumenten en die­ renbeschermers.

Deze fase is inmiddels goeddeels

Een blauwdruk voor beter dierenwelzijn

Kennisflits Dierenwelzijn

LNV programma dierenwelzijn

(2)

winkeliers en groothandelaren heb­ ben ook weer hun eigen voorkeuren, belangen en beperkingen.

Consumenten, ten slotte, willen in het algemeen maar weinig extra be­ talen omwille van het welzijn van die­ ren alleen, zeker als men gemakkelijk kan overstappen op een alternatief.

Voor een ei is er geen voor de hand liggend equivalent, maar te dure bief­ stuk vervangen we gemakkelijk door een karbonaadje. Aankoopbesluiten neemt men bovendien minder ratio­ neel dan wel wordt gedacht. Dat alles bepaalt en beperkt de mogelijkheden tot sturing van het gedrag van consu­

menten, zowel voor retailers als voor voorlichters en dierenbeschermers.

Toch kunnen marktwerking en die­ renwelzijn best samengaan, waarbij de dierenwelzijnsindex handvatten biedt aan makers en verkopers van kwaliteitsproducten. In landen als En­ geland en Zwitserland voeren som­ mige supermarkten al diervriendelijke huismerken die qua prijs liggen tus­ sen het goedkope, merkloze segment en het wat exclusievere kwaliteitsaan­ bod. Ook hier zijn er kansen voor zul­ ke als kwalitatief beter ervaren pro­ ducten, nu de prijzenoorlog wegebt en de economie weer aantrekt. Blauwdruk

De tweede doelstelling is om met be­ hulp van de gevonden gegevens een samenhangend idee te ontwikkelen over hoe de eigenaar­organisatie moet gaan functioneren. In 2007, het tweede jaar van het onderzoek, ligt de nadruk op het ontwikkelen van een visie op waar in deze bonte verza­ meling van vaak tegenstrijdige eisen en belangen de beste kansen en mo­ gelijkheden liggen om de dierenwel­ zijnsindex ingang te doen vinden en effectief te laten zijn. Het eindproduct, de neerslag op papier, zal een blauw­ druk vormen voor de sociale infra­ structuur die nodig is voor een goed functionerende beheersorganisatie van de dierenwelzijnsindex

Wie wat waar

Officiële projecttitel: Verwaarding van de dierenwelzijnsindex.

Contactpersoon: Paul Ingenbleek (LEI­WUR); Celia Steegman­Rodenburg, Annette Kuipers (LNV DL).

Looptijd: 1 januari 2004 t/m 31 december 2007.

Deelnemers: Landbouw Economisch Instituut (LEI­WUR), Leerstoelgroep Marktkunde en consumentengedrag Wageningen Universiteit (2004­2006).

tekst & vormgeving Rik Smits/Peptalks.nl Dit project wordt door LNV gefinancierd uit het onderzoeksprogramma Dierenwelzijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om zeker te zijn dat de huidige resistentietoetsing zinvolle resistente rassen voor de praktijk oplevert, is inzicht in de virulentie van Nederlandse veldpopulaties

De markten die Inco nu bedient zijn grootwinkelbedrijven in de detailhandel en  dan  vooral  drogisterijen,  supermarkten  en  huishoudwinkels.  De 

Using data from Site 2, statistical power was evaluated for LVdP/ dt max under the three different treatment effect profiles, three different time averaging windows, and two di

In the final section, the article moves briefly to consider Obama’s second major African speech to the African Union in 2016 and to what the context of liberal Afro-pessimism

According to the South African Local Government Association (SALGA), the accounting officer is mandated by the National Treasury to develop an effective and efficient supply

Table B.11: Standard deviation of average transepithelial electrical resistance measurements of 0.1% w/w Aloe vera gel material (AVG), crude precipitated polysaccharides

In the light of the above, the South African National Disaster Management Centre (NDMC) commissioned the African Centre for Disaster Studies at North-West University’s

Bij de eieren die we twee weken bewaard hebben, was voor iedere groep zowel de vroeg- als de laat-embryonale sterfte hoger, maar werden er ook meer tweede soort kuikens gevonden..