• No results found

Voor hoeveel natuur is er ruimte in de uiterwaarden?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voor hoeveel natuur is er ruimte in de uiterwaarden?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

34

voor hoeveel

natuur is er ruiMte in

de uiterwaarden?

om de veiligheid tegen overstromingen in het rivierengebied te waarborgen is het belangrijk dat de rivierbedding en de uiterwaarden een goede doorstroomcapaciteit hebben. bij natuur-ontwikkeling kan de afvoercapaciteit van de rivier afnemen omdat begroeiing nu eenmaal stromingsweerstand veroorzaakt.

al in 2007 is uit onderzoek van alterra gebleken dat een verandering van vegetatiebeheer in de uiterwaarden binnen enkele jaren kan leiden tot een groot verlies van doorstroomcapaciteit van het winterbed bij hoogwater. als bijvoorbeeld grasland minder wordt gemaaid, wordt de stromingsweerstand sterk verhoogd.

rijkswaterstaat hanteert voor het berekenen van de afvoercapaciteit van de grote rivieren het handboek Stromingsweerstand in uiterwaarden. hieruit volgen de ontwerp-hoogwaterstanden die gebruikt worden voor het ontwerp van veilige dijken. corresponderen deze uitgangspunten met de werkelijkheid? hoe verhouden ze zich tot andere modellen om stromingsweerstanden te benaderen?

om dit na te gaan heeft alterra – in opdracht van ministerie van economische zaken – onderzoek gedaan naar de stromingsweerstanden die voor natuurlijke vegetaties gelden in de uiterwaarden. in deze studie is gekeken naar de weerstanden van graslanden en ruigtes (ongemaaid grasland). dit zijn namelijk de vegetatiestructuren die achtereenvolgens optreden bij de overgang van agrarisch naar natuurgericht beheer. en via natuurgericht beheer levert nederland een waardevolle bijdrage aan de realisatie van Natura 2000, het europese netwerk van natuurgebieden.

In het kader van het

programma Ruimte

voor de Rivier worden

grote delen van de

uiterwaarden langs

de Rijn en de Maas op

een meer natuurlijke

manier beheerd.

Gemaaid grasland

maakt plaats voor

ruig terrein. Dat

leidt echter ook tot

minder capaciteit

voor doorstroming

bij hoogwater. Wordt

dat laatste effect niet

overschat?

(2)

Water

Wetenschap

nr3 / Maart 2013

toegepaste Wetenschap in de Watersector

35

saMenvatting

in het kader van Ruimte voor de Rivier krijgen grote delen van de voorheen agrarische uiterwaarden van rijn en Maas een meer natuurlijk beheer.

het onderzoek van alterra geeft nader inzicht in de te verwachten ruwheid van deze begroeiing en van de hydraulische effecten hiervan. hieruit blijkt:

• de methodiek die rijkswaterstaat hanteert om de ruwheid van natuurlijk beheerde uiterwaarden te berekenen, leidt stelselmatig tot een lagere door-stroomcapaciteit dan wanneer drie alternatieve berekeningswijzen worden gehanteerd.

• hieruit volgt dat bij natuurlijk beheerde uiterwaar-den de doorstroomcapaciteit van zomer- en winterbed samen tot wel 10 procent hoger zal zijn dan nu op grond van de geldende methoden wordt verondersteld. er is dus in theorie meer ruimte voor natuurontwikkeling dan wordt verondersteld. • het gaat hierbij om rekenmodellen. Metingen

tijdens hoogwater zijn nodig om de beschikbare ruimte voor natuurontwikkeling nader te bepalen. vier concePten

de doorstroomcapaciteit is met behulp van vier concepten uitgewerkt: met de hydraulische ruwheden volgens het handboek van rijkswaterstaat en met drie alternatieve concepten. bij het eerste alternatieve concept wordt de ruwheid van de vegetatie gelijk gesteld aan de vegetatiehoogte. het tweede alternatief veronderstelt dat er geen stroming door de vegetatie plaatsvindt, maar alleen door het open-water-deel. het derde alternatief gaat uit van zogeheten Manning-coëfficiënten uit de internationale literatuur.

de drie alternatieven hebben gemeen dat de berekende ruwheid van de vegetatie (de hoogte van de virtuele ruwheidselementen, waarin de ruwheid wordt uitgedrukt)

nooit groter is dan de hoogte van deze vegetatie. bij de methodiek van rijkswaterstaat is dat anders. bij rotsblokken wordt de hoogte van deze blokken als ruwheid verondersteld, maar bij vegetatie van bijvoorbeeld 0,4 meter hoog blijkt dat er voor de ruwheid uitgegaan wordt van circa 0,84 meter hoge ruwheidselementen. zodoende blijkt dat de methodiek van rijkswaterstaat leidt tot een berekende vegetatieruwheid die groter is dan die volgens de alterna-tieve concepten, met name bij waterdiepten tot circa 2,5 à 3,0 meter.

hierdoor wordt de stromingsweerstand volgens de metho-diek van rijkswaterstaat dus een stuk groter. de afvoer-capaciteit van de uiterwaarden is, berekend met deze methodiek, tussen de 22 en 40 procent lager dan wanneer deze met de andere concepten wordt ingeschat. voor het gehele dwarsprofiel (uiterwaarden en zomerbed) ligt het verschil tussen de 10 en 18 procent.

natuurontwikkeling

deze getallen kunnen enigszins misleidend zijn. de stro-mingsmodellen zijn gebaseerd op het hoogwater van 1995. als de stromingsweerstand van de uiterwaarden nu lager blijkt te zijn, dan zal de weerstand van het zomerbed groter moe-ten zijn. immers, de waterstand waarop gekalibreerd wordt – die van het hoogwater van 1995 – blijft gelijk. desondanks blijkt er voor maatgevend hoogwater (de maximale hoeveel-heid water die veilig tussen de dijken kan worden afgevoerd) over het hele dwarsprofiel van de rivier tussen de bereke-ning volgens de standaarden van rijkswaterstaat en de al-ternatieven een verschil in afvoercapaciteit te bestaan van maximaal 10 procent. hierdoor ontstaat dus – in elk geval in theorie – de mogelijkheid om meer natuurontwikkeling

toe te staan in de uiterwaarden zonder dat onverantwoorde veiligheidsrisico’s worden genomen.

uit deze studie blijkt echter ook dat er nog steeds onzekerheid is over de werkelijke stromingsweerstand van korte vegetaties in de uiterwaarden. Metingen tijdens hoogwater zijn nodig om duidelijkheid te krijgen, zodat de beschikbare ruimte voor natuurontwikkeling beter kan worden bepaald.

erik Querner en bart Makaske

(Alterra)

een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de Qr-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat ik alleen vaststel is dat alle moeite die wij hebben gedaan om die klanten te werven, en ik denk dat dat niet alleen voor ons geldt, maar ook voor kabelaars en voor

Bij een korte integratieperiode, één dag hoge temperatuur bij ‘veel licht’ en één dag lage temperatuur bij ‘weinig licht’, is het grootste effect dat de taklengte afneemt van

Luud Gilissen van Plant Research International over het Allergie Consortium Wageningen en het allergieonderzoek dat bij Wageningen UR loopt en nieuw onderzoek dat gestart wordt

In uw brief van 2 juli 2007 (kenmerk TRCDL/2007/1720) heeft u de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) verzocht om een Plan van Aanpak op te stellen voor het analyseren

Toen hij nog maar net bisschop was geworden, wees Jo- seph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, erop dat het ge- loof in de Tenhemelopneming van Maria voortkomt

Ik wil graag in mijn jaar Koning zijn voor alle kinderen, juist ook de kinderen die op de vlucht zijn en huis en haard achter gelaten hebben.. Ik maakte in Alkmaar kennis met

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het

En ook moeten we vaststellen dat de analyse van Achterhuis niet alleen voor Kosovo gold, maar dat er ook belangrijke parallellen te trekken zijn met de oorlogen die daarna