• No results found

OuderWijzer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OuderWijzer"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OuderWijzer

Bachelor Thesis

Theoretische onderbouwing Adviesrapport Groep: DG_LE15-P8E Projectleden

Joyce van der Peet 500641277 Olivier van de Schilde 500644401 Steven Dekker 500653514 Coach HvA Soemitro Poerbodipoero Opdrachtgever Maria Hoeffnagel Anke Heijsman Project periode 01-09-2015 - 29-01-2016 Aantal woorden 8884

(2)

Inhoud

Aanleiding ... 2 Probleembeschrijving ... 2 Doelstellingen Project ... 2 Aanpak ... 3 Vraagstelling Literatuuronderzoek ... 3 Vraagstelling Praktijkonderzoek ... 3 Methode ... 4 Werving ... 4 Literatuurstudie ... 4 Opdrachtgever(s) ... 5 Bijeenkomsten ... 5 Interviews ... 5 Analyse ... 6 Resultaten ... 6 Interviews ... 6 Toeleiding ... 6 Vormgeving en uitvoering ... 7 Ervaring ... 9 Bijeenkomsten ... 9

Wat tot stand komt tijdens de bijeenkomsten ... 9

Omgeving ... 10

Begeleiding van de bijeenkomsten ... 10

Literatuurstudie ... 12 Studievraag 1 ... 12 Studievraag 2 ... 12 Studievraag 3 ... 13 Discussie ... 13 Conclusie... 15 Samenvatting ... 16 Literatuurlijst ... 18

Bijlage 1: Demografische Gegevens... 20

Bijlage 2: Interview lijst ... 21

Bijlage 3: Informed Consent (Interview) ... 22

Bijlage 4: Observatielijst ... 24

Bijlage 5: Informed Consent (Observatie) ... 26

Bijlage 6: Trechterdiagram Interview ... 27

(3)

Aanleiding

De opdra htge er, de proje tleider OuderWijzer e het le toraat a de Hoges hool a A sterda H A , willen dat studenten in de vorm van een afstudeerproject het OuderWijzer programma evalueren ter verbetering en bijstelling van de toepassing ervan. Het doel van het project is om het programma in de toekomst meer aan te laten sluiten op de wensen, behoeften en leefwereld van de ouderen die eraan deelnemen. OuderWijzer is een Gezond Actief Ouder Worden (GAOW) programma dat in Amsterdam-Zuid door Actenz en Prezens wordt aangeboden. Gezond Actief Ouder Worden is een programma voor

thuiswonende ouderen om actief aan gezondheid en welzijn te werken (Nes & Heijsman, 2015). Actenz en Prezens zijn onderdeel van GGZ inGeest (GGZ inGeest, 2015).

Zowel het onderwerp ouderen als de veranderingen in de zorg zijn de laatste periode zeer aan de orde. Van ouderen wordt verwacht dat zij meer gebruik gaan maken van hun eigen kunnen en hun eigen netwerk en niet meer zo afhankelijk zijn van professionele zorg (Maat, Klück & Wijnen, 2015). Dit kan alleen tot stand komen als de overheid preventief handvatten biedt aan de ouderen zodat zij zo lang mogelijk hun mentale- en fysieke gezondheid en zelfstandigheid kunnen behouden. De zorg moet beter worden afgestemd op de kwetsbare ouderen.

De overheid wil de zorg voor kwetsbare ouderen meer afstemmen op hun persoonlijke behoeften. Daarvoor is sinds 2007 het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) opgestart. Hierin werken organisaties op het gebied van zorg, werk en wonen samen met ouderen. Via verscheidene projecten willen zij de zorg zo organiseren, dat ouderen langer voor zichzelf kunnen zorgen (Nationaal Programma Ouderenzorg, z.j.)

OuderWijzer is een voorbeeld van een project dat bedoeld is om te zorgen dat ouderen langer voor zichzelf kunnen zorgen, met betrekking tot het eigen welbevinden en de gezondheid. M. Huber heeft een nieuwe visie op gezo dheid gefor uleerd: Het er oge an mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het li ht a f sieke, e otio ele e so iale uitdagi ge a het le e . Visser, 4 . Deze uitspraak speelt een grote rol binnen ons project. Gezondheid is meer dan het uitblijven van ziekte, het heeft ook te maken met je welbevinden en het behouden van eigen regie op je leven (Everard, Lach, Fisher & Baum, 1999). Het OuderWijzer programma is voor bewoners van Amsterdam-Zuid vanaf de leeftijd van 55 jaar. Net als andere GAOW-progra a s is het bedoeld als voorbereiding op het ouder worden. Het programma speelt specifiek in op de wensen en behoeften van de deelnemers door een bijeenkomst vorm te geven vanuit hun hulpvraag (Nes et al., 2015). Het programma sluit goed aan op de visie van ergotherapie als beroepsgroep. Een belangrijk uitgangspunt van ergotherapie is dat het (blijven) handelen de gezondheid en het welzijn

beïnvloeden (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kiń a ia , . Als ergotherapeut ille ij parti ipatie mogelijk maken en behouden. Zo dat zij hun rollen en taken kunnen behouden (Coninck, 2014). Vanuit dat gezichtspunt bekeken is het belangrijk om ergotherapeuten in te schakelen bij mensen die ouder worden. Binnen de ergotherapie wordt holistisch gekeken naar de mens en worden zijn of haar mogelijkheden benut en vergroot. De nadruk ligt op wat de persoon wél kan in plaatst van wat niet meer gaat. (Hartingsveldt et al, 2010).

Probleembeschrijving

In het verleden zijn intensieve samenwerkingen opgebouwd met diverse netwerkpartners in Amsterdam om een nieuwe context te creëren waarin het OuderWijzer programma zich kan ontwikkelen. Dit heeft

geresulteerd in dat het programma uitgevoerd wordt bij bestaande groepen in verschillende buurthuizen. Door op deze manier het programma te implementeren zijn meer deelnemers betrokken. Ook heeft op basis van eerder kwalitatief onderzoek van de toepassing van het programma een verschuiving plaats gevonden in de manier van begeleiden (Dijk, 2015). Waar eerst vanuit de ondersteuners informatie aan de deelnemers werd aangedragen is nu de focus vooral op het delen van ervaringen en ideeën vanuit de deelnemers onderling komen te liggen. Deze nieuwe aanpak moet geëvalueerd worden om verbetering en bijstelling van de toepassing ervan teweeg te brengen.

Doelstellingen Project

Na een inventariserend gesprek met de opdrachtgever hebben we in overleg de volgende doelstellingen vastgesteld die relevant zijn voor ons project:

(4)

1. Inzicht krijgen in de ervaringen van de deelnemers van het OuderWijzer programma en wat het programma bijdraagt in hun leven.

2. Advies formuleren gericht op de verbetering en bijstelling van het OuderWijzer programma en de toepasbaarheid daarvan. Advies betreft aspecten in de bijeenkomsten die beïnvloedbaar zijn door de groepsondersteuners.

Aanpak

De opdrachtgever heeft ons gevraagd om na afloop van het project de resultaten van ons onderzoek en onze advisering in een gebundeld verslag aan haar aan te bieden. De vorm waarin wij ons advies formuleren zal daarom een onderzoeksverslag zijn, die vorm past het beste bij de beoogde inhoud van ons product. Voor de methode die wij gaan gebruiken heeft de opdrachtgever suggesties gedaan voor semigestructureerde interviews en participerende observaties. Deze methode past goed bij de doelstelling, het verkrijgen van inzicht over ervaringen van deelnemers van het OuderWijzer programma en het formuleren van advies over aspecten in de bijeenkomsten die beïnvloedbaar zijn door de groepsondersteuners. Na bespreking met onze coach en met de opdrachtgever is besloten om in de resultaten op narratieve wijze de afgelegde interviews weer te geven. Het eindproduct wordt een onderzoeksverslag waarin de ervaringen van de deelnemers staan, wat zij eruit halen met het OuderWijzer mee te doen, wat zij meenemen naar hun dagelijks leven en een advies van ons over de vormgeving van het project.

Vraagstelling Literatuuronderzoek

De drie literatuurstudies die zijn uitgevoerd, ondersteunen en onderbouwen het praktijkonderzoek en gaven handvatten bij het uitvoeren daarvan. Dit wordt verder toegelicht in de ethode . De onderzoeksvragen van de literatuurstudies waren niet bedoelt om antwoordt te geven op één hoofdvraag. De drie vragen die wij hebben opgesteld zijn in onderstaande tabel weergeven. Bij de resultate literatuurstudie staan de uitkomsten en de relevantie beschreven van deze literatuuronderzoeken.

Onderwerpen van de literatuurstudies:

Onderzoeksvragen: Uit te voeren door:

1. Wat is het e ijs oor de erki g a Parti ipator A tio ‘esear h ij het

eoordele a progra a s geri ht op i ee ge ee s hap o e de oudere ?

Steven

2. “Wat is het bewijs voor de effectiviteit van Gezond Actief Ouder Worden en

soortgelijke progra a s ij oudere ter e orderi g a gezo dheid e zelfsta digheid?

Olivier

3. Wat zij de ela grijkste era deri ge i gezo dheid e zelfsta digheid die

optreden bij ouderen na het 55ste levensjaar?

Joyce

Vraagstelling Praktijkonderzoek

Tijdens het praktijkonderzoek zijn wij aan de slag gegaan met de volgende hoofdvraag:

Welke, door de groepso dersteu i g te eï loed are fa tore , i e de toepassi g a het OuderWijzer programma, komen in aanmerking voor verbetering en wat is daarbij ons advies?

Bij deze hoofdvraag vroegen wij ons af hoe deelnemers het programma op het moment ervaren, waarom zij mee doen, wat zij uit het project halen en of zij misschien graag iets veranderd zien. Uit deze gedachtegang hebben wij deelvragen opgesteld.

Deelvragen:

· “Wat zij de i teresses a de deel e ers ij aa a g a het progra a?

· “Wat zij de oti aties e er a hti ge a de deel e ers ij aa a g a het progra a?

· “Hoe verloopt het proces van deelname voor de deelnemers als groep en hoe ervaren zij dit? · “Hoe erloopt het pro es a deel a e oor de deel e ers als i di idue e hoe er are zij dit?

· “Hoe willen de deelnemers het programma waar zij op dit moment aan deelnemen continueren? · “Wat zijn de wensen, behoeften en voornemens van de deelnemers omtrent de inhoud en vorm van het

(5)

· “Wat hale de deel e ers uit het progra a at ze ee e e aar hu dagelijks le e ?

· “Hoe orde de deel e ers egeleidt tijde s het progra a?

· “Hoe wordt het programma vormgegeven door de groepso dersteu ers?

· “Is de i for atie uit het orige o derzoek eege o e i de huidige uit oeri g a het proje t?

Methode

In eerst instantie was het idee om participerend onderzoek te doen om onze vraagstelling te beantwoorden. Echter, uit het literatuuronderzoek naar Participatory Action Research (PAR) kwam naar voren dat deze methode niet geheel aansluit op ons project. Over het algemeen bestaat PAR uit het maken, uitvoeren, evalueren en aanpassen van een programma met behulp van de doelgroep/deelnemers (Kindon, Pain & Kesby, 2008). Wij zouden slechts een deel uit van een volledig PAR-onderzoek uitvoeren, namelijk het evalueren van het gemaakte programma met behulp van de deelnemers. Wij hebben daarom gekozen om niet het PAR te gebruiken als leidende methode.

De methodiek die wij gebruiken om ons onderzoek vorm te geven is Interpretative Phenomenological Analysis (IPA). IPA is een methodische aanpak om kwalitatief te onderzoeken hoe mensen gebruik maken van hun ervaringen. Het geeft een fenomenologische aanpak om deze ervaringen te interpreteren. (Larkin &

Thompson, 2012; Pietkiewicz & Smith, 2014). Het sluit zeer goed aan bij onze vraagstelling. De IPA-methodiek helpt ons zowel de vorm als de inhoud van ons onderzoek vorm te geven en zo met de verzamelde gegevens van de ervaringen van de deelnemers het OuderWijzer-programma te verbeteren. Alle verkregen informatie is geanonimiseerd.

Om overzicht te behouden in de uitwerking van de verzamelde gegevens hebben wij ervoor gekozen om de resultaten van de interviews, de bijeenkomsten en de literatuurstudies gescheiden te houden. In de discussie en conclusie worden de resultaten uit de interviews, bijeenkomsten en literatuurstudies niet langer

gescheiden besproken.

Werving

Ons doel was om vier bijeenkomsten te observeren en minimaal zes interviews uit te voeren.

Wij hebben uiteindelijk bij vijf verschillende groepen meegekeken tijdens de OuderWijzer bijeenkomst. Twee van deze groepen zijn bestaande buurthuis groepen waar de OuderWijzer groepsondersteuners periodisch aanschuiven en een OuderWijzer bijeenkomst geven. Twee groepen bestaan uit deelnemers die specifiek op de OuderWijzer bijeenkomst afkwamen door bijvoorbeeld een advertentie te hebben gelezen.

Eén groep bestond uit allemaal Marokkaanse mannen die verschillende activiteiten samendoen. Twee bijeenkomsten waren ingepland met de laatste groep om het onderwerp, rouw, te bespreken. Alle bijeenkomsten werden gehouden in een buurthuiskamer setting.

Wij hebben in totaal vijf mensen kunnen interviewen, waarvan vier uit de al bestaande buurthuisgroepen kwamen en één uit een groep die specifiek voor OuderWijzer bijeenkomsten was. Wij hebben de

persoonsgegevens anoniem gehouden. De kandidaten zijn gekozen op basis van hun inbreng en gedrag tijdens de bijeenkomst. Wij hebben ervoor gezorgd om veel verschillende en zoveel mogelijk tegenovergestelde perso e e persoo lijkhede te kieze . I k alitatief o derzoek heet dit a i u ariatio sa pli g (Patton, 2005).

Literatuurstudie

)oals ij vraagstelling literatuurstudie al kort is beschreven hebben wij gekozen om onze literatuurstudies een ondersteunende functie te laten vervullen voor het praktijkonderzoek.

De eerste vraag onderzoekt de belangrijkste veranderingen in gezondheid en zelfstandigheid bij het ouder worden, om de doelgroep beter te begrijpen. De tweede vraag vergelijkt het GAOW-programma van Nederla d et soortgelijke progra a s uit het uite la d, zoals Well Elderl , Lifest le ‘edesig e

Lifest le Matters . Dit o derzoek geeft o s ee lik i hoe a dere la de dit soort progra a s uit oere . De laatste onderzoeksvraag is opgesteld om te onderzoeken of het Participatory Action Research, wat veel gebruikt wordt in kwalitatief onderzoek, geschikt is voor ons onderzoek. Dit onderzoek helpt ons een methode te kiezen voor ons praktijkonderzoek. Gezamenlijk vormen deze vragen een basis van kennis voor het

(6)

Opdrachtgever(s)

Om de week bespraken wij de voortgang van het project met de opdrachtgever. Tijdens deze besprekingen werden onder andere nieuwe observaties van bijeenkomsten gepland, gegevens uitgewisseld van

contactpersonen en de literatuurstudies besproken. We evalueren ook bijgewoonde bijeenkomsten, en bepalen wat onze volgende stappen zijn. Zo hielden wij onze werkwijze en proces transparant voor de opdrachtgever en had zij voldoende inspraak hierop.

Bijeenkomsten

IPA beschrijft geen methode voor het doen van observaties. Daarom vallen we hierbij terug naar de PAR-methodiek. De observatiemethode van het PAR sluit aan bij het IPA, omdat beide de subjectieve meningen en ervaringen van de participanten opzoeken en interpreteren. Wij hebben daarom ervoor gekozen om

participerend te observeren en deze gegevens te gebruiken in ons uiteindelijk advies voor het OuderWijzer programma. Een participerende observatie wordt gebruikt om de deelnemers van de bijeenkomst zich niet zo bekeken te laten voelen en doelt erop dat de deelnemers zich ongestoord kunnen uiten.

Tijdens de bijeenkomsten merkte wij dat het per groep zeer verschilt in hoeverre de observator wordt betrokken door de deelnemers. Hier hebben wij op ingespeeld door meer of minder participerend te zijn. Het is hierbij de bedoeling dat je meedoet aan de bijeenkomst als deelnemer terwijl je zo objectief mogelijk observeert. Het aanwezig zijn bij de bijeenkomsten is niet alleen belangrijk om het programma te onderzoeken en te evalueren maar ook om een band op te bouwen met de deelnemers. Wij verwachten dat deze band een positief effect heeft op de informatie die wij uit de interviews halen. De interviews zijn zoveel mogelijk door een van ons uitgevoerd die eerder tijdens een bijeenkomst in contact was geweest met de geïnterviewde. Wij hebben een observatielijst opgesteld (bijlage 4). Op deze lijst staan vragen die we beantwoord wilde krijgen om zo goed mogelijk te achterhalen hoe de bijeenkomsten worden vormgegeven en met welk effect. Wij hebben de lijst vormgegeven door de vragen die de opdrachtgever in de opdrachtomschrijving had aangegeven als leidraad te gebruiken. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van een nog niet gepubliceerd, eerder uitgevoerd onderzoek dat gebruik maakte van participerende observaties met dezelfde doelgroep en soortgelijke locaties. De verzamelde vragen hebben wij naast onze eigen vragen, waarvan wij dachten dat deze van toepassing waren voor de hoofdvraag, gelegd en hieruit een conceptlijst samengesteld. Deze lijst is voor feedback en goedkeuring opgestuurd naar de opdrachtgever en haar collega. De gekregen feedback is verwerkt tot de huidige observatielijst.

De eerste paar bijeenkomsten hebben wij de observatielijst gebruikt als houvast voor de observaties en het uitwerken daarvan. Later hebben we deze observatielijst meer als flexibel instrument gebruikt en vooral de focus gelegd op het observeren van bijzonderheden om deze in het verslag naar voren te brengen.

O ze i te tie as o tijde s de OuderWijzer ijee ko ste alle deel e ers ee i for ed o se t ijlage 5) te laten tekenen, om de anonimiteit van de deelnemers te waarborgen. Bij de eerste bijeenkomst kwam direct weerstand tegen het invullen van het informed consent. Het formeel vragen van informed consent op deze wijze past niet bij de bijeenkomsten die informeel van aard zijn. Naast het de informele aard zal een onbegrip van het document ook deel hebben uitgemaakt van de weerstand. In overleg met de opdrachtgever is besloten om tijdens de bijeenkomsten mondeling te bespreken wat het onderzoek inhoud en wat met de informatie gebeurt, om vervolgens alleen de groepsondersteuners het informed consent te laten tekenen als bewijs van toestemming van de deelnemers.

Interviews

Binnen de IPA-methodiek worden semigestructureerde interviews gebruikt als instrument voor het

verzamelen van kwalitatieve gegevens. Wij hebben deze interviews uitgevoerd aan de hand van een topiclijst. De lijst wordt als leidraad gebruikt tijdens het interview (Fylan, 2005). De topiclijst is samengesteld met oog op de deelvragen en gecontroleerd en aangevuld door de opdrachtgever. Elk interview duurde tussen de 30 tot 45 minuten en werd uitgevoerd met één interviewer en één notulist, deze bereidde het interview los van elkaar voor. De interviews vonden plaats op een door de geïnterviewde uitgekozen plaats. Voor elk interview werd een informed consent (zie bijlage 3) getekend door de geïnterviewde en werd gevraagd of een audio opname gemaakt mocht worden. Na het eerste interview hebben we de interview methode geëvalueerd tijdens een coaching-bijeenkomst op de opleiding. Na de evaluatie en een brainstorm kwamen we tot de conclusie dat het interview meer op een gesprek moest gaan lijken, dan op een vraag-en-antwoord interview.

(7)

Hierdoor kregen wij meer bruikbare informatie voor ons onderzoek dan de voorheen gehanteerde interview methode.

Voorafgaande het interview werd het informed consent uitgelegd en ondertekend door zowel de interviewer als de geïnterviewde. Gevolgd door de vraag of een audio opname gemaakt mag worden.

Analyse

De analyse van de verzamelde gegevens is gedaan volgens de IPA-methodiek. Na het houden van drie interviews hebben we besloten om een start te maken met coderen en labelen, om onze methode en eerste resultaten te kunnen presenteren tijdens de coachbijeenkomst en bij een Community of Practice (CoP) GAOW-bijeenkomst.

De interviews zijn getranscribeerd met behulp van de gemaakte audio opname, met uitzondering van het eerste interview, waar specifiek gevraagd werd geen audio opname te maken.

We hebben de audio opnames van de eerste drie interviews getranscribeerd en vervolgens door twee mensen afzonderlijk gelabeld. De labels hebben we bediscussieerd en vervolgens gegroepeerd. De gegroepeerde labels he e ij og erder gefilterd e gegroepeerd o tot drie the a s te ko e : Toeleidi g; Vor ge i g e uitvoering; en Ervaring.

Nadat het laatste interview gedaan was hebben wij de nieuwe interviews via hetzelfde proces uitgewerkt. Hier k a e rij el dezelfde the a s uit.

De verslagen van de OuderWijzer bijeenkomsten zijn op dezelfde manier uitgewerkt als de

interview-transcripten, waarbij alle labels, ategorieë e the a s door o s alle aal zij geë alueerd. De the a s a de interviews en van de bijeenkomsten zijn samengevoegd en tot een eenheid gevormd. Alle gevonden

informatie is te vinden onder de resultate .

Resultaten

Uit de analyse van de semigestructureerde interviews en de participerende observaties van de bijeenkomsten zij la els, ategorieë e the a s ge or d. De a al se he e ij o erzi htelijk eerge e i

trechterdiagrammen, hierbij hebben we de interviews (bijlage 6) en de bijeenkomsten (bijlage 7) gescheiden gehoude . I de resultate he e ij er oor gekoze o allee de uitei delijke the a s te es hrij e e een aantal categorieën als ondersteuning te gebruiken.

Interviews

Na het la ele e ategorisere a de i ter ie s zij e op ee aa tal the a s uitgeko e . Deze the a s worden hieronder uitgewerkt. Om een beeld te geven van wat deelnemers daadwerkelijk tijdens een interview zeggen, gebruiken wij quotes van hun uitspraken die in een kader worden weergegeven.

Toeleiding

Dit eerste thema gaat over hoe de deelnemers bij het programma zijn gekomen. Het merendeel van de geïnterviewde deelnemers gaf aan in een van de huiskamers bij

buurthuisbijeenkomsten mee te doen en vanuit daar, vanaf dat OuderWijzer in deze huiskamers werd aangeboden, het programma ingerold te zijn. Van één deelnemer weten we dat zij op straat door iemand van het buurthuis is benaderd en op die wijze daar terecht kwam. Later werden in dat buurthuis de OuderWijzer bijeenkomsten gegeven. Een ander werd door haar dochter aangespoord om mee te gaan doen aan een clubje in de buurt en kwam zo bij het buurthuis en de OuderWijzer bijeenkomsten terecht. Uit de resultaten hebben wij geïnterpreteerd dat voor sommige van hen deze overgang min of meer onopgemerkt ging. Anderen gaven specifiek aan dat ze een pamflet hadden gezien of door een groepsondersteuner van het OuderWijzer programma zijn benaderd. Zij werden toen direct enthousiast over het OuderWijzer programma en besloten het te proberen. De meeste deelnemers gaven aan vooraf geen duidelijke verwachtingen te hebben van het OuderWijzer programma.

(8)

Vormgeving en uitvoering

Dit tweede thema gaat over wat de deelnemers te zeggen hadden over de vormgeving en uitvoering van het programma.

Over het algemeen werd positief over de inhoud van het OuderWijzer programma gesproken. Positieve aspecten van de inhoud van OuderWijzer die worden benoemd zijn:

1. Een overzicht op papier van het onderwerp van de bijeenkomst, om aantekeningen op te maken en later terug te kunnen lezen.

2. Dat de deelnemers hun verhaal kwijt kunnen tijdens de bijeenkomsten.

3. De goede sfeer tijdens de bijeenkomsten wordt door bijna iedere geïnterviewde benoemt. 4. De deelnemers krijgen ideeën voor activiteiten om te doen via de buurtbijeenkomsten.

Minder positieve aspecten zijn:

1. De frequentie van de bijeenkomsten. Een deelnemers gaf aan dat wanneer een aantal weken tussen de verschillende bijeenkomsten zit de informatie steeds weg zakt. Een andere deelnemer gaat naar meerdere bijeenkomsten van het OuderWijzer programma op verschillende locaties. De deelnemer benoemde dat de herhaling positief is.

2. Niet alle onderwerpen worden even interessant gevonden. Daardoor worden niet alle bijeenkomsten als even nuttig ervaren.

3. Niet alle deelnemers waren enthousiast over de werkvormen van de OuderWijzer bijeenkomsten. Soms werden knutsel of spel werkvormen gebruikt. Dat spraak een aantal deelnemers totaal niet aan.

Tijde s ee i ter ie erde de o der erpe ruzie i de fa ilie e het regele a alle fi a ië genoemd. Deze onderwerpen zouden de geïnterviewden graag aan bod laten komen tijdens de OuderWijzer bijeenkomsten. De meeste deelnemers benoemen tijdens de interviews geen onderwerpen die ze aan bod zouden willen laten komen.

(9)

De begeleiding van de bijeenkomsten werd over het algemeen als goed ervaren. Een deelnemer sprak kritiek uit over de veranderingen in de begeleiding sinds het aantal groepsondersteuners van twee naar een is teruggebracht. De aandacht is sinds toen minder gelijk verdeeld over de deelnemers. Een verbeterde

alertheid , het gelijk erdele a aa da ht, erd door haar als grootste er eterpu t ge oe d. Voor ́́ deelnemer was de overheersende aanwezigheid van andere deelnemers, en dat de begeleiding daar onvoldoende op bijstuurt, een reden om te twijfelen of zij in de toekomst nog wel mee wil doen met het OuderWijzer programma. Een geïnterviewde deelnemer gaf aan zich niet geheel vrij te voelen om

onderwerpen voor tijdens de bijeenkomsten in te brengen. Een deelnemer had een suggestie gegeven over hoe de ijee ko ste eter uitge erkt ko de orde : Het erke et eer e strakkere opdra hte op papier, waarbij deelnemers eerst zelf even met een onderwerp aan de slag kunnen voor dat als groep op in wordt gegaan. Verder was zij positief over het OuderWijzer programma. Maar de uitwerking kon beter en dat was voor haar ook erg van belang voor hoe zij het programma ervoer.

De sfeer van de OuderWijzer bijeenkomsten wordt als goed ervaren. De meeste groepen bestaan uit mensen die elkaar al kennen en langer met elkaar in een groep zitten. Echter, een deelnemer gaf aan dat in de groep een aantal mensen overheersen, wat als vervelend werd ervaren.

Een deelnemer gaf aan dat voor haar gevoel zij weinig aansluiting had met het OuderWijzer programma. Ondanks dat ze qua leeftijd wel in de doelgroep past was zij lichamelijk en geestelijk nog zo gezond, dat zij zich niet bij de groep voelde passen. Ze benoemde dat ze inzag dat het programma bedoeld was om activiteit te stimuleren, voor ouderen om gezonder, actiever en minder eenzaam oud te worden. Bij sommige

bijeenkomsten vond ze het achteraf toch prettig dat ze mee had gedaan. Maar het is wisselend of de inhoud haar aanspreekt.

Soms had zij het gevoel had dat de OuderWijzer bijeenkomsten (en de buurthuisbijeenkomsten in het algemeen) bedoeld waren om de ouderen bezig te houden. Voor een ander sprak de inhoud juist steeds erg aan, en was de variatie in de bijeenkomsten iets dat ze ook als leuk ervoer. Alhoewel ze het programma positief vond en geen opmerkingen voor verbeteringen had, was ze bescheiden in haar beoordeling (een 7), wat vooral mee te maken had dat het programma geen belangrijk onderdeel is van haar leven.

(10)

Ervaring

In dit thema wordt verteld wat de reden(en) zijn van de deelnemers om mee te (blijven) doen aan het OuderWijzer programma.

Een overeenkomende reden voor elk geïnterviewd persoon om naar de OuderWijzer bijeenkomsten te komen, is om onder de mensen te kunnen zijn, voor de gezelligheid, om hun verhaal kwijt te kunnen, voor een goed gesprek e o e e eruit te zij . Dit zij ook de rede e oor e se o aar ee a de

buurthuisbijeenkomsten te gaan. Door de verhalen over wat mensen hebben meegemaakt en wat hun bezighoudt die naar boven komen bij de OuderWijzer bijeenkomsten leren deelnemers elkaar op een andere manier kennen. Een deelnemer gaf aan bij OuderWijzer te komen vooral om naar deze verhalen te luisteren. Zij had zelf weinig behoefte om haar verhaal te vertellen.

Wat deelnemers uit het deelnemen aan het OuderWijzer programma halen verschild per persoon. Een deelnemer zegt dat het haar ideeën geeft voor hoe zij dingen kan aanpakken als haar iets overkomt. Ze zegt dat de begeleiding ook wel dingen noemt die ze zelf had kunnen bedenken, maar dat vindt ze dan niet erg. Een andere geïnterviewde vertelde dat voor haar het meedoen aan het OuderWijzer programma en andere activiteiten een goede manier is om bezig te blijven bij het ouder worden. Weer een andere deelnemer benoemt dat het programma haar helpt om haar gedachtes te herschikken en te bedenken hoe ze de volgende keer een probleem zou kunnen aanpakken.

Er komen veel positieve uitspraken in interviews naar voren over wat de deelnemers met de informatie kunnen. Alhoewel de informatie niet altijd direct van toepassing is op iedereen, wordt vaak wel iets van meegenomen. Een deelnemer zei dat ze geen behoefte heeft aan de aangeboden informatie uit de OuderWijzer bijeenkomsten maar toch steeds terugkomt, voor de gezelligheid en het contact dat zij uit de bijeenkomsten haalt. Opvallend is dat de personen die qua mentale en fysieke gezondheid het beste aan toe zijn benoemen weinig aansluiting met het de op ouder worden gerichte inhoud van het programma te hebben maar voor andere redenen toch willen blijven deelnemen.

Bijeenkomsten

Wat tot stand komt tijdens de bijeenkomsten

Tijdens de bijeenkomsten gebruikte werkvormen van de groepsondersteuners lokken soms direct al ervaringsverhalen uit bij deelnemers. De groepsondersteuner gaat hier dan verder op in om gevoelens en motivaties uit te lichten. De ervaringsverhalen wekken herkenning bij andere deelnemers, wat tot onderlinge gesprekken leidt.

Tijdens de bijeenkomsten ko e ers hille de the a s aa od die ers hille de rea ties uitlokke . ‘ou e verlies is een onderwerp waar veel deelnemers over kunnen praten. Deelnemers praten over veranderingen in hun leven en de gevoelens die ze daarbij hebben omdat taken of activiteiten wegvallen. Hoe ga je daarmee om en hoe vul je deze tijd weer op?

Ook zijn observaties gedaan bij een groep mannen van Marokkaanse achtergrond. Deze mannen hebben ook eel gesproke o er rou e erlies, aar ook o er heftige o eerlijkhede die zij ervaren nu ze in Nederland

(11)

zijn. Hoe zit het precies met het pensioen? Zij hebben vaak niet de kennis om dit zelf te regelen. Het leren van de Nederlandse taal wordt als lastig ervaren door de mannen en wordt uitvoerig besproken. Ze uiten zorgen over de toekomst. Wie gaat voor hen zorgen als ze dat zelf niet meer kunnen? Ze vinden dat de overheid hier niet goed mee omgaat.

Over het algemeen worden de deelnemers altijd ontvangen met een kopje thee/koffie en wat lekkers. De groepsdynamiek is zeer wisselend, ook de samenstelling van de deelnemers is zeer divers. In sommige bijeenkomsten richten de deelnemers zich vooral op elkaar, ze zijn dan echt met elkaar in gesprek. Ze stellen elkaar vragen en gaan in op elkaars verhalen. Dit doen ze door naar elkaar te luisteren en elkaar feedback of tips te geven. In andere bijeenkomsten was een verschil in betrokkenheid merkbaar. Sommige deelnemers waren meer op de achtergrond, luisterend naar de verhalen deelnemers die wel meer op de voorgrond waren. Sommige deelnemers praten onderling met elkaar, niet gerelateerd aan het thema van de bijeenkomst. We hebben bij elke bijeenkomst een veilige, warme en ontspannen sfeer ervaren. Dit kan komen door de deelnemers: Het open naar elkaar zijn, naar elkaar luisteren en elkaar helpen op deze manier. Het tonen van emoties naar elkaar en daarover kunnen praten geeft een gevoel van veiligheid.

Omgeving

In de categorie omgeving wordt kort besproken hoe de omgeving was tijdens de bijeenkomsten. De bijeenkomsten vinden over het algemeen plaats in een afsluitbare ruimte met voldoende privacy. De bijeenkomsten worden voornamelijk in buurthuizen gegeven. Enkele keren worden de deelnemers in een open ruimte ontvangen en verplaatsen zich zodra de bijeenkomst begint naar een andere, meer afgezonderde ruimte.

Begeleiding van de bijeenkomsten

I ee aa tal ijee ko ste erd ego e et ee ro dje ooraf , aar ij de deel e ers ge raagd erde of iemand nog nieuwe (belangrijke) ontwikkelingen in hun leven waren. Hierbij kwamen dan vaak

opmerkingen over de eigen gezondheid of welzijn van de deelnemers naar voren. Deze onderwerpen leken te passen in het algemene doel van GAOW, ze passen niet per se bij het geplande thema van de toen huidige bijeenkomst. Bij dit rondje vooraf kwamen de groepsondersteuners ook met terugkoppelingen over vragen of onderwerpen die speelden in eerdere bijeenkomsten.

Verschillende manieren werden gebruikt om het thema van de bijeenkomst te introduceren. De ene keer werd een open vraag gesteld waarbij alle deelnemers een voor een aan de beurt kwamen om deze vraag te beantwoorden, de andere keer was een quote of het aandragen van een actuele gebeurtenis de start van de bijeenkomst. Bij sommige bijeenkomsten werd ook een vel papier uitgedeeld met daarop het thema voor de bijeenkomst en bepaalde punten die daarbij aan bod zouden komen of een opdracht.

In een aantal van de bijeenkomsten werd vooraf het doel van de bijeenkomst duidelijk besproken. Dit leek in onze perceptie de deelnemers te helpen om de verdere bijeenkomst en de opdrachten en vragen te begrijpen. Daarbij werd bij die bijeenkomsten vaak later ook teruggekeken naar dat voorgestelde doel, waarop dan gereflecteerd kon worden. In meerdere bijeenkomsten werd echter geen doel vooraf gesteld. Soms miste daarbij ook een duidelijke uitleg over de opdracht. De deelnemers wisten dan merkbaar soms niet goed waar ze aan toe waren.

Vaak was het gebruiken van een kapstok of voorbereide werkvorm een meerwaarde voor de bijeenkomst. Er kan ook bewust gekozen worden om geen papier als kapstok te gebruiken, wanneer hier reden toe is. De werkvormen die gebruikt werden verschilde zeer van elkaar. Soms waren de bijeenkomsten alleen een groepsgesprek. Soms werden interactieve vormen gebruikt. Het verschilde duidelijk per groep wat voor vorm gekozen werd.

I ee aa tal ijee ko ste he e e gezie dat ee papier erd uitgedeeld die als kapstok oest die e , waar hij alleen als topiclijst werd gebruikt.

We hebben ook bijeenkomsten gezien waar de werkvorm (totaal) niet aansloot bij de deelnemers. Als de deelnemers niet met de voorbereide werkvorm willen werken dan werd de werkvorm verworpen of aangepast aan de wens van de deelnemers. De groepsondersteuning wacht af (niet passief) en faciliteerde wat vanuit de deelnemers komt of geeft op open wijze stimulatie (zonder sturing). In sommige gevallen wordt de gehele

(12)

werkvorm aangepast, in andere gevallen worden alleen aspecten van de werkvorm aangepast. De groepsondersteuners gebruiken een flexibele aanpak, waarbij de regie bij de deelnemers ligt.

Tijdens meerdere bijeenkomsten hebben we momenten gezien waarbij de deelnemers de opdracht of het doel van de bijeenkomst niet compleet begrepen. De groepsondersteuning bracht wel de aandacht steeds terug op het onderwerp, maar bij de deelnemers was soms pas later in de bijeenkomst duidelijk waar de

groepsondersteuning op doelde. Helaas leek de groepsondersteuning niet altijd alert op dat een deel van de deelnemers het doel nog niet helemaal begreep en speelde hier niet snel op in. Wanneer dit wel gebeurde leek het voor de deelnemers soms nog niet duidelijk genoeg. Het kwam ook voor dat deelnemers die de bedoelingen niet helemaal begrepen, gaandeweg met uitleg van groepsondersteuning of andere deelnemers het toch doorkregen wat de bedoeling was

Wat betreft de sturing vanuit de begeleiding zien we enerzijds bijeenkomsten waarin de groepsondersteuners heel weinig sturing bieden en de regie en richting van (de gesprekken tijdens) de bijeenkomst grotendeels voortkomt uit de deelnemers zelf (faciliterend). De minimum door ons waargenomen inbreng van de groepsondersteuning is het stellen van een aantal vragen, om het gesprek op gang te houden en zorgen dat ieder aan de beurt komt. Het blijkt soms toch moeilijk om ieder aan voldoende tijd te geven (zie verder beschreven in het verslag). Bij deze vorm ontstaat vaak een dialoog tussen deelnemers. Anderzijds zien we ook bijeenkomsten die juist sterk gestuurd worden door de begeleiding. Hierbij is juist sprake van dialoog tussen de begeleiding en meerdere deelnemers tegelijk. Dit is de meest voorkomende vorm van begeleiding.

Wanneer de deelnemers de regie zelf in handen nemen, ook al gaat dat een andere kant op dan de begeleiding vooraf zou gepland hebben, laten de groepsondersteuners dit gebeuren en passen de begeleiding hierop aan. Op de juiste manier aansluiten bij wat vanuit de deelnemers tot stand komt is de kracht van GAOW:

Empowerment in groepen voor gezond actief ouder worden.

De groepsondersteuning hebben we soms punten die zij belangrijk vonden zien benadrukken en herhalen. De groepsondersteuning heeft dan iets voor ogen dat ze willen overbrengen om de deelnemers te ondersteunen binnen een aspect van ouder worden. (Is dit wel Empowerment?)

Tijdens de bijeenkomsten komen vanuit deelnemers vaak ook minder relevante onderwerpen naar boven. Hier wordt vaak (veel) ruimte voor gegeven door de groepsondersteuners. Zij kappen het verhaal niet af, maar sturen het op een subtiele wijze terug naar het thema.

Als deelnemers met relevante verhalen en opmerkingen kwamen was de groepsondersteuning vaak actief met door vragen en reflectieve opmerkingen maken om meer van de achterliggende gedachten/meer van het verhaal naar voren te halen. Dit leek meer diepgang te creëren op de onderwerpen tijdens de bijeenkomst. Als deelnemers op elkaar reageerde dan hielden de groepsondersteuners zich (even) op de achtergrond, maar stelde nog wel vragen als die relevant waren. Soms willen deelnemers niet vertellen over bepaalde onderwerpen. Met goede gesprekstechnieken kan dan toch verder gepraat worden.

We hebben van de groepsondersteuners veel momenten gezien waar ze heel begripvol en empathisch reageren op deelnemers die moeilijke onderwerpen aankaarten of sterke emoties uiten tijdens de

bijeenkomst. Er wordt tijd gemaakt voor deelnemers om hun hart te luchten. Dat hoeft ook niet per se aan te sluiten bij het thema. Daarin is wel een goede balans tussen het durven dingen aan te kaarten, empathisch zijn en ook de eigen mening voor zichzelf houden.

Er waren ook een aantal momenten waar wij observeerde dat de groepsondersteuning op deelnemers of de groep reageerde op een manier die weerstand opbracht of ongenoegen met het verloop van de bijeenkomst. Dit leek vaak neer te komen op een misinterpretatie van wat bij een deelnemer speelde.

We he e ers hille de situaties gezie die het oe e aard zij . Ee aal ertelde ee deel e er iets i het alge ee aarop de groepso dersteu i g reageert geri ht op de persoo zelf. De deel e er geeft vervolgens aan dat wat hij vertelde i het alge ee edoeld as, aar a de groepso dersteu er og aals reageerde gericht op de persoon zelf. Bij de deelnemer leek hierdoor een gevoel te ontstaan dat hij niet gehoord en begrepen werd, en zijn algehele betrokkenheid leek sinds dat moment aanzienlijk verminderd. Een

(13)

ander voorbeeld is dat een groepsondersteuner een deelnemer confronteerde om deze bewust te maken dat haar goede karaktereigenschap ook een keerzijde heeft. De groepsondersteuning kan dit goed onderbouwen. De deelnemer lijkt het onderwerp te vermeiden en reageert niet. De groepsondersteuning gaat hier nogmaals op in, met als resultaat dat de deelnemer nog meer aangeeft dat niet te willen.

Hoe de groepsondersteuners de aandacht tussen de deelnemers verdeelden was inconsistent tussen de verschillende bijeenkomsten. In een deel van de bijeenkomsten was te zien dat sommige deelnemers veel aan het woord waren en andere nauwelijks of vrijwel niet. De oorzaak hiervan is onduidelijk.

De afsluitingen die we hebben gezien bestaan vaak uit een korte samenvatting van de bijeenkomst. Een aantal kere as de afsluiti g rij a rupt. Da as de tijd op of al o er de tijd hee e erd gehaast afgeslote . Ee aantal van de bijeenkomsten werd aan ieder gevraagd wat ze aan de bijeenkomst hebben gehad. Bij de afsluiting is te zien dat een terugkoppeling naar een eerder (aan het begin) gesteld doel helpt om te evalueren of dat doel bereikt is. Zo niet, dan wordt daar de volgende bijeenkomst verder aan gewerkt. Hoe door de deelnemers gereageerd wordt op een evaluatie verschilde per keer. Soms geven de deelnemers waardevolle feedback, maar vaak blijft de reactie oppervlakkig. De begeleiding vraagt niet door bij oppervlakkige feedback. Soms werd ook benoemd wat de volgende bijeenkomst aan bod gaat komen. Dit is lang niet bij alle

bijeenkomsten het geval. Af en toe worden bij de afsluiting ook mooie opmerkingen genoemd door

deelnemers of de groepsondersteuners. Groepsondersteuners koppelen daarin vaak terug naar het thema van de bijeenkomst of onderwerpen die belangrijk zijn voor de deelnemers van de desbetreffende bijeenkomst. Een afsluiting op die manier geeft ons een positief gevoel mee bij het weggaan. Voorbeelden zijn dat deelnemers aangeven dat de bijeenkomst belangrijk voor hun was of dat het erg leerzaam was.

Literatuurstudie

Studievraag 1

: Wat is het e ijs oor de erki g a Parti ipatory A tio Resear h ij het

eoordele a progra

a’s geri ht op i ee ge ee s hap o e de oudere ?

Uit dit onderzoek komt naar voren dat PAR geschikt is om een community-based programma te evalueren en om met deze evaluatie het programma aan te laten sluiten bij de doelgroep. Om succesvol PAR uit te voeren moet het onderzoek aan een aantal voorwaarden voldoen:

● De doelgroep moet belang hebben bij het uitvoeren van het onderzoek (Islam, Zanowiak, Wyatt, Chun, Lee, Kwon, & Trinh-Shevrin, 2013).

● Er moet duidelijke gecommuniceerd worden tussen onderzoeker en deelnemer. Hiervoor moet het taalgebruik aan de deelnemer aangepast worden. (Dobransky-Fasiska, Brown, Pincus, Nowalk, Wieland & Parker, 2009).

● Er moet een band zijn tussen de deelnemers en de onderzoekers, om iedereen zich vrij te laten voelen zich te kunnen uiten (Nomura, Makimoto, Kato, Shiba, Matsuura, Shigenobu & Ikeda, 2009).

● De omgeving van de doelgroep (deelnemers) kan waardevolle informatie bevatten. Een completer beeld van wat in de community speelt, kan gevormd worden door bijvoorbeeld de familie, vrienden of buren bij het onderzoek te betrekken (Black, Dobbs & Young 2015; Dobransky-Fasiska et al., 2009).

● Alle informatie die je verzamelt en analyseert, moet gecontroleerd en bediscussieerd worden om misinterpretaties te voorkomen en het gewenste effect van jouw onderzoek te bereiken (Bacsu, Jeffery, Abonyi, Johnson, Novik, Martz & Oosman, 2014; Black et al., 2015; Dong, Wong & Simon, 2013).

Studievraag 2: Wat is het e ijs oor de effe ti iteit a Gezo d A tief Ouder Worde e

soortgelijke progra

a’s ij oudere ter e orderi g a gezo dheid e zelfsta digheid?

Voor de oorspronkelijke interventie (Lifestyle Redesign) is bewijs voor de kosten-efficiëntie en effectiviteit voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten (vooral mentaal), kwaliteit van leven en zelfstandigheid in de Verenigde Staten (VS) (Clark, Jackson, Carlson, Chuo, Cherry, Jordan-Marsh, … Aze , . De i ter e tie bleek toepasbaar in een grote verscheidenheid van contexten en met diverse deelnemers, wat een positief teken is voor de vertaling van het programma naar andere landen zoals Nederland en Engeland. Uit een kleinschalige long-term follow-up studie bleek dat op de lange termijn, na een periode zonder interventie, ook

og er eteri ge ij deel e ers ehoude le e Clark, Aze , Carlso , Ma del, LaBree, Ha , … Lipso , 2001). De uitkomsten van het gecontroleerde onderzoek naar de effectiviteit van het Engelse programma zijn positief, maar niet statistisch significant (Mountain, Mozley, Craig & Ball, 2008).

(14)

In Nederland zijn ze nog niet zo ver om kwantitatieve onderzoeken te starten. Met kwalitatief onderzoek wordt de interventie nog aangescherpt (Heijsman, Opstal, Daniëls, Nes, Leven & Kuiper, 2011; Heijsman, Opstal, Daniëls, Roelofs & Kuiper, 2012; Heijsman, Nes, Opstal & Kuiper, 2012). De volgende stap is kijken naar manieren om meer deelnemers te werven en het kiezen van meetinstrumenten om de effectiviteit van de interventie te meten.

De effectiviteit van Gezond Actief Ouder Worden is nog niet gemeten. Hiervoor zal het programma eerst een definitieve vorm moeten aannemen en vervolgens getest moeten worden door middel van een

gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT).

Studievraag 3

: Wat zij de era deri ge op het ge ied a zelfsta digheid die optrede ij

oudere a het 55ste le e sjaar?

Uit de literatuurstudie is gekomen dat op twee gebieden veranderingen plaatsvinden. De eerste is op lichamelijk gebied en de tweede is op sociaal gebied.

De specifieke veranderingen binnen deze twee gebieden is helaas niet kunnen achterhaald na het doen van deze literatuurstudie. Als onderzoeker ben ik me ervan bewust dat het persoonlijk is welke veranderingen specifiek plaatsvinden. Dit is wat ik naast de literatuurstudie ook in ons praktijkonderzoek heb ik gezien. De participanten van het praktijkonderzoek hebben verschillende levensstijlen en verschillende belemmeringen maar vooral ook verschillende sterke kanten.

Over het algemeen kan geconcludeerd worden uit de artikelen die gelezen zijn dat de participanten die een gezondere leefstijl hadden meer zelfstandig waren. Dit kan onderbouwd worden omdat in deze

literatuurstudie meerdere onderzoeken zijn gedaan naar activiteiten die te maken hebben met zelfstandigheid.

Discussie

Niet uit alle interviews is evenveel bruikbare informatie gehaald. Een aantal factoren zouden hierbij een rol kunnen spelen. Bij het eerste gesprek werd gevraagd om geen audio opname te maken. Dit kan ervoor hebben gezorgd dat we niet alle informatie (correct) hebben onthouden of opgeschreven.

Na het eerste interview is de interviewmethode en de topiclijst aangepast, zodat het meer een gespreksvorm werd dan een interview. Bij de herziene methode kwam meer bruikbare informatie uit de interviews.

Wij hebben met drie verschillende interviewers gewerkt, waarbij ieder zijn eigen draai aan het uitvoeren van een interview heeft gegeven. Sommige geïnterviewde begrepen de vragen beter dan anderen, die ook wanneer deze op verschillende wijzen werden gesteld moeite hadden sommige vragen te begrijpen. Dit verschil in begrip zou ook verschil in de hoeveelheid bruikbare informatie geven. Tijdens de interviews lijkt het alsof een aantal mensen niet goed wisten wat OuderWijzer precies inhield. Het werd verward met de reguliere bijeenkomsten in de buurthuizen. Dit kan ervoor hebben gezorgd dat wij informatie die over een reguliere bijeenkomst ging hebben geïnterpreteerd als informatie over OuderWijzer.

Geïnterviewde praten meer over een bijgewoonde OuderWijzer bijeenkomst dan over het OuderWijzer progra a i het alge ee . Tijde s de i ter ie s orde gee the a s ge oe d, aar allee elk onderwerp voor hen op de voorgrond stond tijdens deze bijeenkomst. Dat sluit ook aan bij het beoogde doel van OuderWijzer. De bijeenkomsten zijn niet bedoeld om bepaalde informatie vanuit de groepsondersteuning over te brengen op de deelnemers, maar meer om een bijeenkomst te creëren waarbij deelnemers reflectie hebben op hun eigen leven en het proces van ouder worden en leren van elkaar.

Tijdens de interviews kregen wij bij sommigen geïnterviewde het gevoel dat het programma als een deel van de buurtbijeenkomsten en dus van als een deel van de dag-opvulling werd gezien, en dat het bij hen niet méér hoeft te zijn dan dat. Zo gaf een aantal van de geïnterviewde aan geen of weinig baadt te hebben bij het OuderWijzer programma, maar erheen te komen voor de sociale interactie.

In de bijeenkomsten hebben we veel momenten van positief contact tussen de deelnemers waargenomen. Zo was er een moment waarop een deelnemer over een verlies in haar leven vertelde en veel steun kreeg van een van de andere deelnemers, die een soortgelijk verlies al langer geleden had meegemaakt. In het interview met de eerstgenoemde deelnemer kwam hierover niks naar voren. Het zou kunnen dat de geïnterviewde dit

(15)

moment niet zo zeer in verband brengt met OuderWijzer, als met de mededeelnemer die haar steunde. Een mogelijke aanleiding dat dit soort informatie in interviews niet naar voren kwam is dat wij in de interviews niet genoeg hebben doorgevraagd naar de rol van de mededeelnemers.

Niet alle OuderWijzer bijeenkomsten zijn op gelijke wijze geobserveerd. Dit verschilt voornamelijk in de mate van participatie tijdens de bijeenkomsten. Bij de ene groep werden wij meer betrokken door de deelnemers dan bij de andere groep. Dit verschil heeft geen directe invloed op de kwaliteit van de observatie.

Een tip die wij uit een gastcollege over kwalitatief onderzoek kregen was om niet over het topic te praten, maar over het onderwerp er o de aa het topi : raag iet of de koffie lekker is of iet, aar aak ee praatje o er koffie . Na het aa passe a o ze i ter ie ethode, he e ij dit al deels toegepast, aar nog niet op de wijze welke in het college naar voren kwam. Het is mogelijk dat wij met deze interview methode meer bruikbare informatie uit de interviews hadden kunnen halen, maar dit is niet zeker omdat wij de twee methoden niet naast elkaar hebben getest. Tijdens het college kregen wij ook het begrip

presupposities uitgelegd, wat ongeveer betekent dat je verwacht dat de ander je begrijpt, zonder dat je wat je bedoelt ook echt benoemt. Terugkijken op de gehouden interviews, zijn mogelijk weleens presupposities voorgekomen.

Tijdens dit project zijn wij veel bezig geweest met de kwaliteit van het onderzoek en onze

onderzoeksmethode, onder andere door elkaar mondeling feedback te geven op de manier van interviewen. Dit maakte dat wij gedurende het project beter werden in het interviewen en meer bruikbare informatie uit de gesprekken haalde. Bij het coderen en interpreteren van de interviews hebben wij ervoor gezorgd dat

meerdere mensen naar dezelfde stukken keken, om deze vervolgens met elkaar te bediscussiëren.

Het is ons niet gelukt om het gestelde doel van zes interviews te behalen. Een oorzaak hiervan is een verkeerde tijdsindeling en misschien verkeerde prioritering. Voor een volgend onderzoek moet een groter aantal personen geïnterviewd worden om het representatief te laten zijn voor de doelgroep. Alle

geïnterviewde kwamen uit drie groepen. Het zou voor een volgende keer gewenst zijn om uit meer verschillende groepen mensen te interviewen om de resultaten algemener te maken voor het OuderWijzer programma, en minder gericht op een aantal specifieke bijeenkomsten.

Wij hebben meer OuderWijzer groepen geobserveerd dan wij eerst voor ogen hadden. Dit is voor ons voordelig, omdat wij maar uit drie groepen mensen hebben kunnen interviewen. Wij hebben op deze manier, ondanks dat wij geen persoonlijke meningen of ervaringen hebben van deelnemers, wel persoonlijk kunnen zien en interpreteren wat tijdens veel verschillende groepen gebeurt en hebben zo een visie kunnen vormen over OuderWijzer in het algemeen.

(16)

Conclusie

Bij het ouder worden treden veranderingen op. Hoe dit proces verloopt lijkt veel te verschillen per persoon. Veranderingen treden op in de mentale en de lichamelijke conditie, waarbij sprake kan zijn van

(ouderdoms)ziekten of beperkingen. Ook kunnen veranderingen optreden op sociaal gebied en de mate van het aangaan van activiteiten in het dagelijks leven (Church, Marshall, Zhang, Marsh, Guralnik, King & Rejeski, 2013; Rejeski, Marsh, Chmelo, Prescott, Dobrosielski, Walkup, Espeland, Miller & Kritchevsky, 2009; Everard, Lach, Fisher & Baum, 2000; Buchman, Boyle, Wilson, Fleischman, Leurgans & Bennet, 2009). Het behouden van de mentale en lichamelijke conditie en het blijven aangaan van activiteiten en sociale contacten kan bijdragen aan gezond(er) oud worden.

Een groepsinterventie gericht op promotie van een gezonde actieve levensstijl is in Amerika en Engeland effectief gebleken om de gezondheid en zelfstandigheid bij ouderen te behouden of te verbeteren, in verschillende contexten in de community (Clark et al., 201Z; Mountain et al., 2008). In dit praktijkonderzoek hebben we door middel van kwalitatieve methoden de ervaringen en meningen onderzocht van de

deelnemers van een groepsinterventie gericht op promotie van een gezonde actieve levensstijl in Nederland.

Een voorlopig antwoord kan gegeven worden op de vraagstelli g: Welke, door de groepso dersteu i g te beïnvloedbare factoren, binnen de toepassing van het OuderWijzer programma, komen in aanmerking voor

er eteri g e at is daar ij o s ad ies? .

Een aantal aspecten kwamen naar voren waarbij deelnemers van het OuderWijzer kritiek of verbeterpunten hebben uitgesproken:

1.Het verschild per groep deelnemers welke werkvorm(en) als prettig worden ervaren. Het is belangrijk flexibel te zijn met het inzetten van werkvormen, en altijd een back-up plan te hebben. Het is ook belangrijk om een gekozen werkvorm passend in te zetten. Dit zou het optimaal voorbereiden van een bijeenkomst behoorlijk arbeidsintensief kunnen maken. Een voorbeeld van wat meerdere deelnemers aansprak en ons een productieve werkvorm lijkt (voor zelfreflectie en discussie van deelnemers) was het eerst vertellen over het thema vooraf en dan een opdracht aanbieden, die ook op papier wordt uitgedeeld, waarmee de deelnemers eerst zelf en dan in de groep aan de slag kunnen. Wij hebben gezien dat tijdens de bijeenkomst ook groepen ontstaan zonder dat de opdracht hiertoe leidde. Bij deze groepen worden de minder spraakzame mensen soms niet betrokken. De groepsondersteuners moeten hierop inspelen door diegene bij het gesprek te betrekken, bijvoorbeeld door hen een vraag te stellen over het onderwerp waar het groepje over praat. Het lijkt hierbij voordelig te zijn om meerdere groepsondersteuners te hebben bij één bijeenkomst.

2. We hebben van de deelnemers veel gehoord dat ze hun verhaal kwijt kunnen in de bijeenkomsten en dit ook gezien wanneer wij bij bijeenkomsten aa ezig are . De the a s e opdra hte lijke ge oeg raakvlakken te hebben met wat belangrijk is voor de deelnemers. Een aantal deelnemers benoemde wel dat ee aa tal the a s iet aa od zij geko e die ze zoude ille espreke aaro der fi a ië e ruzie in de familie). Een deelnemer gaf aan dat ze zich niet vrij voelde zelf een onderwerp in te brengen. We hebben niet gezien dat de groepsondersteuning de deelnemers vraagt naar welke onderwerpen zij zouden willen bespreken. Op de huidige manier komen de the a s die ze graag zoude ille espreke iss hie iet aa bod.

3. Een deel van de deelnemers lijkt weinig onderscheid te maken tussen OuderWijzer bijeenkomsten en de buurthuisbijeenkomsten. Deze deelnemers kijken naar de OuderWijzer bijeenkomsten meer als een deel van de voorbijgaande activiteiten van het buurthuis dan als een bewust leer- en reflectiemoment. De vraag is of het programma voor deze groep deelnemers wel meerwaarde heeft. Het is een punt om over na te denken of de deelnemers zich bewust zouden moeten zijn van dit verschil.

4. Momenten van misinterpretatie vanuit de groepsondersteuning, momenten van uitleg die niet aansluiten en momenten van te veel of te weinig sturen (niet verdelen van aandacht over de deelnemers) worden benoemd door deelnemers of zijn door ons geobserveerd als verbeter momenten. Het ondersteunen van een groep volgens de visie en werkwijze van Gezond Actief Ouder Worden is een moeilijke opgave. De begeleiding e sturi g is ź́r ela grijk e oet heel au keurig o der a dere ge ua eerd, afgeste d e alert uitgevoerd worden. Naar onze opvatting kan voor het OuderWijzer nog verbetering behaald worden door te kijken naar de opbouw van de bijeenkomsten (meer eenduidigheid en een rode draad), voorbereiding,

(17)

intervisie/supervisie voor kwaliteit en dergelijke tactieken inschakelen om de kwaliteit te waarborgen. OuderWijzer is ee erk a GAOW dat toegepast ordt i A sterda )uid et doelgroepe uit de ijk, vaak die bij buurthuizen bijeenkomen. Het was opvallend om te zien hoe veel verschil in de aanpak was van de verschillende groepsondersteuners. Daar zou naar ons idee meer eenduidigheid in kunnen zijn en de

groepsondersteuners zouden van elkaar veel kunnen leren (verschillende sterke punten).

Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat de basis onderwerpen goed aansloten bij de doelgroep (Heijsman et al., 2011). Onze resultaten zijn in overeenkomst met die bevindingen. Bij dat onderzoek kwam ook naar voren dat de rol van groepsfacilitator een uitdaging was voor de ergotherapeuten. Het op maat aanbieden van groepsbijeenkomsten bleek moeilijker dan verwacht en was tijdsintensief. Allerlei factoren bleken daarbij van invloed waaronder groepsdynamica, leerstijlen en persoonlijke aspecten (Heijsman et al., 2012a). De

reflectieve manier van leren bleek niet vanzelfsprekend voor de deelnemers. Dat en de grote verschillen in kenmerken van deelnemers zowel binnen als tussen de verschillende groepen vereist extra competentie van de groepsondersteuner om het programma te doen aansluiten de wensen en behoefte van de deelnemers in de verschillende contexten (Heijsman et al., 2012b). Onze resultaten zijn hierbij ook in overeenkomst met deze eerdere bevindingen.

Een idee wat tijdens ons praktijkonderzoek is ontstaan voor vervolgonderzoek is het idee om de personen in de omgeving van (nieuwe) deelnemers te interviewen om te ontdekken of zij veranderingen zijn bij de deelnemer, hun kennis, familie of vriend(in). Dit zou een interessante nieuwe kijk op de effecten van het programma kunnen geven. Dit geeft het eventuele vervolgonderzoek nog meer inzicht in de persoon in relatie tot OuderWijzer (Black et al., 2015). Een deelnemer heeft misschien een minder goed reflectie vermogen en komt de bruikbare informatie tijdens een interview niet naar boven of niet tot zijn recht. Door de mensen te interviewen die om die persoon heen staan wordt de visie op en het effect van het programma meer compleet en kan een correctere conclusie getrokken worden over de uitvoering van het programma.

Samenvatting

Achtergrond en doel:

Er wordt steeds meer zelfredzaamheid verwacht van ouderen. OuderWijzer is een programma dat

ondersteuning biedt bij het ouder worden. Het doel van deze studie, is om de ervaring en toepasbaarheid van het OuderWijzer programma te onderzoeken.

Methode

Er is kwalitatief onderzoek gedaan met een interpretatieve fenomenologische analyse. Er zijn participerende observaties gedaan bij zes verschillende groepen en er zijn vijf mensen geïnterviewd volgens een

semigestructureerd inter ie . De geï ter ie de deel e ers zij tijde s de ijee ko ste door a i u ariatio sa pli g gekoze . Tijde s de i ter ie s is oor a elijk ge raagd aar e i ge a de

deelnemers.

Resultaten

The a s i ter ie s: Toeleiding, vormgeving en uitvoering en ervaring. Niet alle onderwerpen van het OuderWijzer programma spreekt iedereen aan. De werkvorm wordt wel als positief ervaren, waarbij de afwisseling in spel of praatvorm gewaardeerd wordt. Sommige deelnemers doen niet-intentioneel mee met het programma, waar andere juist specifiek ervoor naar de bijeenkomsten komen. Echter vindt niet iedereen het programma even nuttig. Zo zijn er mensen die veel uit het programma halen en gebruiken in hun leven, en mensen die alleen komen voor sociaal contact en om hun verhaal kwijt te kunnen. The a s bijee ko ste : Omgeving, begeleiding van de bijeenkomsten en wat komt tot stand tijdens de bijeenkomsten. Het

programma wordt op dit moment inconsistent uitgevoerd, waardoor soms misinterpretaties ontstaan en begeleiding niet altijd de juiste vorm aanneemt. Tijdens de bijeenkomsten wordt gepraat over verschillende gevoelens. De begeleiding hierbij is soms toereikend, maar soms ook niet. Hierdoor kan ongemak ontstaan bij de deelnemers. De regie wordt veel bij de deelnemers gelegd, terwijl deze in goede banen wordt geleid. In de mate van regie is ook verschil te merken per groepsondersteuner. De omgeving verschilt per bijeenkomst. Op sommige plekken blijven de deelnemers langer hangen, omdat de omgeving hier mogelijkheid toe biedt. Deze is meestal niet beïnvloedbaar door de groepsondersteuners.

Conclusie

Inadequate momenten van groepsondersteuning leidt tot misinterpretaties, verschil in mate van effectiviteit van de bijeenkomst en onduidelijkheid over de inhoud en het doel van het programma bij de deelnemers. Het OuderWijzer programma wordt als prettig ervaren door de deelnemers, maar word soms niet onderscheiden

(18)

van reguliere buurtbijeenkomsten. De werkvormen zijn gevarieerd en worden als prettig ervaren. Hiermee wordt flexibel omgegaan om regie bij de deelnemers te houden. De groepsondersteuners zijn vaardig in het doorvragen en reageren op belangrijke onderwerpen. Door meer onderling overleg tussen de

groepsondersteuners verwachten wij dat dit nog beter zou kunnen. Om specifieker het effect van het OuderWijzer programma te testen, kan breder onderzoek worden gedaan, waarbij ook de omgeving van de deelnemers betrokken wordt.

(19)

Literatuurlijst

Bacsu, J., Jeffery, B., Abonyi, S., Johnson, S., Novik, N., Martz, D. & Oosman, S. (2014). Healthy aging in place: Perceptions of rural older adults. Educational Gerontology, 40(5), p. 327-337.

Black, K., Dobbs, D., & Young, T. L. (2015). Aging in community: Mobilizing a new paradigm of older adults as a core social resource. Journal of Applied Gerontology : The Official Journal of the Southern Gerontological Society, 34(2), 219-243.

Buchman, A.S., Boyle, P.A., Wilson, R.S., Fleischman, D.A., Leurgans, S. & Bennet, D.A. (2009). Association between late-life social activity and motor decline in older adults. Arch Intern Med. P1139-1146.

Clark, F., Azen, S.P., Carlson, M., Mandel, D., LaBree, L., Hay, J., Zemke, R., Jackson, J. & Lipson, L. (2001). Embedding health-promoting changes into the daily lives of independent-living older adults: long-term follow-up of occfollow-upational therapy intervention. Journals of gerontology. Series B, Psychological sciences and social sciences, 2001, 56(1), p. 60 - 63.

Clark, F., Jackson, J., Carlson, M., Chuo, C., Cherry, B.J., Jordan-Marsh, M., … Aze , “.P. . Effe ti e ess of a lifestyle intervention in promoting well-being of independently living older people: results of the Well Elderly 2 Randomized Controlled Trial. Journal of Epidemiology & Community Health; 66, 782-790.

Coninck, de, L. (2014). Ergotherapie in de gerontologie, basisboek voor kwaliteitsvolle hulpverlening. Acco Leuven: Den Haag.

Dijk, van, D. (2015). Gezond Actief Ouder Worden. Ergotherapie Magazine, 2; p. 24-29.

Dobransky-Fasiska, D., Brown, C., Pincus, H. A., Nowalk, M. P., Wieland, M., Parker, L. S 3rd, R. C. (2009). Developing a community-academic partnership to improve recognition and treatment of depression in underserved African American and white elders. American Journal of Geriatric Psychiatry, 17(11), p. 953-964.

Dong, X., E.-Shien Chang, Wong, E., & Simon, M. (2013). Perceived effectiveness of elder abuse interventions in psychological distress and the design of culturally adapted interventions: A qualitative study in the Chinese community in Chicago. Journal of Aging Research, vol. 2013, p. 1-9.

Edward, H., Church, T., Marshall, S.A., Zhang, Q., Marsh, A.P., Guralnik, J., King, A.C. & Rejeski, W.J. (2013). Physical activity increases gains in and prevents loss of physical function: results from the lifestyle

interventions and independence for elders pilot study. Journals of Gerontology Series A: Biological Sciences & Medical Sciences, P426-432.

Everard, K.M., Lach, H.W., Fisher, E.B. & Baum, M.C. (1999). Relationship of Activity and Social Support to the Functional Health of Older Adults. The journals of gerontology, Volume 5, Issue 4. p. 208-212.

Fylan, F. (2005). Semi structured interviewing. In: Miles, J. & Gilbert, P. (2005). A Handbook of Research Methods for Clinical and Health Psychology, 65-78.

GGZ inGeest (2015). Wie zijn wij. Verkregen op 22-12-2015 via http://www.prezens.nl/aan-de-slag/over-Prezens/

Harti gs eldt, M. J., Logister-Proost, I. & Ki ́ a ia , A. 2010). Beroepsprofiel ergotherapeut. Boom Lemma Uitgevers; 2010

Heijsman, A., Nes, van, F., Opstal, van, S., Kuiper, C. (2012a). Gezond Actief Ouder Worden (3*). De

ergotherapeut in de rol van groepsfacilitator*. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie; 2012, (5),3, p. 5-18.

Heijsman, A., Opstal, van, S., Daniëls, R., Nes, van, F., Leven, van 't, N. & Kuiper, C. (2011). Gezond Actief Ouder Worden. Toepassing en evaluatie van een preventief groepsprogramma voor thuiswonende ouderen middels

(20)

actieonderzoek: leren in, van, met en door de praktijk. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie; 2011, (4),4, p. 22-32.

Heijsman, A., Opstal, van, S., Daniëls, R., Roelofs, P. & Kuiper, C. (2012b). Gezond Actief Ouder Worden (2*). Kenmerken, deelname, verwachtingen en ervaringen van deelnemers*. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie; 2012, (5),1, p. 4-19.

Islam, N., Zanowiak, J., Wyatt, L., Chun, K., Lee, L., Kwon, S., & Trinh-Shevrin, C. (2013). A randomized-controlled, pilot intervention on diabetes prevention and healthy lifestyles in the New-York city Korean community. Journal of Community Health, 38(6), p. 1030-1041.

Kindon, S., Pain, R., & Kesby, M. (2008). Participatory action research. In International Encyclopedia of Human Geography. Amsterdam; London: Elsevier. p. 90-95.

Larkin, M. & Thompson, A. (2012). Interpretative phenomenological analysis. In: Thompson, A. & Harper, D. (eds). Qualitative research methods in mental health and psychotherapy: a guide for students and

practitioners. John Wiley, Oxford, pp. 99-116

Maat, van de, J.W., Klück, I. & Wijnen, R. (2015). Langer thuis. Gerõn, Volume 17, Issue 2, p. 4-7.

Mountain, G., Mozley, C., Craig, C. & Ball, L. (2008). Occupational therapy led health promotion for older people: feasibility of the Lifestyle Matters programme. British Journal of Occupational Therapy (College of Occupational Therapists Limited), October 2008; 71(10): p. 406-413.

Nationaal Programma Ouderenzorg (z.j.) Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO). Gevonden op 7 september 2015 via http://www.beteroud.nl/

Nes van, F. & Heijsman, A. (2015). Gezond actief ouder worden. Tobi Vroegh: Amsterdam

Nomura, M., Makimoto, K., Kato, M., Shiba, T., Matsuura, C., Shigenobu, K. & Ikeda, M. (2009). Empowering older people with early dementia and family caregivers: A participatory action research study. International Journal of Nursing Studies, 46(4), 431-441.

Patton, M. Q. (2005). Qualitative research. In Encyclopedia of statistics in behavioral science. John Wiley & Sons, Ltd

Pietkiewicz, I., & Smith, J. A. (2014). A practical guide to using interpretative phenomenological analysis in qualitative research psychology. Psychological Journal, 20(1), 7-14.

Rejeski, W.J., Marsh, A.P., Chmelo, E., Prescott, A.J., Dobrosielski, M., Walkup, M.P., Espeland, M., Miller, M.E. & Kritchevsky, S. (2009). The lifestyle interventions and independence for elders pilot (LIFE-P): 2-year follow up. Journal of Gerontology: Medical sciences. P462-467.

Reulink, N. & Lindeman, L. (2005). Dictaat kwalitatief onderzoek. Gevonden op 7 september 2015 via http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/kwalitatief.pdf

Visser, J. (2014). Het vermogen om zelf regie te voeren. Medisch contact, p. 246-248. Verkregen op 02-01-2016 via

(21)

Bijlage 1: Demografische Gegevens

Naam: ………. Geslacht: ………. Geboortedatum: ………. Postcode: ………..

In welk land bent u geboren?: ………..

In welk land is uw vader geboren?: ………..

In welk land is uw moeder geboren?: ………..

Wat is uw hoogst behaalde opleidingsniveau?: ……….

Bron van inkomsten: Werkende / pensioen

Wat is uw burgerlijke staat?: ……….

Wat is uw woonsituatie?: ……….

(22)

Bijlage 2: Interview lijst

Geanonimiseerde naam: Datum: Naam onderzoeker: Locatie: -Uitleg interview -Interview

Onderwerp 1. Motivatie deelname

Hoe bent u bij de OuderWijzer gekomen?

Wat had u voor verwachtingen vooraf van het OuderWijzer programma?

Wat is uw persoonlijke motivatie om mee te doen? Wat hoopte u uit het project te halen? Wat hoopte uw voor activiteiten te doen bij het OuderWijzer programma?

Onderwerp 2. Ervaring

Wat vindt u van het OuderWijzer programma?

- Wat voor cijfer geeft u aan het OuderWijzer programma?*

Welke vragen/belemmeringen heeft u beantwoord gekregen tijdens OuderWijzer programma? Zijn er ook aspecten van OuderWijzer die u minder aan staan?

Hoe ervaart u het deelnemen aan de bijeenkomsten? Hoe is de sfeer van de groep?

- Wat voor cijfer geeft u aan de sfeer van de groep?*

Onderwerp 3. Toekomst

Wat haalt u uit uw deelname aan de OuderWijzer bijeenkomsten?

- Hoe benut je de opgedane kennis of de gedeelde ervaringen uit het OuderWijzer programma in je

dagelijks leven?

Welke vragen, wensen of behoefte heeft u welke u graag besproken zou willen hebben tijdens het OuderWijzer programma?

Wat vindt u dat behouden moet blijven van het OuderWijzer programma? Wat zou u verandert willen zien binnen het OuderWijzer programma? Zou je het programma aanraden aan andere ouderen? Waarom? Aan wie?

Onderwerp 4. Zorg buiten GAOW

Welke andere zorg/hulp ontvangt u?

* Vragen om cijfers is niet zozeer bedoeld omdat we het cijfer willen weten maar meer om te helpen met het doorvragen. Als iemand een 7 geeft kun je bijvoorbeeld vragen waarom een 7 en geen 8 of 6?

(23)

Bijlage 3: Informed Consent (Interview)

Inlichting opzet onderzoek

Wij zijn drie studenten van de Hogeschool van Amsterdam. Wij doen onderzoek naar de ervaringen en behoeften van de deelnemers van het OuderWijzer programma, waarvoor wij u willen interviewen. Alle gegevens die u ons geeft blijven anoniem en zullen alleen gedeeld worden met de opdrachtgever van dit onderzoek en aan de onderzoeksbegeleiders op de Hogeschool van Amsterdam. Bij het interview wordt een audio-opname gemaakt. Met deze opname wordt zorgvuldig omgegaan. Deze opname wordt alleen door de studenten beluisterd en wordt hierna verwijderd. Deze zal niet verstrekt worden aan derden. U mag op elk moment nog aangeven dat u toch niet wilt meedoen met dit onderzoek.

(24)

Toestemmingsverklaringformulier (Informed Consent)

Titel onderzoek: Evaluatie OuderWijzer (interview)

Verantwoordelijke onderzoeker: Joyce van der Peet, Steven Dekker en Olivier van de Schilde In te vullen door de deelnemer

Ik verklaar dat het doel en de methode van het onderzoek voor mij duidelijk zijn. Ik weet dat de gegevens en resultaten van het onderzoek alleen anoniem en vertrouwelijk aan derden bekend gemaakt zullen worden. Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord.

Ik begrijp dat audio-materiaal wordt opgenomen bij interviews en dat deze uitsluitend op een vertrouwelijke manier voor analyse en/of wetenschappelijke presentaties zal worden gebruikt.

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud me daarbij het recht voor om op elk moment zonder opgave van redenen mijn deelname aan dit onderzoek te beëindigen.

Naa deel e er: ………..

Datu : ……… Ha dteke i g deel e er: …...……….

In te vullen door de uitvoerende onderzoeker

Ik heb een mondelinge en schriftelijke toelichting gegeven op het onderzoek. Ik zal resterende vragen over het onderzoek naar vermogen beantwoorden. De deelnemer zal van een eventuele voortijdige beëindiging van deelname aan dit onderzoek geen nadelige gevolgen ondervinden.

Naa o derzoeker: ………..…………..

Datu : ……… Ha dteke i g o derzoeker: ...……….

(25)

Bijlage 4: Observatielijst

Locatie bijeenkomst: Datum:

Aanwezige onderzoekers:

Omgeving

Wat is de omgeving waarin de bijeenkomst plaatsvindt?

Welke indeling van de ruimte is gebruikt?

Start

Hoe worden de deelnemers verwelkomt?

Hoe wordt de bijeenkomst begonnen?

Groep

Beschrijving van aanwezigen (deelnemers, studenten/stagiaires en ondersteuners). (Wat voor personen zijn aanwezig?)

Proces?

Wat gebeurt er allemaal tijdens de bijeenkomst (objectieve observatie)?

Welk thema komt aanbod? - Levensloop en -ervaringen - Ritme, routines en gewoontes

- Sociale relaties, activiteiten en verbondenheid - Geestelijk fit

- Lichamelijk fit

- Reizen, verplaatsen en vervoer

- Moderne technologie in het dagelijks leven - Werk, tijdsbesteding en vrijwilligersactiviteiten - Veiligheid in en rondom huis

- Zelf- en samenredzaamheid

Welke werkvormen worden toegepast door de groepsondersteuners?

Groepsondersteuners

Positie en rolinvulling groepsondersteuner (professional)? Positie en rolinvulling mede-groepsondersteuner (oudere)?

Hoe is taakverdeling tussen groepsondersteuners/ hoe gaan ze onderling met elkaar om? Hoe gaan groepsondersteuners om met wat naar voren komt in groep (verbaal en non-verbaal)?

Hoe worden deelnemers betrokken?

Welke sfeer is er tijdens de bijeenkomst?

Wat komt er tot stand tijdens de bijeenkomst?

Hoe is de betrokkenheid van de deelnemers over de loop van de bijeenkomst?

Rollen onderzoekers

Wat voor rol(len) hebben wij zelf tijdens de bijeenkomst (op verschillende momenten) aangenomen? zie: http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/kwalitatief.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Koerselman zegde zijn lidmaatschap van de NVvP op omdat zijn beroepsgroep bij het maken van richtlijnen voor euthanasie volgens hem zelfs verder gaat dan wettelijke

Laten we duidelijk zijn: psychisch lijden is reëel en kan minstens even zwaar zijn als

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

De variant die uitgaat van de inhoud van het projectenbeleid stoelt op een eerste, voorlopige beoordeling van de projectplannen, die suggereert dat de bestuurlijke arrangementen

Zoals u hebt kunnen zien hebben wij in de analyse voor Skarsterlân de gemeente vergeleken met een aantal andere gemeenten. Gebruikt u ook gegevens over andere gemeenten om uzelf

Deze politieke mobilisatie gold niet alleen voor de Creoolse bevolking want ook andere bevolkingsgroepen, onder andere de Hindostanen, richtten partijen op.. De

Maatschappelijke betrokkenheid staat beschreven dat de gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de participatie en communicatie met de eigen inwoners, bedrijven en

 Klopt het dat tussen eerste (en herhaalde) melding via 112 meer dan 30 minuten verstreken, voordat er brandweer ter plaatse was..  Klopt het dat dit niet de plaatselijke