Het meten van de schottenpomp type 20 A - 26 A in productie
bij N.V. Lips - Drunen
Citation for published version (APA):
Reinhoudt, J. P. (1962). Het meten van de schottenpomp type 20 A - 26 A in productie bij N.V. Lips - Drunen. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0048). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1962
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
.
,, ,
I
'techni'sche hogeschool eindhoven'
I
'Iaboratorium voer meehanisehe teehnolegie ~n werkplaatstechniek .
~I
Meettechniek
~.
rapport van d,e seetie:"
titel: Het meten van de achottenpomp type 20 A - ' 2~ A
' . ,f' .
in producti~ bij -N.V. Lips - Drunen ...
,
J.P.
Reinhoudt ~ I sectieleider: Drs .. J .. Koning . -. . ', ,.hoogleraar: Prof .Dr.
p.e;
Veenstrasamenvatting I
De see tie meettechniek is door .N.
y ..
Lips te .Drunen benad,erd,i . v.m.. m~e tproblemen diezichvoorde'den bij de fabric~ge.
van een z.g. schottenpomp, toegep~:stbij 'hydrauliseh ver-' .stelbare schroeven •
. De Heer J.P .. Reihhoudt w~t~ 'belast 'met
he.t.
,q~lossen v'andit meetprobleem al.spractisqh tentamen voo'r het yak werkplaats-meettechniekin h-et' kader van zijnstud~e. ..
N8,gestr.ee fd is, in overeenstemming me't- ·dewensen van N ~v
•
' f ' ',4'. •
Lips teen meetme thoaete 'vinde·n t' welke ttregepast kan wdtden met eenvoudig werkplaatsll'leetg~re·eds-chap. . ;
'. oi~-" ••
, ,
.
'biz. 1 ' van, 9' biz.'
rapport nr. 0048 , codering: M
8
trefwoord: Meten"van schottenpomp.
' prognose • , datum: . \ 'oontolblz. ' 9 r , : -gesehikt voor ' publicotie in:Doe1ste11ing.
b1z. 2 van 9b1z. rapport nr. 0048
Het doe1 van deze opdracht is om na ,te gaan of het moge1ijk is met betrekke-lijk eenvoudige-, zo moge1iJk universe1e meetmidde1en, bepaa1de m6ei1ijk te meten maten van een schottenpompte 'contro1eren. Wense1ijk is deze contro1e
zo vroeg moge1ijk in de fabrikage te 1aten geschieden met het oog op het ~
voorkomen van eventue1e uitva1.
Onder eenvoudige meetmidde1en worderi verstaan apparaten en hu1pstukken die
tijdens de fabrikage en in een contro1ewerkp1aats kunnen worden gebruikt~
De seriegrootte van deze pompen bedraagt nu maximaa1 10 stuks. In de toe-komst.za1 de seriegrootte echter·toenemen. Bij deze beSchouwingen rekenen
we op een seriegroott.e van ca 25 stuks. Di~ in verband met de tijd en het
werk dat aan hu1pstukken kan worden·besteed.
Om de gedachte te bepa1en werd uitgeg~an van een bestaande set tekeningen:
Pomp/l4otor Binnenhuis Rotor Schothelft H 550..,0681 H 610-0133 H 510-0742 H 510':0762
Bij de meetmethode moet er echter rekening mee gehouden worden dat de dimen-sies van de verschillende typen pompen binnen zekere grenzen kunnen varieren. Indien de schotten in de uiterste stand staan moet er tussen bovenkant schot en binnenhuiseen positieve speling aanwezigzijn die. in verband met
rekver-lie.zen, zo klein moge1ijk moet zijn. Als lagering voor rotor in huis~ worden
hier glijlagers gebruikt. Bij stilstaande pomp zal de rotoras door de smeerfilm in het lager zijn heengezakt en da.arom excentrisch liggen. We. moeten nu eisert dat ook in deze stand de gehee1 uitgeweken schotten daar
bIz. 3 van 9 bIz~ rapport nr. 0048
Bovenstaande eisen vormen de grootste moeilijkheid voor de fabrikage. De
te volgen meetmethode dient erop gerieht te zijn om tijdens~en na de
fabri-kage ns. te gaan of aan deze eisen voldaan kan worden.
Meetmethoden
1. Binnenhuis. Zie tek. B 610-0133•
De maten die hierbij zeer nauwkeurig getolereerd dierten te worden zijn de
"grote en kleine" diameter en hun centrering t.o.v. de maat ¢ 110 : g:g~
.
Beide diameters kunnen met een binnenmeetapparaat (bijv. Intramess)zeer nauwkeurig gemeten worden.
In het algemeen zal het niet nodig zijn om de centrering van beide dia-meters te controleren omdat bij jUiste opspanning tijdens fabrikage de af. wijkingen klein zullen blijven. Indien men echter de beschikking heert over een nauwkeurig slingervrij rondlopende verdeelkop en een vlakplaat kan men
het binnenhuis hierop inspannen (op maat
¢
110)en uitrichten m.b.v. detegenoverliggende maat
¢
110. Zowel de centrering als de overgang van groteop kleine diameter lean dan woraen nagemeten.
Deze meting is echter omslachtig en erg langdurig in verband met het
uit-richten van het binnenhuis.
Mijns inziens zal het aIleen bij een rabrikageproef nodig zijn deze maten eens te controleren en kan de meting verder weI vervaIIen.
2E!!!~!~~. Indien men arleen belang stelt in de eentrerlng kan de
buiten-maat
¢
170 in een opspanning worden nabewerkt met de maten¢
110.Bet huis kan dan op de maten
¢
170 in V-blokken op een vlakplaat wordengeIegd. Met bijvoorbeeld een PuPP7tast kan dan de centrering (slingering) van grote.en kleine diameter worden gecontroleerd.
Maataf'!\jkingen. I . .
Een aantal maten beinvloedt zowel de speling tussen rotor en binnenhuis
als de speling tussen geheel ui tgeschoven schot ,en bin.~.enhuis. Men kan
dire'at nagaan dat de schotspeling door een groter aanta! toleranties
wordt beinvloed; deza speling zal dus eerder vande juiste .aarde afwt~en.
We trachten daarom alle~n de atandaarddeviatie in de schotspeling te
be-palen door de standaarddeviatie in de afzonderl~~e maten te sc~atten en
4'. + 0,02
v.b.Een maat p ~oo
_
0,02 - standaarddeviatie geschat=
bIz. 4 van
9
bIz.rapport nr.0048
t
X 0,04=
0,02Centreerfout == 0,01 _ standaarddeviatie gescbat == O,Oh
AIleen maatafwijkingen, die de acbdt- en rotorspeling in_ gevaar brengen worden bekeken.
Fouten: 1. grote en kleine diameters
2. exeentricite~t t.o.v. maat ¢ 110
=
0,013.
maat ¢ 110 == 0,011(Tolerantie H6) To.taal:
Hierbij komt dua nog een mogelijke exeentriciteit van~ bet centreerdeksel
(stuk nummer 6).
Fouten: 1. maat ¢ 110 (b6)
2.. excentrici tei t ga.-at
:: 0,011'
=
0,0053.
excentriciteit in -lager=
0,02(bij stilstand maximaal)
- . "'2
De rotor tekening H510-074 •
Indien we de rotor met gemonteerde schotten bekijken dan is de belang~~ste
maat nu de afstand van bu1tenkant scbot tot de bartlijn door de
lager-tappen. De=e maat immers beinvloedt bij dit onderdeel de schotspeling.
Bij de eindeontrole van rotor + sehotten is d1t een gemakkelijk te meten,maat.
De rotor wordt met gemonteerde sehotten en schotv~ren in V blokken op een
vlaktafel gelegd. Met een PUPP1tast die met behulp van eindmaten op-de
juistehoogte boven een vlaktafel is ingesteld ken dan deze maat worden
ge-controleerd.
2~!!!!!!§! Bij gebruik van V blokken krijgt men gemakkelijk afwijkingen indien
blz. 5 van 9 blz. rapport nr .. 0048
Beter is het om van onderstaande. construct!e gebruik te maken.
. I/eer
S-"iT~l
I II fig. 1
Eventueel kan men door bet onderleggen van koperiolie corrigeren voor
afwijkingen in de diameters del' tappen.
Vooral tljdens de fabrikage wi! men ook aan de rotor en de scbotten
afzon-derlijk meten.
De voor de rotor belangrijke maten zljn in onderstaande schets aangegeven.
fig. 2
?
I
.:.=ha",-"-rl:.::p.ljh.c...:.h=cJa.!lo=er-,,,-~ ~---,.
/T .
. P N
De maten D en E kunnen bljv. met een Intramessnauwkeurig tijdens fabrikage worden gemeten.
Doord.at de geleide·vlakkenniet lans behoeV.en te~ijn'behoeft een kleine
verschui.ving van .de~e maten t.o.v.de lJjn)Jq nog-geen vastlopen,der schot;"
ten tot gevol"s te hebben. De 1i"gging. van de maten beboeft daarom mljns in-ziens niet te worden nagemeten.Met een verdeelkop met·Puppytast op een
bIz. 6 van 9 blZe rapport nr. 0048'
viaktafel kan het eehter weI geb,uren. Ookevenwijdigheid dergeleide vlakken
kan op een vlaktafel m~b.v. een Puppytast worden gecontroleerd.
We kunnen eisen dat de buitenmantel (maat C) in eenopspanning met de
lager-tappen wordt nageslepen v~~r· de sehotgleuven wordennageslepen. We kunnen
onze maten dan, inplaats van op de hartlijn door de lagers, op de cylinder betrekken.
De maten A en B bepalen de afstand van het sehot tot de hartlijn door de lagers
Deze maten bepalen dUB bij dit onderdeel de schotspeling.
I
I
_.t-.
. . p
Als hulpstuk wordt een dummy-scho·t gebruikt. Dit moet uiteraard zeer nauw-keurig worden bewerkt. Het dummy-sehot wordt in de normale sleuf"geschoven en wordt door een bladveer aangedrukt. tegen dezelfde aanlegvlakken als het normale schot.
Principe met'ing.
We meten dematen M1 en M2• Nu is: - z
hangt af van afmeting schot
C
A+B=
8 +2
een maat voorde afstand van de buitenkant van het no~aleschot tot de hartlijn.
Indien de maten A en B o~elijk zijn,kan schranken van het sehot in de gleuf
optreden. We willen dus ook A-B weten.·
bIz.
7
van9
bIz.rapport nr.
0048
Nu geldt: zie fig. 3 Indien ' = constant da t bij varia tie van A-B
2
\het schot zal draaien om de pool P. '''''
dUB Lup
=
(!;Bl .... 6 M=
2ePc .l1cp=
2aPcosp ..
(~;:]
1:1 (A-B1 met cos13,eo
1.Door de punten I en II op dejuiste plaats te kiezen un men dU8u1t
un
d1-recte'meting het verschil
IA-Bl
bepalen.Er geldt due:
I,
Opmerking'1.
Om een niet te stijve veer tehoeven gebruiken om het dUllllDY-schot aan te
drukken moet de meetdruk niet te groot zijn. Het beste kunnen we daar~m
een micrometer met ~en klok gebruikeh.
b.v.M.ahr
Opmerking 2.
840
s
840 T
840 F
Om juiste aanligging tUBBen dummYBChot en vlakjes a en b te verkrljgen un
men het schot een driepunts oplegging geven. Men kan dan bovendien de even~,l
wijdigheid van de vlakken a en b t.o.v. ba,rtlijn (fig. ~ ) apart controleren
als men bet sabot evenlang neemtals de lengte van de sleut.
~~n kan zieh eahter afvragen of het dummy-scbot kort moet zijn bijv. 10 mm
zodatmen de sleuf van plaats tot plaatskan 'controleren, of dat men het
scbot dezelfde lengte moet geven als de -sleuf.. Het laats, tel:ijkt mij het
bes-te omdat de kans dat de vlakken a en b bol of bol zijn weI klein geacht mag
worden:
Voor'een e1ndcontrole'van de rotoren kunnen
we
de hulpstukkenu1t fig •. "
eveneens €,'ebru1ken.'
De rotor wordt dan 'met 'de l'agertapPflD in ltV blokken" (zie voorafgaande op-merking) op een vlaktafel gelegd.
Met"~~n met bebulp van ~indmaten ingestelde puppytast ~n dan. uitgaande van
de tappen;"'worden gemeten. Ook de slingering van de buitenma~teLt.o .. v. de
tappen "dient dan te worden gecontroleerd.
Fouten. 1. Ma , a t - = , :A,+B 2 0 01 mm dUB (6 x)rotor
=
--~--'f!M!t
..
bIz. ~ van
9
bIz •. rapport nr.
0048
~E!!~~!~§. Indien de verdeling der sleuven op de rotor gecontroleerd dient
te worden is dear weer een verde~lkop voor nodig.
. 62
De schotten. tekening H510-07 ..
o
x
De maat die hier de schotspeling beinvloed en ~iet zonder meer te meten is,
is de maat aangegeven met ~. Met behulpvan een mal kunnen we deze maat op
de vlaktafel meten.
Ala
tastorgaan kan een met eindmaten ingestelde Puppytast worden gebruikt.Fouten. 1. maat x -:. 0,01 mm .. (Il x) schot = 0,01 mm. Schotspeling. - - - ... - + standaarddeviatie .'
Als we nu nog een veiligheidsmarge nemen van 0,0.1 mm wordt de schotspeling:
----r.: t
Conclusie.
bIz.
9
Van9
bIz.rapport nr. 0048
Met een aantal eenvoudige meetmiddelen en hulpstukken is het mogelijk die maten te meten, die de schot en rotorspeling het sterkst beinvloeden. Het blfjKt dat de uiteindelijke totale tolerantie op-schot- en totorspeling redelijk is.
Meetmiddelen .. 1. Vlakplaat
2. Puppytast met kleurinrichting voor vIa~laat
, \ .
3.
Micrometer met klok4.
Intramess(Mahr)5.
Set eindmateneventueel: een verdeeIkop'met continueverdeling.
1. Stel ltV blokkenlt
2. Hulpstuk voor rotor