• No results found

Geen reductie van de ammoniakemissie door het toevoegmiddel Bio-mest

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen reductie van de ammoniakemissie door het toevoegmiddel Bio-mest"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geen reductie van de ammoniakemissie door het

toevoegmiddel Bio-mest

Mect-tie Voermans, PV

de mestsamenstelling.

Geclaimde werking van Bio-mest

Bio-mest is een organische biokatalisator die bereid is uit plantenextracten. De exacte samenstelling van het product is niet bekend. Toevoeging van Bio-mest zou bacteriën in de Bio-mest activeren, die stikstof omzetten in niet-vluchtige stikstofverbindingen. De bacterie-activiteit zou opgestart worden door een-malig de mestkelder te enten met een dosering van I liter Bio-mest op 100 m3 mest. Het proces zou in stand gehouden worden door de eerste drie weken wekelijks, en vervolgens iedere veertien dagen 20 ml Bio-mest op te lossen in circa 20 liter water en dit door de stal en in de mestkelder te vernevelen. De omzetting van stikstof in niet-vluchtige stikstof-verbindingen moet dan ongeveer drieëneenhalve week duren en is ondenneer afhankelijk van het zuurstofgehalte in en de temperatuur van de mest. Bij een laag zuurstofgehalte in de mest of bij een lage mesttemperatuur zal het proces (het activeren van de bacteriën) langer duren,

Onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd in de periode februari 1995 tot en met mei 1995 in een traditionele vlees-varkensafdeling (volledig onderkelderd; diepe kel-ders en volledig roostewloer van betonnen roos-ters) voor in totaal 80 vleesvarkens. Twee dagen voor het opleggen van de vleesvarkens is het Bio-mest-proces opgestart, volgens de richtlijnen van de leverancier,

Gedurende het onderzoek is ongeveer tien keer per dag de ammoniakemissie gemeten met behulp van de B&K-monitor volgens het standaard meet-protocol van het Praktijkonderzoek Varkenshou-derij. Ook zijn tijdens het onderzoek mengmonsters

van de mest genomen. Deze mestmonsters zijn geanalyseerd op het ammoniumgehalte, droge-stof-percentage, pH-waarde en fosfaatgehalte.

Gedurende het onderzoek bleek dat de ammoniak-emissie niet gereduceerd werd. Daarom is op ad-vies van de fabrikant het toepassingsprotocol aange-past. De volgende maatregelen zijn genomen: - de verneveldosering van Bio-mest is verhoogd van

20 ml naar 300 ml;

- na toevoeging van Bio-mest is de mest circa an-derhalf uur in de afdeling rondgepompt;

- na drie weken werd nog steeds wekelijks Bio-mest toegevoegd;

- de mestkelder is gedurende het onderzoek tot tweemaal toe opnieuw geënt;

- gedurende een bepaalde periode is met behulp van een beluchtingspomp lacht in de mest ge-bracht.

Uit het onderzoek blijkt dat het produkt Bio-mest geen invloed heeft op de ammoniakemissie. De am-moniakemissie uit de proefafdeling komt overeen met de ammoniakemissie uit een traditionele vlees-varkensstal met volledig roostervloer (3,0 kg NH, per dierplaats per jaar).

Ook de mestsamenstelling verandert door toevoe-ging van Bio-mest niet. Het ammoniumgehalte (5,2 I gram N H,-N/kg) van de mest bijvoorbeeld komt overeen met het ammoniumgehalte in onbehandel-de vleesvarkensmest (5,5 gram NH,-N/kg). Er zal geen vervolgonderzoek naar Bio-mest plaatsvinden. n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit deze gegevens blijkt dat ionen als NOß" en K + die betrekkelijk snel door de plant worden opgenomen, bij niet al te hoge EC waarden niet accumuleren.. Als de EC van

Om een goed contact te kunnen maken met de hoofdhuid en om de elektroden te bevestigen wordt tussen de elektroden en de huid een pasta aangebracht... Resultaat en kans

In de tabel zijn soorten met indicatorwaarden voor matig vochtige, vochtige en vochtige tot natte bossen geselecteerd en uitgesplitst naar hun indicatorwaarde voor zuurgraad

middeld geen invloed op de groei van de tomateplant, zinkammoniumfosfaat gaf gemiddeld ongeveer 10 % minder verse massa, terwijl de grootste groeiremming werd veroorzaakt

Met deze vier cluster management ontwikkelingssporen kan, naast en in samenhang met de vele activiteiten die al ondernomen worden, de ontwikkeling van een biobased economy in

Op korte termijn zijn voor deze soort maatregelen nodig omdat de trendmatige ontwikkeling sinds 2003/2005 afnemend was (van meer dan 900 (974) naar 653 broedpaar).. Om weer op

Daar waar de stedelijke bebouwing niet zelf overheerst‚ moeten boeren en het traditionele agrarische landschap toch vaak plaats maken voor de pure natuur die de stedeling zich

In Europa werd hennep, zodra de wereldmarkt weer toegankelijk werd, opnieuw door andere vooral goedkope vezels (zoals katoen) verdrongen.. De verdere opmars van synthetische