• No results found

Archeologische prospectie Kapellemeersen Aalst (prov. Oost-Vlaanderen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie Kapellemeersen Aalst (prov. Oost-Vlaanderen)"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE

KAPELLEMEERSEN AALST

(prov. Oost-Vlaanderen)

BASISRAPPORT – AUGUSTUS 2011

Auteurs: Gwendy WYNS

Sharon VAN HOVE Bert ACKE

(2)

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE

KAPELLEMEERSEN AALST

(prov. Oost-Vlaanderen)

BASISRAPPORT – AUGUSTUS 2011

Auteurs: Gwendy WYNS

Sharon VAN HOVE Bert ACKE

Monument Vandekerckhove nv Afdeling Archeologie

Oostrozebekestraat 54 Rapport 2011/13

8770 INGELMUNSTER

(3)

0. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Opgraving Prospectie

Vergunningsnummer: 2011/213 Datum aanvraag: 06/06/2011 Naam aanvrager: WYNS Gwendy Naam site: Aalst, Bronlaan

Wcdv455555

© Monument Vandekerckhove nv, Oostrozebekestraat 54, 8770 Ingelmunster Figuren: Monument Vandekerckhove nv, tenzij anders vermeld.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Opdrachtgever: Wegenwerken De Moor nv

Vantegemstraat 27 9230 Wetteren

Uitvoerder: Monument Vandekerckhove nv

Oostrozebekestraat 54 8770 Ingelmunster

Bevoegde Vlaamse overheid: Nancy Lemay (Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen)

Projectleider: Bert Acke

Leidinggevend archeoloog: Gwendy Wyns

Archeologisch team: Sharon Van Hove

Wetenschappelijke begeleiding: /

Projectcode: AAKM11

Titel: Archeologische prospectie Kapellemeersen Aalst

(prov. Oost-Vlaanderen). Basisrapport – augustus 2011.

Rapportnummer: 2011/13

Contact Bert Acke: E-mail: bert.acke@monument.be

(4)

0. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ... 3

1. INHOUDSTAFEL ... 4

2. INLEIDING ... 5

3. TOPOGRAFISCHE EN BODEMKUNDIGE SITUERING ... 6

4. ARCHEOLOGISCHE EN HISTORISCHE SITUERING ... 7

5. ONDERZOEKSMETHODE ... 8 6. RESULTATEN ... 9 6.1.SLEUF 1 ... 9 6.1.1. Algemeen ... 9 6.1.2. Stratigrafie ... 9 6.1.3. Voornaamste sporen ... 11 6.2.SLEUF 2 ... 15 6.2.1. Algemeen ... 15 6.2.2. Stratigrafie ... 15 6.2.3. Voornaamste sporen ... 16 6.3.SLEUF 3 ... 18 6.3.1. Algemeen ... 18 6.3.2. Stratigrafie ... 18 6.3.3. Voornaamste sporen ... 18 6.4.SLEUF 4 ... 20 6.4.1. Algemeen ... 20 6.4.2. Stratigrafie ... 20 6.4.3 Voornaamste sporen ... 20 6.5.SLEUF 5 ... 21 6.5.1. Algemeen ... 21 6.5.2. Stratigrafie ... 21 6.5.3. Voornaamste sporen ... 21 6.6.VONDSTENMATERIAAL ... 23 6.6.1. Keramische voorwerpen ... 23 6.6.2. Andere ... 23

7. SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN ... 25

8. ALGEMEEN BESLUIT ... 26

9. BIBLIOGRAFIE ... 27

10. INVENTARISSEN ... 28

10.1.INVENTARIS VAN DE SPOREN ... 28

10.2.INVENTARIS VAN DE VONDSTEN ... 30

10.3.INVENTARIS VAN DE FOTO’S ... 31

(5)

2. INLEIDING

In het kader van de plannen voor de aanleg van een collector ten zuidoosten van de dorpskern van Erembodegem (deelgemeente van Aalst, prov. Oost-Vlaanderen), voerde een archeologisch team van Monument Vandekerckhove nv van 6 tot 11 juli 2011 langsheen het een deel van het tracé een archeologische prospectie uit. Opdrachtgever voor het onderzoek was Wegenwerken De Moor nv, die door Aquafin, bouwheer voor de collector, werd aangesteld als hoofdaannemer voor de werken. Het onderzoek gebeurde volgens de bijzondere voorwaarden geformuleerd door Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, dat adviseerde dat een archeologische prospectie voorafgaand aan de werken diende uitgevoerd te worden. Het doel hierbij was om door middel van proefsleuven een archeologische evaluatie van het terrein te kunnen maken. Indien hierbij relevante sporen werden aangetroffen, kon aansluitend overgegaan worden tot een volledige opgraving van een deelzone, zij het weliswaar beperkt tot de breedte van de werkzone voor de collectorwerken.

In dit basisrapport worden de resultaten van de archeologische opgraving voorgesteld. In enkele inleidende hoofdstukken worden de geografische en historische situering van de site en de gebruikte methodologie bij het onderzoek toegelicht. Vervolgens worden de resultaten besproken; als besluit volgt een synthese van de resultaten. Achteraan zijn de verschillende inventarissen opgenomen (sporen, vondsten, foto’s en tekeningen). Bij het rapport hoort een DVD met daarop de foto’s, de plannen, de veldtekeningen en de digitale versie van deze tekst. Langs deze weg wordt eveneens dank betuigd aan volgende personen en instanties die zorgden voor een aangename samenwerking en bijdroegen tot het vlotte verloop van het onderzoek: de medewerkers van Wegenwerken De Moor nv, Aquafin, Arcadis, studiebureau Goen voor de landmeetkundige opmetingen en Nancy Lemay (erfgoedconsulent Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen).

(6)

Het onderzoektraject bevindt zich in de provincie Oost-Vlaanderen, dichtbij de grens met Vlaams-Brabant, in de Erembodegem (deelgemeente van Aalst). Het verbindt de straten Bronlaan, Wingerd en Dominee Modest Van Asschelaan. De snelweg A10/E40 situeert zich ten zuiden ervan (zie figuur 2). Het terrein kent een golvend verloop met duidelijke hoogteverschillen (zie verder).

Volgens de bodemkaart bevindt het traject zich op twee bodemtypes. De gele kleur vertegenwoordigt een lPcc-bodem, een matig droge licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont. Een Lhp-bodem, een natte zandleembodem zonder profiel, is oranje ingekleurd.

(7)

4. ARCHEOLOGISCHE EN HISTORISCHE SITUERING

In de omgeving van het traject werd nog geen archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem verricht. Wel werden er op enkele terreinen in de nabije omgeving een aantal veldprospecties uitgevoerd (zie figuur 3). Ten noorden (1) werd naast een vondstenconcentratie lithisch materiaal uit het midden- tot finaal-Neolithicum ook nog een wandfragment van een dolium aangetroffen. Tijdens graafwerken werd op een terrein ten oosten van het traject (2), in de Donkerstraat, een fragment van een gepolijste bijl te dateren in het Neolithicum aangetroffen. Verderop in de Donkerstraat (3), echter al op een zekere afstand van het traject, bevond zich een vondenconcentratie van Romeins aardewerk en bouwmateriaal. Ten zuiden van het traject (4) werden meerdere vondstconcentraties lithische artefacten aangetroffen. Eén ervan is te dateren in het Mesolithicum/finaal-Paleolithicum, het andere in het midden-Neolithicum.

Figuur 3: Aanduiding van de archeologische vondstlocaties nabij het onderzoekstraject (rode ster) (© http://cai.erfgoed.net).

(8)

Voor de registratie van de sporen en het benoemen van de foto’s werd de benaming AAKM11 (AAlst-KappeleMeersen 2011) gebruikt. Het onderzoekstraject werd onderverdeeld in 5 sleuven (zie bijgevoegd plan). De sporen werden doorlopend genummerd, de profielen werden per sleuf genummerd.

Het onderzoeksvlak werd afgegraven door een 21-tonskraan met platte bak. Alle sleuven waren 1 kraanbak (1,80m) breed. De afgegraven aarde werd naast de sleuven gestockeerd. Na het aanleggen van het opgravingsvlak werden het vlak en de sporen opgeschoond, gefotografeerd en beschreven. De sporen werden ingemeten volgens een plaatselijk meetsysteem op schaal 1:50. Coupes en profielen werden op 1:20 ingetekend. Nadien werd het meetsysteem alsook de sleufwanden en de hoogtes van het opgravingsvlak door een beëdigd landmeter opgemeten.

Vondsten werden per spoor verzameld en voorzien van een bijhorende fiche met vermelding van spoor- en inventarisnummer, met daarbij een korte beschrijving van het materiaal. Tijdens de verwerking werd het materiaal gewassen, gedroogd en gedetermineerd. Enkele sporen werden gecoupeerd om een beter inzicht op de bewaarde diepte, functie en datering te krijgen. Deze werden ook volledig opgegraven teneinde zoveel mogelijk dateerbaar materiaal te recupereren.

In elke sleuf werden één of meerdere, al naargelang de verschillende bodemopbouw, profielen aangelegd en geregistreerd.

(9)

6. RESULTATEN

Voor de situering van de verschillende sporen wordt verwezen naar de bijgevoegde overzichtsplannen.

6.1. Sleuf 1

6.1.1. Algemeen

Deze sleuf start aan de Wingerd, eindigt in de Dominee Modest Van Asschelaan en heeft bijgevolg een oost-west oriëntatie. Door de glooiende hellingen van het terrein veranderen ook de TAW-waardes zeer sterk ten opzichte van elkaar. Van west naar oost stijgt het vlak van +21,67m TAW naar +23,42m TAW, daalt daarna naar +22,85m TAW, stijgt daarna opnieuw naar +23,84m TAW waarna het opnieuw daalt naar +22,61m TAW om daarna opnieuw te stijgen naar +23,37m en uiteindelijk te dalen naar +22,77m TAW. De C-horizont bevond zich in het westelijke deel van de sleuf tussen de 50-70cm onder het maaiveld. In het oostelijk deel van de sleuf (voor de bocht naar de Dom. M. Van Asschelaan) bevond deze zich slechts 30cm onder het maaiveld. Hierna bevond er zich bovenop de C-horizont een 1,2m dik ophogingspakket waardoor er besloten werd om niet tot op moederbodemdiepte uit te graven.

In deze sleuf werden 19 sporen aangeduid en 5 profielen aangelegd. 6.1.2. Stratigrafie

Vanwege de lengte van deze sleuf werden hier 5 profielen aangelegd. Profielen 1, 2 en 3 tonen een typische bodemopbouw met een ABC-profiel (zie figuur 4). Bovenaan is de donkerbruine A(p)-horizont die houtskool- en baksteenspikkels bevat te zien. Hieronder bevindt zich een textuur B-horizont met een lichtbruine kleur en een homogene spreiding van baksteen en houtskoolspikkels. Onder de B-horizont is de C-horizont zichtbaar. In het westen van de sleuf heeft deze een geelbruine kleur en bevat hij regelmatig roestvlekken, zoals te zien is in profiel 1. Profielen 2 en 3 tonen een eerder lichtblauwgrijs gekleurde C-horizont. Iets verderop oostelijk verandert de C-horizont in zeer fijn donkergroen zand met zeer kleine schelpenresten en ontbreekt de B-horizont onder de ploeglaag (profiel 4) (zie figuur 5). Een aantal meter verder werd opnieuw het typische ABC-profiel teruggevonden. Profiel 5 tenslotte toont de bodemopbouw in het uiterste oosten van de sleuf. Onder een 1,2m dik ophogingpakket is de normale bodemopbouw aanwezig.

(10)

Figuur 4: Profiel 1 van sleuf 1.

(11)

6.1.3. Voornaamste sporen

Zoals hierboven reeds vermeld werden er in deze sleuf 19 sporen aangeduid. Sporen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 vertoonden zich in vlak als rechthoekige kuilen met een vrij scherpe aflijning en een lichtgrijze kleur (zie figuur 6). De doorsnede van sporen 1, 4, 5 en 6 tonen ondiepe kuilen met een vrij scherpe aflijning (zie figuur 7). Spoor 3 kan op basis van zijn doorsnede eerder als een natuurlijk spoor beschouwd worden. Uit de vulling van spoor 1 werd een randfragment

industrieel witbakkend aardewerk gerecupereerd, waardoor dit spoor met zekerheid in de 19de

– 20ste eeuw geplaatst kan worden.

Spoor 7 bevond zich deels in de wand en was in vlak zichtbaar als een vaag afgelijnde en onregelmatig lichtgrijze verkleuring. In doorsnede was deze slechts een 10tal cm diep bewaard (zie figuur 8). Ook dit spoor kan als natuurlijk of misschien als onderdeel van een laag beschouwd worden; aangezien het zich voor het grootste deel in de wand bevindt, kan dit moeilijk met zekerheid gezegd worden.

(12)

Figuur 7: Spoor 1 in doorsnede.

(13)

Spoor 8 vertoonde zich in vlak als een lichtgrijs gekleurde noordwest-zuidoost georiënteerde gracht met een breedte van ongeveer 2m. Vermoedelijk gaat het hier om een vrij recente perceelsgrens. De sporen 9 en 10 vormen samen één spoor (zie figuur 9). Spoor 9 had een duidelijke aflijning, een ronde vorm en een eerder donkergrijze kleur. Spoor 10 op zijn beurt was vaag afgelijnd en had een lichtgrijze kleur. Ook hier vertoonde de doorsnede een eerder ondiepe kuil waarbij spoor 9 duidelijk en spoor 10 zeer onduidelijk afgelijnd was (zie figuur 10). Net ten oosten van sporen 9 en 10 bevond zich spoor 11, deze vertoonde zich in vlak en doorsnede als een noord-zuid georiënteerde greppel met een breedte van ongeveer 50cm. Sporen 12, 13, 14, 15, 16 en 18 hebben een natuurlijke oorsprong. Spoor 12 had een lichtgrijze kleur en zowel in vlak als in doorsnede een onregelmatige en vage aflijning. Sporen 13 en 14 daarentegen waren wel zeer duidelijk afgelijnd en hadden een donkergrijze kleur. Uit hun doorsnede bleek echter hun natuurlijke oorsprong. Spoor 15 had een vage lichtgrijze aflijning in vlak en in doorsnede, mogelijk is dit spoor ook een zeer ondiep bewaarde kuil. Sporen 16 en 18 hadden in vlak een zeer onregelmatige vage aflijning en een lichtgrijze kleur.

Sporen 17 en 19 konden als greppels geïdentificeerd worden. Spoor 17 heeft een licht noord/noordwestel-zuid/zuidoostelijke oriëntatie en is ongeveer 1m breed. Hij lijnde zich vaag af tegenover de C-horizont en had een lichtgrijze kleur (zie figuur 11). Spoor 19 had een noordoost-zuidwestelijke oriëntatie, was ongeveer 50cm breed en evenals spoor 17 lijnde hij zich eerder vaag af in grondvlak.

(14)

Figuur 10: Sporen 9 en 10 in doorsnede.

(15)

6.2. Sleuf 2

6.2.1. Algemeen

Deze sleuf bevond zich ten noordoosten van sleuf 5, ten westen van sleuf 1 en ten zuiden van sleuf 3. Hij sluit in het noorden aan op de Wingerd. Net als de eerste sleuf is ook deze op een helling gesitueerd, hierdoor stijgt het opgravingsvlak van +17,35m in het zuiden naar +21,20m TAW in het noorden. De C-horizont bevond zich in de hele sleuf ongeveer 50cm onder het maaiveld.

6.2.2. Stratigrafie

Net als sleuf 1 vertoonde de stratigrafie hier een typisch ABC profiel (zie figuur 12). Bovenaan het profiel bevond zich een donkerbruine A(p)-horizont die baksteen en houtskoolspikkels bevatte, hieronder was een lichtbruine textuur B-horizont met baksteen en houtskoolspikkels zichtbaar. Onder de B-horizont bevond zich de lichtbruingele C-horizont die sporadisch enkele roestvlekken bevatte.

(16)

In deze sleuf bevonden zich slechts 2 sporen: S20 en S21. Spoor 20 bleek een natuurlijk spoor te zijn. In grondvlak had het een ovale vorm, een donkergrijze kleur en een eerder vage aflijnig (zie figuur 13). De vulling bevatte enkele houtskoolspikkels.

In het noorden van de sleuf bevond zich spoor 21 (zie figuur 12). Gezien de omvang en de geringe diepte (circa 10cm) van dit spoor gaat het hier waarschijnlijk om een restant van een colluviumpakket. Uit deze laag werd een waarschijnlijk residueel/intrusief wandfragment handgevormd aardewerk gerecupereerd (zie figuur 20).

(17)
(18)

6.3.1. Algemeen

De derde sleuf bevond zich ten noorden van en in het verlengde van sleuf 2. Ten noorden ervan situeerde zich sleuf 4, in het zuiden sluit ze aan op de Wingerd. De sleuf had een noord-zuid oriëntatie en steeg van +21,37m in het noord-zuiden naar +24,99m in het noorden. De C-horizont bevond zich over de gehele sleuf circa 70cm onder het maaiveld.

6.3.2. Stratigrafie

Net als in de andere sleuven was er in deze sleuf onder de donkerbruine A(p)-horizont een lichtbruine textuur B-horizont aanwezig. Hieronder bevond zich de lichtbruingele C-horizont die sporadisch enkele roestvlekken bevatte.

6.3.3. Voornaamste sporen

In deze sleuf werden 4 sporen aangeduid, allen met een natuurlijke of recente oorsprong. Spoor 22 was zeer scherp afgelijnd, had een lichtgrijze vulling vermengd met verspitte vlekken moederbodem en had een rechthoekige vorm (zie figuur 15). In doorsnede vormt dit spoor een mogelijk paalspoor, met een donkergrijze kern en lichtgrijze insteek met verspitte moederbodem (zie figuur 16). Door de afwezigheid van vondstmateriaal kan dit spoor enkel op basis van kleur en aflijning eerder als recent gedateerd worden.

Enkele meters ten noorden hiervan bevond zich spoor 23 met een noordwest-zuidoost oriëntatie dat zich in grondvlak zeer vaag aflijnde en een lichtgrijze kleur had. In doorsnede bleek dit spoor een natuurlijke oorsprong te hebben. Net als spoor 22 was spoor 24 zeer scherp afgelijnd en had het een lichtgrijze kleur. Vanwege zijn duidelijke eerder recente datering werd dit spoor niet gecoupeerd. Spoor 25 kan als een circa 2m brede gracht of, net als spoor 21, een restant van een colluviumpakket beschouwd worden. Het spoor had een lichtgrijze kleur en bevatte vrij veel spikkels houtskool.

(19)

Figuur 15: Spoor 22 in grondvlak.

(20)

6.4.1. Algemeen

Sleuf 4 had een noord-zuid oriëntatie en bevond zich in het verlengde van sleuf 3. In het noorden sluit deze sleuf aan op de Dominee Modest Van Asschelaan. Het opgravingsvlak stijgt van +26,09m in het zuiden naar +29,47m in het noorden. De C-horizont bevond zich over de gehele sleuf circa 40cm onder het maaiveld.

6.4.2. Stratigrafie

Net als in de andere sleuven was er in deze sleuf onder de donkerbruine A(p)-horizont een lichtbruine textuur B-horizont aanwezig. Hieronder bevond zich de lichtbruingele C-horizont die sporadisch enkele roestvlekken bevatte.

6.4.3 Voornaamste sporen

In deze sleuf bevond zich slechts één spoor, spoor 26. Het betreft een noordwest-zuidoost georiënteerde greppel met een donkergrijze kleur en een scherpe aflijning (zie figuur 17). In de vulling ervan werd een pijpenkop met merkteken (springend paardje) gerecupereerd die tussen 1666 en 1899 gedateerd kon worden, wat de vulling van dit spoor een

post-middeleeuwse datering oplevert1 (zie figuur 21 en 22). Waarschijnlijk gaat het hier om een

post-middeleeuwse perceelsafbakening.

Figuur 17: Spoor 26 in grondvlak.

1

(21)

6.5. Sleuf 5

6.5.1. Algemeen

Sleuf 5 had een noordoost- zuidwest oriëntatie en sluit in het zuidwesten aan op de Bronlaan. Het opgravingsvlak stijgt van +17,60m TAW in het zuidwesten naar +18,36m TAW, daalt dan naar +16,85m TAW om opnieuw te stijgen naar +18,28m in het zuidwesten.

6.5.2. Stratigrafie

Ook in deze sleuf was over de hele sleuf een ABC-profiel aanwezig, profielen 1, 2 en 3 tonen bovenaan een donkerbruine A(p)-horizont met houtskool- en baksteenspikkels. Hieronder is een textuur B-horizont aanwezig met een lichtbruine kleur die sporadisch baksteen en houtskoolspikkels bevat. De C-horizont onderaan heeft een lichtbruingele kleur. In het midden van de sleuf, op het hoogste punt ervan, is de textuur B-horizont opmerkelijk dunner dan in de rest van de sleuf.

6.5.3. Voornaamste sporen

Ook in deze sleuf bevond zich slechts één spoor, spoor 27. Dit spoor had een rechthoekige vorm, een scherpe aflijning en een donkergrijze kleur (zie figuur 18). De doorsnede ervan toont een scherp afgelijnde kuil (zie figuur 19). Door het ontbreken van vondstmateriaal kan dit spoor enkel op basis van zijn vulling en scherpe aflijning als eerder recent gedateerd worden.

(22)
(23)

6.6. Vondstenmateriaal

6.6.1. Keramische voorwerpen

Tijdens het onderzoek werden twee fragmenten aardewerk in de vulling van sporen aangetroffen. Het ene fragment betreft een fragment industrieel witbakkend aardewerk dat werd teruggevonden in spoor 1. Het andere fragment is afkomstig uit spoor 21 en is een wandfragment handgevormd aardewerk. Gezien de aard van dit spoor is het waarschijnlijk residueel/intrusief.

6.6.2. Andere

Tijdens het opschonen van spoor 26 werd een pijpenkop in pijpaarde gevonden. Het merkteken hierop was nog aanwezig en toont een springend paard. Op basis hiervan kan het tussen 1666 en 1899 gedateerd worden.

(24)

Figuur 21: Pijpenkop met merkteken uit spoor 21 (datering: 1666-1899).

(25)

7. SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN

Het uitgevoerde onderzoek heeft aangetoond dat zich binnen het plangebied geen noemenswaardige sporen van enige relevante ouderdom bevonden. Het gaat vooral om een aantal ondiep bewaarde kuilen met een licht/donkergrijze kleur en een scherpe aflijning tegenover de moederbodem. Verder werden er ook nog een aantal greppels/grachten met eenzelfde scherpe aflijning en vulling aangetroffen. De overige sporen hebben een natuurlijke oorsprong. Vanwege het ontbreken van vondstmateriaal konden de meeste antropogene sporen enkel op basis van aflijning en vulling in de post-middeleeuwen en zelfs eerder als recent gedateerd worden. Sporen 1 en 26 kunnen op basis van enerzijds industrieel witbakkend aardewerk en anderzijds een pijpenkop eveneens in de post-middeleeuwen gedateerd worden.

Gezien de geringe breedte van de werkzone (4 tot 12m) en de aard van de aangetroffen sporen werd het niet noodzakelijk geacht het vooronderzoek uit te breiden met kijkvensters. Ten einde de planning voor de rioleringswerken niet achteruit te schuiven, werd hierover tijdens de uitvoering van de prospectie overleg gepleegd met Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen.

(26)

In het kader van de plannen voor de aanleg van een collector ten zuidoosten van de dorpskern van Erembodegem (deelgemeente van Aalst, prov. Oost-Vlaanderen), voerde een archeologisch team van Monument Vandekerckhove nv van 6 tot 11 juli 2011 langsheen het een deel van het tracé een archeologische prospectie uit. Opdrachtgever voor het onderzoek was Wegenwerken De Moor nv, die door Aquafin, bouwheer voor de collector, werd aangesteld als hoofdaannemer voor de werken. Het onderzoek gebeurde volgens de bijzondere voorwaarden geformuleerd door Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, dat adviseerde dat een archeologische prospectie voorafgaand aan de werken diende uitgevoerd te worden. Het doel hierbij was om door middel van proefsleuven een archeologische evaluatie van het terrein te kunnen maken. Indien hierbij relevante sporen werden aangetroffen, kon aansluitend overgegaan worden tot een volledige opgraving van een deelzone, zij het weliswaar beperkt tot de breedte van de werkzone voor de collectorwerken.

Bij de prospectie werden 5 sleuven aangelegd, die slechts 26 sporen opleverden en een miniem aantal artefacten. De aangetroffen sporen zijn voornamelijk van natuurlijke oorsprong of hebben een post-middeleeuwse eerder recente datering. Daarnaast gaat het voornamelijk om geïsoleerde greppels en kuilen zonder verdere context. Op basis hiervan werd het niet noodzakelijk geacht om de prospectie uit te breiden tot een opgraving van de volledige werkzone.

(27)

9. BIBLIOGRAFIE

- Internet:

o http://cai.erfgoed.net

o http://geo-vlaanderen.agiv.be

- Literatuur:

o Duco, D.H. 2003. Merken en merkenrecht van de pijpenmakers in Gouda,

(28)

10.1. Inventaris van de sporen S Sleu f Foto's Pla n Omschrijving Tex tuur Functie Datering 1 1 vlak S1 en 2: 4 coupe: 4

1, 4 rechthoekig spoor, scherpe aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels BS en HK

ZL kuil Post-

Middel eeuwen

2 1 vlak S1 en 2: 4 1 spoor bevind zich deels in sleufwand,

scherpe aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels HK

ZL / /

3 1 vlak: 5

coupe: 5

1, 4 rechthoekig spoor, vage aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels HK ZL natuurlijk spoor / 4 1 vlak: 5 coupe: 5

1, 4 rechthoekig spoor, vage aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels HK ZL kuil Post- Middel eeuwen 5 1 vlak: 6 coupe: 10

1, 4 spoor bevind zich deels in sleufwand, scherpe aflijning, lichtgrijze kleur, bevat vrij weinig spikkels HK en zeer weinig spikkels BS ZL kuil Post- Middel eeuwen 6 1 vlak: 5 coupe: 5

1, 4 rechthoekig spoor, vage aflijning, lichtgrijze kleur, bevat vrij weinig spikkels HK ZL kuil Post- Middel eeuwen 7 1 vlak: 5 coupe: 4

*, 4 onregelmatige en vage aflijning, bevind zich deels in profielwand, lichtgrijze kleur

ZL natuurlijk

spoor/ laag

/

8 1 vlak: 9 * noordwest-zuidoost georiënteerd,

scherpe aflijning,lichtgrijze kleur, bevat vrij weinig spikkels HK

ZL gracht Post-

Middel eeuwen

9 1 vlak S9 en 10: 5

coupe S9 en 10: 4

1, 4 eerder vage aflijning, donkergrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels HK, bevat zeer weinig spikkels HK

ZL kuil Post-

Middel eeuwen

10 1 vlak S9 en 10: 5

coupe S9 en 10: 4

1, 4 zeer vage aflijning, onregelmatige vorm,lichtgrijze kleur ZL kuil Post- Middel eeuwen 11 1 vlak: 5 coupe: 8

1, 4 noord-zuid orïentatie, vage aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels HK

ZL greppel /

12 1 vlak: 5

coupe: 4

1, 4 bevind zich deels in profielwand, vage

aflijning, lichtgrijze kleur

ZL natuurlijk

spoor

/

13 1 vlak S13 en 14: 7

coupe S13 en 14: 4

1, 4 vierkant spoor, vage aflijning, donker grijze kleur ZL natuurlijk spoor / 14 1 vlak S13 en 14: 7 coupe S13 en 14: 4

1, 4 rechtlijnig spoor, vage aflijning, donker grijze kleur ZL natuurlijk spoor / 15 1 vlak: 4 coupe: 4

1, 4 vierkant spoor, vage aflijning, licht grijze kleur ZL natuurlijk spoor, mogelijk kuil /

(29)

16 1 vlak: 4 coupe: 5

1, 4 onregelmatige en vage aflijning, licht grijze kleur

ZL natuurlijk

spoor

/

17 1 vlak: 8 1 licht noord/noordwestelijk-zuid/zuid-

oostelijke orïentatie, vage aflijning, lichtgrijze kleur, bevat vrij weinig spikkels en brokjes HK

ZL greppel Post-

Middel eeuwen

18 1 vlak: 6 1 rechthoekige en vage aflijning, licht

grijze kleur

ZL natuurlijk

spoor

/

19 1 vlak: 8 1 noordoost-zuidwest oriëntatie, vage

aflijning, lichtgrijze kleur, bevat zeer weinig spikkels en brokjes HK

ZL greppel Post-

Middel eeuwen

20 2 vlak: 9

coupe:

2, 4 ovaal spoor, vage aflijning, donkergrijze

kleur, bevat zeer veel spikkels HK

ZL natuurlijk

spoor

/

21 2 vlak: 4 * vage en onregelmatige aflijning,

donker

grijze kleur, bevat zeer veel spikkels HK ZL laag/ colluvium restant / 22 3 vlak: 6 coupe: 5

2, 4 rechthoekig spoor, scherpe aflijning, licht

grijze kleur met verspitte MB

ZL paalspoor? Post- Middel eeuwen 23 3 vlak: 9 coupe: 4 2, 4 noordwest-zuidoost georiënteerd, vage aflijning,lichtgrijze kleur

ZL natuurlijk

spoor

/

24 3 vlak: 4 2 vierkant spoor, scherpe aflijning,

donker grijze kleur

ZL kuil Post-

Middel eeuwen

25 3 vlak: 6 2 vage en onregelmatige aflijning, licht

grijze kleur, bevat zeer veel spikkels HK

ZL gracht/

colluvium restant

/

26 4 vlak: 4 2 noordwest-zuidoost georïenteerd,

scherpe aflijning en donkergrijze kleur ZL greppel (perceels grens) Post- Middel eeuwen (1666-1899) 27 5 vlak: 7 coupe: 3

2, 4 rechthoekig spoor, scherpe aflijning, donkergrijze kleur ZL kuil Post- Middel eeuwen Legende: - BS: baksteen - HK: houtskool - ZL: zandleem

(30)

INVENTARIS

NUMMER SLEUF SPOOR INHOUD DATERING

1 2 21 Wandfragment handgevormd aardewerk (residueel/

intrusief?)

2 3 26 Pijpenkop met merkteken

Post-middeleeuwen (1666-1899)

3 1 1 Randfragment industrieel witbakkend aardewerk

(31)

10.3. Inventaris van de foto’s

Opmerking: de spoorfoto’s zijn opgenomen in de inventaris van de sporen. • Sleuf 1

FOTONUMMER AANTAL FOTO’S

AAKM11 – Sleuf 1 – Overzicht 35

AAKM11 – Sleuf 1 – Profiel 1 4

AAKM11 – Sleuf 1 – Profiel 2 5

AAKM11 – Sleuf 1 – Profiel 3 3

AAKM11 – Sleuf 1 – Profiel 4 4

AAKM11 – Sleuf 1 – Profiel 5 5

• Sleuf 2

FOTONUMMER AANTAL FOTO’S

AAKM11 – Sleuf 2 – Overzicht 12

AAKM11 – Sleuf 2 – Profiel 1 5

AAKM11 – Sleuf 2 – Profiel 2 5

• Sleuf 3

FOTONUMMER AANTAL FOTO’S

AAKM11 – Sleuf 3 – Overzicht 18

AAKM11 – Sleuf 3 – Profiel 1 8

• Sleuf 4

FOTONUMMER AANTAL FOTO’S

AAKM11 – Sleuf 4 – Overzicht 17

AAKM11 – Sleuf 4 – Profiel 1 5

• Sleuf 5

FOTONUMMER AANTAL FOTO’S

AAKM11 – Sleuf 5 – Overzicht 15

AAKM11 – Sleuf 5 – Profiel 1 5

AAKM11 – Sleuf 5 – Profiel 2 4

(32)

TEKENINGNR. SCHAAL INHOUD

1 1:50 Grondplan Sleuf 1

2 1:50 Grondplan Sleuven 2, 3 en 5

3 1:20 Profielen Sleuf 1, 2, 3, 4 en 5

(33)

Sleuf 4

Sleuf 3

Sleuf 2 Sleuf 5

(34)

25 27 20 22 13 8 6 11 12 12 12 13 13 13 13 13 13 15 15 15 15 14 14 2477d 2471b 2471c 2470c 2469a 2477c 2478b² 2478z 2479 2480c 2481b 2482c 2483d 2483c 2478y 2478a² 2477f 2472d 2472e 2473d 2474 2476 2504a 2504b 2505d 2506a 2507a 2958b 2513a 2514a 2468d 2468e 2997c 3012a 3013a 3014h 3019f² 2354b 2505c

11de Afd. (Erembodegem) - Sectie AStad Aalst

11de Afd. (Erembodegem) - Sectie A Stad Aalst

11de Afd. (Erembodegem) - Sectie A Stad Aalst 11de Afd. (Erembodegem) - Sectie A

Stad Aalst 2993d 2477e 1.40 1.30 0.90 1.00 1.05

11de Afd. (Aalst) - Sectie A Gemeente Erembodegem 2486a 2487d 2488f 2488e 3019x² 3.00 1.00 1.00 2.00 1.00 1.05 12.00 Goedgekeurde rooilijnen volgens KB van 29/11/1963 (onteigeningsplan opgemaakt 01/03/1961) Goedgekeurde rooilijnen volgens KB van 29/11/1963 (onteigeningsplan opgemaakt 01/03/1961) 5.00 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 21 m Afd.11-A-2514a 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 41 m 2Afd.11-A-2513a 1 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 95 m 3Afd.11-A-2958b 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 16 m 4Afd.11-A-2507a 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 16 m 5Afd.11-A-2506a 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: 22 m 6Afd.11-A-2505d 3 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 30 m 7Afd.11-A-2505c 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 8 m 8Afd.11-A-2504b 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 8 m 9Afd.11-A-2504a 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 8 m 10Afd.11-A-2476 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 9 m 11Afd.11-A-2474 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: 79 m 12Afd.11-A-2473d 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 89 m 13Afd.11-A-2469a - m - m2 - m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: - m 14Afd.11-A-2470c - m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: - m 15Afd.11-A-2471c 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 20 m 16Afd.11-A-2472e - m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: - m 17Afd.11-A-2471b 5 m - m2 - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 22 m 18Afd.11-A-2472d 5 m - m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: 29 m 19Afd.11-A-2477e 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 45 m 20Afd.11-A-2477f - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 56 m 21Afd.11-A-2478a² - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 35 m 22Afd.11-A-2478y - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 14 m 23Afd.11-A-2483c - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 16 m 24Afd.11-A-2479 - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 65 m 25Afd.11-A-2480c - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 70 m 26Afd.11-A-2481b - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 12 m 27Afd.11-A-2354b - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 17 m 28Afd.11-A-2468d - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 11 m 29Afd.11-A-2468e - m2 5 m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 53 m 30Afd.11-A-2997c - m2 5 m 39 m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 13 m 31Afd.11-A-3012a - m2 5 m 36 m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: 12 m 32Afd.11-A-3013a - m2 5 m 22 m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 7 m 33Afd.11-A-3014h - m2 5 m 123 m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: 41 m 34Afd.11-A-3019x² - m2 - m2 - m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: - m 54Afd.11-A-2488f - m2 - m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: - m 53Afd.11-A-2488e - m2 - m - m2 L.E.: B.E.:O.I.: B.I.: - m 55Afd.11-A-2487d - m2 - m - m2 L.E.: B.E.: O.I.: B.I.: - m 56Afd.11-A-2486a - m2 2 2 3 3 3 3 1 1 16 16 15.7 15.56 +17.09 14.02 +11.48 13.53 +15.39 14.91 +15.81 15.04 +16.07 15.96 +16.38 16.78 +16.90 14.75 +15.44 (op buis) 17.17 +21.35 a:18.80 +21.30 19.46 +21.23 (kopm) 19.62 (wl) b:19.22 x:17.95 15.26 (wl) 14.92 (wl) 13.96 (wl) 28.17 +29.20 27.93 (wl) 25.30 +25.97 24.29 +25.23 22.98 +23.52 21.64 +22.98 21.60 +22.86 21.33 (wl) 21.58 +24.39 21.68 +24.39 21.26 (koker 1200/1200) +24.39 (kopm) 22.76 +23.69 24.14 +24.85 24.253 +25.05 koker 1200/1200 21.57 (wl) ax b +30.90 29.68 29.66 +30.90 Y 4310 NATUURGEBIED NATUURGEBIED Y 4310 Y 4310 NATUURGEBIED Y 4310 NATUURGEBIED Y 1000 WOONGEBIED Y 1000 WOONGEBIED Y 1000 WOONGEBIED Y 4310 NATUURGEBIED NATUURGEBIED Y 4310 AGRARISCH GEBIED Y 4100 Y 6200 EN OPENBARE NUTSVOORZIENINGEN GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN Y 4310 NATUURGEBIED AGRARISCH LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL GEBIED Y 4610 GEBIED VOOR WOONGEBIED Y 1000 AGRARISCH GEBIED Y 4100 AGRARISCH GEBIED Y 4100 B1 S2 S3 S4 S1 B2 B3 B4 17.16 18.75 17.94 21.90 23.45 26.77 29.41 23.91 23.53 23.59 21.30 21.18 21.40 17.64 24.08 23.10 15.520 a:16.010 16.189 a:16.348 18.771 18.816 a:20.346 b:19.640 21.714 19.894 20.208 20.360 20.982 a:20.950 25.164 27.594 x:15.600 a x x:16.248 a,x:18.691 b,x:19.668 a b x a b x x:20.500 a x ±21.600 -50.00-1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 53 54 55 56 18.224 21.539 22 .132 22 .131 18.133 18.209 18.265 +23.75 +23.86/ +24.07 21344037 21344036 21344035 21344027 21344026 21344025 21344024 21344020 21344038 struikgewas woeste grond weiland weiland woeste grond woeste grond tuin weiland woeste grond

hek DOM MODEST

VAN ASSCHELAAN Buurtweg nr. 26 akkerland weiland weiland woeste grond weiland woeste grond weiland woeste grond woeste grond woeste grond weiland woeste grond woeste grond woeste grond woeste grond weiland woeste grond WINGERD woeste grond woeste grond voet weg nr . 141 voet weg nr . 141 voet weg nr . 141 buurtweg nr. 52 voetweg nr. 52 voetweg nr. 52 voet weg nr . 100 buur tw eg nr . 53 DOM MODEST VAN ASSCHELAAN Buur tweg nr . 26 AUTOSNEL

WEG E40 BRUSSEL/OOSTENDE

woeste grond akkerland akkerland akkerland akkerland BOS BOS akkerland akkerland akkerland akkerland Buur tw eg nr . 26 DOM MODEST VAN ASSCHELAAN weiland weiland bos woeste grond bos bos bos weiland woeste grond akkerland akkerland akkerland weiland weiland weiland bos akkerland akkerland akkerland weiland boomgaard weiland HOPSTRAAT d150-p vc d150-G d150-G d400-B d110-PVC d500-B d500-B d400-B d400-B d400-B d400-B d500-B d400-B d600-B d600-B d400-B d600-B d800-B d400-B d400-B 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 Sleuf 4 Sleuf 3 Sleuf 2 Sleuf 5 Sleuf 1

(35)

Sleuf 4

Sleuf 3

Sleuf 2

Sleuf 5

Sleuf 1

OB (Bebouwde zones)

Lhp (Natte zandleembodem zonder profiel) wPdc (Matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte verbrokkelde textuur B horizont)

wPbc (Droge licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont)

(36)

S 3 S 1 S 2 S 4 S 5 S 6 S 7 S 8 S 10 S 9 S 11 S 12 S 14 S 13 S 16 S 15 S 18 S 17 S 19 0 10 m Profiel 1 Profiel 2 Profiel 3 Profiel 4 Profiel 5

Legende

Sporen Moederbodem

Fijn donkergroen zand met schelpenresten Recente verstoring

(37)

S 21 S 20 S 24 S 25 S 23 S 22 0 10 m Profiel 1 Profiel 2 Profiel 1

Legende

Sporen Moederbodem 0 10 m

(38)

S 27 S 26 0 10 m Profiel 1 Profiel 1 Profiel 2 Profiel 3

Legende

Sporen Moederbodem 0 10 m

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De volgende vormen van grondgebruik zijn onderscheiden: grasland, akker/kale grond, heide en hoogveen, loofbos, naaldbos, bebouwd gebied en wegen, water, rietmoeras, stuifduinen

Op het high-techbedrijf worden drie keer per dag alle dieren met een melkinterval groter dan 10 uur opgehaald: om 7:30, 16:30 en 22:00.. Het melkinterval op het ophaalmoment ligt

De totale toegerekende kosten zijn bij Eggink met 7,34 euro per 100 kg melk bijna 5 euro per 100 kg melk lager dan van de Spiegelgroep.. Vooral de veevoerkosten

De vijf tijdstippen zijn achtereenvolgens het moment dat planten uit de kas zijn gehaald, eind van de transportsimulatie, 4 dagen na einde transportsimulatie, eind van de

Individual carotenoids and chlorophylls were identified by comparison to authentic standards and quantified by normalisation to an internal standard (β-apo-carotenal) and quantified

Jonge zeugen zijn goede moeders: ze zijn alert, hebben een goed uier en zijn niet te zwaar.. Een ruim hok is noodzakelijk voor het gaan liggen en staan en voor het scheiden van lig-

Accordingly, each schematic type is more or less prototypical depending on its family resemblance (i.e. shared attributes) to the prototype. In light of this formal profile, and of

• Select plots on the basis of a range of values for the soil property selected by the user; • Select the option to obtain output on pore water concentrations and concentrations