• No results found

De afdruk van het Italische stempel. De literaire kritiek van Vincenzo Gioberti en de wording van de nationale literatuurgeschiedenis - Samenvatting en conclusies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De afdruk van het Italische stempel. De literaire kritiek van Vincenzo Gioberti en de wording van de nationale literatuurgeschiedenis - Samenvatting en conclusies"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

De afdruk van het Italische stempel. De literaire kritiek van Vincenzo Gioberti en

de wording van de nationale literatuurgeschiedenis

Sosef, W.C.J.

Publication date

2002

Link to publication

Citation for published version (APA):

Sosef, W. C. J. (2002). De afdruk van het Italische stempel. De literaire kritiek van Vincenzo

Gioberti en de wording van de nationale literatuurgeschiedenis. Eigen Beheer.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Samenvattingg en conclusies

InIn de dissertatie doe ik onderzoek naar de visie van Vincenzo Gioberti op de Italiaansee nationale literatuurgeschiedenis, en naar de receptie van Gioberti's opvattingen inn de negentiende en twintigste eeuw.

Inn het eerste hoofdstuk stel ik vast dat de problematiek van de literatuur-geschiedschrijvingg aan het begin van de negentiende eeuw bestond in de ordening en selectiee van de massa aan beschikbare gegevens (auteurs en werken). Ik onderscheid daarinn drie deelgebieden: de verwerking van de eruditie in een "filosofie", de afbakening vann het terrein van de "Italiaanse literatuur", en de "structuur" van de literatuurgeschiedenis.. Een belangrijk voorbeeld van zo'n filosofie is de beschouwing van Francescoo Saverio Salfi, patriot en balling, over de eigenschappen van het Italiaanse "génie"" of karakter. Dit onderwerp biedt een directe overgang naar de ideologie van Gioberti,, waarin het genio nazionale immers centraal staat. Een ander aanknopingspunt mett Gioberti's opvattingen is het door de romantische literatuurkritiek (Foscolo, Ginguené, Sismondi)) beleden adagium "letteratura come espressione della societa".

Dee vraag naar de definitie van wat "Italiaanse literatuur" is omvat chronologische, geografische,, linguïstische en meer inhoudelijke kwesties. Zo blijkt voor Tiraboschi het beginpuntt van de Italiaanse literatuur duizend jaar eerder te vallen dan voor Corniani. Een anderr criterium betreft de vraag of de Latijnse literaire productie uit de periode van het humanismee ook tot de Italiaanse literatuurgeschiedenis gerekend kan worden. Gioberti's positiee in deze kwesties is restrictief: voor hem bestaat "Italiaanse literatuur" niet vóór

1200,, en dan nog uitsluitend in het Italiaans.

InIn hetzelfde verband komt ook de vraag naar de "nationale" literatuurgeschiedenis aann de orde. Hoewel deze juist in de negentiende eeuw tot bloei kwam, werd zij toch steedss begeleid door een meer "kosmopolitisch" ingestelde literatuurgeschiedschrijving, waarvann het ideaal geschetst werd door Mazzini. In Gioberti's opvatting blijkt in ieder gevall de Italiaanse nationale literatuurgeschiedenis óók een universele of kosmopolitische componentt in zich te dragen. Deze heeft een direct verband met het universele bereik van dee katholieke kerk, die in Italië haar centrum heeft.

(3)

Hett onderwerp "structuur" omvat de voor de hand liggende kwesties van de periodiseringg en de indeling naar genre. Meer specifiek is het thema van "opkomst-bloei-verval",, dat een lange geschiedenis heeft. Het gaat in de discussie die hieraan sinds Tiraboschii gewijd is vooral om de vraag naar het "morele" of "fysieke" karakter van de "oorzaken"" van het verval. Ook het onderwerp "goede smaak" komt in dit verband ter sprake.. Het standpunt van Gioberti inzake het thema decadenza is niet eenduidig: nu eens noemtt hij de oorzaken van het verval "objectief', dan weer "subjectief'. Wederom komt Salfii ter sprake met een originele opvatting, namelijk dat de door velen gehekelde zeventiendee eeuw niet een periode van "verval" is maar van "vernieuwing". Bij Gioberti, dee man van de traditie, speelt dit idee geen rol.

Inn het tweede hoofdstuk geef ik een schets van het intellectuele klimaat waardoor Giobertii gevormd werd en waaraan hij mogelijk ook ideeën ontleende voor zijn eigen denksysteem.. Onder de noemer "van kosmopolitisch naar nationaal bewustzijn" behandel ikk achtereenvolgens: het idee "natie", en de daarmee verwante ideeën genio nationale en

nazionalita,nazionalita, het idee "primaat", waarvan ik de voorgeschiedenis kort uiteenzet, met

voorbeeldenn van dichterlijke vormgeving, de ideeën betreffende historische ontwikkeling enn vooruitgang, waarin Vico een belangrijke plaats inneemt, de opvattingen over de functiee van de schrijver. Op al deze terreinen blijkt Gioberti niet "origineel" geweest te zijn.. Zijn originaliteit ligt in de overtuiging waarmee hij de van anderen overgenomen ideeënn samensmeedt tot zijn eigen "nationale ideologie". Deze werd gevoed door zijn strevenn naar de verzwakking van de Franse intellectuele en culturele hegemonie. Gioberti's ideologiee stoelde op de overtuiging dat de Italiaanse natie, in het kader van een grootse historischee ontwikkeling en bezield van een ook door de schrijvers en dichters gestimuleerdd nationaal bewustzijn, geroepen was het geestelijke en culturele primaat over dee andere naties uit te oefenen.

Aann de rol van Giambattista Vico besteed ik speciale aandacht, omdat hij het idee heeftt vormgegeven van de "oude Italische wijsheid", die ten grondslag zou liggen aan de westersee beschaving in haar geheel. Bovendien staat Vico aan het begin van een traditie inn de Italiaanse cultuur- en literatuurgeschiedenis, volgens welke Italië zich van alle andere landenn onderscheidt door haar eigen filosofie, literatuur en kunst. In deze traditie is Giobertii een onmisbare schakel — niet minder dan Vincenzo Cuoco, auteur van de filosofisch-politiekee roman Platone in Italia, .

(4)

eeuw,, aan de wieg van de "herontdekking van Dante", die ook door Gioberti beschouwd werdd als de "schepper van de Italiaanse literatuur". Vervolgens werkte het door Vico gewektee nationaal bewustzijn door in de Italiaanse nationale beweging van het begin van dee negentiende eeuw, en daarmee op de zich ontwikkelende nationale literatuurgeschiedenis. .

Inn het derde hoofdstuk zet ik Gioberti's "nationale ideologie" uiteen aan de hand vann de centrale begrippen genio nazionale en stampa italica. Het blijkt dat ook Gioberti's definitiess van het Italiaanse nationale karakter niet altijd eenduidig zijn. Wat betreft de "oorsprong"" van dit karakter noemt Gioberti nu eens de factoren "etnische afstamming", "godsdienst"" of "taal", dan weer factoren van meer geografische aard als "grondgebied" enn "klimaat". Ook wat betreft de "inhoud" van het nationale karakter is Gioberti's wijze vann definiëren niet consequent. De eigenschappen die de Italiaanse literatuur van de literatuurr van andere naties zouden moeten onderscheiden: "helderheid", "mannelijkheid", "evenwichtigheid",, blijken in de praktijk van de beoordeling niet altijd te gelden. Dit wordtt duidelijk in het geval van een zeventiende-eeuwse auteur als Giambattista Marino, diee reeds behoort tot het tijdperk van het "verval".

Inn Gioberti's beschouwingen over de romantiek laat ik een voorbeeld zien van "toepassing"" van zijn nationale ideologie, hoewel Gioberti's gedachtegang ook hier niet consequentt genoemd kan worden. De romantische literatuur wordt gekenmerkt door het feitt dat zij voortkomt uit het genio nazionale, terwijl de classicistische literatuur een productt is van "imitatie" van de klassieke literatuur — aldus de formulering in Gioberti's vroegee werk. Later — in het Primato — zou hij gereserveerd staan tegenover de romantischee auteurs, aan wie hij verwijt dat zij zich door Duitse en Engelse invloeden van dee wijs laten brengen.

Dee toepassing van Gioberti's ideeën op zijn literair-historische uiteenzettingen manifesteertt zich bij uitstek in zijn visie op Dante en diens Commedia. Op Dante projecteertt Gioberti alles wat genio nazionale en stampa italica vertegenwoordigen. Dante iss de schepper zowel van de natie als van de taal; in zijn werk komen het nationale karakterr en het Italische stempel tot volledige uitdrukking. Dante is de maatstaf voor de Italiaansee literatuur, zodat een wederopbloei na het tijdperk van het verval noodzakelijkerwijss een "terugkeer naar Dante" veronderstelt. Bovendien komt het katholiekee en kosmopolitische element tot uiting in de karakterisering van Dante als de grondleggerr van niet alleen de Italiaanse maar de hele Europese literatuur.

(5)

Datt het begrip "Italisch stempel" geen vast omschreven inhoud heeft, wordt duidelijkk als Gioberti dit toepast op van elkaar zeer verschillende auteurs als Dante, Ariostoo en Leopardi. Hier lijkt de betiteling meer in functie van de lofprijzing te staan, dann dat zij inhoudelijk ook iets meedeelt.

Aann het begrip "letteratura nazionale-popolare" besteed ik aandacht, omdat Gioberti inn het Rinnovamento, naar aanleiding van een citaat van Leopardi, zijn maatstaf nog hoger legtt dan in de eerdere werken. Weliswaar betreft het hier alleen het proza, maar zijn oordeell over de Italiaanse literatuurgeschiedenis is wat dat betreft uiterst kritisch. Het blijktt echter dat Gioberti zich in de praktijk van de literaire kritiek toch meer door esthetischee dan door ideologische overwegingen laat leiden.

Eenzelfdee serie eigenschappen als voor de literatuur gelden ook voor de taal. Zo noemtt Gioberti "helderheid" en "precisie" de eigenschappen waarmee het Italiaans zich vann ander talen onderscheidt. Gioberti's ideaal van het literaire Italiaans is het "welsprekendee proza", waarvan behalve Paolo Sarpi, auteur van de Istoria del Concilio

Tridentino,Tridentino, vooral Niccolö Machiavelli, met zijn niet-retorische stijl, het grote voorbeeld

is.. Tenminste, in theorie, want afgaande op Gioberti's eigen "welsprekende proza" krijgt bijj hem de retoriek de overhand.

Eenn heel eigen opvatting over de "auteur" komt tot uitdrukking in Gioberti's begrip

scrittorescrittore ideale, waarmee hij duidt op de schrijver die zich in zijn werk laat leiden door

eenn "idee" van nationale of godsdienstige betekenis.

Tenslottee geef ik in dit derde hoofdstuk een schets van een op Giobertiaanse leest geschoeidee literatuurgeschiedenis. De structuur daarvan wordt bepaald door de opeenvolgingg van bloei, verval en herrijzenis. De aldus gevormde perioden worden beheerstt door respectievelijk Dante, Metastasio en Alfieri. Maar het verval zet al in met Petrarca,, die immers verantwoordelijk is voor de "verarming" van het bij Dante nog zo rijkerijke Italiaans. De positie van Ariosto is ambigu, in zoverre Gioberti hem enerzijds verheerlijktt om het "Italische stempel" van de Orlando Jurioso, en hem anderzijds noemt alss voorbeeld van de teloorgang van de christelijke "Idee". Het verval van de literatuur wordtt door Gioberti beschreven als een "neergaande lijn", die correspondeert met het politiekee en godsdienstige verval. Met Alfieri ziet Gioberti de curve weer rijzen, dankzij dee heilzame "terugkeer naar Dante". Leopardi wordt, evenals Dante zelf, gerekend tot de "beeldhouwers"" onder de dichters, juist om zijn "natuurlijke" en "eenvoudige" taal. In dit oordeell wordt eens te meer Gioberti's afwijzing van de romantiek tot uitdrukking gebracht.

(6)

Dee analyse van Gioberti's nationale ideologie leidt tot de conclusie dat zij niet vrij iss van ambiguïteit, en dat zij vooral een instrumentele functie heeft, die gericht is op de verheerlijkingg van de Italiaanse literatuur als een literatuur die een "unieke" combinatie vann kwaliteiten in zich draagt.

InIn het vierde hoofdstuk bespreek ik de receptie van Gioberti's nationale ideologie inn de Italiaanse literatuurgeschiedschrijving van de laatste honderdvijftig jaar. Achtereenvolgenss komen aan de orde: de handboeken van Emiliani Giudici, Cantü en Settembrini,, de Lezioni en de Storia della letteratura italiana van De Sanctis, de verschillendee discorsi van Carducci, en een selectie van twintigste-eeuwse literatuur-geschiedenissen,, van Rossi tot Asor Rosa. Het blijkt dat het nationale thema in deze handboekenn en teksten een constante is geweest, waarvan niet direct is vast te stellen hoe groott de invloed van Gioberti daarin was. Een duidelijker voorbeeld van receptie vinden wijj bij De Sanctis, en verrassenderwijs in nog sterker mate bij Carducci. In de sindsdien verschenenn literatuurgeschiedenissen is de door Gioberti gehanteerde canon van auteurs, mett de eminente positie van Dante, gehandhaafd. De karakterisering tooit zich evenwel niett meer met de terminologie van italianita en stampa italica.

Enigszinss anders is het wat betreft de literatuurkritiek. Croce en Gentile vellen beidenn een positief oordeel over Gioberti's beschouwingen, Croce ondanks zijn fundamentelee bezwaren tegen Gioberti's filosofie. Gramsci is een duidelijk voorbeeld van Gioberti-receptie,, al betreft deze uitsluitend Gioberti's bijdrage aan de theorievorming betreffendee het begrip letteratura nazionale-popolare. In de filologische kritiek (Calcaterra, Sgroi,, Wellek, Foti enz.) wordt met grote waardering over Gioberti gesproken.

Aann het einde van het hoofdstuk bespreek ik twee initiatieven van Asor Rosa,

ScrittoriScrittori e popoio, een bekende studie over de Italiaanse populistische literatuur, en de

monumentaall opgezette Letteratura italiana. Eerstgenoemde studie is evenals het werk van Gramscii ook te beschouwen als een mijlpaal in de Gioberti-receptie, zij het dat ook Asor Rosaa slechts specifiek aandacht besteedt aan de letteratura nazionale-popolare, en niet aan dee literair-historische beschouwingen van Gioberti. Het door meerdere auteurs samengesteldee Letteratura italiana, dat geen echte literatuurgeschiedenis is (hoewel de niet inn de opzet voorziene twee delen 'Opere' in feite een concessie zijn aan het traditionele genre),, heeft de Giobertiaanse erfenis slechts bewaard in een aantal deelstudies van historischee aard, onder meer naar de begrippen "italianita" en "primato".

(7)

Mijnn conclusie luidt dat de bijdrage van Vincenzo Gioberti aan de evolutie van het genree nationale literatuurgeschiedenis bestaat in het wekken van aandacht voor factoren vann ideologische en filosofische aard. Die aandacht krijgt in Gioberti's beschouwingen vormm in het begrippencomplex genio nazionale, italianita, stampa italica. In de praktijk blijktt zijn waardering echter geleid te worden door overwegingen van meer esthetische aard.. In de receptie hebben juist de laatste overwegingen de overhand, terwijl de "ideologische"" criteria meer naar de achtergrond zijn gedrongen. Toch spelen deze criteria nogg steeds een rol in de literatuurgeschiedschrijving. De toekomst zal uitwijzen hoe zij kunnenn functioneren in een bovennationale, Europese of algemene literatuurgeschiedenis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http s ://dare.uva.nl) UvA-DARE (Digital Academic Repository).. Disputing about taste: Practices

Schmutz (2010), ‘The evaluation of popular music in the United States, Germany and the Netherlands: A comparison of the use of high art and popular aesthetic criteria.’

The second part of each interview consisted of relatively more structured questions on concepts such as ‘high culture’ and ‘low culture’, in order to specifically study

Jingshu suggestedd bringing a few leaders of the county to the airport and when Jishi Zheng turnedd around to check with Wenyao, the latter took the phone and said: "In that

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons.. In case of

Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands.. You will

Conclusion 81 Chapterr 2 Individual and Institutional Ties: the Zheng Lineage in the.. Malayy Peninsula 85