• No results found

Bodembedekking met plasticfolie bij augurken : resultaten van onderzoek 1964 - 1967

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bodembedekking met plasticfolie bij augurken : resultaten van onderzoek 1964 - 1967"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport 30, maart 1968

BODEMBEDEKKING MET PLASTICFOLIE BIJ AUGURKEN

door J.P. Koomen en J. Vlug

(resultaten van onderzoek in de jaren 1964 tot en met 1967)

Proefstation voor de Groenteteelt in de Vollegrond in Nederland Alkmaar - Hoeverweg 6 - telefoon 02200 - 11944

(2)

INHOUD Biz.

INLEIDING 1

ALGEMEEN 2 Proefopzet en werkwijze 2

Proefplaatsen en grondsoort 2

VERSLAG VAN DE PROEVEN 4

Alkmaar 1964 4 Alkmaar 1965 7 Anderlecht 1965 10 St. Katelijne Waver 1965 12 Alkmaar 1966 13 Venlo 1966 17 Breda 1966 18 Anderlecht 1966 20 Geel 1966 21 St. Katelijne Waver 1966 23 Tuindersbedrijven 1966 24 Alkmaar 1967 26 Venlo 1967 27 St. Katelijne Waver 1967 28 Geel 1967 29

PRAKTIJKERVARINGEN MET PLASTICFOLIE BIJ AUGURKEN IN 1967 32

RECAPITULATIE PROEFVELDOPBRENGSTEN 34

KOSTEN VAN BODEMBEDEKKING 37

(3)
(4)

INLEIDING

Vöór 1963 had in Nederland de vollegrond vrijwel- het "monopolie" voor de teelt van augurken. Na 1963 heeft de teelt van dit gewas onder staand glas een snelle opgang gemaakt. Dit is voor een groot gedeelte te danken aan de ontwikkeling van nieuwe rassen, waarvan met name "Levö" zich zeer goed leent voor deze teelt. In 1967 bedroeg het areaal glasaugurken reeds + 3OO ha. De oppervlakte augurken in de vollegrond is echter nog enkele malen groter en het is zeker verantwoord aan deze teeltwijze de nodige aandacht te" blijven schenken.

Vanaf 1964 tot en met ^1967 werden door het PGV diverse teeltproeven geno-men om na te gaan in hoeverro de oogstzekerheid van vollegronds augurken kan worden vergroot. Deze proeven hadden vooral betrekking op bodembedek-king met plasticfolie. De resultaten van dit onderzoek worden in deze pu-blikatie weergegeven. Hierbij zal niet worden volstaan met vermelding van de produktieverschi11en, maar zal ook de kostsnzijde, verbonden aan de toepassing van folie, worden belicht.

De proeven te Alkmaar werden beheerd door personeel van het PGV. De proe-ven elders in het land werden verzorgd door medewerkers van de rijkstuin-bouwconsulentschappen en door chefs van proeftuineny die in België door medewerkers van de Belgische Boerenbond, chefs van proeftuinen en leraren bij het land- en tuinbouwonderwijs. Voor deze medewerking zijn wij veel dank verschuldigd. Bij het samenstellen van deze publikatie hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van een aantal adviezen en suggesties, ons ver-strekt door de heren P. Baptist (Etc Roermond), P.H. Böonen en C. Hulsman

(proeftuin Noord-Limburg te Venlo). Ook hiervoor onze welgemeende dank.

(5)

-ALGEMEEN

Proefopzet en werkwijze .

Het onderzoek werd opgezet om na te gaan of "bödembedekking met plasticfo-lie de oogst van augurken kan vervroegen en de produktie kan verhogen. Het proefras was afwisselend Hokus en Levo, de twee rassen die momenteel voor de völlegrondsteelt in Nederland het best voldoen. Er werden verschil-lende soorten polyethyleen folie aangewend, te weten doorzichtig, grijs, wit en zwart. De breedte van de banen was 100 à 110 cm. Aangezien het dui-delijk was dat plasticfolie voor dit doel slechts één keer kan worden ge-bruikt, werd uitgegaan van dun (goedkoop) materiaal ter dikte van 0,02 en 0,03 nun. Omdat het in de proeven kleine percelen betrof, werd do folie met de' hand gelegd.

De methode van aanbrengen was niet elk jaar gelijk. Wij hebben ervaren dàt het bij ondoorzichtig folie (wit, zwart en grijs) noodzakelijk is eerst de folie uit te leggen, er daarna op de gewenste afstand gaten in te snijden of te knippen en vervolgens de augurken in de gaten te planten. Bij een foliedikte van 0,02 of 0,03 mm kunnen de gaten er ook gemakkelijk met dë hand in worden gedrukt. Bij 'doorzichtig folie kan men eventueel eerst de augurken planten, dan de folie er overheen trekken en daarna de gaten maken. Dezelfde werkwijze als bij ondoorzichtig folie verdient ech-ter- ook hier de voorkeur. Na het aanbrengen van de foliebanen moeten ze zowel aan de lange als aan de korte zijden worden bedekt met grond, zo-danig dat de wind er nergens onder kan komen. A 1 B dit wel het geval is gaat de folie klapperen en de augurken kunnen stuk geslagen worden. Bij hét uitleggen met de hand i's men aangewezen op vrijwel windstil weer. In 1966 was . in enkele proeven ook het object "ventifol" opgenomen. Dit is een plasticbaan waarbij een aantal 10 cm brede stroken dakpansgewijze op elkaar is bevestigd, zodanig dat er ventilatie-openingen tussen zitten. Deze folie dient over het gewas te worden aangebracht.

Bij enkele proeven werden waarnemingen verricht over de grondtemperatuur. De gegevens hiervan zijn eveneens in dit rapport verwerkt.

Proefplaatsen en grondsoort

De proeven met bodembedekking werden gedurende vier jaren genomen. In 1964 alleen op de proeftuin te Alkmaar, in 1965» 1966 en 1967 ook op enkele

(6)

andere proeftuinen in Nederland en België, alsmede in—-1966 in enkelvoud "bij een aantal tuinders in de provincie Limburg. Om niet steeds in her-haling te hoeven treden, volgen hier enkele algemene gegevens over de proefplaatsen.

Alkmaar; tuin bij het Proefstation^ humusrijke, zeer lichte zavel| ver-zorgers van de proef A. Tolman en J. Vlug.

Bredas proeftuin "Stichting Proeftuin Noord-Brabant"f zandgrond^ verzor-ger van de proef H.M.Co Nuyten.

Venlo: proeftuin "Stichting Proeftuin Noord-Limburg"3 lemige zandgrond^ verzorger van de proef G.A.J. Jansen en P.H. Boonen.

Anderlecht (België)s proeftuin van het Provinciaal Instituut voor Tuin-bouwonderwijs. De proeftuin bevindt zich te Pamel| zware zavel; verzor-gers H. Mollemans, R. Mergan en F. de"Smet.

Geel (België)s Kempens testbedrijf5 lichte zavel| verzorgers B. Geboers en C. Geukens.

St. Katelijne Waver (België); Proefstation voor de Groenteteelt5 zavel-grondj verzorger van de'proef J.'dè Vos.

(7)

-VERSLAG VAN DE

PROEVEN-Aangezien niet in alle proeven de objecten volledig gelijk waren en ook zaai- en plantdata verschilden, zullen alle genomen proeven afzonderlijk worden besproken.

Alkmaar. 1964

In 1964 waren behalve zwart en doorzichtig plasticfolie, ook enke»-Ie andere teeltkundige aspecten in het onderzoek betrokken. Zo was een vergelijking opgenomen tussen teelt op bedden en teelt op het vlakke veld, alsmede een vergelijkend object tussen ter plaatse zaaien en uitplanten van losse planten. Het proefras was Hokus. De rijenafstand bedroeg 250 cm, de afstand in de rij 15 à 20 cm. Alle objecten werden op 22 mei gezaaid. Het uitplanten vond plaats op 28 mei, het uitdunnen van de ter plaatse gezaaide augur-ken op 9 juni. Direct hierna werd op de daarvoor in aanmerking komende veldjes de folie aangebracht. De proef lag in drievoud.

In de tweede helft van juni kwamen vrij veel zonnige dagen voor. Juli was over het algemeen nat en koel. Dit laatste was er ver-moedelijk oorzaak van dat de augurken een flinke bladontwikke-ling maakten en pas vrij laat in produktie kwamen. In deze proef werd geen hinder ondervonden van onkruidgroei onder het doorzich-tige folie. Bij gewaswaarnemingen bleek dat de uitgeplante au-gurken een iets vlottere stand vertoonden dan de ter plaatse ge-zaaide. De augurken op het vlakke veld stonden iets beter dan die welke op ruggen waren geteeld. Er was een vrij duidelijk verschil tussen de objecten zonder en die met plasticfolie, ten gunste van de laatste. Tussen de objecten was vrijwel geen verschil in het moment waarop de planten begonnen te bloeien.

Op 2 juli kon worden begonnen met het meten van de grondtempera-tuur (8 à 10 cm diepte). Dit moest gebeuren met gewone grondther-mometers, die op de werkdagen twee keer per dag werden afgelezen, te weten om 8 uur 's morgens en 4 uur 's middags. Eind juli

had-den de augurken het veld volledig bedekt en werhad-den de temperatuur-verschillen zo gering, dat de waarnemingen werden gestopt. De tem-peratuurgegevens in afbeelding 1 (die uit praktische overwegingen slechts worden gegeven van de bedekkingsobjecten op vlak veld)

(8)

21 20 19 17 16 15 18 L niet bedekt zwart folie i . • doorzichtig folie • ' ! 1/

Afbeelding 1. Gemiddelde van de temperaturen om 8 uur 's morgens (links) en 4 uur 's middags (rechts) over 17 waarnemingedagen in juli I964.

(9)

-tonen aan dat de grond onder het doorzichtige plastic warmer was dan onder zwart folie« Het zwarte folie had bij de ochtendwaarne-mingen een hogere temperatuur dan onbedekte grond, bij de middag-waarnemingen was dit andersom. De gemiddelde temperaturen tussen zwart en onbedekt (zie tabel 1) kwamen hierdoor gelijk te liggen. Verder kan worden vermeld dat de grondtemperatuur in de bedden lager was dan van het vlakke veld. Mogelijk dat de afkoeling door de wind bij de 10 à 12 cm hoger gelegen bedden iets sterker was dan bij het vlakke veld.

Hoewel de temperatuurwaarnemingen in 1964 zijn verricht op 17 ach-tereenvolgende dagen (met uitzondering van zaterdagen en zondagen) geeft een dergelijke bepaling met gewone grondthermometers toch slechts een aantal momentopnamen. Deze gegevens van 1964 moeten dan ook uitsluitond worden gezien als aanwijzingen.

De oogst begon op 4 augustus en duurde tot 25 september. Er werd 14 keer geplukt, waarbij zoveel mogelijk werd gericht op de C sor-tering, dus middelmatig grove pluk. Tabel 1 geeft een overzicht van de getotaliseerde opbrengsten, samengevoegd per zaaimethode, per plasticsoort en per teeltmethode. Tevens zijn in deze tabel opgenomen de gemiddelde standwaarderingen en de gemiddelden van ochtend-- en middag-groMtemperaturen over de maand juli.

Tabel 1. Samenvatting augurken Alkmaar 1964»

Object

Ter plaatse zaaien Uitplanten Onbedekte grond Zwart folie Doorzichtig folie Beddênteelt Vlak veld ': Gemidd. istand-; cijfer | 6,5 ! 7'3

i

6,3

8,0

j

7,5 ! 6' 3 ! 7,2 i , TenvD. 'in °C

I 18,1

:

18,1

i

19,1

! 17,6 ! 18,1 Produktie in kg per (4-20 aug. 137 (37 %)

;162

(39 1)

j134

(37 i)

;156

(40 i) H68 (37

1o)

120 (33

fo)

,165

(40

fo)

20 aug-25 sept. 231 257 229 238 285 242 249 _, are i totaal

I

368

:

419

j

363 : 394

i

453 j 362 | 414

(10)

Uit tabel 1 kunnen de volgende punten gedestilleerd worden! • 1e. Het uitzetten van losse planten (1e echte blad komt net door)

heeft 51 kg per are meer opgebracht dan ter plaatse zaaien. Bij de normale teelt van augurken was reeds bekend dat uitplanten meestal een hogere produktie geeft. Deze vergelijking was dan ook slechts opgenomen om na te gaan of ook bij gebruik van plas-ticfolie uitplanten te verkiezen is boven ter plaatse zaaien. Dit blijkt dus inderdaad het geval te zijn.

2e. Bodembedekking met doorzichtig folie heeft 59 kg per are meer opgeleverd dan met zwart folie en 90 kg per are meer dan onbedek-te grond.

3e. De hogere produktie als gevolg van de bodembedekking was niet alleen te danken aan het eerder in produktie komen van deze objec-ten, want ook in het latere gedeelte van de plukperiode was de

produktie bij de bodembedekking hoger dan van het controle-object. 4e. De teelt op het vlakke veld heeft 52 kg per are meer opgebracht

dan de teelt op bedden. Dit was een onverwacht resultaat.

5e. De produktieverhoging bij de foliebedekking t.o.v. onbedekte grond en bij teelt op vlak veld t.o.v. teelt op bedden liep pa-rallel met de verschillen in grondtemperatuur.

Alkmaar 1965

De proefopzet in 1965 week op één punt af van die in 1964» In 19^5

was namelijk de" vergelijking tussen ter plaatse zaaien en uitplan-""ten niét méér"opgenomen. De plantafstand was 300 bij 15 à 20 cm,

het proefras was wederom Hokus. De proef werd in drievoud.uitge-voerd.

Door koud weer en harde wind kort na het uitplanten mislukte de eerste aanleg, waarna op 8 juni nogmaals werd uitgeplant. Deze late plantdatum en de voor augurken zeer ongunstige zomer waren er oorzaak van dat de gewasontwikkeling veel te wensen overliet. Hierdoor kreeg het onkruid onder het doorzichtige plastic alle gelegenheid zich te ontwikkelen. Vooral wanneer de junimaand koud is, en de zon zich weinig laat zien, moet dit nadeel van het

doorzichtige plastic niet worden onderschat.

Dit jaar konden de grondtemperaturen beter worden gemeten, omdat er vanaf het uitplanten een thermorecorder ter beschikking stond,

(11)

-die van 8 juni tot 10 augustus de temperaturen heeft geregistreerd. Op deze laatste" datum waren de plasticbanen zodanig door de augur-ken overgroeid dat de temperatuurverschillen vrijwel waren opge-heven en verdere registratie geen zin meer had. De temperatuurge-gevens in afbeelding 2 hebten betrekking op 63 opeenvolgende da-gen, slechts onderbroken van 22 tot 30 juli wegens een defect

aan de'registratie-apparatuur. Uit afbeelding 2 blijkt hetzelfde als uit afbeelding 1 (1964)? namelijk een gering verschil in grond-temperatuur tussen onbedekte grond en zwart folie, maar een dui-delijk hogere temperatuur onder het doorzichtige folie. Ook de gegevens in afbeelding 2 hebben slechts betrekking op de teelt op het vlakke veld.

De oogst begon nog later dan in 1964s namelijk op 19 augustusjde laatste pluk was op 8 oktober. Er werd slechts 11 keer gepinkt, hetgeen neerkomt op gemiddeld één keer per 4 à 5 dagen. Door het langzame groeien (koude zomer) waren de augurken toch niet te grof. Tabel 2 geeft een overzicht van de getotaliseerde opbrengsten, samengevoegd per plasticsoort en per teeltmethode. Tevens zijn in deze tabel opgenomen de gemiddelde standwaarderingen en de ge-middeldgn vrj c ^ o n d - en middagtemperaturen.

Tabel 2. Samenvatting augurken Alkmaar 1965«

Object Gemidd. iTem'

stand-cijfers stand- ! in C

j Produktie in kg per are

119-30 aug. !30 aug-8 okt. ; totaal

Onbedekte grond 4»7 Zwart folie 5,2 Doorzichtig folie; 6,7 Beddenteelt i 5,4 Vlak veld ^ 5 , 6

17,3

17,6

19,3

18,4

17,7

'30 (27

io)

; J40 (32 fo) : ^ 8 (31 f>) i

b6

(28 fo) \ 43 (32 fo) |

83

86

108

91

93,

! 113 I 126 ! 156 •I 127 ! 1 3 6

Uit tabel 2 blijkt het volgendes

1e. De produktie was uitgesproken laag, als gevolg van het slechte weer.

(12)

öp-22 21 20 19 18 17 16 15 14 ^ L

v

niet bedekt zwart folie doorzichtig folie \//

V

\ / i ,.••' i / / K .• i /

IV

/ I

; V I '

IV--.

V / i

- « «

Afbeelding 2. Gemiddelde van de temperaturen om 8 uur 's morgens (links) en 4 uur 's middags (rechts) over 56 waarnemingsdagen in 1965.

(13)

-gebracht dan met zwart folio en 43 kg meer dan onbedekte grond. 3e. De meeropbrengsten van de plasticfolie-objecten waren niet alleen

het gevolg van het eerder in produktie komen.

4e. Het verschil in produktie tussen augurken, geteeld op het vlakke veld en die, geteeld op bedden was in het voordeel van het vlakke veld. Het verschil was echter minimaal.

5e. Het produktieverschil tussen de augurken, afkomstig van doorzich-tig folie, zwart folie en onbedekte grond liep parallel met de

verschillen in grondtemperatuur. Bij de vergelijking beddenteelt-vlak veld was dit niet het geval.

Anderlecht 1965

Het proefschema was gelijk aan dat te Alkmaar 'in 1965» eveneens in drievoud. Naderhand ging echter in verband met graafwerkzaam-heden één herhaling verloren, zodat uiteindelijk de gegevens van twee herhalingen beschikbaar waren. Ook in deze proef mislukte de eerste aanleg, waarna op 4 juni rechtstreeks in 5 cm perspot-ten werd gezaaid. Het uitplanperspot-ten vond plaats op 14 juni bij een afstand van 300 x 20 cm. Het proefras was Hokus.

Het gewas ontwikkelde zich redelijk. De bloei begon bij de objec-ten met grondbedekking op 12 juli, bij de onbedekte grond gemid-deld één dag later. Bij geen der objecten was de onkruidgroei

hinderlijk. Verschil in ziekte-aantasting tussen de objecten werd niet geconstateerd.

Vanaf 2 juli tot 10 september xverden er in de bodembedekkingsob-jecten op het vlakke veld met behulp van gewone grondthermometers waarnemingen over de grondtemperatuur op 15 cm diepte verricht. De thermometers werden elke ochtend (met uitzondering van zater-dagen en zonzater-dagen) om 8 uur afgelezen. Afbeelding 3 geeft een over-zicht van de temperaturen. Ook te Anderlecht bleek in juli en au-gustus de temperatuur onder het doorzichtige plastic hoger te zijn dan onder het zwarte en aanzienlijk hoger dan in onbedekte grond. In september waren de verschillen grotendeels genivelleerd. Op-vallend was de sterke temperatuurdaling in de eerste decade van

(14)

19 18 17 16 15 14 13 12 * / niet bedekt zwart folie doorzichtig folie y ,-/ ,-/ / / / / / / / , y / \ t * b % * • « ê <i

2 t/m 31 juli 2 t/m 31 aug. 1 • t/m'"10 sept.

Afbeelding 3« Gemiddelde temperaturen van 8 uur 's morgens, op-genomen te Pamel (Anderlecht )in 1965«

De oogst begon op 4 augustus en duurde tot 30 september. In deze periode werd 14 keer geplukt, hetgeen neerkomt op gemiddeld één keer per 4 dagen. De opbrengstgegevens, de gegevens over de. ge-middelde temperatuur en de gege-middelde standcijfers zijn vermeld in tabel 3«

(15)

-Tabel 3« Samenvatting augurken Anderlecht 1965« Object Onbedekte grond Zwart folie Doorzichtig folie Beddenteelt Vlak veld :Gemidd. i |stand-• cijfers ;• 5» 3 6,0 : 6,8 6,0 ! 6,1 Temp. i nëC .14,9 15,9 16,7

-Produktie in kg per are 4-23 aug. !-23 Î30 23 (27 %) Î 30 (33 %) ; 28 (31 i)

\

26 (29 fo) | 29 (33 fo) \ aug.-sept. 61 62 64 64 60 totaal 84 92 92 : 90 ! 89 i

Uit tabel 3 blijkt het volgende:

1e. De produktie was nog lager dan de stand van het gewas aanvanke-lijk deed verwachten. De ruime plantafstand zal hier dit jaar ze-ker een rol bij hebben gespeeld.

2e. Het object zonder bodembedekking gaf een iets lagere opbrengst dan de objecten met bodembedekking. In tegenstelling tot de beide eerder beschreven proeven, was hier geen verschil tussen het ob-ject met doorzichtig en dat met zwart folie, ondanks het feit dat er wel verschillen waren in grondtemperatuur.

3e. Er was geen verschil in produktie tussen augurken geteeld op het vlakke veld en die, afkomstig van beddenteelt.

St. Katelijne Waver 1965

Het te St. Katelijne Waver gevolgde proefschema week in zoverre af van dat te Alkmaar en Anderlecht, dat er geen beddenteelt werd toegepast. Bovendien was hier behalve zwart en doorzichtig, ook grijs plasticfolie in de proef opgenomen. Alle objecten lagen in drievoud, het proefras was Hokus. Op 21 mei werd rechtstreeks in 5 era perspotten gezaaid, het uitplanten vond plaats op 10 juni bij een afstand van 25O x 25 cm.

Ook in deze proef liet als gevolg van de ongunstige zomer de ont-wikkeling van de augurken veel te wensen over. De onkruidbezetting

onder het doorzichtige folie was vrij hinderlijk, onder het grij-ze folie was dit aanzienlijk gunstiger. Onder het zwarte folie was vrijwel geen onkruid aanwezig. Temperatuurmetingen werden in

(16)

deze proef niet uitgevoerd.

De eerste pluk vond plaats op 10 augustus, de laatste op 5

okto-ber» In deze periode werd door gebrek aan tijd slechts zeven keer

geoogst, wat neerkomt op gemiddeld één keer plukken per acht

da-gen. De geoogste augurken waren uiteraard zeer grof. Tabel 4

ver-meldt de produktie in kg per are en de gemiddelde standcijfers.

Tabel 4» Samenvatting augurken St. Katelijne Waver 19^5•

Object

Gemidd. j Produktie in kg per are

:

__

S"fc3J0.cL— '

. ._ . 110-24 aug. : 24 aug.-5 okt. \ t o t a a l

Onbedekte grond

Zwart folie

Grijs folie

Doorzichtig folie

4,0

4,3

6,0

5,8

| 73 (68

f)

(101 (79

<fo)

| 97 (76

%)

'103 (82

%)

34

27

30

23

107

128

127

126

Van tabel 4 valt het volgende te vermelden.

1e. De produktie was laag, hetgeen gezien de stand van het gewas geen

verwondering hoefde te wekken.

2e. Er was geen verschil in produktie tussen zwart, grijs en

doorzich-tig folie. Wel .hadden deze 3 objecten een hogere opbrengst aan

augurken .(+ 20 kg per are) dan het object zonder bodembedekking.

3e. Gezien de relatief grote opbrengst aan augurken in het eerste deel

van de oogstperiode werd in deze proef waarschijnlijk met de oogst

begonnen toen er al veel grove augurken aan het gewas hingen.

Alkmaar 1966

In 1966 werd op de proeftuin te Alkmaar bij het ras Hokus een

aan-tal opkweekmethoden toegepast in combinatie met bodembedekking.

Het zwaartepunt lag in deze proef bij de opkweekmethoden, die in

zevenvoud waren uitgeplant over de in enkelvoud opgenomen

bedek-kingsobjecten. Aangezien er 4 verschillende opkweekmethoden waren,

kunnen deze in feite worden gezien als even zovele herhalingen

van de objecten met bodembedekking.

Als bodembedekking werd gewerkt met zwart, grijs en doorzichtig

(17)

folie. De gewasbedekking bestond uit "Ventifol". Dit is een Pro-dukt van "Draka" èn bestaat uit stroken doorzichtig folie van 10

cm breedte, die dakpansgewijse over elkaar zijn bevestigd zodat er ventilatie-openingen overblijven. Verder werd een object opge-nomen met gewasbedekking door middel van plastictunnel, bestaande uit doorzichtig folie ter dikte van 0,1 mm en ter breedte van

150 cm. Na het opzetten was de tunnelbreedte over de grond geme-ten 75 era» de hoogte boven de rij augurken bedroeg 45 -à-50.cm. De ervaringen met grond- en gewasbedekking waren in deze proef als volgt.

Het zaaien-van de te verspenen augurken vond' plaats öp 10 mei in zaaibakjes die op een tablet met verwarmde grond werden gezet. Op 13 mei werd verspeend, daarna werden de verspeende planten over-gebracht naar een koude kas. Op 17 mei was het eerste hartblad

goed zichtbaar en werd het materiaal onder platglas gezet. De au-gurken, bestemd om als losse plant te worden uitgezet, werden op 20 mei in zaaibakjes gezaaid.

Alle objecten werden 1 juni uitgeplant, vlak nadat de bodembedek-king was gelegd. De tunnel en het ventifol werden direct na het

uitplanten aangebracht. Wat betreft de bodembedekking was er aan-vankelijk geen verschil in ontwikkeling tussen de augurken op grijs en die op doorzichtig folio. Op zwart folie was de ontwikkeling iets minder, het controle-object (geen bedekking) vertoonde een nog iets mindere gewasstand. De augurken onder de plastictunnel hadden de beste stand,, Die onder het ventifol waren in het begin iets minder dan onder de tunnel, maar beter dan van de objecten met bodembedekking. In geen der objecten was sprake van. een- hin-derlijke onkruidgroei.

Het ventifol en de tunnel werden op 1 juli verwijderd. De augur-ken hadden toen namelijk de ruimte tot aan het plastic vol ge-maakt. Gebleken is, dat het gewas onder ventifol. te slap opgroei-de, mede omdat de werking van de ventilatie-openingen tegenviel. Verder constateerden we dat een aantal jonge bladeren die het ventifol raakten, verbrandden als gevolg van zonnestraling. Eind juni heeft het gewas sterk geleden van.harde wind en regen, hetgeen een invalspoort vormde voor bacterievlekkenziekte, die kort daarna het gewas aantastte. In de tunnelobjecten was de

(18)

aan-tasting duidelijk minder ernstig. Bij waarnemingen op 24 augustus waren de augurken op het grijze plastic reeds behoorlijk aangetast door meeldauw. Of het grijze plastic hierop aede van invloed is geweest, is niet duidelijk geworden. Begin september kwam deze ziekte in de gehele proef voor.

Vanaf 17 juni werden door een thermorecorder de grondtemperaturen (8 cm diepte) geregistreerd. Op 4 juli werd hiermee gestopt. Af-beelding 4 geeft een overzicht van de gemiddelde etmaaltemperatuur

(12 ptuaten per etmaal) vanaf 17 juni tot 1 juli (de datum waarop tunnel en ventifol werden verwijderd). Uit deze grafiek blijkt de grond onder het ventifol warmer te zijn geweest dan daar waar plasticfolie als grondbedekking was toegepast. Grondbedekking met zwart folie gaf weer een lagere temperatuur dan met grijs en door-zichtig folie. Op het eerste gezicht lijkt de betrekkelijk lage grondtemperatuur onder de plastictunnel enigszins vreemd. Dit is echter waarschijnlijk te verklaren door het feit dat de tunnel niet geheel tot de grond was doorgetrokken om enige ventilatie in het gewas mogelijk te maken. Hierdoor werd de oppervlakte van de grond onder de tunnels .iets afgekoeld.

De oogst begon op 19 juli en duurde tot 12 september. In deze

periode werd 17 keer geplukt, wat neerkomt op gemiddeld twee keer plukken per week. Tabel 5 geeft een overzicht van de kg-opbrengst per object, de gemiddelde standcijfers en de gemiddelde etmaal-temperaturen (afb. 4)°

Tabel 5» Samenvatting augurken Alkmaar I966. Object Onbedekte grond Zwart folie Grijs folie Doorzichtig folie Ventifol Plastictunnel' • Gemidd. ; stand-'1 cijfers ! :

6,9

8,0

1

8,1

I

8,1

!

7,5

!

8,9

Temp. in C • 16,2 16,8 18,4 18,1 19,4 17,1 Produktie in :19 juli-2 aug.

j 10 (7

i)

! 21 (14 %) \ 29 (17 %) ! 20 (12 %) \ 1 (1 <?o)

;

19 (11 f)

'

kg per are

2

aug •

.-12

138 129 142 153 145 153 sept. totaal 148 150 171 173 146 172 15

(19)

-20 19 18 17 16 15

J.

~ZL

ventifol crijs doorz. tunnel zwart onbedekt

Afbeelding 4» Gemiddelde etmaaltemperatuur over de periode van 17 juni tot en met 1 juli te Alkmaar 1966, gemeten in de grond

op + 8 cm diepte.

Ten aanzien van tabel 5 kan nog het volgende worden opgemerkt. 1e. De produktieverschillen waren niet groot. Doorzichtig en grijs

folie als grondbedekking gaven respectievelijk 25. .en 23 kg au-gurken per are meer dan onbedekte grond. Bij zwart folie was de ••- pfodulcFieverhogirig geheel te verwaarlozen. De augurken onder de

plastictunnel gaven een kg-opbrengst die gelijk was aan die. van de augurken op doorzichtig en grijs folie. De augurken die tij-delijk onder ventifol hadden gestaan, gaven zelfs een iets lagere produkt.ie dan het controle-object.

2©. Bodembedekking met grijs folie heeft iets meer vervroegend ge-werkt dan de overige bedekkingsobjecten.

(20)

zelfs duidelijk later in produktie dan het controle-object. Dit is te verklaren door het feit dat het gewas na verwijdering van het ventifol zo slap en welig was, dat het geruime tijd duurde eer de planten zich hadden aangepast aan de omstandigheden in de vollegrcnd.

4e. De produktieverschillen liepen vrijwel parallel met de verschil-len in grondtemperatuur, met uitzondering van het ventifol-object.

Ten aanzien van de plastictunnel kunnen we nog opmerken dat de

produktieverhoging is tegengevallen. De sterke vegetatieve groei (zie standcijfer in tabel 5) heeft vermoedelijk de vruchtzetting iets afgeremd. Waarschijnlijk zal het grootste effect van deze tunnels worden verkregen bij vroeg uitplanten. Ma 1966 is er een meer op de plastictunnel gericht onderzoek opgezet, waarover te zijner tijd een afzonderlijke publikatie zal verschijnen.

Venlo 1966

De proef op de proeftuin te Venlo bevatte uitsluitend objecten met grondbedekking, te weten doorzichtig, zwart en wit (niet te verwarren met doorzichtig) folie, in vergelijking met een controle-object waar geen bedekking werd toegepast. De proef lag in drie-voud met het ras Levo. Er werd op 13 mei in 6 cm perspotten ge-zaaid, het uitplanten vond plaats op 27 mei. De grondbedekking werd aangebracht twee dagen na het uitplanten.

Aanvankelijk was er een duidelijk verschil in gewasontwikkeling ten gunste van doorzichtig folie, naderhand was er weinig ver-schil «eer merkbaar.

In geen der objecten was sprake van hinderlijke onkruidgroei. Duidelijke verschillen in ziekte-aantasting werden niet waarge-nomen.

Ook in deze proef werden grondtemperaturen gemeten. In onbedekte grond was de temperatuur duidelijk lager dan onder de bodembedek-king, eommige dagen was het verschil 3 M C. Tussen de diverse soorten folie waren de tempora+aurvereohillen zeer klein.

(21)

-De oogst -"begon op 21 juli en duurde tot 7 september. In deze

période, werd 14 keer geplukt, hetgeen neerkomt op gemiddeld twee keer plukken per. week. Tabel 6 vermeldt de produktie per object, alómede de gemiddelde standcijfers.

Tabel 6. Samenvatting augurken Venlo 1966. Object Onbedekte grond Zwart folie Wit folie Doorzichtig folie •Gemidd> i'stand-! eijfers 6,5 i

7 , 3

| 7,6 ! 8,2 ; Froduktie J21 juli--1 s ! ! 32 (15 $>) j 35 (16 fo) ! 40: (16 #) j 55 (19 %) in kg lUg.j 1 ! per are aug.-7 186 192 216 227 sept- totaal 218 227 256 282

Ten aanzien van tabel 6 kan nog het volgende worden opgemerkt. 1e. De opbrengst aan augurken was, het jaar in aanmerking genomen,

goed.

2e. Doorzichtig folie g:„f do hoogste produktie aan augurken, namelijk 26 kg per are meor dan wit folie, 55 kg meer dan zwart folie en

64 kg meer dan onbedekte ;;.o!id„

3e. De meeropbrengst a'ls çsvolg van bodembodekking was niet alleen het gevolg van het eer.1er in produktie komen.

Breda 1966

Deze proef wad cu-a^ologd op ie t-uin van de "Stichting Proeftuin Noord-Brabant" en bestor.:! uit de objecten zwart., grijs en door-zichtig folie als bodembedekking en ventifol als gewasbedekking. Als controle diende een object zonder enige vorm van bedekking. De proef werd in drievoud genomen met het ras Hokus. Er werd. op 5 mei in kistjes gezaaid in de koude kas. Het veidpenen vond plaats op 12 mei in 5 cm perspotten.. ïia, het verspenen werden de planten onder platglas gezet. De plantdatum was 24 mei, de plantafstand

200 x 17 era. . , ,,r.. :.„ .

De bodembedekking werd vlak vfór het uitplanten gelegd, het ven-tifol werd 5 dagen na het uitplanten over de augurken aangebracht.

(22)

Op doorzichtig en grijs folie kwamen na een paar dagen met s(cherp zonnig weer enkele planten voor waarvan de hoofdstengel was ver-brand. Ook onder ventifol kwam enige verbranding voor. Het venti-fol werd op 7 juli verwijderd, daarna kregen de planten van dit object ernstig te lijden van de weersomstandigheden. Onder het doorzichtig plastic was een sterkere onkruidvegetatie dan bij de andere objecten, doch hinderlijk was het niet.

Aanvankelijk vertoonden de augurken op doorzichtig en grijs plas-tic een betere stand dan de andere objecten. De augurken die on-der ventifol hadden gestaan bleven tot het eind toe minon-der. De verschillen tussen de overige objecten nivelleerden naderhand. De augurken op doorzichtig folie kwamen het eerst in bloei, die van het ventifolobject het laatst. Verschillen in ziekte-aantas-ting kwamen niet voor.

De oogst begon op 14 juli en eindigde op 9 september. Er werd 14 keer geplukt, hetgeen neerkomt op gemiddeld één keer oogsten per 4 dagen. Tabel 7 geeft een overzicht van de produktie per object, van de gemiddelde standcijfers en van de hoeveelheid bleomen op 15 juli. ••• • •

Tabel 7» Samenvatting augurken Breda 1966. Object Onbedekte grond Zwart folie Doorzichtig folie Grijs folie Ventifol : Gemidd. •stand-1 cijfer

7,3

7,3

8,7

8,0

6,3

!Ho

ihe jop i eveel-id bloei 15 juli

6,7

7,0

8,0

7,3

5,7

'Produktie in kg per j14-25 juli

j

64-0.9 #)

! 62 0 9 #)

: 92 (24 %).

! 91 (24 fo)

: 6 (2 $>)

25 juli-9 sept.

274

265

286

293

270

are

totaal

338

327

378

384

276

Uit tabel 7 blijkt s

1e. Ondanks de voor augurken ongunstige zomer, werden zeer goede kg-opbrengsten gehaald. Ook uit de standcijfers blijkt wal.dat de proef een goede tot zeer goede stand vertoonde.. .,..-•

2e. In deze proef hebben de augurken pp grijs folie de hoogste

(23)

-duktie gegeven, het verschil met die op doorzichtig folie was ech--• ' ter minimaal. Op zwart folie was de produktie 57 kg per are lager

dan op grijs folie. Het controle-«, bjeet gaf 46 kg per are minder dan bodembedekking mét grijs folie en lag dus iets hoger in pro-duktie dan zwart folie.

3e. Gewasbedekking met ventifol leverde ook in deze proef een teleur-stellend resultaat op. De produktie aan augurken was van dit ob-ject zelfs 108 kg per are lager dan die van bodembedekking met grijs folie.

Anderlecht 1966

In deze proef werden zwart-, grijs- en doorzichtig plasticfolie als bodembedekking en ventifol als gewasbedekking vergeleken met normale teelt zonder enige vorm van bedekking. Voor de in drievoud aangelegde proef was het ras Pajottenlandse, selectie Belgische Boerenbond gebruikt. Dit is een fijn, gestekeld ras, dat aan de tuinbouwveiling te Brussel zeer gewild is.

De zaaidatum was 18 mei. De planten werden verspeend in 5 cm pers-potten en uitgeplant op 7 juni. De aanslag was zeer goed. Er was een vrij duidelijk verschil in gewasontwikkeling ten gunste van "de bedekking. Het ventifol'werd op 5 jùli verwijderd. De planten van dit objeet waren toen het verst in ontwikkeling, doch zeer

slap. Bovendien was er sprake van lichte bladverbranding. Nader-hand viel de groei van deze""augurken "mee. Het hele "proefveld was praktisch onkruidvrij, ook het object met doorzichtig plastic. Er waren duidelijke verschillen in het tijdstip van eerste bloei. De augurken onder ventifol bloeiden het eerst (26 juni), het con-trole-object begon pas op 4 juli te bloeien. Zie ook tabel 8. 'Hoewel de aantasting door meeldauw niet ernstig was, kon tóch

worden geconstateerd dat deze ziekte het hevigst optrad in het controle-object. Daarop volgde het object met ventifol, in de overige objecten was de aantasting te verwaarlozen. • .::, De oogst begon reeds op 11 juli en duurde tot 5 september'. Er

werd 20 keer geplukt, hetgeen neerkomt op gemiddeld één keer pluk-ken per 2,8 dag. Een uitgespropluk-ken fijne pluk dus, aangepast aan

(24)

de afzet op de Brusselse veiling* Tabel.'8 geeft een overzicht

van de produktie, de dattim waarop de augurken begonnen te bloeien

.en de gemiddelde standcijfers.

Tabel 8» Samenvatting augurken Anderlecht 1966.

Object

Gemiddo jBegin | Produktie in kg per are

stand- |bloei i

cijfer ;

<

27 juli- itotaal

5 sept.

Onbedekte grond

Zwart folie

Grijs" folie

Doorzichtig folie |

• Ventifo1

6,0

6,7

7,7

8,3

8,0

4 juli| 25 (11

%)

30 juni) 25 (10

<f

0

)

j 28 juni; 41 (12

%)

|28 junij 35 (12

%)\

I 26 juni; 35 (12 # ) j

196

229

290

260

261

221

254

331

295

296

Ten aanzien van tabel 8 kan het volgende worden aangestipt.

1e. Bij deze fijne pluk was de produktie zeer goed.

2e. Van de objecten met bodembedekking heeft het grijze folie geleid

•tot de hoogste produktie aan'augurken s 36' kg per are meer dan

door-zichtig folie, 77 kg meer dan zwart folie en 110 kg meer dan

onbe-dekte grond.

3e. Tijdelijke--gewasbedekking met ventifol heeft "in'deze"proef

even-veel augurken opgeleverd als bodembedekking met doorzichtig folie.

4e. De meeropbrengst als gevolg van de bedekking was niet alleen een

kwestie van het eerder in produktie komen.

Geel 1966

Op het Proefbedrijf der Noorderkempen waren als bodembedekking

op-genomen zwart-, grijs- en doorzichtig plasticfolie en als

gewas-bedekking ventifol. Als controle diende een object zonder gewas-bedekking.

Het proefras Levo werd op 20 mei rechtstreeks in 5 cm perspotten

gezaaid en op 11 juni in drievoud

uitgeplant.-De ontwikkeling van het gewas liet nogal te wensen over, de

veld-jes zonder bedekking hadden zelfs een uitgesproken slechte stand.

Van één herhaling werd het ventifol op 30 juni verwijderd, van de

(25)

-beide andere op 6 juli. Enkele dagen na 30 juni waren de

weers-omstandigheden zeer ongunstig, zodat de augurken die pas onder

het ventifol vandaan waren gekomen, flink hebben geleden.

Hier-door hebben de "ventifol-augurken" die op 6 juli vrijkwamen,

on-danks het zeer slappe gewas toch een hogere produktie gegeven dan

die waarvan het ventifol op 30 juni was verwijderd.

Tussen de objecten waren geen duidelijke verschillen in

ziekte-aantasting en onkruidvegetatie merkbaar.

De oogst begon op 28 juli en duurde tot 15 september. Er werd 11

keer geplukt, wat neerkomt op gemiddeld één keer plukken per 4

à 5 dagen, dus een grove pluk. In tabel 9 wordt een overzicht

ge-geven van de produktie, de gemiddelde standcijfers en de vroegheid

van-bloei. Dit laatste wordt hier uitgedrukt in een cijfer,

aan-gevende de hoeveelheid bloemen op een bepaalde datum (0 = geen

bloei, 10 = zeer rijk bloeiend).

Tabel 9« Samenvatting augurken Geel 1966.

Object

Gemidd.j Hoeveel- ' Produktie in kg per are

stand- 1 heid bloei

cijfer | op 6 juli

128 juli-

\

11

aug.-' 11 aug.

Onbedekte grond

\

3,7 ! 2,7

Zwart folie I 6,0 3,3

Grijs folie ; 6,3 3,7

Doorzichtig folie! 6,3 4,8

Ventifol

\

7,0 5,0

Il5 (17

fo)

|53 (27

f)

J66 (25

f)

ITO (32

fo)

15 sept.

totaal

75

146

195

150

|34 (17

f)\

161

i 90

(199

261

220

|195

Uit tabel 9 blijkt:

1e. Ondanks de matige stand van het gewas is de produktie niet

tegen-gevallen, met uitzondering van het controle-object..

2e. Van de objecten met bodembedekking heeft het grijze folie de

hoog-ste kg-opbrengst gegeven, namelijk 41 kg meer dan doorzichtig

folie, 62 kg meer dan zwart folie en liefst 171 kg per are meer

dan het controle-object.

3e..Tijdelijke gewasbedekking met ventifol heeft minder .augurken

op-geleverd dan bodembedekking met grijs en doorzichtig folie en

(26)

vrijwel. evenveel als 'bodembedekking met zwart folie.

-4e. Er was verschil in het begin van de bloei. Deze verschillen lie-pen parallel met het percentage, vermeld in de kolom van het eer-ste gedeelte der oogstperiode, uitgezonderd bij ventifol.

St. Katelijne Waver 1966

Ook in deze proef bij het Proefstation voor de Groenteteelt wer-den zwart-, grijs- en doorzichtig plasticfolie als bodembedekking en ventifol als. gewasbedekking vergeleken met een controle-object. Het proefras Levo werd op 15 mei in 5 cm perspotten gezaaid en

reeds op 26 mei in drievoud uitgeplant bij een afstand van 200 x 20 cm.

Het gewas ontwikkelde zich goed. De augurken op doorzichtig en grijs folie alsmede aanvankelijk die onder ventifol hadden de bes-te stand. Zwart folie was iets minder, het controle-object was duidelijk minder. Het ventifol werd op 6 juli verwijderd. De plan-ten waren toen zeer slap, maar vertoonden vrijwel geen bladver-branding. Bij doorzichtig folie en ventifol kwam vrij veel jong onkruid tot ontwikkeling. Aangezien de augurken vlot door-groeiden, werd hier naderhand weinig hinder van ondervonden. Ver-schillen in ziekte-aantasting werden niet waargenomen.

De oogst begon op 27 juli en duurde tot 20 september, in welke periode als gevolg van tijdgebrek slechts 7 keer werd geplukt. Dit komt neer op gemiddeld één keer per ongeveer 8 dagen, wat leidt tot een zeer grove pluk. Tabel 10 geeft een overzicht van de produktie, de gemiddelde standcijfers en de vroegheid van bloei. Ook hier wordt de bloei uitgedrukt in een cijfer, aange-vende de hoeveelheid bloei op een bepaalde datum (O « geen bloei,

10 = zeer rijk bloeiend). De cijfers in deze tabel leiden tot de volgende conclusies:

1e. Ondanks de in feite te grove pluk heeft het augurkegewas goed vastgehouden en een hoge kg-opbrengst gegeven.

2e. Bodembedekking met doorzichtig folie heeft de hoogste produktie opgeleverd, namelijk 82 kg per are meer dan zwart folie, 116 kg meer dan grijs folie en 102 kg meer dan het controle-object.

(27)

-Tabel 10. Samenvatting augurken St. Kateli.jne Waver 1966.

Object

i.Gemidd. :

Hoeveel-stand- |heid bloei

cijfer |op 6 juli

Produktie in kg per are

|27 juli- ; 10

aug.-' 10 aug.

20 sept.

totaal

Onbedekte grond

Zwart folie

Grijs folie j

Doorzichtig foliei

Ventifol I

6,0

7,3

8,0

8,7

7,0

3,7

5,7

6,0

6,0

0,7

M 80 (49

1o)

216

(56$)

:176 (50

i)

J257 (55

1o)

! 71 (29

1o)

184 168. 174 209 178 364 384 350 466 249

Grijs folie viel in deze proef dus wat uit de toon door een lage-re produktie aan augurken dan het controle-object.

3e. Ventifol heeft zeer slecht voldaan en zelfs ruim 100 kg per are minder opgebracht dan onbedekte grond.

4e. Gezien de procentueel hoge produktie in het eerste gedeelte van de plükperiode, is waarschijnlijk een begin gemaakt met de oogst op het moment dat er al veel grote augurken aan het gewas hingen. 5e. Het ventifolobject kwam duidelijk later in produktie dan de

ove-rige objecten, hetgeen overeenstemt met het late begin van de bloei.

Tuindersbedrijven 1966

Naar aanleiding van de gunstige ervaringen in enkele proeven met bodembedekking bij augurken in 1965 werd in 1966 op initiatief van enkele studieclubs in Limburg en van'de heer P. Baptist (Rtc Roermond) in overleg met het PGV te Alkmaar bij een viertal tuin-ders een' proef aangelegd met enkele soorten plasticfolie. Hoe-wel deze proeven- in enkelvoud werden genomen, waren de resultaten

zodanig interessant en voldoende eensluidend om publikatie er-van verantwoord te achten. Tabel 11 brengt een en ander tot uit-drukking. Het proefras was Levo, in alle vier gevallen werd vrij grove tot grove pluk toegepast.

Opvallenek-is bij twee van de vier bedrijven de hoge tot zeer hoge kg-opbrengst. Van de objecten met bodembedekking gaf doorzichtig folie op alle vier bedrijven de hoogste produktie. Grijs folie nam

(28)

machinaal leggen van doorzichtig plasticfolie, de kleur lijkt wit, doch dit wordt veroorzaakt door het tegenlicht.

een vlotte start van augurken op doorzichtig plasticfolie

als bodembedekking.

detailopname van een jong gewas augurken op zwart plasticfolie als bodembedekking.

bij doorzichtig folie en op onkruidrijke grond onvoldoende

onkruidbestrijding vooraf, kan dit het gevolg zijn.

(29)

Tabel 11. Samenvatting proeven op tuindersbedrij ven 19-66 ; Produktiein kg per are ;

Bedrijf Bodembedekking

onbedekt i zwart ! grijs |

doorz.- Gewasbe-dekking ventifo1 W. van Herten, Ooi-Herten 371 i 443 ! 52? ! 639 486

H. Koenen, Echt j 400 I 466 j 435 ! 55O : -Verheigen, Mei jal 221 ; 296 | 313 ; 321 ! 258 F. Maaasen, Maasbracht 225 | 199 ! 269 I 312 ; 296

Gemiddeld 304 351 386 | 456 347

op drie bedrijven de tweede plaats in en op één bedrijf de derde plaats. Onbedekte grond gaf in drie gevallen de laagste opbrengst. Gemiddeld over de vier bedrijven heeft doorzichtig folie 70 kg augurken per are meer opgebracht dan grijs folie, 105 kg meer dan zwart folie en 152 kg meer dan onbedekte grond.

Ventifol gaf een kg-opbrongst die vrijwel gelijk was aan die van de augurken op zwart folie, doch komt met z'n gemiddelde opbrengst waarschijnlijk iets te ongunstig naar voren. Deze ventifol was namelijk op het bedrijf van de heer Koenen niet toegepast, ter-wijl juist op dit bedrijf de kgr-opbrengst van alle objecten hoog was.

In geen der proeven was de onkruidgroei hinderlijk. Bij de heer Koenen werd geconstateerd dat de augurken met bodembedekking iets eerder door bacterievlekkenziekte werden aangetast dan het controle-object, bij de heer Van Herten waren de augurken op het grijze

folie eerder en ernst/ger door meeldauw aangetast dan die van de andere objecten. De heer Maassen had 8 cm perspotten gebruikt, de overige tuinders perspotten van 5 cm doors.nede. Tenslotte vol-gen hier nog enkele algemene gegevens.

Van Hertens zaaidatum 10 mei, plantdatum 21 mei, afstand 200 x 40 cm (3 planten per pol), lichte klei.

Koenen; zaaidatum + 15 mei, plantdatum begin juni, afstand 200 x 30 cm (3 planten per pol), leemhoudend zand.

Verheijens zaaidatum 5 mei, plantdatum 21 mei, afstand 200 x 50 cm (3 planten per pol), zandgrond.

(30)

Maas s en s zaaidatum 7 mei, plantdatum 21 mei, afstand 250 x 45 cm (3 planten per pol), lichte klei.

Alkmaar"1967

In 1967 werd te Alkmaar geen speciale bodembedekkingsproef opge-zet. Wel werd in drievoud een opkweekmethodenproef genomen, waar-van bij 2 herhalingen bodembedekking met doorzichtig, plasticfolie werd toegepast. In één herhaling werden de augurken zonder bo-- dembedekkingbo--uitgeplant. Er waren 5 opkweekmethoden»' die bovenbo--

boven-dien in 2 verschillende plant stadia werden uitgezet,.... zodat per herhaling de bodembedekking zowel als de onbedekte grond feite-lijk in tienvoud voorkwamen. Onderstaand volgt een vergefeite-lijking tussen parallel II (zonder bodembedekking) en parallel III (met bodembedekking). Parallel I werd één dag eerder uitgeplant en

zal hier buiten beschouwing blijven.

Het proefras was Levo. Er werd gezaaid op 28 april en 10 mei. Al-les werd uitgeplant op 1. juni. Er waren duidelijke verschillen in gewasontwikkeling, ten gunste van de bodembedekking. Slechts enkele, veldjes die als gevolg van bepaalde opkweekmethoden een slechte stand vertoonden, hadden onder het doorzichtig plastic-folie enig last van onkruid. Gemiddeld is de onkruidvegetatie echter beslist niet hinderlijk geweest. Over alle opkweekmethoden heen begonnen de augurken met bodembedekking gemiddeld 4 dagen . eerder te bloeien dan die zonder bodembedekking. De aantasting door meeldauw was in de veldjes met bodembedekking heviger dan in die zonder bodembedekking. Dit kan een gevolg zijn van de zwaardere gewasontwikkeling (dichtere stand).

De oogst begon reeds op 10 juli en duurde dank zij de mooie zomer tot 21 september. In deze periode werd 21 keer geplukt, hetgeen neerkomt op precies 2 keer plukken per week. In tabel 12 wordt een overzicht gegeven van de produktie samengevoegd per bedek-kingsobject, de gemiddelde standcijfers en de gemiddelde datum van de eerste bloei. Uit deze tabel valt af te lezen;

1e. De voor augurken zeer gunstige zomer heeft geleid tot een hoge kg-opb.rengst, ondanks het feit dat in beide objecten enkele

veld-jes voorkwamen die als gevolg van de toegepaste opkweekmethode 26

(31)

-Tabel 12. Samenvatting augurken Alkmaar 1967«

Object Gemidd.jBegin Produktie in kg per are : - i stand— -i bloei >.,-.-,., .,.!-.. . , . ; . , -,

; : ,10-31 0uli:31 juli- ; totaal ; c lJI e r ! ! • |21 sept. :

Onbedekte grond \ 5,6 ; 1 juli; 99 (31 %); 216 315 Doorzichtig folie! 7,3 127 juni H68 (36$)! 297 ! 465

i i I i I weinig augurken hebben opgeleverd.

2e. De augurken, geteeld op doorzichtig folie hebben 150 kg per are meer opgebracht dan die zonder bodembedekking.

3e. De meeropbrengst als gevolg van bodembedekking werd niet alleen veroorzaakt door het eerder in produktie komen.

Venlo 1967

Op de proeftuin te Venlo werden in 1967 bij het augurkeras Levo de volgende objecten met elkaar vergeleken; wit-, grijs- en door-zichtig plasticfolie als bodembedekking en een controle-object. Het zaaien vond plaats op 17 mei rechtstreeks in 5 cm perspotten. De plantdatum was 6 juni, de plantafstand 200 x 50 cm, waarbij 2 à 3 plantjes bij elkaar in de perspot stonden.

De aanslag was matig, naderhand ontwikkelde het gewas zioh ech-ter behoorlijk. Tussen de objecten met bodembedekking waren de verschillen zeer gering, het controle-object had echter een dui-delijk minder goede stand. In de loop van augustus takelde het gewas vrij snel af. De aantasting door meeldauw was hevig. Als gevolg hiervan en door de sterke droogte was het gewas vroeg ver-sleten. De indruk werd verkregen dat de augurken op grijs folie iets meer van meeldauw hadden te lijden dan die van de andere

objecten. Slechts onder het doorzichtig folie was enige onkruid-vegetatie, echter niet in hinderlijke mate.

De oogst duurde van 18 juli tot 21 augustus, een korte pluk-periode dus. Er werd 9 keer geplukt, wat vrijwel neerkomt op twee keer per week. Tabel 13 vermeldt do produktie en de gemid-delde standcijfers.

(32)

Tabel 13- Samenvatting augurken Venlo 19^7 »

j.ect ..jGemidd.. [ Produktie in kg per are

is t a^d" 18-27 juli:27 juli-21 aug. i totaal : cijfers ' J 'J- & Onbedekte grond I Grijs folie | Wit f o ü e - — r Doorzichtig folie;

6,2

7,5

7 f3

7,7

35 (29 fo) ! 49 (30 fo) ! 53-{31 ••#}•• r 69 (36 #) j

87

117

-II7-121

• t- •• 122 166 170 190

Aan deze tabel kan het volgende worden ontleend;

1e. De produktie was niet hoog, waaraan het snel versleten raken van het gewas niet vreemd is geweest. .

2e. De augurken op doorzichtig folie hebben de hoogste produktie gegeven, namelijk 20 kg per are meer dan op wit folie, 24 kg meer dan op grijs folie en 68 kg meer dan op onbedekte grond.

3e. De meeropbrengst door de bodembedekking was niet alleen toe te schrijven aan het vroeger in produktie komen.

St. Katelijne Waver 1967

Deze proef bij het Proefstation voor de Groenteteelt te St. Ka-telijne Waver bestond uit grijs, wit en doorzichtig plasticfolie als bodembedekking naast een controle-object. Het proefras was Levo. Op 25 mei werd rechtstreeks in 5 cm perspotten gezaaid, het uitplanten vond plaats op 5 juni bij een afstand van 200 x 20 cm.

De aanslag was van alle objecten zeer goed. Bij de verdere ont-wikkeling bleven de augurken op het witte folie achter bij die op de andere foliesoorten en zelfs bij het controle-object. ITa-. derhand waren de verschillen in stand weer geringer, in hoofdzaak

omdat juist bij het witte folie de meeldauw-aantasting minder hevig was dan in de andere objecten. Het controle-object (onbe-dekte grond) had tegen het einde van de plukperiode de hevig-ste meeldauw-aantasting. De onkruidvegetatie was zeer gering, ook onder doorzichtig folie.

(33)

-De oogst begon op 27 juli en duurde tot 13 september. In deze pe-riode werd als gevolg van tijdgebrek slechts 7 keer geplukt, het-geen neerkomt op éénmaal plukken per week. De opbrengst van de

verschillende objecten, alsmede de gemiddelde standcijfers en een gemiddeld cijfer voor meeldauw-aantasting, zijn vermeld in tabel 14» De meeldauwcijfers hebben de volgende betekenis; 0 = geen meeldauw; 10 = zeer hevig meeldauw.

Tabel 14« Samenvatting augurken St. Katelijne Waver 1967» Object ; Gemidd.iGemidd. j Produktie in kg per are

stand- |meeldauw- ' ; cijfer j cijfer Onbedekte grond Grijs folie Wit folie Doorzichtig folie 8,3 8,3 6,8 7,9 4,3 3,0 1,7 3,0

27 juli- 8 aug. itotaal 8 aug. 13 sept.>

188 (34$} 357 j 545 156 (31$)j 344 i 500 85 (23#)| 283 j 368 190 (36$); 343 I 533

Uit deze tabel van de proef te St. Katelijne Waver, waar een zeer grove... pluk'werd toegepast, blijkt het volgende.

1e. De produktie was zeer hoog.

2e. De uitkomsten weken af van die in de andere proeven. De hoogste produktie werd hier namelijk bereikt op het controle-object, dat 12 •fcg'per 'are'"meer' opbracht 'dan de augurken op doorzichtig'folie

en'"45""-kg meer daiï" die op grijs'folie. De augurken op wit folie . .hadden_J,Z7.. .kg per. are minder dan die .van het. controle-object.

Een afdoende verklaring is hiervoor niet te geven.

3e. Opvallend was in deze proef het lage percentage dat in het eerste /

deel van de oogstperiode werd verkregen van de augurken die op wit folie waren geteeld. Mogelijk is in deze warme zomer door de reflecterende werking van het witte folie de grondtemperatuur min-der hoog geweest dan in de anmin-dere objecten.

Geel 1967

De proef, verzorgd door Kempens Testbedrijf te Geel, bestond uit dezelfde objecten als die te Venlo en St. Katelijne Waver in 1967, namelijk bodembedekking met grijs, wit en doorzichtig folie naast

(34)

een controle-object. Ook te Geel was het proefras Levo. Op 11 mei werd in 5 cm perspotten gezaaid. Het uitplanten vond plaats op 6 juni bij een rijenafstand van 200 cm. De afstand in dé rij was 50 cm, twee planten bij elkaar.

Aanslag en verdere ontwikkeling van de augurken op doorzichtig folie verliepen zeer vlot. Van die in de andere objecten was de groei aanvankelijk minder snel, doch zeker niet onvoldoende. La-ter in het groeiseizoen vervaagden deze verschillen. Bij waarne-mingen op 30 augustus waren de augurken_op doorzichtig folie iets meer versleten dan die in de andere objecten. Er was sprake van een lichte aantasting door meeldauw, er waren geen verschillen in de mate' van aantasting tussen do objecten.._Qnder_het.doorzich-tig folie was tijdelijk een maobjecten.._Qnder_het.doorzich-tige onkruidvegetatie, volgens de verzorgers van de proef echter niet dn die mate dat het gewas er van heeft geleden.

De eerste pluk_werd uitgevoerd op 25. juli, de.., laatst e pp .15..sep-tember. In deze periode werd 16 keer geplukt, hetgeen neerkomt op twee keer plukken per week. Er werd zoveel mogelijk gemikt op de C sortering. Tabel 15 geeft een overzicht van de produktie aan augurken.

Tabel 15« Samenvatting augurken Geel 1967« Object Onbedekte grond Grijs folie Wit folie Doorzichtig folie 1 Produktie in j25 juli-4 aug ! 98. (4O ia) II45 (47 fo) |104 (34 %)

J197

(53

1o)

k

£

j A -f per are aug.-15 145 165 200 172 sept. totaal 243 310 ! 3O4. 369

Uit tabel 15 blijkt:

1e. De opbrengst aan augurken was goed.

2e. Bodembedekking met doorzichtig folie heeft duidelijk de...hoogst« produktie gegeven, namelijk 59 kg per are meer dan grijs folie, 65 kg per are meer dan wit folie en 126 kg per are meer dan onbe-dekte grond.

(35)

-3e. Doorzichtig, folie gaf "ten...opzichte van. grijs.:folie: een vrij dui-delijke en ten opzichte van onbedekte grond een duidui-delijke oogst-vervroeging. Ook in deze proef te Geel was het percentage van de eerste oogst hij wit folie (34 $) duidelijk lager dan van de an-dere objecten, hetgeen betekent dat de augurken op wit folie zelfs nog later in produktie kwamen dan die van onbedekte grond. Voor een waarschijnlijke verklaring, zie punt 3 op blz. 29.

(36)

PRAKTIJKSRVARIUGEN MET PLASTICFOLIE BIJ AUGURKEN IN ,1967

De resultaten die in de periode van 1964 ;tot en met 1966 in proe-ven werden bereikt, waren voor een aantal augurketelers in Lim-burg aanleiding om in 1967 op hun bedrijf deze methode op prak-tijkschaal toe te passen. Dit werd vergemakkelijkt door het feit dat enkele loonwerkers beschikken over een apparaat dat de folie machinaal kan leggen. Hoewel dit bij de teelt van augurken voor Nederland een experimenteel karakter droeg, waren de resultaten van dit machinaal leggen zeer bevredigend. De totale kosten er-van (materiaal + arbeid) bedroegen 11 cent per strekkende meter. In 1967 werden bij het gebruik van plasticfolie als bodembedek-king bij augurken in de praktijk onderstaande ervaringen opgedaan. Ze hebben zowel betrekking op met de hand gelegde als op machi-naal gelegde folie.

1e. Een goede grondbewerking vooraf is noodzakelijk. Deze bewerking moet zo kort mogelijk vóór het aanbrengen van de folie plaats-vinden, omdat anders de grond sterk kan uitdrogen. Ook na het aan-brengen kan pleksgewijs nog uitdroging van de grond plaatsvinden, vooral op plaatsen waar de folie niet goed aansluit op de opper-vlakte van de grond. Dit houdt in dat de grond na de laatste be-werking zo vlak mogelijk moet liggen.

2e. In verband met onkruidgroei onder doorzichtig folie wordt aange-raden de augurken zo spoedig mogelijk na het leggen van de folie uit te planten. Ideaal zou zijn de laatste grondbewerking, aan-brengen van de folie en uitplanten meteen achter elkaar uit te voeren. Wellicht zal het binnenkort mogelijk zijn deze 3 werkzaam-heden in één arbeidsgang te doen plaatsvinden.

3e. De omstandigheden in 1967 (vrij koude junimaand) waren bevorder-lijk voor een sterke onkruidvegetatie onder doorzichtig folie. Op enkele percelen werd daarvan veel hinder ondervonden. In som-mige gevallen was het noodzakelijk het onkruid rond de planten via de plantgaten met de hand te verwijderen. Een flinke onkruid-vegetatie tilt de folie omhoog. Dit wordt door sommigen als een voordeel aangemerkt, omdat het een zekere luwte geeft aan de au-gurkeplant.

(37)

4e. Onder de folie bleef de structuur van "de"grond optimaal» Dichtslaan van de grond door regen of kunstmatige "beregening werd geheel voorkomen.

5e. In deze droge zomer werd op percelen waar niet "beregend kon wor-den, geconstateerd dat het gewas op plasticfolie eerder versleten raakte dan op plaatsen zonder bodembedekking.

6e. In de staart zat in sommige gevallen nog een stukje venijn. Bij het opruimen van de folie (na de oogst) bleek namelijk dat bij grotere lengten een foliedikte van 0,02 mm of dunner gemakkelijk scheurt. Het opruimen nam daardoor meer tijd in beslag dan aan-vankelijk was gedacht. Een iets dikkere folie (0,03 mm) heeft veel minder last van uitscheuren.

(38)

RECAPITULATIE PROEFVELDOPBRENGSTEN

Aangezien niet elk jaar alle beproefde foliesoorten in alle proe-ven waren opgenomen, is het niet mogelijk in één tabsl de gege-vens van alle proeven onder te brengen en te middelen. De gegevsns van vergelijkbare proeven zullen daarom in enkele tabellen bijeen worden gebracht.- Zo geeft tabal 16 een overzicht van alle proeven waarin de normale teelt van augurken werd vergeleken met de teelt op doorzichtig en zwart folie.

Tabel 16. Zwart folie, doorzichtig folie en onbedekte grond. Kg per are Proefveld Alkmaar 1964 Alkmaar 1965 Anderlecht 1965 onbedekte grond

363

113

84

zwart folie

394

126

92

t -doorzichtig folie

453

; 156 i 92 St. Katelijne Waver 1965 Alkmaar 1966 Venlo 1966 Breda 1966 Anderlecht 1966 Geel 1966 St. Katelijne Waver 1966 Tuindersbedrijven 1966 Totaal

Gemiddeld in kg per are

J2350

! 214

[

2632

I 239

3097

282

In de 11 proeven waar zowel onbedekte grond als doorzichtig en zwart folie voorkwamen, heeft bodembedekking met doorzichtig fo-lie gemiddeld 43 kg augurken per are meer opgebracht dan bedek-king met zwart folie en 68 kg per are meer dan onbedekte grond. In 1967 werd geen zwart folie gebruikt. De vergelijking tussen doorzichtig folie en onbedekte grond kan echter nog verder wor-den doorgevoerd als we de proeven van 1967 er bij betrekken. Dit

(39)

-overzidlrt is in tabel 17 opgenomen.

--Tabel If. Doorzichtig lolie en 03

Proefveld

Totaal tabel 16 (11 proeven) Alkmaar 1967

Venlo 1967

St. Katelijne Waver 1967 Geel 1967

Totaal

Gemiddeld in kg per are

ibedekte grond. Kg per are ionbedekte grond ! 2350 ; 315 ; • i 122 ! 545 .j... 243 • ;•••• 3575 ! ! 238 | doorzichtig folie 3097 465 190 :. 533 • - - 369 4654 310

Uit tabel 17 blijkt dat gemiddeld over 15 proefvelden augurken met bodembedekking van doorzichtig folie 72 kg per are meer heb-ben opgebracht dan augurken zonder bodembedekking. Hierbij kan worden aangetekend dat in 13 van de 15 proeven doorzichtig folie de hoogste produktie heeft gegeven. Slechts in de proef te St. Katelijne in 1.9.65 gaf zwart folie een iets hogere produktie en op dezelfde proeftuin in 1967 gaf onbedekte grond zelfs een hogere produktie dan bedekking met doorzichtig folie.

Om -ook een-vergelijking mogelijk'te maken met de teeltresultaten bij gebruik van grijs folie als bodembedekking en ventifol als gewasbedekking zijn in tabel 18 de proeven bij elkaar gebracht waarin deze beide objecten werden beproefd naast zwart en door-zichtig folie.

Gemiddeld over de 6 proeven van tabel 18 heeft bodembedekking met doorzichtig folie de hoogste produktie aan augurken gegeven. Het verschil met grijs folie was echter slechts 17 kg per are. Zwart folie kwam op de derde plaats met 53 kg per are minder dan doorzichtig folie. De produktie van het controle-object was 87 kg per are lagor dan van bodembedekking met doorzichtig folie. Gewasbedekking met ventifol heeft een produktie gegeven die lager was dan bij alle vormen van bodembedekking en niet noemenswaard

(40)

Tabel 18. Verschillende vormen van "bedekking. Proefveld Alkmaar 1966 Breda 1966 Anderle'cht I966 Geel 1966 St. Katelijne Waver 1966 Tuindersbedrijven 1966 Totaal

Gemiddeld in kg per are

onbedekte grond 148 338 221 90 364 304 1465 244 KS zwart folie 150 327 254 199 384 351 1665 278 per are grijs folie 171 ! 384 l 331 ; 261 . 35O 386 Î1883 i 314 i doorz. (folie ".. 1?3 ... i 378 295 :! 220 466 ; 456 [1988

I 331

1 ;venti-fol

JL.146

; 276 ! 296 •

1.95

! 249

-

347 1 h 509

1 252

hoger (8 kg per are) dan van het controle-object. Onder het grij-ze folie was de onkruidgróei aanzienlijk minder dan onder ..het door-zichtige folie.

Tenslotte vermeldt tabel 19 de 4 proeven waarin wit (melkkleurig) folie als bodembedekking was opgenomen.

Tabel 19« Wit en doorzichtig folie, in vergelijking met onbedekte grond* Proefveld Venlo 1966 Venlo 1967 St. Katelijne Waver 1967 Geel 1967 Totaal

Gemiddeld in kg per are

* onbedekt grond 218 122 545 ' 243 i

1128

282 Kg per are e ! wit tfolie ; 256 f H O 368 l 304 ; 1098 : 275 I doorzichtig folie I 282 i 190 i 533 369 | 1374 344

In tabel 19 blijkt doorzichtig folie ook een meeropbrengst ten opzichte van wit folie te hebben gegeven. Gemiddeld over de 4 pro< ven hadden de augurken op het witte folie zelfs een lagere pro-duktie dan die van onbedekte grond. De gemiddelden worden eohter sterk beïnvloed door de proef te St. Katelijne Waver, die een an-dere uitslag vertoonde dan de 3 overige proeven.

(41)

-KOSTEN VAN BODEMBEDEKKING

Zoale reeds vermeld, is de plasticfolie in de proeven met de hand gelegd, omdat hot steeds om kleine.percelen ging en afwisselend verschillende soorten folie werden gebruikt. Een berekening van de materiaalkosten is eenvoudig, doch over de benodigde arbeid voor het aanbrengen en verwijderen van de folie konden deze proe-ven geen betrouwbare gegeproe-vens verschaffen. Ook in de praktijk, waar grotere lengten in één keer worden gelegd, zijn geen gegevens be-kend over de benodigde arbeid bij het leggen van folie met de hand. Hu is in 19^7 in de provincie Limburg door enkele loonwerkers op een aantal bedrijven plasticfolie machinaal gelegd. Hoewel dit tot op zekere hoogte een experimenteel karakter droeg, waren de resul-taten van het machinaal aanbrengen over het algemeen zeer goed. De totale kosten ervan (materiaal + arbeid) waren 11 cent per strek-kende meter. Verwacht wordt dat deze kosten voor 1968 en volgende jaren iets hoger zullen zijn.

Voor het maken van een kostenberekening zullen wij uitgaan van de kosten van machinaal leggen, hierbij aannemende dat dit 15 cent per strekkende meter zal gaan kosten. Bij een rijenafstand van 2 meter dient er per ha |j000 meter te worden gereden. Het machinaal leggen van 'folie.bar.e21 ,:,a± per ha-dus kosten 5000 x f 0,15 = f 750» — Hierbij Jcomen nog extra kcoten voor bijwerk (o.a. het maken van de gaten)" Lit wor-rt geschat op f 250,— per ha.

0o_k.;.he.i;..o.pruimen v-?n de folie na. afloop van de teelt is een kosten-post die onverbrekelijk aan het gebruik van folie is gekoppeld. De tijd die hiervoor nodig is, is o.a. • afhankelijk van de

folie-dikte (dikker folie scheurt minder dan folie) en van de hoeveelheid grond die' op de zijde van de banen is gebracht (minder grond maakt sneller werken mogelijk). Ervaringscijfers zijn hierover nog niet "•"/»kende De kosten van- op:, uircen '-schatten wij op 'f 3C0,~- per ha.

Tegenover de kosten van bodembedekking staat het voordeel van een hogere produktie. Bij gebruik van doox"zichtig folie was de produk-*-tie gemiddeld over 15 proeven (tabel 17 op blz. 35 ) 72 kg per are

hoger dan van augurken zonder bodembedekking.

(42)

over de jaren 1962 tot en met 1966 bedroeg 60,5 cent per kg. De

berekende kosten voor sorteren, afleveren, fusthuur enz. komen op 8,5 cent per kg, zodat er over de genoemde jaren een netto vei-lingprijs overbleef van 52 cent per kg augurken.

De meeropbrengst van 7200 kg per ha zal hogere plukkosten tot ge-volg hebben. Hierbij kunnen we echter niet zonder meer stellen dat

er per kg meeropbrengst een bepaald bedrag aan plukkosten bijkomt, omdat, naarmate de produktie per oppervlakte-eenheid in eenzelfde periode hoger wordt, ook de plukprestatie per manuur toeneemt. In onze berekening nemen we aan dat door de produktieverhoging: van 72OO kg (bij gebruik van doorzichtig folie) het aantal plukuren met 100 toeneemt.

Als nu de voordelen van bodembedekking worden vergeleken met de kosten ervan, komen we tot de volgende berekening, die geldt voor

1 ha augurken.

Meeropbrengst door bodembedekking 7200 kg à f 0,52 = f 3744,— Kosten van bodembedekkings

machinaal leggen 5000 m doorzichtig folie â

f 0,15= f 7 5 0 , — bijwerk (incl. gaten maken) " 2 5 0 , —

opruimen folie na afloop teelt " 300,— verhoging plukkosten 100 uur à f 4,60 = " 46O,—

Totale koste-i f 1760,— Netto overschot per ha f 1984,—

Uitgaande van bovenvermelde kosten (waarvan enkele kleinere posten gedeeltelijk op schattingen berusten) en aan de hand van opbrengst-gegevens van 15 proeven, verdeeld over 4 jaren, menen we te kunnen stellen dat bodembedekking bij augurken in de vollegrond financieel zeker verantwoord is en dat doorzichtig folie ter dikte van 0,02 of 0,03 mm voor dit doel de voorkeur verdient.

(43)

SAMENVATTING

Vanaf 1964 tot en met 1967 zijn door het PGV te Alkmaar doorzich-tig, grijs, wit en zwart plasticfolie als bodembedekking en venti-fol als gewasbedekking beproefd'bij de teelt van augurken in de vollegrond. In totaal werden 15 proeven genomen, verdeeld over ver-schillende plaatsen in Nederland en België.

Aangezien plasticfolie voor dit doel slechts éénmaal bruikbaar is, kan teelttechnisch worden volstaan met een dikte van 0,02 mm. Deze dikte leent zich bovendien nog zeer goed voor het maken van plant-gaten met de hand. Een nadeel van dit dunne en goedkope folie is dat het vrij gemakkelijk scheurt bij het opruimen na afloop van de teelt. Bij iets dikkere folie (bv. 0,03 mm) is dit euvel aan-zienlijk minder.

Voor iets grotere oppervlakten is machinaal leggen te verkiezen boven leggen met de hand. Machinaal leggen gaat veel vlugger, is goedkoper en men is minder afhankelijk van de wind. Bij leggen met de hand moet het vrijwel windstil zijn.

Van de soorten die als bodembedekking werden toegepast heeft door-zichtig folie gemiddeld over 15 proeven 72 kg augurken per are meer opgebracht dan normale teelt zonder bedekking (tabel 17). In een zestal proeven was vergelijking met grijs folie mogelijk. Het ver-schil in produktie was slechts 17 kg per are ten gunste van door-zichtig folie (tabel 18). In 11 proeven was vergelijking mogelijk tussen zwart en doorzichtig folie (tabel 16). Bij zwart folie was de gemiddelde produktie aan augurken 43 kg per are lager dan bij doorzichtig folie. Het witte folie tenslotte (tabel 19) heeft in 4 vergelijkbare proeven duidelijk minder goed voldaan dan door-zichtig folie.

Een berekening (blz. 38) heeft aangetoond dat de voordelen van doorzichtig folie duidelijk groter zijn dan de kosten ervan. Gewasbedekking met ventifol heeft in de zes proeven waar dit bij augurken werd toegepast, niet voldaan. De opbrengst van de augur-ken (tabel 18) was duidelijk lager dan bij bodembedekking en

(44)

nau-welijks hoger dan van het controle-object. Bovendien is ventifol duurder dan gewoon folie.

Het nadeel van doorzichtig folie is de onkruidgroei. Bij grijs fo-lie (dat een iets lagere produktie gaf) krijgt het onkruid vrijwel geen kans. Als juni zonnig en groeizaam is, hoeft bij 'doorzich-tig folie het onkruid geen probleem te zijn. Bij een koude juni-maand met weinig zon zal het voordeel van grijs folie waarschijn-lijk zwaarder wegen dan het nadeel van de iets lagere produktie. Momenteel wordt in Nederland vrijwel geen grijs folie vervaardigd. Als men hiertoe zou overgaan, zal dienen te worden gezocht naar een samenstelling die net voldoende zon doorlaat en anderzijds het licht zodanig tegenhoudt, dat de onkruidgroei wordt belemmerd. De kosten ervan zullen niet of vrijwel niet hoger mogen zijn dan van doorzichtig folie.

Uit vergelijking tussen opbrengstniveau en gemeten grondtempera-tuur is gebleken dat deze 2 factoren parallel lopen: hogere grond-temperatuur, hogere produktie.

In enkele proeven is geconstateerd dat door bodembedekking met plasticfolie iets eerder meeldauw kan optreden. Dit kan een gevolg zijn van het iets vroeger in produktie komen en het wat eerder ver-sleten raken van het gewas. Ondanks een soms wat eerder of heviger optredende meeldauwaantasting, werd de produktie er niet duidelijk nadelig door beïnvloed.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tabel 48 De financiële opbrengsten van de gewassen die significante verschillen aangeven ten opzichte van de standaard grondbewerking voor de tussenvorm voor de gangbare

Zoals verder zal blijken, kan een deel stage buiten een ziekenhuis, enkel in het kader van een stage in een partieel erkende dienst (erkend voor maximaal twee jaar

Geme- ten naar huurwaarden waren de bewoners van de grachtengordel rijk, maar ook daar kwamen blokken met minder dure huizen voor en menging van meerdere welstandsgroepen was

De mooiste artikelen in de onderhavige bundel vind ik dan ook die artikelen die op conflicten ingaan en dus iets over de praktijk zeggen, zoals dat van Kroese die be- schrijft hoe

Overleg tussen werkgevers, werknemers en overheid wordt tegenwoordig als een belangrijk kenmerk van de economische orde in Nederland en België gezien. In de sociale wetenschappen is

Eerste doelstelling van dit onderzoek was het op groepsniveau vaststellen van de relatie tussen TAN excretie en TAN concentratie in urine en de gemeten ammoniakemissie vanuit

Onderstaand overzicht geeft u een raming van de te verwachten kost bij een normaal verloop van uw ziekenhuisopname zonder enige complicatie en rekening houdend met de

Omdat PTNS langzaam de signalen wijzigt die leiden tot controle over uw blaas en stoelgang, heeft u minstens 6 behandelingen nodig om een verandering te merken in uw klachten. Het