Afd. Melk en Zuivelprodukten 1982-10-25 Verslag: 82.82 Pr.nr.: 505 6090 Onderwerp: Vergelijkend eiwitonderzoek in kwark volgens NEN 3198 (rood 1160 A) i.v.m. vaststellen van eventuele niveau-verschillen tussen laboratoria t.b.v.: \olet. Cie H .G. K~~arkanalyse.
Verzendlijst: direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (3x), afdeling Nor-malisatie (Humme), Projektbeheer, Boelsma, De Ruig, Van Polanen, Bureau Technometrie, leden \olerkgroep Kwarkana-lyse van Hetenschappelijke Commissie.
Afdeling Melk en Zuivelprodokten Datum: 1982-10-25
VERSLAG 82.82 Pt·.nr. 505.6090
Projekt: Normalisatie/harruonisate onderzoekmethoden voor melk- en zuivelprodukten.
Onderwerp: Vergelijkend eho~itonderzoek in k1.,rark volgens NEN 3198 (rood 1160 A) i.v.m. vaststellen van eventuele niveauverschillen tussen laboratoria ten behoeve van: \-Ie tenschappelijke com-missie Herkgroep K1.,rarkanalyse.
Voorgaande verslagen: Hetenschappelijke Commissie Blauw 783, RIKILT-verslag 81.68 rood 1169, RIKILT-RIKILT-verslag 82.33.
Doel:
Vaststellen van eventuele niveauverschillen tussen laboratoria in de eiwitbepaling in kwark volgens Kjeldahl.
Nagaan invloed van het vetgehalte van het monster en de inge1.,rogen hoe-veelheid.
Samenvatting:
Van twee k1.,rarkmonsters resp. een magere k1o~ark en een k1.,rark met een vetgehalte van ca. 50% in de drogestof, is door 5 laboratoria het ei-witgehalte bepaald.
Tevens is het stikstofgehalte bepaald van D-L-Alanine, als referentie-standaard.
Conclusie:
Er zijn niveauverschillen tussen de laboratoria. Alleen bij laborato-rium D geeft de D-L-Alanine correctie een verbetering.
Het aantal monsters is te gering om een uitspraak te kunnen doen over niveau en spreiding van de analyse indien men van 2 gram ingewogen hoeveelheid overgaat naar 1 gram.
Verantwoordelijk: ir H. Oort\.,ri~\.) ~\
Samenstellers: A. v. Polanen, mw G.A. Werdmuller (statistiek) Hedewerkers: A. v. Polanen, r;o~al
Projektleider: ir a. oort\.,riUtV
b_
)jv
/,
1. Voor onderzoekmethoden, deelnemers, verzending van de monsters,
werkwijze en voorbehandeling zie bijlage 1 (Blauw 880). De
analysere-sultaten staan vermeld in de tabellen la en lb.
2. Niveau
2.1 Ingewogen hoeveelheid
In tabel la staan per laboratorium de analyseresultaten van de 2
mon-sters kt<lark en de verschillen in analyseresultaat tussen beide
inweeg-hoeveelheden (1 g - 2 g) vermeld. In onderstaande tabel staan de
verschillen nogmaals maar nu per laboratorium en per monster vermeld.
Eiwitgehalteverschillen tussen 1 en 2 gram inweeg
Honster 1 (10,5%) 2 (7,6%) Gemiddelde Lab % % A -0,03 +0,045 +0 ,008
c
-0,015 +0,055 +0,020 D -0,015 0,00 -0,008 E -0,03 -0,09 -0,060 F -0,04 -0,025 -0,032 alle 10 verschillen gemiddelde -0,026** -0,003 -0,0145 -0,0145 s(verschil) 0,011 0,059 0,032 0,042 s(gem.verschil) 0,0048 0,026 0,0143 0,013 t -5,36 -0,11 -1,01 -1,10** significant van nul afwijkend a
<
0,01Uit de tabel blijkt dat voor het magere kt<larkmonster met een inweeg
van 1 gram minder eiwit wordt gevonden dan met een inweeg van 2 gram en voor het volle kwarkmonster niet. Bovendien spreiden de verschillen bij het eerste monster veel minder dan bij het tweede monster. Is dit
toeval of ligt dan aan de soort kwark? Van elk gemiddeld verschil is
het 95% betrouwbaarheidsinterval berekend.
-- 2
-Gemiddeld verschil tussen beide inwegingen (1 g - 2 g) in %
n V 95%
betrouwbaarheids-interval
monster 1 5 (labs) -0,026 -0,013 tot -0,039
monster 2 5 (labs) -0,003 -0
,o
7 5 tot +0 ,069alle verschillen 10 (5 labs, -0
,o
145 -0 ,04l• tot +0,0152 monsters)
De betrouwbaarheidsintervallen overlappen elkaar.
Conclusie
Het aantal monsters is te gering om een gefundeerde conclusie te
ge-ven. Mocht er eeltter met het inwegen van 1 gram iets minder eiwit
ge-vonden worden dan zal dat waarschijnlijk chemisch te verwaarlozen zijn
nl. minder dan 0,04% absoluut.
2.2 Laboratoria
In de tabellen 2 en 3 staan per hoeveelheid ingewogen kwark alle
ana-lyseresultaten, de afwijkingen van de laboratoria van het monsterge
-middelde en de variantie-analyses vermeld.
Er zijn niveauverschillen tussen de laboratoria (a < 0,05). Deze
ver-schillen zijn ongeveer even groot als in RIKILT-verslag 82.33.
De in tabel lb vermelde stikstofgehalten in D-L-Alanine geven
theore-tisch de correcties aan \>/aarmee de eiwitgehalten in k\.,ark gecorrigeerd
zouden moeten worden. Alleen voor lab D gaat de correctie op.
Labora-torium F vindt afhankelijk van het D-L-Alaninemonster twee geheel
ver-schillende correcties.
3. Herhaalbaarheid en reproduceerbaarheld
Per monster en per inweeg zijn s(herhaalbaarheid) en s(
reproduceer-baarhe.id) berekend en vermeld in tabel 4. Alle relatieve spreidingen
staan vermeld in tabel 5. Uit tabel 4 volgt:
Imo1eeg Herhaalbaarheid Reproduceerbaarbeid 1 gram
o,
10 0,37 2 gram 0,08 0,3'• % eiwit % eiwit3
-Bovenstaande spreidingen zijn niet significant verschillend.
Het aantal monsters en laboratoria is te gering om kleine verschillen in de spreidingen aan te kunnen tonen.
Uit de variantie-analyses van de tabellen 2 en 3 blijkt dat er niveau-verschillen tussen de laboratoria zijn.
Zonder niveauverschillen heeft men de spreiding in een laboratorium
van moment tot moment, deze is te berekenen uit s(herhaling
+
lab xmonster) van de variantie-analyses.
In"1eeg
s(reproduceerbaarheid in lab)
reproduceerbaarbeid
Conclusie 1 gram 0,068 0,19 2 gram 0,046 0,13
Het aantal monsters is te gering de mogelijk iets grotere spreiding in de analyse ten gevolge van 1 gram inweeg te kunnen aantonen.
-- 4
-Tabel la. Eiwit in kwark in % volgens NEN 3198
Lab Hanster K~o~ark met 1 g imo~eeg K\o~ark met 2 g inweeg
A 1 10,36 - 10,42
=
10,39 2 7,61-
7,56 7,58c
1 10,46 - 10,56=
10,51 2 7,75-
7,71 7,73 D 1 10,78 - 10,76=
10,77 2 7,80 - 7,79 7,80 E 1 10 ,4'• - 10,49 10,47 2 7,53-
7,51 7,52 F 1 10,55 - 10,52 10, 5l• 2 7,56-
7,63=
7,60Tabel lb. N-gehalte D-L-Alanine
Bepaald Theoretisch
A 15,49 15,72
c
15 ,3'•* 15,72 D 15,91 15,72 E 15,87 15,72 F 15,34* 15,72 15,71** 15,72*
niet genoeg voor duplo ** D-L-Alanine RIKILT 10,43 - 10,41 10,4 2 7,58-
7,50 7,54 10,50 - 10,55 10,52 7,65 - 7,70 7,68 10,80 - 10,77 10,78 7,80 - 7,79=
7,80 10,51 - 10,48=
10,50 7,60 - 7,62=
7,61 10,58 - 10,57=
10,58 7,60-
7,64=
7,62 Verschil -0,23 -0,38 +0,19 +0,15 -0,38 -0,01 Verschil -0,03 +0,045 -0,015 +0,055 -0,015 0,000 -0,03 -0,09 -0,04 -0,025- 5
-Tabel 2. Ehlit in k1o1ark inweeg 1 grarn NEN 3198 in %
Lab. A
c
D E F Gem. t-1onster 1 10,36 10,46 10,78 10,44 10,55 10,53 10,42 10,56 10,76 10,49 10,52 2 7,61 7, 7 5 7,80 7,53 7,56 7,65 7,56 7, 71 7,79 7,51 7,63 Gem. 8,99 9,12 9,28 8,99 9,07 9,09Afwijkingen van het monstergemiddelde
Lab. A
c
D E F Monster 1-o
,
14 -0,02 0,24 -0,07 0,00 2 -0,06 0,09o,
15 -0,13 -0,05 Gem.-o
,
10 0,03 0,19-o,
10 -0,02 s( v) 0,059 0,077 0,061 O,OLIO 0,036 Variantie-analyseVariatiebron K1o1adratensom Q Gem. k1o1adraten F
Monsters 41,731605 1 41,731605 7,31* Laboratoria 0,23!1370 4 0,058593 5,96* Lab x monster 0,032070 4 0,008018 residu 0,013450 10 0,001345 Totaal 42,011495 19 s(herhaling)
=
0,037 V = 0, LIO% s(lab x monster)=
0,058 V = 0,64% s( laboratoria) =o,
112 V = 1,24%s(herh.
+
lab x monster) = 0,068 V 0, 75%s(herh./2
+
lab x monster) = 0,063 V = 0,70%s(herh.
+
lab x monster+
lab)o,
132 V 1,45%* a
< 0,05
d.w.z. gem. kwadraten groter dan op grond van toeval ver-lolacht kan 1wrden, variatiebron is aanwezig.6
-Tabel 3. Ehlit in k1o~ark imo~eeg 2 gram NEN 3198 in %
Lab. A
c
D E F Gem. Monster 1 10,43 10,50 10,80 10,51 10,58 10,56 10,41 10,55 10,77 10,48 10,57 2 7,58 7,65 7,80 7,60 7,60 7,65 7,50 7,70 7,79 7,62 7,64 Gem. 8,98 9,10 9,29 9,os
9,10 9,10Afwijkingen van het monstergemiddelde
Lab. A
c
D E F Monster 1 -0,14 -0,04 0,23 -o ,o7 0,02 2 -0,11 0,03 0,-15 -0,04 -0,03 Gem. -o, 12 -0,00o, 19
-0,05 -0,01 s( v) 0,023 0,044 0,055 0,019 0,030 Variantie-analyseVariatiebron K1o~ad ra tensom Q Gem. k1o~adraten F
Nonsters 42,398720 1 42,398720 Laboratoria 0,210730
'•
0,052683 15,58* Lab x monster 0,013530 4 0,003383 4,28* residu 0,007900 10 0,000790 Totaal 42,630880 19 s(herhaling) 0,028 V = 0,31% s(lab x monster) = 0,036 V 0,40% s( laboratoria) = 0,111 V 1,22%s(herh.
+
lab x monster) 0,046 V = 0,50%s(herh./2
+
lab x monster)=
0,041 V = 0,45%s(herh.
+
lab x monster+
lab)·-
0,120 V = 1,32%*
a<
0,05 d.w.z. gem. kwadraten groter dan op grond van toeval- 7
-Tabel 4. Herhaalbaarheid en reproduceerbaarbeid van de eiwitbepaling
volgens Kjeldahl in hmrk in % NEN 3198.
Eiwit a( herhaalbaarheid) s(reproduceerbaarheid)
gehalte 1 gram 2 gram gepoold 1 gram 2 gram gepoold
10,55 0,042 0,022 0,034
o,
146 0,139 0,1437,65 0,031 0,033 0,032
o,
115 0,098o,
107gepoold 0,037 0,028 0,033
o,
132 0,120 0,126Herhaal baarl1eid Reproduceerbaarheld
1 gram inweeg 2,83 x 0,037 0,105% 2,83 x 0,132 0,37% 2 gram inweeg 2,83 x 0,028
=
0,079% 2,83 x 0,120 0,34% magere k1o1ark 2,83 x 0,034 0,096% 2,83 x 0,143 0,40% vette k1o1ark 2,83 x 0,032=
0,091% 2,83 x 0,107 0,30%-- 8
-Tabel 5. Relatieve herhaalbaarheid en reproduceerbaarbeid van de eiwitbepaling volgens Kjeldahl in% NEN 3198.
Ei\.1it V( herhaalbaarheid) V(reproduceerbaarheid)
gehalte 1 gram 2 gram gepoold 1 gram 2 gram gepoold
10,55 0,40 0,21 0,32 1,39 1, 31 1,35 7,65 0,40 0,43 0,42 1,51 1,28 1,40 gepoold 0,40 0,34 0,37 1,45 1,30 1,38 Relatieve Relatieve herhaalbaarheid reproduceerbaarbeid 1 gram inweeg 2,83 x 0,40 1,13% 2,83 x 1,45
=
4,10% 2 gram im-1eeg 2,83 x 0,34 0,96% 2,83 x 1,30=
3,68% magere k\-1ark 2,83 x 0,32 0,91% 2,83 x 1,35 3,82% vette k\-1ark 2,83 x 0,42 1,22% 2,83 x 1,40=
3,96%I • , . I
. . :.··=. .
··.
r!J&~
Jó'o
WETENSCHAPPELIJKE COMMISSIE 'INZAKE HET VASTSTELLEN VAN METHODEN VAN
I
ONDERZOEK VOO~ MELK EN ZUIVELPRODUKTEN
I
Secretariaat: p/a RIKILT1 Bornsesteeg
45
1 6708 PD WAGENINGENPostadres Postbus 2301 6700 AE WAGENINGEN
08370-19110 Telefoon
WERKGROEP KWARKANALYSE
. {t
Deventër, 28·juni 1982
Betr~ft: Onderzoek eiwit.
! . · •l I
. ·. !.
'.
1. ·Doel:.
2.
·Vaststellen van eventuele niveauverschillen tussen laboratoria
in de eiwitbepaling in ··kwark volgens Kjeldahl. Nagaan invloed J
van het vetgehalte van het monster
;r
de ingewogen hoeveelheid.''.
'
!f'.
i .
Methode
NEN 3198, rood ll~OA (methode voor melk, evap en melkpoeder),
u toegezonden in december 1981.
.
.
:3. Deelnemers
·.
A* Coberco Research Laboratorium, Deventer;
--*Keuringsdienst van Waren, Enschedes ,
C
*
Keuringsdienst van Waren, Leeuwarden;0
*
Kaascontrolestation "Friesland", Leeuwarden;E
*
Zuivelcontrolestation, ·Leusden; ..F
*
RIKILT, Wag~ningen. :.· ' . . I ~ 0 •• 4. Werkwijze,· ·4.1 Bereiding en verzending van de monsters is geschied door
het Coberco Research Laboratorium.
i·.
4.2
~
Samenstelling van de monsters:
J
.
magere kwark, drogestofgehalte ca. 16%;2. kwark,' vetgehalte ca. 50% in de drogestof; v.v.d.s
.-gehalte ca. 12, 5%; '
3. D-L-Alanine, standaardmonster (BDH, cat.no. 12002),
~-gehalte 15,72%.
Analyse.
Voorbehandeling volgens normontwerp rood 1150 (goede menging
is zeer· belangrijk) •
De·monsters worden in duplo ~oor dezelfde analist gea
naly-seerd volgens,NEN 3198 (rood 1160A). Inweeg monster 1 en 2
zowel 1 als 2 g., Voor monster 2 dient men met 25 ml
zwavel-zuur (zie 8.2, opmerking) te destrueren. Van monster 3 wege
men 0,15 g .in en voegt ca. 0,1 g saccharose en 5 ml water
toe, ~naloog aan de procedure.vlgs. 8.9 van de norm.