• No results found

Rust op het dorpsplein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rust op het dorpsplein"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

E

T H E

M A

Rust

op het dorpsplein

Laurens-Jan Brinkhorst pleitte in

NRC Handelsblad

van 19 juni jl. voor afschaffing

van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Een idee dat de directeur van de

Novib, Sylvia Borren, direct afdeed als irrelevant. Brinkhorst zou niet begrijpen dat

het werkelijke debat niet

gaat

over de vraag of er een minister of een staatssecretaris

moet komen. Het draait om

coherentie en

daarom moet de minister juist een

super-minister worden, met

vergaande zeggenschap

over het Nederlandse beleid voor

land-bouw, handel,

gezondheidszorg,

onderwijs,

energie,

water en milieu. Met dit laatste

voorstellaat

Borren

zien,

dat

zij

de

'minister

of staatssecretaris'-discussie toch wel erg

relevant vindt. David Kuijper is van mening dat het de hoogste tijd wordt

ontwikke-lingssamenwerking

een

hoofdrol in de buitenlandse politiek te geven.

vat het nieuwe kabinet-Balkenende een

door David Kuijper

I

nmiddels is Brinkhorst minister-af en

be-heuse staatssecretaris voor Ontwikk

e-lingssamenwerking. Deze statuswijziging wordt door Nederland-se ontwikkelingsorganisaties en -deskundigen herhaaldelijk als bewijs aangevoerd voor het gebrek aan aandacht dat ontwikke-lingssamenwerking bij de huidige machthebbers zou hebben. Het nieuwe kabinet wordt provincialistisch genoemd en zou geen boodschap hebben aan wat deze maand precies vijftig jaar de 'Derde Wereld' heet1. Het kabinet van de kerk, de koopman en de

kroeg staat daadwerkelijk op het dorpsplein.

daarmee was het ook meteen de meest actieve partij op dit terrein. Slechts af en toe stak de zendingsdrang van de CDA-achterban de PvdA

Technocratisch terrein

Maar speelde ontwikkelingssamen-werking, of ontwikkelingshulp wel een belangrijke rol in de verkie-zingscampagnes van de laatste de-cennia? Eigenlijk is het een wonder dat er nog zo lang een minister is ge-weest voor een onderwerp dat zozeer schitterde door afwezigheid op het 'echte' binnenlands-politieke toneel. De meeste verkiezingsprogramma's en regeerakkoorden besteedden er enkele zinnen aan. Handhaving van de koppeling aan het BNP-percenta-ge kwam in bijna ieder verkie-zingsprogramma van de afgelopen jaren voor. Slechts de percentages verschilden. De PvdA wilde nog wel eens verlanglijstjes van haar OS-achterban integraal in haar verkie-zingsprogramma opnemen, maar

David Kuijper woont en werkt in Ghana. Hij schreef di.t artikel op persoonlijke t.itel.

naar de kroon.

Misschien is met het artikel van Brinkhorst en de uitkomst van de kabinetsformatie een belangrijke stap gezet naar het terug-brengen van ontwikkelingssamenwerking in het hart van de Nederlandse politiek. De laatste 30 jaar is de Nederlandse ont-wikkelingssamenwerking verzeild geraakt in een technocratisch terrein waar analisten en ideologen een gevecht om het gelijk voerden. Soms kregen de ideologen gelijk: in de jaren zeventig was internationale nivellering zo'n ideologische leidraad voor de begrotingen van Ontwikkelingssamenwerking. In de jaren tach-tig kregen de analisten weer wat meer aandacht en werd

gecon-"DE DEUR DICHT?"

De zin

en

onzin

van

het Nederlandse

vreemdelingenbeleid

D66-debat over het Nederlandse immigratiebeleid in Europees perspectief

Maandag 7 oktober 2002, 19.30 uur

Nieuwspoort, Den Haag

Sprekers:

Han Entzinger,

hoogleraar Migratie- en Integratiestudies, Erasmus Universiteit

Rotterdam

Boris Dittrich, D66-woordvoerder

Justitie in de Tweede Kamer

Mr. H.P.A. Nawijn,

minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

Bij deze bijeenkomst wordt het nieuwste deel Sociaal-Liberale Perspectieven over

migratie en integratie van Han Entzinger gepresenteerd. Er is ruimschoots

gele-genheid voor actieve deelname door het publiek.

U kunt zich voor deze bijeenkomst aanmelden via: landelijk.secretariaat@d66.nl of 070 3566066

18

IDEE- SEPTEMBER 2002

I

st CE ni z~ ja w lil Vl k1 m di rE Ir m y, di le st gJ gE SE dl w e> m m PI fo 0!

D

D N pl rE Sl hl Vi tE lo h· til 'n is lil bi H h• VI in bi te w id rE rE te gE w

(2)

THEMA

stateerd dat de 'pro-cesbenadering' het nieuwe recept moest zijn. Ook de laatste

jaren onder Herfkens

werd het

ontwikke-lingsvraagstuk

zorg-vuldig ontleed door

kundige

macro-econo-men en

bestuurskun-digen binnen het Di-rectoraat-Generaal Internationale Sa-menwerking (DGIS).

Vervolgens bedachten

diezelfde mensen

be-leid dat de minister in

staat stelde om de

groeiende hoeveelheid geld uit te geven. De sectorale benadering deed zijn intrede en werd vermengd met extra sausjes als het mainstreamen van

ar-moedebeleid, het

be-palen van de

gender-focus en de uitvoering van Structural Enuironmental Assessment op de Pouerty Reduction Strategy Papers.

Duivels dilemma

De moeite om opeenvolgende Wereldbankbeleidsideeën naar het

Nederlands te vertalen werd al nauwelijks meer genomen. In plaats van de superminister van Borren, die zich met vele ter-reinen tegelijk zou bezighouden, kent DGIS al geruime tijd

superambtenaren die alles weten van landbouw, handel,

gezond-heidszorg, onderwijs, energie, water en milieu. In de 'Derde Wereld' gebruiken zij hun kennis, niet in Nederland. Deze

amb-tenaren hebben vaak zelf goede banden met de

ontwikkelings-lobby. Dat heeft hun deskundigheid vergroot, maar dat maakt het voor opeenvolgende ministers wel steeds moeilijker om poli-tieke keuzes te maken. Zo is Ontwikkelingssamenwerking in een 'niche' van ieder kabinet sinds 1977 geraakt. Door eigen toedoen is er steeds minder kracht om de vele andere voor ontwikke-lingssamenwerking relevante binnenlands-politieke belangen te beïnvloeden.

Helaas is dit geen typisch Nederlands verschijnsel. Misschien hebben wij zelfs nog wel de meest transparante 'niche' als je het vergelijkt met landen als Duitsland of de VS. De ontwikkelings-industrie is een wereldwijd netwerk, dat nog steeds met goede bedoelingen -hoewel intern organisatiebelang ook een rol speelt-toch iedere keer weer in staat is om de regeringen van

onderont-wikkelde landen met uiteenlopende en soms tegenstrijdige

ideeën sterk te beïnvloeden. En zo zijn volwassen, soevereine regeringen in Azië, Afrika en Latijns Amerika in hun bilaterale relaties met vele westerse landen sterk gericht op representan-ten van het ontwikkelings'blok' binnen die landen. Voor deze

re-geringen is dat zelfbehoud. Ministers voor

Ontwikkelingssamen-werking zitten immers bovenop het directe geld, dat de gaten op

19

hun begrotingen kan dichten. En terugdringing van het finan-cieringstekort doet geld vrijvallen voor kortetermijninfrastructu-rele investeringen, hetgeen voor de prille democratische

regerin-gen, als bijvoorbeeld Ghana, een voorwaarde voor herverkiezing

is. Het duivelse dilemma is dat deze regeringen ook weten dat op lange termijn beïnvloeding van de binnenlandspolitieke elite van westerse landen oneindig veel meer geld kan opleveren. Geld dat

na slechting van subsidies en tariefmuren verdiend kan worden

met productie en handel en de overheid de kans geeft om een eigen sociale, politieke en institutionele infrastructuur op te rich-ten. Maar voor die langetermijnbeïnvloeding is binnen de vielja-rige regeerperiode geen tijd.

Hoofdrol

Het zou voor de coherentie van hun eigen beleid veel beter zijn als zij echte, invloedrijke gesprekspartners binnen de westerse landen zouden krijgen. Een volwassen bilaterale relatie met de ontwikkelingslanden vereist dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken grote verantwoordelijkheid draagt voor de ontwikkelingssamenwerking. Zijn rol zal cruciaal zijn voor het

bereiken van het coherente Nederlands beleid waar de Novib en

vele andere organisaties zo hard om roepen. Het wordt tijd dat de armoede van de 'Derde Wereld' de bijrol die zij op het Neder-landse politieke toneel speelt, verandert in de hoofdrol die zij al meer dan vijftig jaar op het wereldwijde toneel speelt. Voor de

rust op het dorpsplein van de familie-Balkenende is dat van het

grootste belang.

+

Noot

1. Alfred Sauvy, 'Trois Mondes. Une Planète', L'Obseruateur, 14 augustus 1952

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De zogenaamde BRICS-landen, de vijf opkomende economieën in de wereld, zijn het eens geworden over de oprichting van een alternatief voor de Wereldbank en het Internationaal

Waarom is een markteconomie veel te complex om begrepen en gecontroleerd te kunnen worden op grond van onze vermeende kennis.. Waarom is het fundamenteel onmogelijk dat

Naar aanleiding hiervan kan niet worden gesteld dat het nationale beleid van de landen doorslaggevende invloed heeft op de publieke opinie. Andersom lijkt

Creëer impact als individu Laat horen en zien wat er daadwerkelijk speelt bij mensen thuis en op straat!. Lees meer ...bent de

In de eerste plaats waren er mensen die zich bewust waren dat de mensen op het gebied van de rede meer en meer tot het punt kwamen dat alles als een machine werd gezien, zelfs de

Want omdat die dingen niet blijvend zijn en omdat ze niet kunnen geven wat hij ervan verwacht, moet de mens telkens omzien naar nieuwe 'objets plaisants.' En zo is hij voortdurend

Sinds 2009 is het zorgverzekeraars toegestaan om het verplicht eigen risico niet bij verzekerden in rekening te brengen als deze kiezen voor een vooraf aangewezen

(Psalm 88 : 16). Menigmaal drukte de donkere wolk van Zijns Vaders gramschap zwaar op Hem, totdat Hij eindelijk op Golgótha de laatste adem uitblies. Niets was er in de