• No results found

Onderzoek naar de verontreiniging van de Kortenhoefse Plassen in 1966, met vergelijking van Ankeveense en Loosdrechtse Plassen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de verontreiniging van de Kortenhoefse Plassen in 1966, met vergelijking van Ankeveense en Loosdrechtse Plassen"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

in 1966? mei vergelijking YJ.YI Ankeveense en Loosdrechtse plassen

?» Leentvaar EIV ON

Het plassengebied van Kortenhoef , dat als natuurterrein door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten beheerd wordt, staat in verbinding met ver-ontreinigd water van sloten en kanalen o I)e toenemende verontreiniging in deze buitenwateren vormt een bedreiging voor het milieu en zijn levensgemeenschappen? zodat het gewenst v/as na te gaan in welke mate verontreinigd water het gebied

binnendringt.

Het onderzoek werd gedaan in voorjaar, zomer en najaar van 1966 in het Hol van Kortenhoef, v/aarbij monsterpunten voor chemische analyse gekozen werden in de dorpsloot, Ie plas, 2e plas, het Uitte Uater, de Eaayplas en de Molenplas (zie kaart). Be dorpsloot staat in verbinding met het Hilversumse kanaal en het water is verontreinigd, wat uit de chemische en planktonanalyse duidelijk naarvoren komt, tegenover de andere genoemde punten. Verontreiniging van de plassen in het gebied zelf kon niet v/orden geconstateerd. Men dient

er echter rekening mede te houden, dat in de jaren 19^5 en 1966 de regenval groter was dan normaal, zodat er eerder uitstroming van water uit de plassen naar het omringende buitenwater was waar te nemen dan omgekeerd. Het jaar 1966 was niet gunstig voor onderzoek naar de invloed, van verontreiniging en het is daarom mogelijk, dat in meer normale jaren andere conclusies getrokken moeten worden dan hier gegeven.

De regenval v/as uiteraard in de verschillende seizoenen niet even groot en dit kunnen we duidelijk afleiden uit de grafieken van de chemische analysen. In juni is er in de sloot ander water aanwezig dan in maart en oktober. Er is

dan een hoog Cl-gehalte, terwijl ook Ca, hardheid, organische stofgehalte, natrium, kalium en sulfaat veel hoger zijn dan op de andere punten«, In deze tijd werd de sloot niet gevoed met water uit het Hol, maar door water uit

het Hilversums kanaal. In maart en oktober zijn de concentraties van genoemde stoffen lager en weinig afwijkend van de v/aarden van de andere punten, zodat in deze tijden het slootwater teruggedrongen werd naar het Hilversums kanaal.

Hoewel de sloot verontreinigd is, is het zuurstofgehalte niet laag. Verontreiniging kunnen we afleiden uit de chemische analyse, de nog to bespreken BOD-proeven en het plankton. •

Be resultaten van het chemisch onderzoek zijn in bijgevoegde grafieken weergegeven. Hierin ziet men telkens hot verloop van do bepalingen op de 6

(2)

-2-monsterpuntcn ni. sloot, lo plas, 2o Witte Uaïer, Molenplas en Eaayplas Uit de beschouwing van deze grafieken kan men makkelijk afleiden, dat het

water in de sloot in juni af v/ijkt van de andere punten« Er is dan v/a ter van

het verontreinigde ïïilvcrsurase kanaal aanwezig, zoals reeds werd uiteengezet« V/e zien vorder,, dat de andere olectrolyten in de verschillende maanden in

bepaalde plassen op overeenkomstige wijze veranderen. Er zijn dus piasgedeelten van het Bol, die eenzelfde karakter vertonen in hun chemisch milieu. In het

volgende schema, waarin voor iedere electrolyt of bepaling de 6 monsterpunten gerangschikt zijn in afnemende waarde, is dit nog eens aangegeven.

geleidings-vermogen

Sloot Witte V/a ter

Ie plas 2e plas llolenplas* Eaayplas Cl E pH Sloot Raayplas Ie plas Molenplas 2e plas Witte Y/a ter

Molenplas Sloot 2e plas Raayplas Ca Sloot Molenplas 2e plas Ie plas Witte Water Raayplas S O , Sloot le plas iJ -U;: Witte \later le plas 2e Wi-Molenplas Raayplas -oer N Hi Raayplas 1 Molenplas j ] Sloot" Witte V/at er Ie plas 2e plas org.Sloot

m

4

2e plas Molenplas Raayplas Witte Water Ie plas Hïï Pe Sloot Witte Water Ie plas 2e plas Eaayplas Molenplas Sloot 2c plas Witte V/at er Ie plas Molenplas Raayplas Witte Water Raayplas Sloot Ie plas 2o plas Molenplas Na H C 03

°2

Sloot Ie plas 2e plas Molenplas Witte Water Raayplas Sloot 2e plas lc plas Molenplas Witte Water Eaayplas Witte Water Sloot Molenplas Eaayplas 2c plas Ie plas KMnO. Sloot ong. Witte Water

2e plas Ie plas E£ "pi.as Molenplas

KMnO . Witte Water gef. Eaayplas Molenplas

2e plas Ie plas Sloot

De in het schema omkaderde Molenplas en Eaayplas hebben beide een laag gelei-dingsvermogen, overeenkomstig lage hardheid en vertonen in juni hetzelfde gedrag in NH.-gehalte. Ook de planktonsamenstelling vertoont overeenkomst,

terwijl beide plassen dieper zijn dan de andere en daardoor minder begroeid met waterplanten.

De in het schema dubbel omkaderde plassen Witte Water en Ie plas vertonen de eigenaardigheid, dat zij in juni, wanneer de biologische activiteit het grootste is een lagere pH hebben, terwijl men in de regel door verhoogde assimilatie een verhoogde pH kan verwachten. Tevens ziet men voor beide

piasgedeelten oen verhoogd Cl-gohalte, hoewel Cl biologisch niet verwerkt wordt. Er

(3)

sloot op ïïitte ïïatcr is ge a ion de ligging niet te verwachten en indien aan-wezig zal eerder de Ie plas beïnvloed worden. Hot ligt moer voor do hand aan

te nemen, dat althans in hot "witte Vator oen verhoogd Cl optreedt, door invloed van meer kwel, v/aarop ook het hoge Fc-gohalte wijst„ Deze grondwaterkwol kan een hoger Cl-gehaltc hebben dan het oppervlaktewater » Hen vergelijke echter ook wat hieronder bij het Cl-gchalte wordt afgeleid»

Hieronder volgt een bespreking van de chemische analyse-resultaten. Het geleidingsvermogon is betrekkelijk laag«, Hot water is niet rijk aan clectrolyten. Hot laagste zijn in dit opzicht Holenplas en Raayplas. In juni vinden we in de sloot een hoog goleidingsvermogen door verontreinigd v/ater. Het Cl-gehalte is eveneens laag en lager dan in hot open water van de Loos-drechtse plassen. Het is ook lager dan aangegeven in do tabel van het boek Kortenhoef (l950) op blz, 68. Men zou hieruit kunnen afleiden, dat er minder verontreiniging aanwezig is dan l6 jaar geleden. Een dergelijke invloed is wel zichtbaar in de sloot, waar het hogere Cl-gehalte in juni wijst op de

aanwezigheid van kanaalwater. Er is echter vermoedelijk veel meer verdunning opgetreden door regenwater in 1966 clan in 1950. Men kan zich hierbij voorstellen, dat in geïsoleerde plasgcdeolten nog "oud" water, dus water van een hoger

Cl-gehalte, dat niet door regenwater is verdund, is achtergebleven. Dit zou dan het geval kunnen zijn voor hot ïïitte \7ater, maar hot is dan niet duidelijk, dat dit ook in de lo plas word. gevonden, terwijl deze plas in directe open verbinding staat mot de sloot, dus niet zo geïsoleerd ligt. Zonder meerdere waarnemingen kan geen verder inzicht in de waterhuishouding verkregen worden.

De hardheid van het v/a tor is niet hoog en ligt ook lager dan in 1950» Ook dit wijst op grotere verdunning door regen in 1966. De sloot heeft het harde water van het Hilvcrsums kanaal. Do pH is in voor- en najaar weinig verschillend, maar in juni zijn Molenplas, Raayplas, 2e plas en sloot iets hoger in pH, v/at kan wijzen op grotere assimilatie-activiteit in deze

ge-deelten. In ïïitte ïïator on Ie plas is de pH gedaald, wat wijst op andore processen dan assimilatie bij do totstandkoming van de pH.

Door verontreiniging is in juni Na en K in de sloot hoger dan elders. Gok in de eerste plas is Na hoger, wat misschien toch nog, in samenhang met Cl en geleidingsvermogon op enige invloed van verontreinigd slootwater kan wijzen. Uit het SO.-gehalte, dat in do sloot zeer hoog is, kunnen we dit

echter weer niet afleiden, daar het niet bijzonder veel hoger is. Sulfaat-reductie is in het open water niet te verwachten, daar het zuurstofgehalte redelijk is. Bij de bodem kan dit wel plaatsvinden onder anaerobe omstandig-heden.

(4)

-A-Hct Pc-gchalle is in hot Witte Water hei hoogst, wat op level kan wijzon. Hot Witte water is bekend om zijn hoge i jzergchcltc , waardoor het water altijd con bruine of soms oen wittige kleur hooft.

PO , ITO , on LKW kondon vrijwel nooit worden aangetoond. Alleen in do sloot kon in hot voorjaar 2 mg/l PO. worden gevonden, wat zeer hoog is on op ver-ontreiniging wi jsto

In do Molenplas on do Eaayplas was hot gedrag van hejflïH. anders dan in do andere plassen. Er was in juni moor Nïï. dan in voor- on na jaar, in tegenstelling tot do 4 andere monsterpunten. Beide plassen wijken ook af in goleidings-vormogen on hardheid, terwijl se ook dieper zijn. De samenstelling van het plankton is er anders, zodat andere factoren bij de omzettingen een rol zullen spelen. Het is oen argument te meer dat do heide plassen biologisch een apart karakter hebben dat vorschilt van Ie, 2e plas on Witte Water.

In allo plassen stijgt in de zomer het organisch gebonden II, wat toege-schreven kan worden aan do toename van plantaardig en dierlijk materiaal in dit jaargetijde, Aan het organische stofgehaltc (KMn04) is dit niot bomorkbaar, behalve in de sloot, wat eveneens weer aan verontreiniging kan worden

toe-geschreven. Hoi zuurstofgehalte van het water, dat uiteraard zelfs in de loop van do dag sterk kan variëren, v/as op alle monsterpunten vrij hoog.

In juni ziet men een zeer hoge waarde- in het Witte Water, zelfs oververzadiging« In doze tijd was de oppervlakte van hot wator geheel bedekt mot krabboscheer, die mot draadalgen begroeid, waren. Deze eponten leveren het hoge zuurstof-gehalte van hot water door do assimilatie. Merkwaardig is, dat do pH tegen verwachting daalt. Po plas is ook afwijkend, door hot hoge ijzorgchalte. In voor— on najaar vindon wc door de roductiovo eigenschappen van hot ijzer lagere zuurstofwaardon dan elders in de plassen. Poor do grote ondiepte moet ook het bodomeffoct in rekening gebracht worden.

Plankton.

Het aanwezige plankton is in tabellen aangegeven. Hot plankton van Molcnplas on Eaayplas komt stork overeen. Er is dus overeenstemming met wat gevonden werd voor het chemische milieu. Er zijn vool raücrdioren, flagollaten en diatomocön. Er zijn geen aanwijzingen voor verontreiniging on het plankton vertoont nog hetzelfde karakter als in 1950.

In do eerste en tweede plas, die ondieper en meer begroeid zijn, vinden wc meer desmidiaceocn. Vooral in de 2de plas is dit duidelijk, terwijl de cliatomeeön Tabellaria fenestrate, en T. flocculosa groter in aantallen zijn. Andere soorten diatomocön daarentegen zijn geringer in aantallen of ontbreken

zelfs.

(5)

vooral in ,'iuni tot uiting komt. Er zijn clan zoor veol bodembowonende

Cladocorcn, die zich tussen do krabbcocheren ophouden. Vole planktonsoorten van- het open water,, die we in do andere plassen vonden,, ontbroken hier.

"Proeven ovioj^Jjxrt zuurstof gehalte .

Het biochemisch zuurstofverbruik (EO!)) werd behalve op do genoemde 6

monsterpunten ook in hot Hilversums kanaal gemeten. Dit geschiedde maandelijks. Tevens werd, om oen inzicht te krijgen in de biologische

zelfreinigings-capaciteit van hot water, do zuurstofproductie in het licht gemeten. De

bepalingen werden verricht met een Proteen clectrischo zuurstofelectrode, waardoor het mogelijk: was, in hetzelfde ruons berf les je dagelijks het zuurstof-gehalte te "bepalen. Pia beëindiging van de meting word nagegaan, welke

microorganismen in het monster aanwezig waren.

Tor vergelijking werden ook. BOD-donker en-licht monsters onderzocht van de Loosdrcchtsc plassen, Ankeveon, Yinkevoon en het Pfaardormoer. De resultaten zijn in grafiek weergegeven. Het onderzoek van het Ilaardcrmcer wordt in dit rapport niet besproken. In iedere grafiek is de BOD-donker aangegeven en do BOD—licht., In do grafiek van begin maart zien v/c, dat het

Hilversums kanaal reeds dadelijk een sterke zuurstofproductie vertoont en zich daarin onderscheidt van sloot en plassen van het Hol. Het kanaal

gedraagt zich als matig tot sterk verontreinigd water, dat kenbaar is aan oververzadigingon aan zuurstof overdag. Sr word geen plankton gevist in hot kanaal, maar na afloop van do BOD-proeven kon bepaald worden welke micro-organismen aanwezig waren in het flesje. Er bevonden zich massaal "blauwwieren in van de soorten Lyngbya. limnctica en Oscillatoria redekei. Verder ook

voel groonwieren en diatomee'on (Cyclotolla) . Dit is in het overzicht op blz. 16 aangegeven. Hot overzicht laat tevens zien, dat er in de andore flesjes andere microorganismen aanwezig waren. De grafiek laat zien, dat de zuurstof-productie in de sloot on plassen van het Hol weinig uitoonloj)end is. Bovendien is deze veel minder sterk dan in hot kanaal. V/c merken op, dat de zuurstof-productie pas na 1 dag gaat beginnen. Dit verschijnsel vinden we vaak in

BOD-licht-proovon en is nog niet geanalyseerd. V/e mogen aannemen, dat er zich in hot flesje eerst oen ovenwicht moet instellen, waarna de zuurstofproduceronde componenten actief kunnen worden. Opvallend is, dat vaak in watermonsters mot veel drijvende blauwwicrcn, zoals hot Hilversums kanaal, de zuurstofproductie reeds dadelijk inzet, zonder vertraging. Do milieuwissoling van vrij water naar BOD-flcsje is voor deze organismen blijkbaar weinig "schokkend"o Dit komt

overeen met hun levenswijze nl. voorkomen in een milieu met extreme toestanden, zoals we in mesosaproob water kunnen verwachten. In de andere monsters waar wel

(6)

-6-oGii duidelijke !'shock" optreedt, is ander plankton aanwezig on vermoedelijk wordt vooral door b cv; inking van 'bepaalde soorten aanvankelijk de zuurstof-productic geremd, ken zou dit misschien kunnen ondervangen door de flesjes in een draaiende lichicaroussol te plaatsen, ./earbij do flesjes in beweging blijven en tevens de planktonion o

D G overeenkomst va.n do zuurstofkurven voor sloot 021 plassen van hot Hol, wijzon er evenals do chemische analyse op, dat het water in maart goed gemengd v/as. Ook do temperatuur;, dio overal ongeveer 1 C was, bevestigt dit. Het water in het HiIvorsums kanaal 'blijft buiton het gebied» Op dezelfde dag in maart worden in Loosdrecht monsters genomen, die ook in grafiek zijn

uitge-zet. De verontreiniging van de plassen blijkt duidelijk uit de sterke zuurstof-productie. In het overzicht op blz. l8 zien v/e, dat ook hier weor blauwwieren oen grote rol spelen. Do geïsoleerd liggende.plassen Loonervocnso plas en plasje Sloklaan vertonen meer hot beeld van die van het Hol en zijn niet ver-ontreinigd. Het planktonbceld van de Loosdrechtse plassen is sedert 1958 sterk veranderd on vertoont nu overheersend soorten van verontreinigd water. Men vergelijke hiervoor het BlVOk-rapport 1967? do hydrobiologischo toestand van de Vechtplasson in 1957 en. 1958»

V/at betreft een nadere karakterisering van do plasgcdcelton in het Hol, aan de hand van het gevonden zuursiofvcrloop kan opgemerkt worden, dat

dergelijke kurven verkregen v/orden in water, dat bijvoorbeeld matig outroof is en niet verontreinigd. De karakteristiek is, dat na 5 of 6 dagen het

zuurstofgehalte in de BOD-licht flesjes niet veel hoger is, dan do aanvangs-waarde.

Over de donker kurven wordt niets naders gezegd. Meestal is do BOD-donker hoog als do BOD-licht ook hoog is, zoals in het Hilversums kanaal. De kurve loopt dan steil naar beneden. Dit bewijst, dat in dergelijk

(verontreinigd) water naast intensieve zuurstofproductie tegelijkertijd intensieve zuurstofconsumptie optreedt.

Eind maart word ongeveer hetzelfde beeld verkregen als begin maart, zoals uit de grafieken blijkt. Do zuurstofproductie van de flesjes bij Westend on Hoge V/i Igen in Loosdrecht v/as niet zo intensief, maar toch duidelijk hoger, dan van hot Hol en de Loenorveensc plas. Ook do '.Jijde Blik werd bemonsterd om een vergelijking te krijgen met oen zeer diepe plas. Do plas vertoonde overeenkomst met het water van do Loenervcensc plas en had ook oen matige

eutrofic. De daling in zuurstofproductie, die na 5 dagen belichting optreedt, kan toegeschreven worden aan wijzigingen in de aanwezige planktongomeenschap in het flesje. De proof mag daarom niet telang worden voortgezet, daar anders niet de activiteit van do oorspronkelijk aanwezige microorganismen wordt

v/aar-ge nomen. r,

(7)

Een tijdsduur v. n 5 of o dagen ken als raa:xiraaal worden aangehouden. De toriroeratuur v/a s in vergold.. jhing mot de vorige dénions tering overal gedaald.

Eind april toont wederom hetzelfde 'beeld, als de vorige aaanden. In het Ililvorsums kanaal is het zuurstofgehalte reeds bij de monstornamo hoog en oververzadigd-.« In het plankton zijn weer zeer veel blauvn/ieron. In hot donker noemt hot zuurstofgehalte sterk af, zoals in matig tot sterk ver-ontreinigd water. Do Aolcnplas v/erd behalve aan de oppervlakte ook op 1 motor diepte bemonsterd. Do temperatuur was hier iets lager,, namelijk: resp. 13?3 en 12j9? ra,.r na 5 dagen is er bij belichting weinig verschil in zuurstof- a gehalte. V/cl is or enig verschil in hot verloop van de zuurstofkurve, daar hot monster van 1 meter diep na een aanvankelijke daling sneller stijgt. Dit kan aan een verschil in hot aanwezige plankton liggon, zoals uit de tabel op biz. l6 blijkt» Er is een verschil in planktonsamonstelling tussen oppervlakte en 1 meter diepte, v/aar moor Asterionella ' s aanwezig zijn.

De Loosdrochtse plassen vertonen bij Westend en do Hoge Wilgen weer

zuurstofproductie, maar worden nog overtroffen door het monster van Hollands Ankcveen bij de peilschaal, waar zich nu ook veel blauw/zieren bevinden. Vorder naar de plas toe is hot water evenals in Stickts Ankeveen minder verontreinigd on we vinden in do monstorflcsjos geen blauwwieron. Bij de peilschaal is dus eind april verontreinigd water aanwezig, vergelijkbaar met dat van hot Hilvcrsums kanaal. Stichts Ankevoon on Hollands Ankeveen komen op deze datum overeen met do Loonorvoense plas v/at betreft hot verloop van de zuurstofkurve. De temperatuur tijdons do monstornamo lag eind april overal tussen 12,9 en

16,6 C.

Eogin juni is er in het monster van do sloot oen sterke zuurstofproductie en verschilt hierdoor van do andere punten in hot Hol. Er is verontreiniging, zoals wo ook uit de chemische analyse hebben kunnen opmaken. Het Witte

Y/a ter heeft tijdens do monstornamo oen zeer hoog zuurstofgehalte, dat zowel in de BOD-licht als donker afneemt. Daar er in deze tijd krabboscheren aan de oppervlakte drijven en er dus geen open v/a ter meer is, werd het monster tussen de rozetten genomen. Do oponten hiervan (draadalgen, diatomeeon) zorgen voor de hoge zuurstofverzadiging, die onder do rozetten direct afneemt. De Ie en 2e plas vertonen weer hetzelfde beeld als vorige maand. Ook het

plankton heeft overeenkomst, zowel in do sleep als in do BOD-flosjes. Ook ïlolonplas on Raayplas komen overeen, naar hier blijkt het meer uit de

plankton-sleep dan uit de aanwezige organismen in de monsterflesjos.

In het Loosdrochtse gebied vinden v/o oen hoge zuurstofproductie in de Ie plas bij Westend, terwijl op do twee monsterplaatson van Hollands Ankevoon nu ook

een sterke productie is. Het water is hier overal verontreinigd en sterk

(8)

bezet met blauwwicron. De Locnorvconsc plas vertoont wc or liot constante boold, raaar in hot plasje Blolclaan zijn vool dr^advormigo groenwioren on diatomoob'n r.,:avoaig mot kloino flagollatcn, dio con hoge zuurstofproductic geven. In do Wijde Blik heeft evenals hot Witte Brator con hoge

zuurstof-oververzadiging. Het monster werd. hier genomen langs do oever, waar nu zeer holder water was met con sterke Begroeiing van do draadvormigc Cladophora op do stenen boschoeiing. Wc zien dan ook zowol in donkor als licht een daling van het zuurstofgehalte, hoewel dit in het licht later weer gaat stijgen. Er bevinden zich blijldb ar hier toch nog moer zuurstof producenten in do monstorflesjes, zoals ook uit do tabel op blz.l8 blijkt»

De temperaturen tijdens de bemonsteringen lagen tussen de 14?5 G*i 15?9 C-In het ondiepere en meer begroeide water van hot Hol was de temperatuur in het algemeen hager ni» tussen 15?9 on 16,9 C.

Augustus.

In juli werd Kortenhoef niet bemonsterde B/cl werd dit gedaan in Loosdrocht en Ankevocn. V/o zien, dat de zuurstofproductie in Loosdrocht bij Westend en de Hoge Wilgen v/oor hoog is, evenals in Hollands en Stichts Ankevocn. Er zijn hier overal veel blauwwicron. Het plasjo aan do Bloklaan hooft ook vool zuur-stof productie„ maar hier zijn hot v/aarschijnlijk voel flagollatcn, die do zuurstof produ-ceren. Stichts Anke veen en Tionhoven vertonen ongeveer dezelfde kurve, die v/at minder steil omhoog loopt dan de vorige plassen«. Zij zouden

minder verontreinigd kunnen zijn on hierop wijst ook hot gevonden plankton in do BOD-flesjes o De temperatuur was op allo plaatsen minstens 20 C on dus veel hoger dan in do vorige maanden. Bo prooftemperatuur is ongeveer 22 C. Wo zion nu vaker, dat or geen daling in do zuurstoflijn optreedt na 1 dag« Eon tempora.tuur "shock" is dan niet aanwezig.

Op 9 augustus zion we hetzelfde. Ook in Vinkeveen is de zuurstofproductie hoog, terwijl de Wijde Blik weer tijdens do bemonstering hoge suurstofwaarden

liet zion, In hot Hol van Kortenhoef is op 18 augustus na 6 dagen in de BOD-licht geen productie te zien in do 2o plas, 1c plas, "Witte Water, terwijl

in Molonplas on Eaayplas een vrijwel gelijk blijvend zuurstofgehalte gevonden werd. Alleen do sloot vertoont oen duidelijke zuurstofproductie, misschien door Synura, maar niet door de blauwwioren zoals in het Hilvorsums kanaal

(zie blz. l6 ) , Be Suikerpot is eon dichtbegroeide plas met o.a. veel

krabbescheor langs de Yrolandsweg. Er was weinig zuurstofproductie, overeen-komstig het Witte Water,

Oktober.

In Loosdrocht is bij de Hoge Wilgen eon hoge zuurstofproductie, maar in de lo plas bij Westend is dit veel geringer en vergelijkbaar met Locnorveen.

(9)

Üit clo analyse van micro organismen aanwezig in do BOD-flosjes zion wc, dat er ook vorsch.il is in plankton. In do Ac plas vindon wo vool blouvavioren. bij de lo plas weinig« Het bewijst, dat de planktonvcrdoling in do plassen niet homogeen is, koor handelingen in do waterbeheersing kan het water in do Ao plas nog wol, in de Ie plas niet onder invloed staan van ingelaten

Vechtwater » In do Locnerveense plas werd. vrij veel Lyngbya gevonden, maar do zuurstofproductie is niet bijzonder hoog, hoewel hoger dan in de andere maanden» In de Vinkcveenso plas, zowel langs de grote weg als in hot dorp,

is do zuurstofproductie groot on er is vcol Microcystis» Hot plasje aan de Bloklaan hoeft ook weer een grote zuurstofproductie„

In hot Hol vinden we weer weinig of geen zuurstofproductie. In de eerste plas en de Raayplas is deze nog het grootste, maar uit do planktona.nalyse van de flesjes is hiervoor geen verantwoordenjko zuurstofproducent te vindon, zij het misschien in het monster van de Raayplas door flagellaten. De hoge zuurstofproductie in hot Hilversums kanaal wordt weer door veel blauwwioron veroorzaakt,

Üo merken op, dat do temperatuur in oktober overal voel lager ligt» Daar hot zuurstofgehalte in grotore tijd.safstanden werd. gemeten,, vertonen do

?.fiekcn geen "shocks",, hoewel deze er natuurlijk na 1 dag v/cl geweest den kunnen zijn, indien gemeten was.

?r

6

zou

Waarnemingen over temperatuur on zuurstofgehalte _a_an oppervlakte en bodem » In maart en april werden de temperatuur en het zuurstofgehalte gemeten aan de oppervlakte en nabij de bodem. Deze waarnemingen zijn hieronder weer-gegeven« 2 maart 1967, temp. 0--o p p .

7,0

7,0

7

?

o

bodem

7,0

7,0

7,0

opp. bodem sloot lo Pl^s 7,0 7,0 10,8 10,4 (lm diep) 7,6 7,1 (0,5 m diop) (sloot 0. V/itte water t= 6,1; Raaysloot t= 7,0; 02= 9,0; id. moer W. t=7,0,

02= 9,2)

Raayplas 7,0 7,0 996 9,6 (1,5 m diop)

Molenplas 7,0 7,0 9,2 9,2 (1,5 m diep) 26 april 1967.

Ie Plas 13,9 11,9 7,1 6,0 (1,5 m diep,bodem)

Witte ïïator 14,2 9,9 8,5 0,6 (lm diop,bodem onder Raayplas 14,0 9,9 8,4 4,8 (1,5 m d i q gt r a t i o t o s' Molenplas 13,3 10,0 8,6 7,5 (1,5 m diop, bodem)

2 c Pi?-3 13,9 10,9 6,8 (l m diep, bodem)

(10)

Uit do zo gogovons blijkt, dat in maart goor verschil in temperatuur tussen oppervlakte on bodem gevonden word on ook goon verschil in do verschillende plnsscn. Sr is eon goede menging. Het zuurstof g\;halto geeft v/el een geringe daling? hoewel deze in de iets diepere V \ayplas en Molonplas ook afwezig is, In april? bij hogere ionrooratnur ? zijn er grotere verschillen. Vooral ondor do kro.bboschocr in hot Witte V/a ter neemt hot zuurstof gehalte en do temporatuur sterk af o Hier treedt stagnatie op in verticale richting? terwijl ondor do krabboschcer? die nog ondergedoken is? door modder reductie plaats vindt» De plassen zijn in deze tijd al iots meer begroeid? zodat windworking niet moer zo'n sterke invloed laan uitoefenen voor de dooreonmenging als in maart«

Do aanwezigheid van kwel in het V/itte Water, dat in hot voorjaar vooral, roodbruin is gekleurd door ferro? kon uit temperatuurverschillen niet v/orden opgemaakt » Ilisschion is de lagere temperatuur in de sloot 0» van het Witte Water een aanwijzing van kv;ol vanuit deze sloot? maar duidelijk is dit niet. Moer on uitvoeriger waarnemingen zoudon noodzakelijk zijn. In april zien wc in het V/itte Water een aanzienlijk verschil in temperatuur tussen oppervlak en bodem« In dit

geval ontstaat dit door de krabbeschcren? die zoals reeds gezegd hot bovonwatcr min of moer isoleren van hot diepere water? zodat ongelijkmatige verwarming en onvolledige dooreonmenging plaats vindt. In de R,aayplas vinden we eon ietwat geringer temperatuurverschil en do krabboscheren zijn hier in mindere mate aan-wezig. Vermoodolijk is hier invloed van koudere waterlagon? die vanuit het Witte Water in W.richting doorstromen. Ook kan do moor beschutte ligging? vergeleken mot iïolonplas en Ie en 2e plas van betekenis zijn in vorband met do working van

do wind. Zonder meer gedetailleerd onderzoek van het dagelijkse tompcratuurvcr-loop? de locale verschillen en omstandigheden? stromingen? e t c is hier verder v/cinig van to zoggen«

Same nva 11 ing.

Uit het onderzoek van 1966 in do plassen van het- Hol in Kortcnhocf kon niot

worden opgemaakt? dat er verontreiniging optreedt. Dit bleek zowel uit de chemische analyse, proeven over zuurstofproductie en zuurstofconsumptie on hot plankton. Alleen de sloot? waarmee do plassen in verbinding staan? vertoonde in de zomer een duidelijk afwijkend karakter door verontreiniging? die echter niot doordrong in het open wo,tor van hot Hol.

Er konden geen aanwijzingen gevonden worden voor kwel, anders dan door do aanwezigheid van voel bruin? opgelost on colloidaal ijzer in het Witte Water.

Door de grote r o go n-val in do jaron 1,965 on i960 moot er rekening mee ge-houden worden, dat or in normale jaren v/cl verontreinigd w-otor vanuit de sloot kan binnendringen. Het jaar 1966 was niot gunstig voor het beoogde onderzoek.

(11)

ïcr vergelijking worde:: zuurstofgroeven gedaan met monsters van cie

Loosdrcchtso piassen,, knkevconse piassen? twee uitgediepte plassen (Tinkovean? Vlijde Blik);, een sterk begroeid pies je (Suikerpot) en de ïienhovonse plas.

Do meeste van deze plassen vertoonden door verontreiniging eon stake

ont-wikkeling van 'blauvnviorcnj, net corresponderend, een sterke zuurstofproductie. Sij stonden dan in verbinding met verontreinigd boezemwaterf zoals de Vocht? Hilvorsumse kanaal} Pkcspcr trekvaa.rt. Opvallend is de sterk toegenomen ver-ontreiniging van de Loosdrcchtso plassen in vergelijking met de toestand van Kortcnhoof on do geïsoleerd gebleven Looncrvcensc plas»

(12)

1 2 -".011 C r u s t a c e a s M q l o n p l a s p r e y p l a s 2 / 3 3 0 / 3 2 7 / 4 2 / 6 2 1 / 1 0 2 / 3 3 0 / 3 2 7 / 4 2 / 6 2 1 / 1 0 C y c l o p s sp« 1 1 2 B i a p t o m u s g r a c i l i s 1 1 Bosrnina s p . R o t a t o r i a ; S y n c h a o t a s p . 3 2 2 1 1 3 2 P o l y a r t h r a s p . 2 2 3 3 2 3 3 K c r a t e l l a c o c h l e a r i s 2 3 2 2 3 4 3 K. q u a d r a t a 2 3 1 1 3 3 1 Anuroopsis fissa 2 7

3

3

i_ 1 2 1 1 1

3

2 1 1 1

3

1 2 1 1

3

1

4

1 1 l 2 2 1

3

3

3

2 2 1

4

4

3

1 2 1

3

1 1 1 2 2

3

1

3

2

4

1 2 1 2 0 ft •1 1 O 1 1 2 1

3

1 1 .1 j . 2

5

2

3

5

1 1 1 2 1 1 2 1 1 Pilinia longiscta 1 1 1 Asplanchna, sp. 1 1 1 Brachionus calyciflorus B « bidons Ga s t r 0 pu s zty1ifar 3 Notholca acuminata 1 Tcstudinclla patina Protozoa z Arcalla sp. TintinHopsis lacustris 1

Tiiitinnidium f l u v i a t i l o

Plagollatcn: Volvox aureus Volvox globator Euàorina clogans Pcridinium sp«, Dinobryon sp. Euglena acus Tra cho 1 omonas np ,

Synura uvolla 1 Goniura pectorale 1 pandorina morum 2 Phacus rlata 1 Phacus long'icauda 1 Phacus sp, C l i l o r o p h y c o a e ; P i c t y o s p h a c r i u m s p . 4 2 1 2 2 1 2 A c t i n a s t r u m h a n t z s c h i 1 Sconedosmus s p . 1 S . a c u r a i n a t u s 1 P c d i a s t r u m boryanum 1 1 1 Dcsmidiacea,_e :; C l o s t o r i u m s p . 1 1 1 1 1 Gonatozygon 1 1 Cosmarium s p . 1 1 Dos m i d i um s xi a r t z i Diatomoao s S y n o d r a a c u s S . s p . M o l o s i r a g r a n u l a ta A s t o r i o 11 c 1 1 a f o r n o s a. Fragilaria capucina ïabo1laria fenestrata T. flocculosa Nitzschia sigmoidea Cyanophycoao ?, Anabaona sp. Oscillatoria limnotica Spirulina sp. 2 2 1 1 2 0 2 1 1 1 2 1

4

l 1 2 2 2 1 1 1

3

2 1 1 1 1

(13)

2/3 3O/3 27/4 2/6 21/10 27/4 2/6 21/10 Crustacca n Cyclops sp. 1 4 2 1 1 2 Bosmina ap. 1 Alona sp. 1 A. quad.rangularis Diaptomus gracilis 1 3 3 Peracnatha truncata Acropcrus harpao Euryccrcus lamcllatus Camptoccrcus rcctirostris A lone lia sp. Sida crystalline Daphiiia pul ex Cliydorus s p h a e r i c u s Rotatoria:! I qq;"i 1 2 2 2 3 2 1 1 1 1 .1 3 3 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 3 1 2 1 1 r! 1 5 i 1 1 1 2 l 3 1 1 1 1 1 1 •1 X 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 2 2 1 1 • 1 1 2 1 1 Anurcopsis fis Colurclla sp. No t ho 1ca a cumina ta ïrichocerca sp. Gastropus stylifcr Lccane sp. Asplanchna sp. Polyarthra sp„ 2 2 2 3 2 Keratclla cochlcaris 1

IC. qua dra ta 1

Synchacta sp. 3 1 Asplanchnopus sp. 1 Euchlanis sp. Notholca f o l i a c c a 1 D i s s o t r o c h o s p . 1 Monommata l o n g i s e t a 1 P r o t o z o a ; A r e d i a s p . I l l 1 Ccntropyxis a c u l e a t e 1 D i f f l u g i a s p . 1 1 T i n t i n n i d i u m f l u v i a t i l c T i n t i n o p s i s l a c u s t r i s F l a g e l l a t o n ; Chlamydomonas s p . Poridinium s p . 2 1 2 2 2 1 3 2 Eudorina eloaans 1 1 1 1 1 2 1 2 o Dinobryon sort, div. stip 2 3 5 3 1 3

Synura uvolla 1 2 1 3

Tracholomonas s p . 1 1 1 1 1 1 1 1

üroglena volvox Yolvox aureus Euglena sp,

Dinobryon suocicum longispina Bicooca planctonica. Strorabomonas tombowika Mallomonas sp. Chlorophycoae; Pediastrum boryanum P. duplex Dictyosphaerium Botryococcus brauni Sconedesmus quadricauda 1 2 1 1 1 1 1

(14)

AA

4-vGrvo 1 f? ? 1 ankton Kortc:iliocf 1966,

1c pla Chlorophyceac -, Scciicdosmiis abuiida:is Mougootia Spirogyra sp. DosmidiacGao% Cosmarium sp. Clostorium sp. Xanthidium antilopoum Gonatozygon Clostorium kuctzingi Schizacanthum sp„ Docidium baculum Hyalothoca sp. Euastrum sp, Staurastrum sp. Diatomoao; Syncdra aeus S, capitata Pragilaria capuoina Tabcllaria fenestrata To flocculosa AstorJonclla formosa Diatoma elongatum Molos ira granulata

Syncdra dolicatissima Surirclla sp. Nitzschia sigmoidoa Syncdra ulna Cyanophyccaos Spirul in. ' sp. Glociotrichia 2/3 30/3 27/4 2/6 21/10 1 1 1 O 1 2 1 1 1 2 1 2 2 2 1 2 2 2 1 1 2 G pla s 27/4 2/6 21/10 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 5 3 2 1 1 1 2 1 2 1 i jzerbactorib'n Stylaria lacustris Pristina longisota muggolarven 1 1 1

(15)

S imo G c pha l u s irc t u l u s Alonelia nana Cyclops sp. Âcroporus harpaG C" 'vdorus sphacricus P c r a c a n t lia t r u n c a t a Alona s p . Euryocrcus lameliatus Ostracoda Diaptomus gracilis Daphnia pulox Coriodaphnia sp. Rotatoria g Polyarthra sp« Kcratclla cochlcaris K. quadrate Locanc sp. Calhypna sp» S a1p ina muc rona ta Synchaota. sp. Colurclla sp. Euchlanis sp. Eudactylota eudactylota Asplanchna sp. Gastropus stylifer Eotaria neptuneus Protozoa,; Arcclia sp. Flagellaient Dinobryon sppp. Tra che1omona s sp o Eudorina olcgans Volvox aureus Uroglcna volvox Poridinium sp» Gonium pectorale Synura uvella Euglcna aeus Chlorophyceao; Dictyosphacrium sp. Spirogyra sp.

Po dia s trurn b oryanum losrnidiacoac; Olostcrium sp. Euastrun np. Xanthidium "aaiiiopeum S taura s t rum s p. C o s ma r i um s p„ Diatomoaos Syncdra aeus S . ulna

Tabellaria f eues tra ta.

T. flocculosa Fra.gilaria capucina Astcrionclla formosa pennatac Cyanophyccaos Microcystis aeruginosa i jzorbacteriön Planorb is .juv. Stylaria lacustris rauggolarven 2 1 1 1 p "l 2 1 2 1 1 1 1 1 .3 2 a-1 3 1 3 3 3 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 3 1 1 5 l 3 '•" J. 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 n i i i i 2 1 1 I 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1

(16)

7

7

7

7

7

7

s l o o t l e p l a s V / i t t O YA""'tü' H a O y p l a S H o l o i r p l a s ïïilversums

Kortonhoof ±9&69 -h30D-licht. Aanwezige organismen na afloop proef. temp. maart

Piatornoao (Syncdra), flegcliaton, Protozoa (Colcps)« voc-1 f Lamella ton, veel Synodra en Fragilaria.

'.eus on veel flagcllaton.

zeer voel flagullaten, enkoio Protozoa , enkele Synodra maal cv ssaai Lyngbya, Oscillatoria Rod., veel

Ankistro-desmus, Podiastrum, veol Synodra, veel Diat. elong., Scencd., zeer voel Cyclotolla,

april (eind maart)

4»2 sloot zoor veel Synodra acus, veel flagollaten, Protozoa, Keratolla cochl,

4«2 1c plas Frag, cap., Tabel, fon,, Diat. olong., Synodra ulna, flag., Dinobryon.

4.0 witte Y/ator zeer veel Synodra sp., veel Protozoa, flagellaton, Dinobryon.

4»5 Eaayplas zoor veel Synodra acus,, veel Dinobryon. 4»5 Molenplas zoor voel Synodra acus, veel Dinobryon.

mei

16.6 sloot zeer veel Synodra acus, Podiastrum, Colops, Sccnod., Ankistrodesmus, Tracholomonas, Dictyosphaorium. vrij vuel Syncdra acus, Dinobryon.

zeer veol Synodra acus, Colcps, flagcllaton. bruin, Pcrid.,vool Dinobryon, veel Synodra acus, Astorionella, Trachelomona.s.

Cyclops, zeer voel Synodra acus, veel fla.gellaten, Colcps, Tabellaria, Dictyosphaorium, Astorionella. Cyclops, zeer voel Synodra acus, vrij veel Tabollaria f., en Asterionella, Colcps, Dictyosphaorium. 12,9 Molenplas lm diep Syn. acus, zeer veol Astcrionolla, veol flagcllaton,

Colons.

15»2 Hilvorsums Kanaal veol Coleps, Protozoa, Boamina. s zoor voel Cyclotolla, zeer voel Ose, red, on Agardhi, vrij veel Scened., Pcdiast.j Dictyosph., Ankistrodesmus, voel Synodra acus . 13 o9 1 3 . 9 1 4 . 2 1 4 . O 1 3 . 3 l o p l a s 2 e p l a s YJ i t t e Y In t e r E a a y p l a s M o l e n p l a s o p p

(17)

l ó . 9 s l o o t 1 5 . 9 l o p l a s I 6 . O 2c p l a s l 6 o 3 ! 7 i t t o v/at o r 16.0 Eaayplas 16.1 Molenplas

Detritus , vrij vcul Pu dia 31 rum , Scened., veel Syn. a eus 5 zoor voel eencellige algen.

Tabollaria fen., Gonium, Dictyosph«, voel Syn. neus, veel Sv:i. acus, Doeidium, Tab o fea,, Spirogyi'a,

Bi et a j Scened.

bruine vlokjes , Dephnia juv.

veel Syn » acus, Dictyosph.., vrij veel Anabaena circinalis, Asterionella .

Eudorlin, veel kleine Pcnnatae (S o acus);, Tab», Diet, 21.0 I7.O 17.O 17.0 20.0 I9.O temp. augustus (l8) sloot lo plas 2e plas \7itte V/at er Eaayplas Molenplas oktober pH

12.0 7.8 s l o o t

10.9 7.8 lo p l a s

I I . 5 7.4 2e p l a s

10,9 7.3 V/itte ïïater

11.1 7.7 Eaayplas 11.2 7,4 Molenplas

bruine vlokken, Diatomcae, ld. flagellaton, Sconed, Dr. ijzcrvlokkon, Tracholomonas, Tabollaria. br. vlokken, enkele Pcnnatae.

br. vlokken, ijzerbact., enkele Pcnnatae.

br. vlokken, voel Syncdn actin., en S, acus, flagol, enkele bla.uvA7ierdra.den, Dictyosph.

Synum, enkele Sccnedcsmus.

bruin detritus, Soened., Aoolosoma. bruin detritus, Tabollaria fon.

br. vlokkig, ijzerbact.,, verder v/oinig.

vrij veel Tracholomonas, Syn. acus, veel flagcl, br. detritus, ijzerbact., enkoio Diat.

(18)

-18-Loosdrecht, Ankevoen, ntc. 1966, BOB-licht. Aanwezige organismen na ifloop proef o temp, maart 7 Loonorve^nsc plas 7 plasje Bloklaan 7 Ie plas Westend 7 5° plas liant on

6.9 4e plas Hoge Wilgen

veel Synedra acusc.a.j Lyngbya, Ose o Rcdekoi.

veel Synedra acus, veel flagollaten, Asterionolla,

Microcystis , Fragilaria.

massa Ose. Eed., voel Diat. elong., veel flag. massa Ose. Bed«, Synedra acus, Diat. elong.

massa Ose. Red., Podiastrum, Coleps, Diat. elong.

april (eind maart) 5.0 'Jijde Blik

5.0 Locnervccnse plas

5.0 Ie Plas Vestend 4 «9 4c Plas Hoge Wilgon

vrij voel Nitzschia a c i c . Molosira, Diat. elong. vrij veel Stephanodiscus, vrij veel Ose. Aghardi. vrij veel N. a c i c , Steplianodiscus, Diat. elong., Podiastrum.

zeer veel Ose. Red.

zeer veel Ose. Ptcd., Podiastrum, Scenedesmus.

mei 15.0 14.4 14.2 14.4 15.5 14.9

Lo énerve ens e plas

Ie plas Westend

draden van Frag. capucina, Diat. elong., on Spirogyra.

zeer veel Ose. Rod., Frag, crot., Ped., Sconed., Synedra dclic.

4o Plas Hoge Wilgen zeer veel Ose. Red., Frag, crot., Ped., Scened.,

Hollands Ankcveon id. poilschaal

Stichts Ankcveon

Synedra delie.

Diat« elong., Frag, cap,, vrij voel Chydorus. vrij voel Chydorus, Syn. acus, Frag. cap.,Scened., Dictyosph., voel Anabaona, zeer veel Cyclotolla. vrij veel Diat. elong., vrij veel Chydorus,

voel Syn. acus, Scened., Ped., Ankistrodosmus.

quni

14.5 Locnerveensc plas

15'5 plasje Bloklaan

15o9 Ie plas V/c s tend

veel Ankistrod., vrij veel Tabellaria fon., Ped«, Diet.

Cyclops, Daphnia, vcol kl. flagol., vrij veel Ped., voel detr., veel draden Frag» cap., Anabaona, voel kl. gr. cellen.

zeer veel Ose.Red., Lyngbya, veel Diet., Ped., Scened., Staur., kleine eencelligon.

(19)

v e r v o l g juni t e m p . 1 5 . 2 15.9 14.9 W i j d e B l i k H o l l a n d s A n k e v e e n ( p o i l s c h a a l ) H o l l a n d s Anke-veen C y c l o p s , k l e i n e f l a g e l » , k l e i n e Pcnnatec. VJPSJ-L J£3£9I- •> v o c 1 ^ -c^ ° ? ^c c n 0^

Stephen«, kl» oencoiligcn, Tab. fen., Prag, cap, , Fed., vool

vrij veel Fed,, Scened Pkitz '.e t u vrij veel Frag, cap,, veel Lyngbya , Anabaona, conc

?4.8 '0.0 P? R 2 4 o 0 juli 24.1

23.9

22.3 22,0 24.6 Loenorvoon.se pi, pla. s j e 11 oklaan Ie Plas '/ostond 40 Plas Hoge ai Tionhovonso Pire Sticht!; m k o v o e n

•rij 'v-col S y n . ulna, Boiryococcus, Microcystis, vc-Gi a ever, flagellaton, Fed.

ËP±L? Aéilc2- O sc° a g .9 Ose . Bcd.9 Lyngbya j Scened., vo o 1 j jjL crocoystis .

veel Ose o a_g_.,_ Ojec . R e d . , Lyngbya | vool Microcystis. voel S y n . ecus j vool O s e , ag., O s e . Bod,Microcys., groene k o l . , Pod., Scened.

voel zwevend Microcystis, vee-1 Gyclotella, Sconed.f Actinastrum, flagellaton, Pod.

St.Ankovcon Damnorkado Peel,, flagellaton, vrij veel Biet,, ï/Mcrocystis Hollands Anke veen veel Anabaona cir,, veel Ose, '• ë • ? v o e l M i c r o

-c y s t i s , voel M e t . , A -c t i n a s t r u m .

Hollo A n k e v o e n , p o i l - v o e l C y c l o t o l l a , eecr v e e l L y n g b y a , A n a b a o n a e i r e , s c ha. a 1 Mie r ccys t i s , veel Mo 1 o s i ra , v e e 1 B i e t .

augustus (9) 17»6 Loenorveensc plas I7.9 plasjo Bloklaan 16,8 4e Plas Hogo V/ilgcn 17.1 Ie Plas waaiend 17»1 Virice vo e 11 17.7 Hijdo Blik I 9 . O Hilvorsurns k a n a a l 17»6 S u i k e r p o t 18.2 Hollands Ankovcen I8.6 HolloAnkeveon poils.

v/einig Microcystis, Scened, vee1 Ose. Eed, S e e no d., e n and e r e gr o e nwi or o n.

Jik'cr V G ol O s e . ag,0sco E e d , L y n g b y a 5 v o e l S c o no d., i/in~ v e e l D i e t . v/einig, v o e l M o l o s i r a , v o e l M i c r o c y s t i s . w e i n i g M i c r o c y s t i s , A n a b a o n a , vo e1 Pro t ozo a , zeor v o e l A p h a n i z o m e n o n , S c e n e d . b r u i n d e t r i t u s , v e e l S c e n e d . , T r a c h » , F e d . , P o n n a t a o . vo(jl M o l o s i r a , v o o l M i c r o c y s t i s . t o m p . p H o k t o b e r IO.9 7»7 L o e n o r v e e n s c plas 10.3 8,1 lo Plas k o s t e n d 1 1 . 0 7.8 plasjo B l o k l a a n 1 0 . 9 7.9 40 Plas H o g e Wilg-on II.9 8.3 V i n k c v o c n a/cl w o g 11.9 8.3 V i n k e v e o n dorp v r i j v e e l L y n g b y a , Q s c . E e d . , enkele P o d , , S c . , C h l a m . veel F i a t . o l o n g . , 0 s c . B e d . , enkele P o d , , S c .?C h l a m . v e e l M o l o s i r a , A s t . , S c e n e d . , S y n »a.cus ,Lyngbya ,Ped. v o e l L y n g b y a , O s e . B e d . , M i c r o c y s t i s , B i a t . o 1 o n g . ,

B i e t . , P e d Scened, fayn, a eus , J J X ^ U . ,

v à j v o o l M i c r o c y s t i s .

(20)
(21)

X

o

er

o

co

o

o

u\ c <u (L) > <u c o I I c •4-> l/l JS 0)

m

T J

£ £

i l x i i «3 en o X i i O o; C O TJ CO 0 0 en CU r i x P LT> - -•* m - CM co *— co m c_ ro

S E

O X

z

l— CC

o

o o "en o . c o

a

it <u n) 4,

£ r

II + II X jo Q. n> m DC n v/1 ro o . c <U I I o .e o «L> c o • o en

£

c CM r LTl ro CM co co co L o c LO m CM ,— CD CO CO LT» T ro CM «

(22)

-o

Ld er a co o o Ifl £0 Q . (U in c cu CU > c 4 1 C CU o _ l I I • c

J5

o

m

eu in _rt

a.

i i

+

• o c cu in 0) i n ÛL CU I I X c a> c (D 2 in

i5

Cl-CU i n H o c 01 Cn —1^ O) O in J3 Cl-cu vr n - t • » - » j r o ^ H i i i i c cu -SC c o "O I I _5C 1 0 OO en O >

E

i O X 4 0 < +N*X -J X * o - - . ' * & * $ > . r oo h c-. UD h ir» co co c n) nJ CM E Li. LU O X

z

LU CT O i t : *-* o o "ïn O L c_ o

o

n

o_

a> n + c eu co CU 4-* •4-^

£

I I X in JS a . co co er 11 <J in co CL c CU o

2

n o co co c rt ^c in

E

Z3 i n c CU >

if

I t -4 +-* £. o — I I 1 1 1 1 c CU -2É c o 1 3 i l 1\ f «5 CD

£

H r oo h N UD h u n h*<r co co C7> rt co L C N E CN O i n en CN « - CD CO oo co i n en CN — I 1 •»- o

(23)

X

o

LU OC a co o o tn co a. <u <n c > c (U c <u o c (LI > 0> C < O X H TD C <u * * u> n) — • * CL i i c

c m *

£ n> £ £ o c < o-« • w .e z i o o ^ X CO M < i i o 01 0 1 o X tn nJ 11 c O) c o • D Z O >

er

\ co co Csl CD O en CO CM 0 0 Csl Csl co Csl O)

£

'c

0 . ca iL. ÜJ O X

z

LU l —

er

o

:*: ^-0 0 «1 Q. C_ O

a

H tn 0. 01 11

+

c • ^ nJ *-> • ^

£

11 X ui ai "o. en CC 11 < j en c ai 0

S

11 0 rt rt c rt _ÏÉ Q . £ o; £ • 0 => . UI

(l

m

Ive

r

.— X H H UI O. 0) Csl I I « O c .*: c o TJ C D

£

Csl O co co rcsj°2

l—E

O CO CO Csl OO C s l ^ c C ^ C L 'csi co i n en Csl ^ co co co ir» en Csl «— —I C D

(24)

X

o

ÜJ C£ Q CO O O W rt o . 0) in c > c a> c u o _ J n • c i> <u > C < "o X n

+

T> c 0) •4-» «n <U

£

ui rt CL H X C <L> <U > <U _2C c < "o X i i < ^ c - : rt n» nj rt — si - * o o 01 ^ Q. Ui w üT jrt CL n o j *

2

0) T3 n <4 •»-< I I 1 1 1 1 c_ 4L) C O "O I I co 0 0 co

o

> cc X ( H < "v -v v O •*- X O t . M < r ( 0 - L O - > J ' O to co

'E

m L L U O X

z

LU I— CC

o

o o I n c CL ui rt rt

£

G> +-* % <n rt o . >> rt rt

cc

I I

+

I I X UI

iS

o . c 0 ) UI C L <u C\l J C ü c <v c o • o I I O )

E

r C^ - C O - LT» co co GD 'COf-*» < N . —i 1 r ro CN » -— i r O «- «- co i n m CM *— o

(25)

X

o

UJ on o CO O O c 0) > C <u c

8

_J 11 tn

iS c

o . ca m .se

_g

CQ H

+

• H X 0) "or» flu»

£

CL o» 11 X - X • * X I Ol 1 3

f

11 < C 0) > Ol c > I I o •^ o Q . Ol _>c

'5

co

11 o» en —' > (LI cn o X 11 nj c rt -2É X 11 o <u J < c o • o 11 GO co O > ce . - ^ r (NI «— c o CO C D cn +-* Cn -co rt X O LÜ CU Q CO O O _ J cn cn

£iS

O» Q . C _ <L> C o _J I I c rt rt —* .3C O FTS L I J 11

+

- o c o> * -cn o> cn

m

CL 01 11 X c _ cn Ç Z « JIJ S3 ^ cn > ^ J, 5 ^ 0) <L>

<u <u s> c «

C Î 3 |

rt c

<

c 2 < =S < = ! O *J o X co x M I I •' < j o • * c O ) 01 O ) o X I I c O) > o c o> f— I I c O) 01 > 0) ^c c < « * - *

co

I I *-•

x:

o ! I I i l i i I 1 c_ 0) - * c o •o I I r<x> r ^ h CO CD CD 0D Li_ UJ O X LÜ t— CC

o

: * +>» o o o . c. o Q 1 1 • c 0) ••-' rt cn CL £ i l M

2 -s

o . rt rt CC 11 <3 cn

m

" o . c 0) cn C3 o o. I I I I O i l c o* c o i l CM L.CM *Oi CD CD CD cn I- cn cn m — i r csi » -1 CO CO CD LT» m CNI

(26)

X

o

UI

cc

Q CO O O _ J in n) at (A c at O) > £_ at c <u o c n) rd <^ O m c 01 W 01 in et CL <v Q. £_ O • o c at > at c •»«. I I

+

I I X I I «3 O l c O) > c I I o c at 01 at 01 o X n a c at C O > (O OD m CC CM .sr CM t o CO CD c at o <-» CM O LU O X

z

ÜJ t— CC

o

o _o C/l Ou c o

a

in

12

et-at at rt at

2 £

in rt o. >-rt QL W nJ a . c at o

i

tn ra CL at CM I I + I I X I I <3 11 O I I -I ro ro c rt t/l

E

at > at c o "O I I O l

E

CM O CM CM co co O l at JQ o (M O LO m CM i r a i CD co i n r o CM *

(27)

-K18

300

280.

260 _

240.

220 _

200.

180.

Cl

80

7 0 .

6 0 .

50_

4 0 .

3 0 .

HCO

175_

UO

105.

7 0 .

3 5 .

Ca

50

4 0 .

30 _

2 0 .

maart

juni

oktober

(28)

KORTENHOEF 1966

NH

0.7

0.6.

0.5.

0.4 _

0.3.

0.2 _

0 . 1 .

0 A' 0

0.0J

maart juni

LEGENDA K

1Q

t / m 0

2

o = Witte water x = 2e Plas

• = Dorpsloot o = 1e Plas

+ r Molenplas A = Raayplas

oktober

org. NH

1.0

0.9.

0.8.

0.7.

0.6.

0.6.

0.4.

0.3_

0.2_

0.1 _

0.0.

K M n O ^ ongef

70

6 0 .

5 0 .

4 0 .

30

maart

RIVON 386 k

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U heeft bijvoorbeeld geen krachtige straal, u plast met tussenpauzes, plassen voelt anders en/of u voelt niet dat u plast. U hoeft zich hier geen zorgen over

 Als je klaar bent met plassen, wiebel je van de ene bil op de andere bil, want er kan nog plas komen..  Dan tel je rustig

In de Afgedamde Maas treden deze waterstanden echter niet op door de kering ‘De Kromme Nol’.. De waterstand van 3,5 mNAP beschouwen we als

10   De invloed van de recreatie op de opwerveling van slib is beperkt. Als geen recreatie 

Nu zijn de sulfaatconcentraties in het grondwater nog laag (&lt; 100 µmol/l) waardoor deze significant verhoogd zouden kunnen worden door uitspoelend sulfaatrijk water vanuit

Wilnis - Wilnis DOET wil via deze weg haar donateurs en niet in de laatste plaats gemeente De Ronde Venen bedanken voor de financiële bijdrage, die het ook dit jaar weer

Aanbeveling voor deze cursus (met een knipoog): “Nie- mand mag hopen tot waarheid en volmaaktheid in de filosofie te zullen voortschrijden, zoo hij niet althans ééns in zijn leven

Wel met een beetje vrees voor het weer want de KNMI gaf steeds maar aan dat juist deze dag de slechtste van de week zou zijn met veel regen.. Gaandeweg werd