FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen ---
NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN-HUISVOORZIENINGEN
---
BRUSSEL 10/03/2005
Afdeling “Programmatie en Erkenning” ---
O/Ref. : NRZV/D/243-2 (*)
EERSTE ADVIES MET BETREKKING TOT DE FUSIES 2005
Voor Prof. J. Janssens, Voorzitter,
M. Tasiaux
Adviseur-generaal
De NRZV wenst in de eerste plaats te herinneren aan de principes die aan de basis liggen van de reglementering ivm de fusies, opgenomen in het KB van 31 mei 1989.
Deze hebben tot doel het zorgaanbod te concentreren om op termijn het ziekenhuisaanbod te rationaliseren, de exploitatie van een ziekenhuis op één enkele site te optimaliseren en het zorgaanbod te beheersen. De NRZV steunt dit doel voor zover de overheden daartoe ook de nodige financiële middelen voorzien.
Mbt de eerste vraag is de NRZV van mening dat de regel inzake het maximum aantal ziekenhuisbedden kan opgeheven worden gezien die niet meer pertinent is. Daarenboven wijst de NRZV er op dat de verplichting om 5% van de bedden af te bouwen in het geval van een fusie niet meer verantwoord is vermits in de nabije toekomst de financiering van de ziekenhuizen op de reële activiteiten en niet meer op erkende bedden zal gebaseerd zijn. De verplichte beddenafbouw betekent daarenboven een rem op de samenwerking en zeker op de concentratie van infrastructuur. De notie “erkend bed” wordt namelijk nog steeds gehanteerd inzake de bouw van ziekenhuizen.
Wat betreft de mogelijkheid diensten, functies of zorgprogramma’s op verschillende campussen uit te baten, is de NRZV van oordeel dat dit niet in alle gevallen wenselijk is maar dat dit wel noodzakelijk kan zijn in welbepaalde situaties. De NRZV is dus van oordeel dat een algemeen verbod niet nodig is. Het ziet er naar uit dat een meer verfijnd antwoord moet worden gegeven dat rekening houdt met alle mogelijke situaties (dienst per dienst en regionale situaties). In voorkomend geval moeten de dienst, de functie of het zorgprogramma vanzelfsprekend op elke site aan alle erkenningnormen beantwoorden waarvoor er de nodige financiering is.
De NRZV is bereid dit verder in deze zin te onderzoeken.
In het algemeen wijst de NRZV er op dat de gestelde vragen breder moeten worden gezien dan enkel mbt de fusies. Samenwerking tussen aanbieders van (gezondheids)zorg moet in een veel ruimer kader worden bekeken.
De NRZV wenst hierover een brede discussie aan te gaan over de verschillende samenwerkingsvormen tussen de ziekenhuizen, rekening houdend met het aanbod dat aan een bepaalde behoefte beantwoordt. De rechtspersoon (of het toebehoren tot één of ander netwerk) die het ziekenhuis uitbaat mag daarbij niet determinerend zijn.
Concreet gezien vraagt de NRZV maatregelen die de praktische samenwerking tussen de ziekenhuizen stimuleren en die de nodige voorwaarden creëren om de verschillende partners toe te laten hun gemeenschappelijke belangen te waarderen en om zodoende mogelijke samenwerking te laten lukken. Deze maatregelen moeten duidelijke en positieve aanmoedigingen omvatten, zowel financiële als andere, die de samenwerking tussen ziekenhuizen bevorderen. Indien door rationalisatie van het aanbod op termijn besparingen kunnen worden gerealiseerd, wordt deze niet afgewezen. Maar de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg mogen niet in het gedrang komen.
Zoals hoger vermeld is de NRZV bereid verder na te denken over de mogelijkheid bepaalde diensten, functies, zorgprogramma’s op verschillende sites van een fusieziekenhuis uit te baten.
