• No results found

De smaak van morgen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De smaak van morgen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Paulien van Asperen

Indicatoren Systeeminno

De smaak van morgen

De smaak van morgen is één van de drie innovatieprojecten voor de open teelten in het systeeminnovatie-programma open teelten. Het zoekt oplossingen voor belangrijke knelpunten in de gewasbescherming.

Het onderzoek van De smaak van morgen vindt plaats op PPO proefbedrijf prof. Broekemahoeve in Lelystad en op PPO-proeflocatie in Randwijk. Het onderzoek richt zich zowel op biologische en geïntegreerde teeltmethoden. De smaak van morgen is in 2004 gestart en loopt tot en met 2009.

Doel

De smaak van morgen streeft een pesticiden-arme landbouw na die sociale, economische, agronomische, milieu- en ecologische doelen integreert en optimali-seert. Het richt zich in de geïntegreerde systemen op het ‘overbodig’ maken van pesticiden en voor de biologische teelt op het oplossen van hardnekkige knelpunten die de kwaliteitsproductie nadelig beïn-vloeden. Het project heeft tevens een maatschappe-lijke doelstelling: vormen van landbouw ontwikkelen die bijdragen aan de urbane beleving en behoeften, die een natuurlijk onderdeel zijn van de omgeving en die gedragen worden door een netwerk van stakeholders. De beleidsnota Duurzame gewasbescherming (beleid voor gewasbescherming tot 2010) is leidend voor het onderzoek. Deze notitie zet in op een sterke vermin-dering van het gebruik van - en milieubelasting door pesticiden.

Opzet

In De smaak van morgen worden twee systeemtypen geïntroduceerd: maatschappij gerichte (belevings) landbouw aan de stadsrand en hoogwaardige

(productie) landbouw op grote afstand van de stede-lijke bebouwing. Beide typen zijn ontleend aan een eerder uitgevoerde toekomstverkenning. Belevings-landbouw sluit met versproducten, siergewassen en bedrijfsinrichting aan op de behoeften van de stedelin-gen. De productielandbouw brengt uitgangsmateriaal, inhoudsstoffen en producten voort die op prijs en kwaliteit moeten concurreren op de wereldmarkt. Op de locatie in Lelystad staan akkerbouw, groente-teelt en siergewassen centraal. Randwijk richt zich op innovatie van fruitgewassen. Op de prof.

Broekemahoeve zijn vier bedrijfssystemen in onder-zoek. Elk bedrijfssysteem heeft specifieke uitgangs-punten en daarmee een eigen vruchtwisseling.

systeeminnovatie

Belevingslandbouw Productielandbouw

Biologisch Geïntegreerd Biologisch Geïntegreerd

1 tulp/zaaiui tulp zomertarwe zaaiui

2 cons. aardappelen cons.aardappelen pootaardappelen pootaardappelen

3 grasklaver vlas grasklaver suikerbieten/koolzaad

4 sluitkool spruitkool zaaiuien/suikerbieten wintertarwe/korrelmaïs 5 bladgewassen/aardbei sla/aardbei zomertarwe

6 zomertarwe wintertarwe winterpeen/spinazie

Inhoudsstoffen Uitgangsmateriaal Voedingsindustrie Versmarkt Sierproducten Beleving Systeem 2

Systeem 1 Systeem 3 Systeem 4

Prof. Broekemahoeve

Pesticidenloos Minimaal pesticiden Minimaal pesticiden Pesticidenloos Omgeving

Uitgangspunt

Doel

Productie

(2)

Voorbeeld

De smaak van morgen wil voorlopen bij de introductie van plaatsspecifieke toediening van gewasbescher-mingsmiddelen. Plaatsspecifieke toediening op basis van waarnemingen, GPS-coördinaten, perceelkarak-teristieken, kennis van ziekten en weersverwachtingen zal immers bijdragen aan het terugdringen van het middelengebruik. De uitdaging ligt in het ontwikkelen van systemen die (realtime) informatiestromen koppe-len en vervolgens omzetten tot plaatsspecifieke actie (wel/niet spuiten).

De smaak van morgen is één van de drie nieuwe systeeminnovatieprojecten. De smaak van morgen is voortgeko-men uit de toekomstbeelden die zijn ontwikkeld voor de Nederlandse open teelten in 2030. Daarbij zijn een aantal hardnekkige knelpunten gesignaleerd: pesticidengebruik en –emissie, nutriëntenemissie en bodemkwaliteit. Deze knelpunten vormen de basis voor de drie nieuwe systeeminnovatieprojecten. De smaak van morgen werkt aan het knelpunt pesticidengebruik en –emissie. Aan de andere twee knelpunten wordt gewerkt in de projecten Nutriënten Waterproof en Topsoil+.

De smaak van morgen wordt uitgevoerd door Wageningen Universiteit & Researchcentrum in opdracht van het Ministerie van LNV. Het project is onderdeel van het Systeeminnovatieprogramma Open teelten.

Meer informatie is te vinden op www.syscope.nl of bij Jan Eelco Jansma, projectleider van De smaak van morgen, Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Wageningen UR, Postbus 430, 8200 AK Lelystad. Tel. (0320) 29 16 12 of e-mail: janeelco.jansma@wur.nl

Innovatiekansen

De innovatiekansen in de gewas-bescherming liggen op het gebied van management van omgeving, bodem en productieketen. Samen met specialisten uit de praktijk en het onderzoek worden deze onderwerpen verder uitgewerkt in de vier systemen.

Samenwerking

De smaak van morgen werkt nauw samen met onder-zoek, ondernemers, ketenpartijen en maatschappelijke organisaties. Een 12 tal ondernemers uit verschillende agrarische sectoren hebben zitting in een begeleidings-commissie. In een zogenaamd socio-technisch netwerk wordt samenwerking gezocht met maatschappelijke partijen. Dit netwerk wil belevingslandbouw in de perife-rie van Almere vorm en inhoud geven. Een commissie van specialisten op gebied van bodemmanagement, roboti-sering, functionele argobiodiversiteit en post harvest geeft inhoud aan de onderzoeksopdracht van het project.

Pre Post Omgeving Bodem Plant Management van omgeving Management van bodem Management van productketen Management van productketen Innovatiekansen Pre

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In this literature review, the following will be discussed: Background information on functional foods and the polyphenolic compounds found in functional foods, as well

where PO = the generators output power, the mechanical power extracted by the blades ρ= air density, kg/m3 A = swept area of the blades, m2 V = wind speed, m/s Cp = power coefficient

The CSMM consists of two components, namely, the internal application scorecard (built from information specific to the organisation) and the credit bureau or Empirica score

Previous studies (Greyvenstein & Rousseau (1999), Rousseau ef a1 (2000)) on heating demand and hot water system design in commercial buildings were conducted

These Epistles are popularly appropriate as denoting the essentially practical nature of the subject matter as distinguished from the other Epistles attributed to Paul

Phase two of the thesis estimated the valuation of the portfolio of credit derivatives (specif- ically the nth-to-default basket swap), as well as the comparative analysis on the

The aim of this study was to determine the level of commitment and involvement of the City of Cape Town Municipality in providing sufficient public housing

Chapter 3 of this mini-dissertation will focus on the statutory and regulatory framework within which the Government and the City of Cape Town Municipality