• No results found

Platform Landbouw & Kaderrichtlijn Water : verslag 4e bijeenkomst 26 juni 2008 Eindhoven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Platform Landbouw & Kaderrichtlijn Water : verslag 4e bijeenkomst 26 juni 2008 Eindhoven"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Platform Landbouw & Kaderrichtlijn Water

Verslag 4e bijeenkomst 26 juni 2008 Eindhoven

Programma 26 juni 2008 zuiveringsmoerassen Deze vierde bijeenkomst was gericht op zuiverings moerassen en natte bufferstroken. De volgende onderwerpen aan bod geweest:

1. Exante evaluatie Landbouw en KRW en de plaats

van zuiveringsmoerassen en natte bufferstroken

2. Resultaten onderzoek vloeiveld Midden Limburg

3. Resultaten onderzoek zuiveringsmoerassen en

natte bufferstroken PPOVredepeel

4. Discussie in groepen over de effectiviteit en

inpasbaarheid van zuiveringsmoerassen en natte bufferstroken.

Deze middag waren 32 personen aanwezig: 12 per sonen vanuit de landbouw, 7 uit de waterschappen, 3 van de provincies, 2 van de rijksoverheid, 6 uit het onderzoek en 2 personen van overig partijen.

1. Ex ante evaluatie landbouw en KRW

Presentatie Frank van der Bolt, Alterra

Het doel van de studie was inzicht geven in de bijdra ge en kosten van

a. landelijke (mest)beleid,

b. regionale maatregelenpakketten en

c. potentiële aanvullende maatregelen op het berei

ken van nutriëntennormen in 2015 en 2027. Naast het voorgenomen beleid (mestbeleid en het regionaal KRWpakket) zijn aanvullende maatregelen als verhoging efficiency (kunst)mest, voorjaarstoedie ning mest op klei, geen Pkunstmest, peilgestuurde drainage en helofytenfilters doorgerekend. Een aantal potentieel interessante maatregelen, zoals afvoer van

gewasresten en afvoeren van slootmaaisel, zijn in de studie niet uitgewerkt omdat de benodigde kennis ontbreekt de effectiviteit goed te kwantificeren. Als referentie (jaar 2000) zijn van vrijwel alle water schappen waterkwaliteitsmetingen gebruikt. Met het voorgenomen beleid (mestbeleid en KRW) wordt een stikstofreductie van 33% bereikt (zie figuur) en een fosfaatreductie van 24%. Met aanvullende maatrege len op zowel bedrijfs, perceels als slootniveau lijkt in 2017 een maximale stikstof en fosfaatreductie van ongeveer 50% haalbaar. Effectgerichte maatregelen op slootniveau (bijvoorbeeld helofytenfilters) leveren een relatief groot aandeel.

Volgens de berekeningen zijn de maatregelen met de grootste kosteneffectiviteit voorjaarstoediening (N) en helofytenfilters (N en P) het gunstigst. In bijna 40% van de deelstroomgebieden kunnen in dat geval zowel de N en Pnormen worden gerealiseerd. In 60% van de deelstroomgebieden worden de ecologische doelen nog niet gehaald. Daarvoor moeten ook de maatrege len worden genomen die niet in deze studie zijn mee genomen, zoals afvoeren van gewasresten en mest bewerking. Of deze maatregelen worden toegepast is afhankelijk van de inpasbaarheid en betaalbaarheid.

2. Resultaten vloeiveld Midden Limburg

Presentatie Frank van der Bolt, Alterra

In Midden Limburg worden diverse maatregelen ge test voor vastlegging en verwijdering van fosfaat: uitmijning, voorkomen oppervlakkige afspoeling, zuivering van fosfaat in een vloeiveld en samengestel de drainage. Het zuiveringsrendement voor fosfaat was in de eerste maanden ongeveer 50%.

Waarom dit platform?

Het platform Landbouw en Kaderrichtlijn Water (KRW) is door Wageningen UR opgericht voor uitwisseling van kennis over en ervaringen met maatregelen die bijdragen aan het halen van KRWdoelen in Zuidoost Nederland (Limburg en NoordBrabant). We verwachten zo tot betere en meer samenwerking te komen tussen waterschappen provincies, landbouw, onderzoek en andere belangen groepen. Dit moet leiden tot betere oplossingen met meer draagvlak voor het bereiken van de doelen. Aan dacht wordt zowel besteed aan technische aspecten zoals effectiviteit van maatregelen als aan sociaalecono mische aspecten zoals draagvlak, financiering, organisa tie. Het platform wordt 3 keer per jaar georganiseerd en wordt gefinancierd door het ministerie van LNV.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Referentie 2000 Mestbeleid Regionale KRW-pakket

Bedrijf Perceel Sloot Totale stikstofstromen in het oppervlaktewater

(2)

Contactpersoon: Janjo de Haan, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Wageningen UR, (0320) 29 12 11; Janjo.deHaan@wur.nl. Het Platform Landbouw en Kaderrichtlijn Water wordt georganiseerd vanuit de programma’s Systeeminnovatie open

teelten en Vitaal landelijk gebied thema water van het Ministerie van LNV en de Kennisbasis Duurzame Landbouw. juli 2007

3. Resultaten zuiveringsmoerassen Vredepeel

Presentatie Jan Rinze van der Schoot, PPO

Op proefbedrijf Vredepeel worden de perspectieven van diverse zuiveringsmoerassen onderzocht. In 2005 zijn een vloeiveld met riet, een horizontaal infiltratie veld en een infiltratieveld met stro aangelegd. Het zuiverend vermogen van deze filters is in de zomer het hoogst door de hogere temperatuur. Voor een maximale effectiviteit wordt daarom het drainwa ter eerst opgevangen in een waterzak en vervolgens afhankelijk van de temperatuur door de filters geleid.

Links het horizontale infiltratieveld, in het midden het strofilter en rechts het twee maal zo grote vloeiveld.

De stikstofverwijdering was in de zomerperiode van het strofilter en het vloeiveld 80 tot 90%. Gemiddeld over het jaar was de effectiviteit 60%. De werking van het horizontale filter viel tot nu toe tegen, waarschijn lijk door een slechte groei van het riet.

De nitraatconcentratie van het drainwater daalde in de zomerperiode in de goed werkende filters van ca 30 mg N/l naar ca 4 mg N/l. Het strofilter was het meest kosteneffectief. Een belangrijk probleempunt bij het strofilter is de nalevering van fosfaat. Het ruimtebe slag van de filters wordt geschat op 12% landbouw grond. De wateropvang beslaat echter 48%. De moerasbufferstrook is in 2006 aangelegd. De hoeveelheid ingaand water is hier afhankelijk van de drainafvoer. De eerste resultaten gaven een veel lagere effectiviteit in de verwijdering van stikstof: slechts 5% van de stikstof werd verwijderd.

4. Discussie over de effectiviteit en

inpasbaarheid van zuiveringsmoerassen en natte bufferstroken

Uit de discussies kwamen de volgende conclusies en aanbevelingen:

• Zuiveringsmoerassen zijn geen algemene oplos

sing om de waterkwaliteit te verbeteren. Per situa tie moet bekeken worden welke maatregelen draagvlak hebben en kosteneffectief zijn. Zuive ringsmoerassen moeten in deze afweging worden meegenomen. Ze zijn effectief maar hebben als nadeel het ruimte beslag en de hoge kosten.

• Eerst moeten zoveel mogelijk brongerichte maat

regelen worden genomen om uitspoeling van nutriënten te verminderen. Hierbij gaat het o.a. om een goed mineralen en bodembeheer en het voor komen van erfafspoeling.

• Water kan ook in de sloot gezuiverd worden door

een goed slootbeheer. Belangrijk hierbij is een goed peilbeheer met stuwen en regelmatig bag geren van de sloten. Hiermee kan ook meer water in het gebied worden vastgehouden.

• Een goede aanvulling op het slootbeheer is het

afvoeren van slootmaaisel.

• Waterschappen en ondernemers kunnen meer

bereiken door beter op elkaar af te stemmen.

% verwijdering van totaal-N

-20 0 20 40 60 80 100

jan-06 apr-06 jul-06 okt-06 jan-07 apr-07 jul-07 okt-07

maand

horz stro vloeiveld

Volgende bijeenkomst

Onderwerp: Emissies van het erf in de veehouderij en open teelten. Datum en locatie worden begin sep tember bekend gemaakt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om ovenwel de uitkomsten volgons bovengenoemde methoden verkregen te toetsen, zijn op twee plaatsen deze formatieconstanten eveneens door mid- del van pompproeven

In fig.2 is de ligging en de diepten van de verschillende putten aan- gegeven, alsook do diepten waarop do waarnemingsfiIters en de pompfiltcrs waren gestold.Zoals is op te merken

Dit is niet alleen nuttig voor gebruikers met een trage internetverbinding (bijvoorbeeld bij gebruik van mobiel netwerk op platteland in het buitenland) maar voorkomt ook dat

Dt kitaiag ta dt kitmaatlktid aija in garing« aata aiadar kij kat ktvaardt atmiffctal daa kij vara toaataatuif- aatl* Bt katktia« vtrd aitt ktSavlttd.. SawaArâ op

boodschap wordt niet bepaald verborgen. De nieuwe, optimistische visie krijgt een theoretische onderbouwing in de bijdrage van Williams & Zelizer, die stellen dat markten noch

Zowel prijs als gewicht van deze grote machine en de twijfel of dit proto-type straks ook voor groen vlas geschikt te maken zou zijn, bleef voor de Belgen en Nederlanders waar

Against this background, the two editors who are respected researchers in their field allure the reader to an enticing piece of work that informs the contemporary debates around