• No results found

Actueel in historisch perspectief: arbeidsproductiviteit tussen 1995 en 2007

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Actueel in historisch perspectief: arbeidsproductiviteit tussen 1995 en 2007"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Actueel in historisch perspectief: arbeidsproductiviteit tussen 1995 en 2007 Krijn Poppe De arbeidsproductiviteit is een indicator voor het meten van de economische prestatie van de agrarische sector en wordt vaak uitgedrukt in de netto toegevoegde waarde per arbeidskracht. De netto toegevoegde waarde kan ook worden omschreven als de beloning van de ingezette arbeid door de ondernemer en eventuele andere arbeidskrachten en van het in het bedrijf gestoken kapitaal. Met andere woorden, de netto toegevoegde waarde staat gelijk aan de totale opbrengsten van een bedrijf minus de directe kosten van het productieproces en de kosten van afschrijvingen van machines, werktuigen en gebouwen en de kosten als onderhoud, brandstof, werktuigen en algemene kosten. De onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de netto toegevoegde waarde tussen 1995 en 2007. Het wordt duidelijk dat de arbeidsproductiviteit met name in de jaren rond de millenniumwisseling ongunstig verloopt. In deze periode hadden veel agrarische ondernemers grote problemen met de verschillende ziekte. uitbraken, zoals de varkenspest, mond en klauwzeer en vogelgriep. Bovendien stonden de prijzen van melk en verschillende akkerbouwgewassen in deze jaren onder druk. Al die factoren hadden grote invloed op de opbrengsten en dus ook op de toegevoegde waarde. De genoemde ziekte uitbraken, maar ook de mestproblematiek, gaven aanleiding tot een herstructurering van de dierlijke sector. Zij verstevigden het toch al voortschrijdende schaalvergrotingsproces: een sterke terugloop van het aantal bedrijven dat gepaard gaat met een forse toename van de bedrijfsomvang. Door de herstructurering van de sector herstelde de arbeidsproductiviteit in de laatste jaren weer.. Figuur 1. 120. Netto toegevoegde waarde per arbeidskracht, index 1994#1996 = 100 Index. 100 80 60 40 20 0 1995. 1997. 1999. 2001. 2003. 2005. 2007. Bron: De Bont en van der Knijff, verschillende jaren. LEI, Agri Monitor, augustus 2008. pagina 1.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de Dinkel is gekeken naar welke transities in het waterbeheer hebben plaatsgevonden van 1815 tot 2015, welk erfgoed daarvan over is gebleven en of deze

Op lokaal niveau is de gemeente, voor haar burgers, een natuurlijke regisseur van welzijn, preventie en zorg gericht maatschappelijke participatie.. Als regisseur heeft zij

Zo oordeelde de CRvB in een zaak waarbij een gemeente on- beperkt collectief vervoer tegen openbaarvervoertarief in een gebied van 17 gemeenten bood en voor hen die daar geen

De crisis sloeg over van de valutamarkt naar de financiële sector toen banken en bedrijven in de getroffen landen niet meer in staat waren hun buitenlandse leningen te betalen..

Dagactiviteiten kunnen bijvoorbeeld door bewoners niet altijd worden bezocht, omdat de medewerkers geen tijd hebben om hen hier naar toe te brengen?. “Je moet keuzes

arbeidsproductiviteit niet geleid tot hogere reële loonkosten per uur.” Een econoom concludeert op basis van de figuur dat de reële loonkosten per eenheid product zijn

De reële winst per eenheid product stijgt als gevolg van een daling van de reële loonkosten per product zolang de verkoopprijzen niet even sterk / sterker dalen...

Uit onderzoek dat ik de afgelopen jaren heb verricht in de archieven van de Staatse Raad van Brabant en Lande van Overmaze – tijdens de Republiek der Verenigde Neder- landen