• No results found

Informatieblad mineralen en milieukwaliteit : elf jaar fosfaatevenwichtsbemesting op grasland: lange termijn effecten op opbrengst en fosforgehalte van gras

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatieblad mineralen en milieukwaliteit : elf jaar fosfaatevenwichtsbemesting op grasland: lange termijn effecten op opbrengst en fosforgehalte van gras"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit

Inleiding

In 2006 zijn gebruiksnormen voor fosfaat (en stikstof) ingevoerd. Deze gebruiksnormen worden gefaseerd aangescherpt. In 2015 wordt de gebruiksnorm voor fosfaat afge-stemd op de fosfaatafvoer. De aanvoer dient dan in evenwicht te zijn met de afvoer. Dit wordt evenwichtsbemesting genoemd. De hoogte van deze gebruiksnorm staat nog niet definitief vast. Vooralsnog wordt voor grasland uitgegaan van een gebruiksnorm van 90

kg P2O5 per ha per jaar. De landbouwpraktijk is bezorgd voor een verlies aan opbrengst

en kwaliteit van gewas bij evenwichtsbemesting. In 1997 zijn veldproeven op grasland aangelegd waarbij de landbouwkundige en milieukundige effecten van fosfaatevenwichts-bemesting worden onderzocht. Dit informatieblad geeft resultaten voor de opbrengst en kwaliteit van het gras in de periode 1997- 2007.

Proefopzet

Op vier locaties, twee zand, een veen en een zeeklei, zijn veeljarige proeven op blijvend grasland aangelegd. De opzet van elke veldproef bestaat uit drie fosfaatniveaus: 0, 20 of

40 kg P2O5 ha-1 jr-1 overschot (aangeduid met P0, P20 en P40) en 2 stikstofniveaus 180

en 300 kg totaal N-overschot ha-1 jr-1 (aangeduid met N180 en N300). Er wordt gemaaid

en beweid met pinken. Opbrengst en kwaliteit van het gras worden per snede vastgesteld. Gemiddelde aanvoer (bemesting) en afvoer (gemaaide sneden en vastlegging in groei door dieren) is weergegeven in tabel 1.

Tabel 1 N- en P2O5-aanvoer, –afvoer en overschot in de proef, 1997-2007 (kg N en P2O5 per ha)

Object N- N- N- Object P2O5- P2O5- *P2O5-

aanvoer afvoer* overschot aanvoer afvoer overschot

N180 275 167 108 P0 58 57 1

N300 3 92 197 195 P20 80 60 20

P40 101 61 40

* De N- en P2O5-afvoer is niet gelijk aan de N- en P2O5-opbrengst van het gras. In de proef wordt de opname en de uitscheiding van het weidende vee als interne mineralenstroom beschouwd.

De gerealiseerde gemiddelde N-overschotten zijn lager dan gepland en de gemiddelde

P2O5 –overschotten zijn goed vergelijkbaar met de geplande overschotten.

Resultaten

De resultaten van het onderzoek tonen een grote variatie tussen jaren en behandelingen. Het weer is een oorzaak voor de grote variatie tussen de jaren. De verschillen binnen jaren tussen de aangelegde behandelingen met stikstof en fosfaat zijn meestal kleiner dan de verschillen tussen de jaren, maar wel significant.

Drogestofopbrengst

De drogestofopbrengst is zoals te verwachten significant hoger op de N300-objecten dan op de N180-objecten, op alle grondsoorten vanaf het begin van de proef. Op de zand- en veenlocaties is dit verschil gemiddeld over jaren 1 ton/ha, op de kleilocatie 2,8 ton/ha. De derving van de drogestofopbrengst door beperking van de fosfaatvoorziening van het gras was in de eerste vijf jaar klein en alleen significant op Aver Heino. Het verschil neemt

Elf jaar fosfaatevenwichtsbemesting op grasland:

lange termijn effecten op opbrengst en

fosforgehalte van gras

Foto 1. Proeflocatie Zegveld

(2)

in de loop van de tijd toe. Na 11 jaar is de drogestofopbrengst op de zand- en veenlo-caties is bij evenwichtsbemesting (P0) gemiddeld 0,5 ton/ha (4,5 %) lager dan bij P40. Als deze lagere opbrengst opgevangen moet worden met krachtvoer kost dat bij het prijsniveau van 2007 ca. €85,- per ha. Op de kleilocatie is de drogestofopbrengst op P0 niet lager dan op P40.

N- en P-gehalte van het gras

Op het hoge N-overschot (N300) is het N-gehalte in gras hoger dan op N180. Er is geen significante invloed van het P-overschot op het N-gehalte van het gras.

Een hoger N-overschot veroorzaakt een lager P-gehalte op alle locaties, waarschijnlijk door verdunning van fosfor door een hogere drogestofproductie. In 2007 is het verschil tussen de twee niveaus gemiddeld 2,5%. De P-afvoer is wel hoger bij een hoger N-overschot.

De aangelegde fosfaatbehandelingen leiden tot verschillen in het fosfor (P)-gehalte van het gras. Gemiddeld is het P-gehalte op P40 8,9% hoger dan op P0. Op Cranendonck dalen de P-gehalten in de loop van de jaren op alle objecten. Op Zegveld is het gehalte op de P0 vanaf het begin laag. Op Cranendonck en Zegveld is er een risico dat de P-gehalten op de P0-velden onder de veevoedernorm voor melkvee komen (van 3,0 - 3,5 g P/kg ds). Deze norm is echter ruim en met krachtvoer kan bijgestuurd worden. Een risico op P-gebruik van het melkvee is er niet bij de gevonden gehalten.

Conclusies

• Fosfaatevenwichtsbemesting (aanvoer = afvoer) op grasland leidt niet direct tot verlies van opbrengst. Pas in het achtste jaar was de opbrengst bij evenwichtsbe mesting aantoonbaar lager dan bij een fosfaatoverschot van 40 kg per ha is (0,5 ton ds/ha ≈ 4,5% ≈ ca. €85,-/ha).

• Het P-gehalte van het gras is op alle locaties vanaf het begin lager bij fosfaat-evenwichtsbemesting dan bij 20 of 40 kg fosfaatoverschot.

• Het P-gehalte van het gras dreigt op de zandgrond te Cranendonck na 11 jaar evenwichtsbemesting onder het normgehalte voor melkvee (3,0 tot 3,5 g per kg ds) te komen. Deze norm is echter ruim. Het risico op P-gebrek bij vee is gering. Op de veengrond te Zegveld is het P-gehalte bij fosfaat evenwichts-bemesting vanaf het begin rondom de norm. Voor de zandgrond te Heino en de kleigrond te Lelystad is er nog geen aanwijzing voor een dergelijk risico.

• Er is een grote variatie in opbrengst en kwaliteit tussen jaren door weersinvloeden. In 2008 is het volledige rapport van dit onderzoek verschenen: Ehlert, P.A.I., J. C. van Middelkoop, C. van der Salm & P.H.M. Dekker, 2008. Effecten van fosfaatoverschotten op gras- en bouwland op lange termijn. Alterra rapport 1665.

Voor meer informatie:

Jantine van Middelkoop Caroline van der Salm Animal Sciences Group Alterra

Tel.: 0320-293464 Tel.: 0317-484794 e-mail: jantine.vanmiddelkoop@wur.nl caroline.vandersalm@wur.nl

BO-05-infoblad-20, Cluster BO-05 Mineralen en Milieukwaliteit, Gefinancierd door ministerie LNV, http://www.kennisonline.wur.nl/BO/BO-05, deccember 2008

Figuur 1. Drogestofopbrengst en P-gehalte van het gras op de Waiboerhoeve (Wb, zeeklei) en Cranenconck (Cr, zand) op P0 en P40

6000 8000 10000 12000 14000 16000 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 jaar k g ds ha-1 Cr N180-P00 Cr N180-P40 Cr N300-P00 Cr N300-P40 6000 8000 10000 12000 14000 16000 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 jaar k g ds ha-1 W b N180-P00 W b N180-P40 W b N300-P00 W b N300-P40 2.8 3.2 3.6 4.0 4.4 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 jaar g P k g ds-1 Cr N180-P00 Cr N180-P40 Cr N300-P00 Cr N300-P40 2.8 3.2 3.6 4.0 4.4 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 jaar g P kg ds-1 W b N180-P00 W b N180-P40 W b N300-P00 W b N300-P40

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Landschap Noord- Holland, Landschapsbeheer Nederland en Stichting Kunst en Openbare Ruimte geven dit jaar een vervolg aan dit project Voor meer informatie kijk op

Ik ben toen wat meer gaan rond- kijken, ging ook de vallei in en vond daar een beek die nog kronkelde en heel proper water had en zo’n smal begeleidend boske met veel soorten die

In deze situatie heeft het weinig zin informatie te geven over de wijze waarop dit probleem voor- komen kan worden, omdat de cliënt hier toch weinig aandacht aan zal schenken..

Voor de studie van Nikita naar het effect van extra eiwit op de cognitieve functies van fragiele ouderen hebben we kunnen aanhaken bij de ProMuscle studie van onze

Die groeivorm wissel van klein struikagtige bome van 'n meter hoog tot 'n pragtige spreidende boom van ongeveer 12 m hoog.. Die bome is met die uitsondering van die

Let us consider a sentence chosen at random: “Does life in the United States actually show signs of moral and cultural crisis, or does a closer look reveal the continuing resilience

Abstract The competitive transport, extraction, and coordination chemistry for a series of Nthiophosphorylated thioamide and N-thiophosphorylated thiourea ligands were investigated

Figure 11: Results of nematode bioassays to determine the effect of secondary metabolites produced by bacterial cultures cultivated in minimal broth.. M, C and P indicates the