• No results found

Verkleining emitterend mestoppervlak bij dragende zeugen in voerligboxen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkleining emitterend mestoppervlak bij dragende zeugen in voerligboxen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

: . .

Verkleining emitterend mestoppervlak bij

dragende zeugen in voerligboxen

Hans van /lijk VH3-Sterksel

Op het Varkensproefbedrijf in Sterksel is een onderzoek gestart waarin wordt nage-gaan in welke mate bij dragende zeugen in voerligboxen de ammoniakemissie beperkt kan worden door verkleining van het emitterend mestoppervlak in de mest-put. Daarnaast is ook de mestdoorlaatbaarheid van het roostervloergedeelte een punt van onderzoek. Betonnen roosters en metalen driekantroosters, beide met dwarsspleet, worden in dit onderzoek op functioneren onderzocht.

Verkleinen emitterend mestoppervlak

Verkleinen van het emitterend mestoppetvlak is één van de mogelijkheden om de ammoniak-emissie te verlagen. Volgens berekeningen geeft een verkleining van het emitterend mestopper-vlak van I O%, een ammoniakemissiereductie van circa 85%. Bij vleesvarkens zijn metingen ver-richt waarbij is vastgesteld dat ongeveer 70% van de totale ammoniakemissie vrijkomt vanuit de mest in de mestkelders en ongeveer 30% vanuit de mest op de dichte vloeren en roos-ters Bij zeugen is deze verhouding nog niet bekend.

Verkleining van het emitterend mestoppervlak leidt ook tot een betere luchtkwaliteit in de stal. Dit heeft mogelijk een positieve invloed op de gezondheid van de dieren en daarnaast bete-kent dit betere arbeidsomstandigheden voor de varkenshouder.

In de praktijk zijn de dragende zeugen meestal individueel in voerligboxen gehuisvest. De tus-sengang tussen de voerligboxen is hierbij geheel onderkelderd. Bij een dubbele rij voerligboxen varieert het emitterend mestkelderoppervlak tussen I ,O en I ,2 m2 per zeug. Door het niet onderkelderen van de tussengang en door het vergroten van de dichte vloer in de voerligbox kan het emitterend mestobpewlak verkleind worden. Ook kan door verbetering van de mestdoorlaatbaarheid van het roostetvloerge-deelte aan de achterzijde van de zeug de ammoniakemissie vermoedelijk nog verder gereduceerd worden.

Beschrijving afdelingen

In dit onderzoek worden twee afdelingen, elk met 36 zeugen in voerligboxen, ten aanzien van de ammoniakemissie met elkaar vergeleken.

(2)

Proefafdeling Referentie-afdeling

De lengte van de dichte vloer onder de zeugen bedraagt 140 cm. Aan de achterzijde van de zeugen is een mestkanaal met een breedte van 60 cm gemetseld. Het afvoeren van de mest uit de mestkanalen gebeurt via het IC-Vacumest rioleringssysteem. Bij dit rioleringssysteem zijn de afvoerpunten van verschillende diameter en ver-deeld over de lengte van de mestkanalen. Per mestkanaal is er een afsluiter. De mest kan hier-door bij een niveau van 10- 15 cm worden afge-voerd. Om in de onderste 20 cm van de mest-kanalen het emitterend mestoppetvlak nog ver-der te verkleinen zijn de zijkanten van de mest-kanalen schuin bijgesmeerd. Een dwarsdootsne-de van dwarsdootsne-de afdwarsdootsne-deling is weergegeven in figuur 1. De ene helft van de afdeling is uitgerust met metalen roosterelementen (balkbreedte I ,O cm en spleetbreedte I ,2 cm) en de andere helft met betonnen roosterelementen (balkbreedte 7,0 cm en spleetbreedte 2,0 cm). Beide roosters zijn voorzien van een spleet van 12 cm die evenwijdig onder de achterafscheiding van de box ligt (figuur 2). De achterafscheidingen van de voerligboxen zijn zodanig gemonteerd dat ze, vanuit de zeug gezien, 8 cm over de spleet heen staan. Dit om de geproduceerde vaste mest zoveel mogelijk via de dwarsspleet in het mestkanaal te laten vallen,

De tussengang tussen de voerligboxen is dicht (bol uitgevoerd) en niet onderkelderd. Het emitterend mestoppervlak van de mestkanalen bedraagt in deze afdeling, bij een putniveau van circa 10 cm, O,I5 m2 per zeug.

De lengte van de dichte vloer onder de zeugen bedraagt I m. De tussengang tussen de twee rijen voerligboxen en het roostergedeelte onder de zeug is geheel onderkelderd. Het mestkanaal is afgedekt met betonroosters. Het afvoeren van de mest uit het mestkanaal gebeurt via het IC-Vacumest rioleringssysteem. Het emitterend mestoppervlak uit het mestkanaal bedraagt in deze afdeling 0,93 m2 per zeug.

De theoretisch berekende reductie van de ammoniakemissie vanuit de mestkanalen in de proefafdeling ten opzichte van het mestkanaal in de referentie-afdeling bedraagt circa 70%.

Onderzoekspunten

De onderroekspunten zijn:

- bepalen van de ammoniakemissie uit beide afdelingen;

- registreren van de mate van bevuiling van de roosters, de ligplaats van de zeug en de dichte vloer tussen de voerligboxen;

- uitvoering van de achterzijde van de voerlig-box: nagegaan wordt of een open of een gedeeltelijk dichte achterzijde van de box het meest optimaal is;

- praktische werkbaarheid bij het in- en uithalen van de zeugen met betrekking tot de open dwarsspleet (in het rooster):

- het wel of niet toepassen van een verhoogde trog of trogklep om het mesten en urineren op de roosters te bevorderen;

- aflaten van de mest in verband met het even-tueel ontstaan van kegelvorming van de mest onder de open dwarsspleet.

n

Figuur 2: Betonnen

spleet

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een eerste proef, waarbij roofwantsen werden ingezet ná een vestiging van kaswittevlieg, werd bij alle wantsen een duidelijk effect op wittevlieg waargenomen, maar de

hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 2 overige bronnen: huishoudelijke, ongerioleerde lozingen, verkeer, vervoer, etc. 3 dit is de som van de atmosferische depositie op

[r]

Daarom heeft de Europese Commissie het Animal Health and Welfare Panel (AHAW) van EFSA gevraagd te onderzoeken wat de risicofactoren zijn voor staartbijten en daar- naast

In de zomermaanden van 1969 t/m 1973 is in tien gebieden de verza­ digde horizontale doorlatendheid van diverse veensoorten gemeten, om meer inzicht in deze materie te

OVERZICHT VAN ARBEID, MATERIALEN EN OPBRENGSTEN VAN EEN AANTAL GROENTEGEWASSEN ONDER STAAND GLAS (VERWARMD EN ONVERWARMD) IN DE TUINBOUWGEBIEDEN HET WESTLAND, DELFT EN

De volkjes werden vernietigd en de bodem werd behandeld met insecticiden (de kleine bijenkastkever verpopt zich in de bodem).. Op 11 september meldde het laboratorium dat het om

afhankelijk van de stroomsnelheid en de diepte. Bij diepten van minder dan 2 m diepte moest langzamer worden gevaren. De metingen werden uitgevoerd door middel van een