• No results found

Onderzoekprogramma 1990 voor praktijkonderzoek pluimveehouderij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoekprogramma 1990 voor praktijkonderzoek pluimveehouderij"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEKPROGRAMMA 1990 VOOR

PRAKTIJKONDERZOEK PLUIMVEEHOUDERIJ

DM. P.C.M. Simons, programmaleider praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij Dit programma verschilt aanmerkelijk van voorgaande programma’s, doordat met nieuwbouw van een zevental pluimveestallen voor praktijkonderzoek op “Het Spelderholt” rekening is gehouden. Als zwaartepunten in het onderzoek komen naar voren: milieu- en mestproblematiek, kwaliteit van het produkt, huisvesting en inrichting van stallen en economie en efficiency.

Milieu- en mestproblematiek

Veel aandacht zal worden besteed aan de mogelijkheden ter vermindering van stikstof (terugdringen van ammoniakemissie) en fosfor in het milieu. Onderzoek naar fasevoe-dering, zal zowel in de legsector, bij slacht-kuikenouderdieren, als bij kalkoenen plaats-vinden. Toediening van fytase aan het voe-der, waardoor de organische fytine-fosfor uit het voeder kan worden verbruikt en geen anorganische fosfor aan het voeder ho& te worden toegevoegd, zal bij opfok legdieren, bij slachtkuikens en bij kalkoenen kunnen wörden beproefd. Het Önderzoek naar wa-terrantsoenering bij leghennen en drinkwa-tersystemen bij slachtkuikens zal worden voortgezet. Nieuwe drinkwatersystemen voor opfok slachtkuikenouderdieren zullen worden uitgetest. Er zal ook een slachtkui-kenstal worden ingericht voor onderzoek naar vermindering van ammoniakemissie.

Kwaliteit

De kwaliteit van het produkt is een steeds belangrijker wordende faktor. Speciaal in de slachtsector zal hiervoor veel inspanning worden geleverd. Het onderzoek naar voer-beperking bij slachtkuikens, dat korte tijd geleden is aangevangen, wordt geintensi-veerd. Parameters voor de kwaliteit, die be-paald worden t.b.v. de uitbetalingsprijs van kalkoenen zijn borstblaren, borstpukkels, bloeduitstortingen (borst) en dijkrassen. De invloed van huisvesting en inrichting hierop wordt onderzocht. Bijgedragen wordt aan het onderzoek met betrekking tot de micro-biologische veiligheid van slachtpluimvee. Tevens zal onderzoek in relatie tot eikwaliteit bij consumptie-eieren en legnestenonder-zoek bij slachtkuikenouderdieren worden uitgevoerd. In verband met het belang van de kwaliteit van eendagskuikens zullen ook proeven naar ontsmetting van broedeieren van pluimvee met formaldehydegas worden uitgevoerd.

(2)

Huisvesting en inrichting

Zowel de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van leghen-nen als het ontwerp Algemene Maatregel van Bestuur houdende voorschriften om-trent het houden van legkippen zijn er aan-leiding toe dat het praktijkonderzoek zich ook richt op de alternatieve huisvesting. Daarom zal begeleiding en ondersteuning worden gegeven aan de praktijkintroduktie en beproeving van alternatieve huisvestings-systemen voor leghennen (werkgroep POEL). Extra menskracht wordt ingezet voor het vergelijkend onderzoek batterij/etage-systeem op semi-praktijkschaal op “Het Spelderholt”. Aan verbetering van huisves-ting en inrichhuisves-ting van slachtkuikenstallen wordt gewerkt door onderzoek naar huis-vesting van slachtkuikens op gedeeltelijk rooster/gedeeltelijk strooisel. Automatische dierweegsystemen zullen bij slachtkuike-nouderdieren en kalkoenen worden be-proefd. Ook zullen de mogelijkheden van gescheiden voedering van hanen en hennen van slachtkuikenouderdieren verder worden bekeken en zal een vergelijking van verschil-lende typen automatische legnesten plaats-vinden. Aandacht zal worden besteed aan de optimalisering van de klimaatskondities voor leghennen, slachtkuikens en

broedei-eren in broedmachines. Zodra de nieuwe stallen gereed zijn zullen metingen worden verricht naar de klimatologische omstandig-heden in deze nieuwe akkommodaties (de temperatuur, de luchtsnelheid, de relatieve vochtigheid en het NH3-gehalte).

Bij slachtkuikens zal onderzoek naar de technische resultaten bij een snelle daling van de temperatuur gedurende de eerste week worden uitgevoerd. Bij leghennen wordt nagegaan of het mogelijk is verdere besparingen te verkrijgen door dieren bij een hogere temperatuur, gepaard gaande met een intermitterende verlichting, te houden.

Economie en efficiency

Marges binnen de pluimveehouderij zijn klein. Het zoeken naar mogelijkheden tot automatisering en verbetering van efficiency dient daarom voortgang te vinden. Het on-derzoek naar voerbeperking, optimalisatie van het klimaat en dierweging zal bij de verschillende takken van onderzoek worden uitgevoerd. De databank met voederwaar-decijfers wordt geoptimaliseerd en een tech-nisch voedingsmodel slachtkuikens wordt ontwikkeld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maaidorser uitgerust met een opzakinrichting.. Daar zal de man bij de opzakinrichting de zakken van het platvorm op het land laten afglijden. De ligging van de zakken op het land

Op jouw eerste stagedag zal deze worden overhandigd door de stagecoördinator van het ziekenhuis?. Voor deze badge wordt er 20 euro

In Figuur 21 t/m Figuur 28 zijn de resultaten van soortenrijkdom en dichtheden van soorten op 3, 7 en 5 meter diepte van alle in 2014 bemonsterde locaties in de

2 De auteurs stellen: “Exoten die zich sterk uitbreiden en schade geven, de invasieve soorten, zijn ongewenst” om te vervolgen: “Maar ook niet-schadelijke exoten worden vaak

Hierin worden de verschillende aspecten van ruimtelijke kwaliteit benoemd en worden uitspraken ge- daan over waar maatregelen en wat voor type maatregelen genomen kunnen worden..

Als men degenen die op hun landbouw- bedrijf geen redelijk inkomen kunnen verdienen, zo goed mogelijk wil helpen bij het nemen en uit- voeren van deze beslissing, zal men een

(5) in vergl.(3) geeft rechte lijnen in de houdbaarheidsgrafiek voor de bevaartemperatuur (T) waarvoor de reactiesnelheidsconstante (k) geldt, mits de orde van de reactie (n)

Dit had tot gevolg dat het gemiddelde chloridegehalte in de grond (tabel 3) tijdens de groeiperiode in beide jaren hoger was dan het gehalte gedurende de hergroeiperiode..