• No results found

Nieuws Shell verspreidt zich als een olievlek : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar mediaberichtgeving rondom Shell en de olielekkage van 20 december 2011 in Nigeria

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuws Shell verspreidt zich als een olievlek : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar mediaberichtgeving rondom Shell en de olielekkage van 20 december 2011 in Nigeria"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuws Shell verspreidt zich als een olievlek

Een kwantitatieve inhoudsanalyse naar mediaberichtgeving

rondom Shell en de olielekkage van 20 december 2011 in Nigeria

Susanne Looij – 10994645

Universiteit van Amsterdam – Communicatiewetenschap Afstudeerproject Corporate Communicatie

Jelle Boumans – Werkgroep 2 Aantal woorden: 5558

(2)

Samenvatting

Door de jaren heen zijn diverse wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd over het inzetten van generieke of specifieke frames vanuit de media wanneer zij over een crisis van een organisatie berichten. Tot op heden is nog geen onderzoek gedaan naar de crisis van multinational Shell die een juridische strijd met de Nigeriaanse overheid voert vanwege aanhoudende lekkages in het Bonga-olieveld. Op 20 december 2011 lekten tienduizenden vaten olie van Shell voor de kust van Nigeria. Voor het eerst in de geschiedenis wordt een Nederlandse organisatie voor de Nederlandse rechtbank geroepen voor het veroorzaken van milieuschade in het buitenland. Dit maakt het interessant te onderzoeken op welke wijze Shell rondom dit milieu-issue in Nederlandse nieuwsmedia naar voren komt, waarbij wordt

onderzocht welke frames zichtbaar zijn in de berichtgeving. Daarnaast is door de onderzoeker een generiek crisisframe opgesteld dat tevens toepasbaar kan zijn in andere crisiscontexten. Vooraf werd verwacht dat in berichtgeving over dit specifieke issue mogelijke imagoschade voor Shell door de media besproken zouden worden. Dit heeft geleid tot het reputation consequences frame dat inhoudt dat media in nieuwsberichten de gevolgen voor de

organisatie-identiteit en bedrijfsreputatie door het issue bespreken. Om dit te onderzoeken zijn 154 Nederlandse krantenartikelen geanalyseerd, waarbij onderscheid is gemaakt tussen

populaire kranten en kwaliteitskranten. Uit het onderzoek blijkt dat in krantenartikelen vooral het conflict frame en het reputation consequences frame zichtbaar zijn en het morality frame het minst zichtbaar is. Kwaliteitskranten en populaire kranten verschillen alleen van elkaar met betrekking tot het toepassen van het reputation consequences frame. In artikelen uit kwaliteitskranten wordt dit zelfontwikkelde frame gemiddeld vaker toegepast dan in artikelen uit populaire kranten. Tot slot blijkt dat zowel kwaliteitskranten als populaire kranten Shell verantwoordelijk houden voor dit milieu-issue in Nigeria. De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet allemaal statistisch significant waardoor deze niet generaliseerbaar zijn. Dit is onder andere te wijten aan het feit dat de onderzoeker wegens tijdgebrek onvoldoende heeft getraind met het codeboek en dat daarnaast door strenge zoekwoorden een kleine steekproef (N = 154) is ontstaan.

Inleiding

De Nederlands-Britse multinational Shell en de Nigeriaanse overheid voeren al sinds eind jaren ‘90 een juridische strijd met elkaar vanwege diverse olielekkages in Nigeria. Op 20 december 2011 lekte voor de kust van Nigeria 40 duizend vaten olie uit een scheur in een van Shells diepzee-installaties in het Bonga-olieveld, op 120 kilometer voor de kust van Nigeria.

(3)

De Nigeriaanse regering wil juridisch afdwingen dat Shell miljarden euro's aan schade vergoedt (Witteman, 2016). In deze regio vinden meerdere olielekkages plaats, maar volgens verschillende Nigeriaanse autoriteiten betreft dit het grootste olielek in dertien jaar (Persson, 2011). Deze zaak is uniek, omdat voor het eerst een Nederlandse multinational voor een Nederlandse rechter is gedaagd wegens het aanrichten van milieuschade in het buitenland (Nu.nl, 2015).

Deze thesis richt zich op de wijze waarop Shell rondom dit milieu-issue in Nigeria in nieuwsmedia naar voren komt. In dit onderzoek wordt getracht een generiek crisisframe te ontwikkelen dat in andere crisiscontexten toegepast kan worden. Onderzoek naar frames in crisissituaties laat zich moeilijk repliceren omdat vaak issue-specifieke frames worden toegepast. Dit zelfontwikkelde frame kan algemeen toepasbaar zijn binnen crisiscontexten hetgeen tot meer verdieping kan leiden in de wetenschappelijke literatuur. Daarnaast is dit onderzoek van belang omdat overzichtelijk wordt weergegeven op welke manier in krantenartikelen wordt berichtgegeven over Shell en het milieu-issue in Nigeria. Nieuwsmedia kunnen namelijk op verschillende manieren de perceptie van het publiek beïnvloeden door te bepalen hoeveel aandacht zij aan een onderwerp besteden (McCombs & Shaw, 1972). Tevens blijkt dat de mate waarin media in hun berichtgeving aandacht besteden aan een multinational aantoonbaar gerelateerd is aan de bedrijfsreputatie van deze organisatie (Van Riel, 2002; Carroll & McCombs, 2003; Brammer & Pavelin, 2006; Meijer &

Kleinnijenhuis, 2006; Tong, 2013). Hieraan kan worden toegevoegd dat het op een bepaalde manier framen van berichtgeving vanuit de media een invloedrijke methode is om te

beïnvloeden hoe het publiek over een onderwerp denkt (Lopez-Escobar, Llamas & McCombs, 1998; Hallahan, 1999; Carroll & McCombs, 2003; De Vreese, 2005). Daarnaast beïnvloedt het hoe stakeholders een bedrijf beoordelen (Fombrun, Gardberg & Sever, 2000; Kiousis, Popescu & Mitrook, 2007). Uiteindelijk kan dit een bedreiging vormen voor een bedrijf wanneer stakeholders een negatief oordeel over het bedrijf hebben (Coombs, 2007). Om te onderzoeken hoe nieuwsmedia berichten over dit milieu-issue wordt gekeken welke generieke frames in mediaberichtgeving zichtbaar zijn. Generieke frames bevatten aspecten die op verschillende onderwerpen toegepast kunnen worden (De Vreese, 2005). Daarnaast wordt door de onderzoeker een generiek crisisframe ontworpen dat in

berichtgeving over dit issue mogelijk aanwezig is. Volgens De Vreese (2005) hebben media veel invloed op de publieke opinie doordat zij bepaalde issues framen. Wanneer media

gebruikmaken van framing worden bepaalde elementen van een issue meer belicht dan andere elementen. Dit zorgt ervoor dat het publiek op een bepaalde manier gaat nadenken over dat

(4)

issue (Entman, 1993; De Vreese, 2005). Tot slot wordt in dit onderzoek expliciet onderzocht welke actoren door de media verantwoordelijk worden gehouden voor dit milieu-issue in Nigeria. Naar aanleiding van bovenstaande informatie is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Op welke wijze wordt in Nederlandse kranten berichtgegeven over Shell rondom het milieu-issue in Nigeria?

In dit onderzoek wordt allereerst wetenschappelijk onderbouwd welke frames voor kunnen komen in mediaberichtgeving over het milieu-issue in Nigeria en welke actoren door de media mogelijk verantwoordelijk worden gehouden voor dit issue. Hierbij wordt

verondersteld dat er een verschil is tussen populaire kranten en kwaliteitskranten. Vervolgens wordt toegelicht op welke wijze de diverse frames in berichtgeving zijn gemeten en hoe alle krantenartikelen (N = 154) zijn verzameld. Daaropvolgend worden de resultaten besproken waarin wordt ingegaan op de verschillen tussen populaire kranten (n = 66) en

kwaliteitskranten (n = 88) in het toepassen van de diverse frames. Vanwege de beperkingen van dit onderzoeken worden tot slot suggesties voor vervolgonderzoek omtrent dit onderwerp gegeven.

Conceptueel model

Uit diverse onderzoeken blijkt dat vijf generieke frames dominant aanwezig zijn in

mediaberichtgeving rondom onder andere politici (Semetko & Valkenburg, 2000) en issues van diverse organisaties (Cho & Gower, 2006; An & Gower, 2009; Kuttschreuter, Gutteling & de Hond, 2011; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake, Gosselt & Gutteling, 2015). Deze vijf frames zijn: human-interest frame, conflict frame, responsibility frame, economic-consequences frame en morality frame.

Het human-interest frame houdt in dat in nieuwsberichten de aandacht wordt gevestigd op een individu als voorbeeld of door het benadrukken van emoties (Semetko & Valkenburg, 2000). In nieuwsberichten waarin het conflict frame naar voren komt wordt de focus gelegd op een conflict tussen individuen, groepen of instellingen, waarbij de overtuigingen van verschillende mensen rondom een bepaald thema met elkaar botsen (Semetko & Valkenburg, 2000; Nijkrake, et al., 2015). Het responsibility frame wordt door media toegepast wanneer de verantwoordelijkheid voor een bepaald issue wordt neergelegd bij een individu of organisatie (Semetko & Valkenburg, 2000; Kuttschreuter et al., 2011). Binnen het

economic-consequences frame worden de economische gevolgen benadrukt voor een persoon, groep, regio of land (Semetko & Valkenburg, 2000). Het morality frame houdt in dat een probleem

(5)

of issue door media wordt besproken vanuit een religieuze of morele visie (Semetko & Valkenburg, 2000; Nijkrake, et al., 2015).

Framing in crisiscontext

Over het algemeen blijkt dat in berichtgeving vanuit media over een crisis van een organisatie het responsibility frame en het conflict frame het meest worden toegepast (An & Gower, 2009; Kuttschreuter et al., 2011; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake et al., 2015). Daarnaast blijkt ook uit deze onderzoeken dat in berichtgeving vanuit media het morality frame het minst wordt toegepast (An & Gower, 2009; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake et al., 2015). Ondanks dat deze onderzoeken zich richten op bepaalde issues van andere

organisaties, wordt dezelfde uitkomst verwacht voor Nederlandse krantenartikelen over Shell omtrent het milieu-issue in Nigeria. Dit wordt verwacht omdat deze onderzoeken zich richten op een crisis, zoals de vuurwerkramp in Enschede (Kuttschreuter et al., 2011) of de uitbraak van een bacterie in een Nederlands ziekenhuis (Nijkrake et al., 2015). Beide crisissen hadden ook een grote impact op een gemeenschap of bevolkingsgroep (Kuttschreuter et al., 2011; Nijkrake et al., 2015). De eerste twee hypotheses van dit onderzoek luiden dan ook: H1: In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria worden het

conflict frame en het responsibility frame meer gebruikt dan de andere frames. H2: In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria wordt het morality frame minder gebruikt dan de andere frames.

In eerder gepubliceerde studies naar het inzetten van frames in berichtgeving door de media zijn crisissen van diverse organisaties onderzocht (Davis, 1995; Cho & Gower, 2006; Zhou & Moy, 2007; An & Gower, 2009; Kuttschreuter et al., 2011; Valentini & Romenti, 2011; Choi, 2012; Nijkrake et al., 2015). In deze wetenschappelijke onderzoeken wordt voornamelijk uitgegaan van of generieke frames (An & Gower, 2009; Kuttschreuter et al., 2011; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake et al., 2015) ofwel issue-specifieke frames (Davis, 1995; Zhou & Moy, 2007; Choi, 2012). In geen van deze studies is onderzoek gedaan naar frames die worden ingezet wanneer de berichtgeving betrekking heeft op een crisis van multinational Shell. Wanneer mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria over de

consequenties voor de reputatie van Shell gaat, kan dit invloed hebben op de wijze waarop de samenleving over Shell denkt. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een crisis een

gebeurtenis is die een negatieve invloed heeft op de reputatie van een organisatie (Coombs, 2007; Sohn & Lariscy, 2014; Kiambi & Shafer, 2016). Mede hierdoor wordt verwacht dat in

(6)

berichtgeving over dit specifieke issue de gevolgen voor de reputatie van Shell of mogelijke imagoschade voor Shell door de media worden besproken. Verwacht wordt dat het reputation consequences frame, dat door de onderzoeker zelf ontworpen is, aanwezig is in

mediaberichtgeving over dit milieu-issue. Het reputation consequences frame houdt in dat media in nieuwsberichten de gevolgen van het issue voor de organisatie-identiteit en bedrijfsreputatie bespreken. Wanneer media over dit issue berichten wordt de perceptie die het publiek of stakeholders ten opzichte van Shell hebben besproken. Naar aanleiding van deze informatie is de volgende hypothese geformuleerd:

H3: In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria wordt het reputation consequences frame gebruikt.

Uit onderzoek van Semetko en Valkenburg (2000) blijkt dat er verschillen bestaan in het gebruik van de generieke frames tussen populaire kranten en kwaliteitskranten. Over het algemeen wordt door kwaliteitskranten in hogere mate gebruik gemaakt van het responsibility frame en het conflict frame, terwijl populaire kranten voornamelijk de nadruk leggen op het human-interest frame en het morality frame (Semetko & Valkenburg, 2000). Daarnaast presenteren populaire kranten issues van organisaties veelal op een sensationele manier, waarbij aandacht wordt besteed aan spectaculaire gebeurtenissen van het issue.

Kwaliteitskranten richten zich daarentegen op genuanceerde en zakelijke berichtgeving (Kleinnijenhuis, Van Hoof, Oegema & De Ridder, 2007). De volgende drie deelvragen zijn naar aanleiding van bovenstaande informatie geformuleerd:

DV1: Verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar met betrekking tot het meest toepassen van het conflict frame en het responsibility frame in berichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria?

DV2: Verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar met betrekking tot het minst toepassen van het morality frame in berichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria?

DV3: Verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar met betrekking tot het toepassen van het reputation consequences frame in berichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria?

Betrokken actoren

Voor dit onderzoek is het interessant welke actoren door de media verantwoordelijk worden gehouden voor het issue in Nigeria. Wordt de verantwoordelijkheid van het

(7)

milieu-issue toegekend aan multinational Shell, de Nigeriaanse overheid of aan een andere actor zoals sabotage aan oliepijpleidingen of weersomstandigheden. Wanneer een organisatie verantwoordelijk wordt gehouden voor een issue dan heeft dit een negatieve invloed op de mening van stakeholders en het publiek ten opzichte van deze organisatie (Coombs & Holladay, 1996; Coombs, 2007).

In populaire kranten wordt veelal aandacht besteed aan onderwerpen die gericht zijn op amusement of entertainment (Schaap & Pleijter, 2012). Hierbij wordt meer uitgegaan van de sociale opinie en wordt de inhoud veelal eenzijdig belicht (Broersma & Graham, 2013). Daarentegen ligt de focus in kwaliteitskranten op diepgaande en genuanceerde

nieuwsberichten, waarbij het belang meer ligt op het achterhalen van de feiten (Broersma & Graham, 2013). Op basis van deze onderzoeken wordt een verschil verwacht tussen populaire kranten en kwaliteitskranten met het verantwoordelijk houden van Shell voor het milieu-issue in Nigeria. De laatste deelvraag van dit onderzoek luidt daarom:

DV4: Verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar in de mate waarin Shell verantwoordelijk wordt gehouden voor het milieu-issue in Nigeria?

Methode

De data van dit onderzoek is middels een kwantitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd. Kwantitatieve inhoudsanalyse is een onderzoekstechniek waarbij een manifeste inhoud van communicatie en een beschrijving van een bepaalde situatie centraal staan. Binnen deze onderzoekstechniek wordt veelal gebruik gemaakt van teksten (Krippendorff, 2004). Op deze manier is op een systematische wijze onderzoek gedaan naar het gebruik van frames in mediaberichtgeving.

Sample

Uit de geanalyseerde data is één sample getrokken die afkomstig is uit de database van LexisNexis. De gebruikte zoektermen zijn: ‘Shell’ AND ‘Nigeria’ AND (‘milieu’ OR ‘lek!’ OR ‘vervuil!’ OR ‘Bonga’ OR ‘december 2011’), zodat specifiek artikelen geanalyseerd zijn die over de lekkende olievaten van multinational Shell voor de kust van Nigeria gaan. De zoekterm ‘olie’ is niet gebruikt omdat dit irrelevante artikelen voor dit onderzoek opleverde, zoals artikelen over de olieprijs van Shell of artikelen over Nigerianen die illegaal olie smokkelen. Daarnaast zijn alleen artikelen vanaf 20 december 2011 geselecteerd, omdat op deze datum de vaten olie van Shell voor de kust van Nigeria lekten. Om de verschillen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten te onderzoeken zijn artikelen uit het Algemeen

(8)

Dagblad (n = 30), De Telegraaf (n = 37), de Volkskrant (n = 50) en NRC Handelsblad (n = 41) meegenomen. Het Algemeen Dagblad en De Telegraaf worden als populaire kranten ingedeeld en onder kwaliteitskranten vallen de Volkskrant en NRC Handelsblad. Dit alles heeft uiteindelijk geresulteerd in 158 artikelen uit deze landelijke Nederlandse kranten. In de analyse zijn 4 van de 158 artikelen (2,5%) niet meegenomen, omdat deze krantenartikelen onvoldoende aansloten op dit onderwerp.

Operationalisatie

Alle artikelen zijn geanalyseerd op het wel of niet voorkomen van de volgende frames: human-interest frame, conflict frame, responsibility frame, economic-consequences frame, morality frame en reputation consequences frame. Dit zijn de afhankelijke variabelen van dit onderzoek. Voor het meten van de frames is gebruik gemaakt van de operationalisatie uit de studie van Semetko en Valkenburg (2000). Het reputation consequences frame is door de onderzoeker zelf ontwikkelt. Om de aanwezigheid van het reputation consequences frame in de krantenartikelen te meten zijn door de onderzoeker vragen als ‘In het artikel wordt gesproken over imagoschade voor de organisatie door het issue in het heden of in de toekomst’ en ‘In het artikel komt de evaluatie van de organisatie door stakeholders naar voren’ bedacht. Voorafgaand aan het coderen zijn de frames gedefinieerd om te kunnen controleren of deze variabelen wel of niet voorkomen in de artikelen. Alle afhankelijke variabelen zijn middels drie tot vijf vragen gemeten, waarbij de dichotome

antwoordmogelijkheden uit 0 = nee en 1 = ja bestaan. Om te meten welke actor door de media verantwoordelijk wordt gehouden voor dit milieu-issue is de meerkeuzevraag ‘Welke actor wordt in het artikel verantwoordelijk gehouden voor het issue?’ opgenomen. Hierbij bestaan de antwoordmogelijkheden uit 1 = multinational Shell, 2 = Nigeriaanse overheid, 3 = externe factoren, 4 = niemand wordt verantwoordelijk gehouden en 5 = anders, namelijk.

De onafhankelijke variabele van dit onderzoek is het soort krant. In wetenschappelijke onderzoeken wordt voornamelijk een onderscheid gemaakt tussen populaire kranten en kwaliteitskranten (Schaap & Pleijter, 2012). Populaire kranten richten zich op het bereiken van een zo groot mogelijk publiek, terwijl kwaliteitskranten zich voornamelijk bezighouden met de publieke verantwoordelijkheid die ze hebben en het informeren van betrokken burgers (Schaap & Pleijter, 2012). Binnen dit onderzoek worden De Telegraaf en het Algemeen Dagblad als populaire kranten beschouwd en de Volkskrant en NRC Handelsblad als

kwaliteitskranten (Semetko & Valkenburg, 2000; Bakker & Scholten, 2011). Alle variabelen zijn in het codeboek opgenomen (Appendix I).

(9)

Betrouwbaarheid

Om te achterhalen of de resultaten van het onderzoek betrouwbaar zijn is de intercodeurbetrouwbaarheid gemeten aan de hand van de gestandaardiseerde Lotus

(Fretwurst, 2013). Voor deze toets is gekozen, omdat hierbij rekening wordt gehouden met de dichotome antwoordmogelijkheden. Daarnaast houdt deze toets rekening met de kans dat gelijke coderingen van de codeurs op toeval berusten, waardoor deze toets strenger is (Fretwurst, 2013). Door twee verschillende codeurs zijn 31 artikelen geanalyseerd en vervolgens is het overeenstemmingspercentage berekend. Deze artikelen zijn ook

meegenomen in de verdere analyse. Over het algemeen bleek de intercodeurbetrouwbaarheid voldoende, met een gemiddelde van 0,81. Alleen de variabele ‘Komt een morele boodschap naar voren’ had een Lotus waarde van 0,62 en is daarmee niet betrouwbaar. Vanwege deze uitkomst is gekozen de variabele niet mee te nemen in de analyse. Deze variabele is niet op een betrouwbare manier te meten, omdat blijkt dat er verschillende percepties bestaan van morele boodschappen. Een volledig overzicht van alle gestandaardiseerde Lotus-waardes per variabele is opgenomen in Appendix II.

Factoranalyse

De verschillende frames van dit onderzoek zijn abstracte begrippen, waardoor gecontroleerd moet worden of uiteindelijk middels meerdere vragen het frame gemeten is. Dit is door middel van een factoranalyse gedaan. Hiermee wordt nagegaan of verschillende items gezamenlijk een frame vormen.

Het human-interest frame bevat vier items. Uit een factoranalyse blijkt dat een

component een Eigenwaarde hoger heeft dan 1, namelijk 1,69. De totale verklaarde variantie is 8,3%. Het conflict frame bevat vijf vragen en bevat één component met een Eigenwaarde hoger dan 1, namelijk 3,74. De totale verklaarde variantie van deze factor is 11,1%. Het economic-consequences frame bevat drie items. Er is één component met een Eigenwaarde hoger dan 1, namelijk 1,64. Deze factor heeft een totale verklaarde variantie van 7,9%. Het morality frame bevat tevens drie items. Ook hier heeft één component een Eigenwaarde hoger dan 1, namelijk 2,28. De totale verklaarde variantie van deze factor is 9,1%. Het

responsibility frame bevat vijf items. Uit een factoranalyse blijkt dat er twee componenten zijn met een Eigenwaarde hoger dan 1. Binnen deze twee componenten vallen tevens items uit het reputation consequences frame. De eerste component heeft een Eigenwaarde van 1,84 en een verklaarde variantie van 8,6%. Het tweede component heeft een Eigenwaarde van 1,47

(10)

en een verklaarde variantie van 7,7%. Ondanks dat items van het responsibility frame hoog scoren op het reputation consequences frame, worden deze items binnen de analyse van elkaar gescheiden.

Van elk frame is de betrouwbaarheid gemeten aan de hand van Cronbachs Alpha. Het conflict frame (α = 0,70), het economic-consequences frame (α = 0,60), het morality frame (α = 0,61) en het reputation consequences frame (α = 0,63) vormen allemaal een redelijk

betrouwbare schaal. De vijf vragen die het responsibility frame meten vormen geen

betrouwbare schaal (α = 0,40). Deze schaal kan niet verbeterd worden wanneer een variabele verwijderd wordt. Aangezien dit bestaande frame in diverse onderzoeken is gebruikt wordt deze schaal wel meegenomen in de analyse. De vier vragen die het human-interest frame meten vormen ook geen betrouwbare schaal (α = 0,57). Deze schaal kan verbeterd worden wanneer de variabele ‘Het artikel bevat bijvoeglijk naamwoorden’ verwijderd wordt. Gekozen is om dit niet te doen, aangezien ook dit bestaande frame in meerdere wetenschappelijke onderzoeken is gebruikt.

Als laatst zijn de variabelen die het frame meten samengevoegd tot een nieuwe schaal. De waarden van deze schaal variëren van 0,00 wanneer het frame niet voorkomt in het

krantenartikel, tot 1,00 wanneer het frame voorkomt in het krantenartikel. Des te hoger deze score, des te meer het frame aanwezig is in het krantenartikel. Wanneer een waarde hoger is dan 0,50 wordt geconstateerd dat het frame aanwezig is in het krantenartikel.

Resultaten

Om de hypotheses van dit onderzoek te beantwoorden zijn per frame frequentietabellen uitgedraaid en gemiddelden berekend.

Toegepaste frames

Om antwoord te verkrijgen op de vraag of het conflict frame en het responsibility frame meer gebruikt worden dan de andere frameszijn het gemiddelde en de standaarddeviatie van de variabelen berekend. Tegelijkertijd is onderzocht of het morality frame minder gebruikt wordt dan de andere frames en of het reputation consequences frame in de krantenartikelen

zichtbaar is.

Zoals af te lezen in Tabel 1 blijkt uit de analyse dat het conflict frame het meest wordt gebruikt (M = 0,60, SD = 0,32) in de krantenartikelen, gevolgd door het reputation

consequences frame (M = 0,52, SD = 0,34). Daarnaast blijkt uit de analyse dat het human-interest frame (M = 0,49, SD = 0,33), het responsibility frame (M = 0,44, SD = 0,22) en het

(11)

economic-consequences frame (M = 0,37, SD = 0,35) minder vaak voorkomen in de

krantenartikelen. Tot slot blijkt uit de analyse dat het morality frame het minst wordt gebruikt (M = 0,11, SD = 0,23) in de krantenartikelen.

Samenvattend kan gesteld worden dat zowel H2 “In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria wordt het morality frame minder gebruikt dan de andere frames” als H3 “In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria wordt het reputation consequences frame gebruikt” zijn bevestigd. Daarnaast wordt H1 “In mediaberichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria worden het conflict frame en het responsibility frame meer gebruikt dan de andere frames” deels aangenomen, omdat het conflict frame meer wordt toegepast dan de andere frames maar het responsibility frame niet vaker voorkomt dan de andere frames.

Vervolgens is middels een t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden onderzocht of populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar verschillen met betrekking tot het meest toepassen van het conflict frame en het responsibility frame, het minst toepassen van het morality frame en het toepassen van het reputation consequences frame.

Tabel 1 laat zien dat uit een t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden blijkt dat er een significant verschil is in de mate van aanwezigheid van het reputation consequences frame tussen populaire kranten en kwaliteitskranten. In artikelen uit kwaliteitskranten wordt gemiddeld vaker het reputation consequences frame toegepast (M2 = 0,59, SD = 0,33) in

vergelijking met artikelen uit populaire kranten (M1 = 0,42, SD = 0,33), t (152) = -3,04, p =

0,003, CI = [-0,27, -0,06], d = 0,52. Daartegenover blijkt uit de analyse dat in artikelen uit populaire kranten het conflict frame gemiddeld 0,58 keer wordt toegepast (SD = 0,32) terwijl in artikelen uit kwaliteitskranten het conflict frame gemiddeld 0,62 keer (SD = 0,31) wordt toegepast. Dit verschil is niet significant, t (152) = -0,76, p = 0,446, CI = [-0,14, 0,06].

Daarnaast blijkt dat in artikelen uit populaire kranten het responsibility frame gemiddeld 0,42 keer wordt gehanteerd (SD = 0,23) terwijl in artikelen uit kwaliteitskranten het responsibility frame gemiddeld 0,45 keer (SD = 0,22) wordt gehanteerd. Dit verschil is niet significant, t (152) = -0,86, p = 0,389, CI = [-0,10, 0,04]. Als laatst blijkt dat in artikelen uit populaire kranten het morality frame gemiddeld 0,12 keer wordt getoond (SD = 0,24) terwijl in artikelen uit kwaliteitskranten het morality frame gemiddeld 0,11 keer (SD = 0,23) wordt getoond. Dit verschil is niet significant, t (152) = 0,30, p = 0,766, CI = [-0,06, 0,09].

Middels deze resultaten kan antwoord worden gegeven op de vooraf geformuleerde deelvragen. Uit het onderzoek blijkt dat populaire kranten en kwaliteitskranten niet van elkaar

(12)

verschillen met betrekking tot het meest toepassen van het conflict frame en het responsibility frame in berichtgeving over het Shell en het milieu-issue in Nigeria. Daarnaast verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten niet van elkaar met betrekking tot het minst toepassen van het morality frame. Populaire kranten en kwaliteitskranten verschillen wel significant van elkaar met betrekking tot het toepassen van het reputation consequences frame.

TABEL 1.

Gemiddelde score populaire kranten en kwaliteitskranten in het gebruik van frames (N = 154)

Type frame Populair Kwaliteit Gemiddeld

Human-interest 0,52 (0,33) 0,47 (0,32) 0,49 (0,33) Conflict 0,58 (0,32) 0,62 (0,31) 0,60 (0,32) Responsibility 0,42 (0,23) 0,45 (0,22) 0,44 (0,22) Economic-consequences 0,32 (0,35) 0,41 (0,34) 0,37 (0,35) Morality 0,12 (0,24) 0,11 (0,23) 0,11 (0,23) Reputation consequences 0,42 (0,33) 0,59 (0,33) 0,52 (0,34)

Opmerking: schaal varieert tussen 0,00 (frame komt niet voor) en 1,00 (frame komt voor). Tussen haakjes staat de standaarddeviatie vermeld.

Mate van verantwoordelijkheid

Tot slot is onderzocht of populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar verschillen in het verantwoordelijk houden van een bepaalde actor voor het milieu-issue in Nigeria. Uit figuur 1 blijkt dat in 95,5% van alle krantenartikelen Shell verantwoordelijk wordt gehouden voor het issue. Daarnaast wordt in 31,8% van alle krantenartikelen een externe factor, zoals

gesaboteerde oliepijpleidingen, medeverantwoordelijk gehouden en in 3,9% van alle krantenartikelen wordt de Nigeriaanse overheid verantwoordelijk gehouden voor het issue. Uit een serie Fisher's Exact Testen blijkt dat er een significant verschil is tussen kwaliteitskranten en populaire kranten in het verantwoordelijk houden van externe factoren voor het issue (Fisher-exact p < 0,001). Van alle artikelen uit kwaliteitskranten worden in 44,3% externe factoren verantwoordelijk gehouden voor het issue. Dit in vergelijking met alle artikelen uit populaire kranten, waarvan in 15,2% externe factoren verantwoordelijk worden gehouden voor het issue. Dit verband is zeer zwak (tau = 0,096). Daarnaast blijkt dat van alle artikelen uit kwaliteitskranten in 96,6% Shell verantwoordelijk wordt gehouden voor het issue. Van alle artikelen uit populaire kranten wordt in 93,9% Shell verantwoordelijk gehouden voor het issue. Als laatst blijkt dat van alle artikelen uit kwaliteitskranten in 4,5%

(13)

de Nigeriaanse overheid verantwoordelijk wordt gehouden voor het issue. Van alle artikelen uit populaire kranten wordt in 3,0% de Nigeriaanse overheid verantwoordelijk gehouden voor het issue.Uit een serie Fisher's Exact Testen blijkt dat er geen significant verschil is tussen kwaliteitskranten en populaire kranten in het verantwoordelijk houden van zowel Shell (Fisher-exact p = 0,344) als de Nigeriaanse overheid (Fisher-exact p = 0,484) voor het issue. De laatste deelvraag van het onderzoek luidde: ‘Verschillen populaire kranten en kwaliteitskranten van elkaar in het verantwoordelijk houden van Shell voor het milieu-issue in Nigeria?’ Uit de resultaten blijkt dat populaire kranten en kwaliteitskranten niet van elkaar verschillen in het verantwoordelijk houden van Shell voor dit milieu-issue.

FIGUUR 1.

Overzicht krantenartikelen verantwoordelijk houden van actor (N = 154)

Conclusie en discussie

In dit onderzoek is gekeken naar de wijze waarop Shell rondom dit milieu-issue in Nigeria in nieuwsmedia naar voren komt. Om dit te onderzoeken is gekeken naar diverse generieke frames en één specifiek crisisframe die in de krantenartikelen zichtbaar zijn en is onderzocht welke actor(en) door de media verantwoordelijk worden gehouden voor dit issue. Om de onderzoeksvraag van dit onderzoek te kunnen beantwoorden zijn vier hypotheses

geformuleerd.

Allereerst is tijdens dit onderzoek gekeken welke frames het meest zichtbaar zijn in

mediaberichtgeving over dit issue. Uit het onderzoek is gebleken dat het conflict frame het meest zichtbaar is in berichtgeving over Shell en het milieu-issue in Nigeria. Dit frame wordt gevolgd door het, door de onderzoeker zelf ontwikkelde, reputation consequences frame.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Shell Nigeriaanse overheid Externe factoren Populaire kranten Kwaliteitskranten

(14)

Ondanks dat uit diverse onderzoeken blijkt dat het conflict frame en het responsibility frame in mediaberichtgeving het meest zichtbaar zijn wanneer over een crisis van een organisatie wordt gesproken (An & Gower, 2009; Kuttschreuter et al., 2011; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake et al., 2015), is dit niet het geval in het huidige onderzoek. Dit kan mogelijk

verklaard worden doordat het conflict tussen multinational Shell en Nigeriaanse overheid de Nederlandse pers meer aanspreekt dan wie daadwerkelijk verantwoordelijk is voor dit issue. Uit het onderzoek blijkt verder dat het morality frame door journalisten het minst wordt toegepast. Dit komt overeen met eerder gepubliceerde onderzoeken naar de aanwezigheid van het morality frame in mediaberichtgeving over een crisis van een organisatie (An & Gower, 2009; Valentini & Romenti, 2011; Nijkrake et al., 2015). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het in dit huidige onderzoek een issue betreft waar de Nederlandse samenleving niet direct iets van merkt, waardoor in krantenartikelen de morele aspecten nauwelijks zichtbaar zijn.

Verder is tijdens dit onderzoek gekeken of in berichtgeving over dit specifieke issue de gevolgen voor de reputatie van Shell of mogelijke imagoschade voor Shell door de media worden besproken. Zoals eerder aangegeven blijkt uit het onderzoek dat het reputation consequences frame het op een na meest voorkomt. Dit frame is ontwikkeld omdat vooraf verwacht werd dat in mediaberichtgeving over dit issue de gevolgen voor de organisatie-identiteit en bedrijfsreputatie van Shell werden besproken. Uit wetenschappelijke

onderzoeken blijkt namelijk dat een crisis een gebeurtenis is die een negatieve invloed heeft op de reputatie van een organisatie (Coombs, 2007; Sohn & Lariscy, 2014; Kiambi & Shafer, 2016). Dit onderzoek toont aan dat media daadwerkelijk de perceptie, die het publiek of stakeholders hebben ten opzichte van Shell, behandelden. Dit maakt het voor

vervolgonderzoek interessant om te achterhalen of in mediaberichtgeving over andere issues ook het reputation consequences frame zichtbaar is. Vanuit de eventuele constatering dat dit frame zichtbaar is in andere crisiscontexten, bestaat de mogelijkheid dat de mening van de meerderheid van het publiek en stakeholders direct voeding geeft aan bepaalde media die op basis hiervan nieuws belichten.

Vervolgens is specifiek ingegaan op de verschillen tussen populaire kranten en

kwaliteitskranten met betrekking tot het toepassen van het reputation consequences frame. Uit de resultaten blijkt dat populaire kranten en kwaliteitskranten significant van elkaar

verschillen met betrekking tot het toepassen van het reputation consequences frame. Populaire kranten en kwaliteitskranten verschillen niet van elkaar met betrekking tot het meest

(15)

morality frame. De significante verschillen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten in de mate van aanwezigheid van het reputation consequences frame zijn mogelijk te verklaren door het feit dat dit crisisframe speciaal is ontwikkeld voor het huidige onderzoek. Een mogelijke verklaring voor de niet significante verschillen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten in het meest toepassen van het conflict frame en het responsibility frame schuilt in de kleinschaligheid van dit huidige onderzoek, waardoor de resultaten niet geheel generaliseerbaar zijn. Ditzelfde geldt voor de niet significante verschillen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten in het minst toepassen van het morality frame.

Tot slot is onderzocht of de verantwoordelijkheid van het milieu-issue wordt toegewezen aan Shell, de Nigeriaanse overheid of externe factoren. Hierbij is specifiek ingegaan op de mogelijke verschillen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten. Uit het onderzoek is gebleken dat er een significant verschil is tussen populaire kranten en

kwaliteitskranten in het verantwoordelijk houden van externe factoren voor het issue. In artikelen uit kwaliteitskranten worden externe factoren vaker verantwoordelijk gehouden dan in artikelen uit populaire kranten. Dit kan verklaard worden doordat kwaliteitskranten dieper ingaan op het onderwerp en daardoor ook externe factoren bespreken, zoals sabotage aan oliepijpleidingen of weersomstandigheden. Voor vervolgonderzoek is het interessant om specifiek onderscheid te maken tussen de verschillende externe factoren die in

krantenartikelen worden aangehaald. Daartegenover blijkt uit de resultaten dat er geen significant verschil is tussen populaire kranten en kwaliteitskranten in het verantwoordelijk houden van zowel Shell als de Nigeriaanse overheid voor het milieu-issue in Nigeria. Uit wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat populaire kranten voornamelijk aandacht besteden aan amusement gerelateerde onderwerpen waarbij wordt uitgegaan van de sociale opinie (Schaap & Pleijter, 2012; Broersma & Graham, 2013) en kwaliteitskranten vooral diepgaande en genuanceerde nieuwsberichten publiceren waarbij de focus ligt op het achterhalen van feiten (Broersma & Graham, 2013). Echter, in dit onderzoek lijkt het erop dat, ongeacht de invalshoek van de artikelen uit populaire kranten of kwaliteitskranten, beide bij dezelfde actor de verantwoordelijkheid voor dit issue neerleggen.

Binnen dit onderzoek zijn enkele beperkingen. Allereerst is tijdens dit onderzoek alleen gekeken naar mediaberichtgeving over een specifiek olielek uit een diepzee-installatie van Shell die op 20 december 2011 voor de kust van Nigeria plaatsvond. Dit resulteerde in een kleine steekproefgrootte (N = 154). Ondanks dat tijdens de procedure strenge zoekwoorden zijn gebruikt zodat alleen relevante artikelen over dit onderwerp naar voren kwamen, waren

(16)

vier artikelen irrelevant voor dit onderzoek omdat deze onvoldoende aansloten op dit issue. Vervolgonderzoek kan zich richten op berichtgeving over milieu-issues van Shell in het buitenland of op diverse olielekkages in Nigeria over een langere periode. Dit zal

waarschijnlijk een grotere steekproef opleveren waardoor de kans op statistisch significante uitkomsten aannemelijker wordt. Een ander voordeel is dat hierdoor gekeken kan worden hoe in de media dit issue zich door de tijd heen ontwikkeld.

Daarnaast blijkt uit een factoranalyse dat items uit het reputation consequences frame ook binnen het responsibility frame vallen en dat zowel het responsibility frame als het human-interest frame geen betrouwbare schaal vormen. Een verklaring hiervoor is dat de onderzoeker door tijdgebrek onvoldoende heeft getraind met het codeboek. De verklaring ligt ook bij de kleine steekproef van dit onderzoek, waardoor uitkomsten relatief snel van elkaar kunnen afwijken. Aangezien deze schalen in diverse wetenschappelijke onderzoeken zijn toegepast is gekozen om deze wel mee te nemen in het huidige onderzoek.

Tot slot is dit onderzoek alleen gericht op mediaberichtgeving uit Nederlandse populaire kranten en kwaliteitskranten over het milieu-issue van Shell in Nigeria. Gezien de toenemende populariteit van digitale media en social media, is het aanbevolen dat

vervolgonderzoek over dit specifieke issue zich richt op berichtgeving op nieuwswebsites, nieuwsblogs of social mediakanalen.

Middels deze studie is onderzocht op welke wijze in Nederlandse kranten wordt berichtgegeven over Shell rondom het milieu issue in Nigeria. Uit de resultaten van dit

onderzoek wordt duidelijk dat kwaliteitskranten gemiddeld vaker het reputation consequences frame toepassen in berichtgeving over dit issue in vergelijking met populaire kranten. Dit generieke crisisframe kan in de toekomst in andere crisiscontexten toegepast worden, waardoor dit huidige onderzoek een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de

wetenschappelijke literatuur. Daarnaast laten de resultaten zien dat in vrijwel alle artikelen van zowel populaire kranten als kwaliteitskranten Shell verantwoordelijk wordt gehouden voor dit issue. Deze mediaberichtgeving kan uiteindelijk de mening van de samenleving en stakeholders ten opzichte van multinational Shell beïnvloeden.

(17)

Literatuurlijst

An, S. K., & Gower, K. K. (2009). How do the news media frame crises? A content analysis of crisis news coverage. Public Relations Review, 35, 107-112.

doi:10.1016/j.pubrev.2009.01.010

Bakker, P., & Scholten, O. (2011). Communicatiekaart van Nederland: Overzicht van media en communicatie. Achtste druk. Amsterdam: Kluwer.

Brammer, S. J., & Pavelin, S. (2006). Corporate reputation and social performance: The importance of fit. Journal of Management Studies, 43, 435-455. doi:10.1111/j.1467-6486.2006.00597.x

Broersma, M., & Graham, T. (2013). Twitter as a news source: How Dutch and British newspapers used tweets in their news coverage, 2007-2011. Journalism Practice, 7, 446-464. doi:10.1080/17512786.2013.802481

Carroll, C. E., & McCombs, M. (2003). Agenda-setting effects of business news on the public's images and opinions about major corporations. Corporate Reputation Review, 6(1), 36-46. doi:10.1057/palgrave.crr.1540188

Cho, S. H., & Gower, K. K. (2006). Framing effect on the public's response to crisis: Human interest frame and crisis type influencing responsibility and blame. Public Relations Review, 32, 420-422. doi:10.1016/j.pubrev.2006.09.011

Choi, J. (2012). A content analysis of BP's press releases dealing with crisis. Public Relations Review, 38, 422-429. doi:10.1016/j.pubrev.2012.03.003

Coombs, W. T. (2007). Protecting organization reputations during a crisis: The development and application of situational crisis communication theory. Corporate Reputation Review, 10, 163-176. doi:10.1057/palgrave.crr.1550049

Coombs, W. T., & Holladay, S. J. (1996). Communication and attributions in a crisis: An experimental study of crisis communication. Journal of Public Relation Research, 8, 241-259. doi:10.1207/s1532754xjprr0804_04

Davis, J. J. (1995). The effects of message framing on response to environmental communications. Journalism & Mass Communication Quarterly, 72, 285-299.

Entman, R. M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43(4), 51-58. doi:10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x

Fombrun, C. J., Gardberg, N. A., & Sever, J. M. (2000). The reputation quotient: A multi-stakeholder measure of corporate reputation. Journal of Brand Management, 7, 241-255. doi:10.1057/bm.2000.10

(18)

Erläuterung zur Berechnung des Koeffizienten Lotus mit SPSS. Geraadpleegd op 03-12-2016 via https://sites.google.com/site/bfretwurst/Home/lotus

Hallahan, K. (1999). Seven models of framing: Implications for public relations. Journal of Public Relations Research, 11, 205-242. doi:10.1207/s1532754xjprr1103_02 Kiambi, D. M., & Shafer, A. (2016). Corporate crisis communication: Examining the

interplay of reputation and crisis response strategies. Mass Communication and Society, 19, 127-148. doi:10.1080/15205436.2015.1066013

Kiousis, S., Popescu, C., & Mitrook, M. (2007). Understanding influence on corporate

reputation: An examination of public relations efforts, media coverage, public opinion, and financial performance from an agenda-building and agenda-setting perspective. Journal of Public Relations Research, 19, 147-165. doi:10.1080/10627260701290661 Kleinnijenhuis, J., Van Hoof, A. M., Oegema, D., & De Ridder, J. A. (2007). A test of

rivaling approaches to explain news effects: News on issue positions of parties, real-world developments, support and criticism, and success and failure. Journal of Communication, 57, 366-384. doi:10.1111/j.1460-2466.2007.00347.x

Krippendorff, K. (2004). Reliability in content analysis. Human Communication Research, 30(3), 411-433. doi:10.1111/j.1468-2958.2004.tb00738.x

Kuttschreuter, M., Gutteling, J. M., & de Hond, M. (2011). Framing and tone-of-voice of disaster media coverage: The aftermath of the Enschede fireworks disaster in the Netherlands. Health, Risk & Society, 13, 201-220.

doi:10.1080/13698575.2011.558620

Lopez-Escobar, E., Llamas, J. P., & McCombs, M. (1998). Agenda setting and community consensus: First and second level effects. International Journal of Public Opinion Research, 10, 335-348. doi:10.1093/ijpor/10.4.335

McCombs, M. E., & Shaw, D. L. (1972). The agenda-setting function of mass media. Public Opinion Quarterly, 36, 176-187. doi:10.1086/267990

Meijer, M. M., & Kleinnijenhuis, J. (2006). Issue news and corporate reputation: Applying the theories of agenda setting and issue ownership in the field of business

communication. Journal of Communication, 56, 543-559. doi:10.1111/j.1460-2466.2006.00300.x

Nijkrake, J., Gosselt, J. F., & Gutteling, J. M. (2015). Competing frames and tone in corporate communication versus media coverage during a crisis. Public Relations Review, 41(1), 80-88. doi:10.1016/j.pubrev.2014.10.010

(19)

Nu.nl. Geraadpleegd via http://www.nu.nl/binnenland/4185107/shell-mag-in-nederland-worden-berecht-vervuiling-nigeria.html

Persson, M. (2011, 28 december). Shell: olievlek Nigeria opgeruimd. De Volkskrant. Geraadpleegd via http://www.volkskrant.nl/archief/shell-olievlek-nigeria-opgeruimd~a3096104/

Van Riel, C. B. (2002). The Netherlands: Top of mind awareness of corporate brands among the Dutch public. Corporate Reputation Review, 4, 362-373.

doi:10.1057/palgrave.crr.1540157

Schaap, G., & Pleijter, A. (2012). Het sensatiegehalte van voorpaginafoto's: Een

inhoudsanalyse van populaire en kwaliteitskranten in Nederland. Tijdschrift Voor Communicatiewetenschap, 40(1), 71-86.

Semetko, H. A., & Valkenburg, P. M. (2000). Framing European politics: A content analysis of press and television news. Journal of Communication, 50, 93-109.

doi:10.1111/j.1460-2466.2000.tb02843.x

Sohn, Y. J., & Lariscy, R. W. (2014). Understanding reputational crisis: Definition, properties, and consequences. Journal of Public Relations Research, 26(1), 23-43. doi:10.1080/1062726X.2013.795865

Tong, S. C. (2013). Exploring corporate risk transparency: Corporate risk disclosure and the interplay of corporate reputation, corporate trust and media usage in initial public offerings. Corporate Reputation Review, 16, 131-149. doi:10.1057/crr.2013.4 Valentini, C., & Romenti, S. (2011). The press and Alitalia's 2008 crisis: Issues, tones, and

frames. Public Relations Review, 37, 360-365. doi:10.1016/j.pubrev.2011.07.002 de Vreese, C. H. (2005). News framing: Theory and typology. Information Design Journal +

Document Design, 13(1), 51-61. doi:10.1075/idjdd.13.1.06vre

Witteman, J. (2016, 5 mei). Nigeria sleept Shell voor de rechter. De Volkskrant. Geraadpleegd via

http://www.volkskrant.nl/economie/nigeria-sleept-shell-voor-de-rechter~a4295242/

Zhou, Y., & Moy, P. (2007). Parsing framing processes: The interplay between online public opinion and media coverage. Journal of Communication, 57(1), 79-98.

(20)

Appendix I: Codeboek A. Algemene informatie AA: Naam Codeur

1. Susanne Looij 2. Esther Hakvoort

A1: Opmerkingenveld waarin door de codeur eventuele onverwachte/ interessante

opmerkingen geschreven kunnen worden. Hierin kan ook aangegeven worden of het artikel relevant is voor dit onderwerp.

A2: Uit welke krant is het artikel afkomstig 1. Algemeen Dagblad

2. Telegraaf

3. NRC Handelsblad 4. Volkskrant

A3: Wat is het artikelnummer

A4: Wat is de publicatiedatum van het artikel? Noteren als: dd-mm-jjjj

B. Human-interest frame

B1: In het artikel wordt het verhaal vanuit een persoonlijke invalshoek bekeken

Voorbeeld: dat Nigeria nu juridische stappen onderneemt tegen Shell beschouw ik dan ook als een trendbreuk

0. Nee 1. Ja

B2: Het artikel bevat bijvoeglijk naamwoorden

Voorbeeld: zwarte vlekken in zee, een enorme olielek, een sterke focus op winning van olie, grote schade aan het milieu

0. Nee 1. Ja

(21)

B3: In het artikel wordt aangegeven in hoeverre individuen of groepen door het issue problemen ondervinden

Voorbeeld: door langdurige olielekkage in de Niger-delta zijn land en water onbruikbaar geworden, grofweg 285.000 bewoners zijn getroffen

0. Nee 1. Ja

B4: In het artikel wordt gerefereerd naar mensen die indirect betrokken zijn bij het issue Voorbeeld: de UNEP concludeerde onder meer dat Shell tekortschoot in zijn

opruimwerkzaamheden 0. Nee

1. Ja

C. Conflict frame

C1: In het artikel komen meningsverschillen tussen partijen, individuen, groepen of landen naar voren

Voorbeeld: een woordvoerder van Shell liet weten het niet eens te zijn met die uitspraak, de Nigeriaanse getroffen boeren zijn het hier volstrekt mee oneens

0. Nee 1. Ja

C2: In het artikel verwijt een van de partijen, individuen, groepen of landen de schuld aan de ander

Voorbeeld: de Nigeriaanse overheid houdt Shell verantwoordelijk voor de milieuproblemen en de economische schade

0. Nee 1. Ja

C3: In het artikel worden twee kanten van het issue laten zien

Uitleg: komen meerdere individuen of partijen die bij het issue betrokken zijn in het artikel aan bod? Bijvoorbeeld: worden zowel standpunten van Shell als standpunten van de Nigeriaanse overheid besproken?

(22)

1. Ja

C4: In het artikel gaat het over winnaars en/of verliezers

Voorbeeld: Shell lijkt daarmee de grote winnaar van deze in Nederland unieke rechtszaak 0. Nee

1. Ja

C5: In het artikel wordt gerefereerd naar individuen of partijen die zichzelf verdedigen tegen kritiek

Voorbeeld: Shell stelt steevast dat oliedieven het grootste deel van de lekkages veroorzaken, Shell blijft erbij dat de zaak niet thuishoort in Nederland

0. Nee 1. Ja

D. Responsibility frame

D1: In het artikel wordt gesuggereerd dat een politieke instantie de mogelijkheid heeft om te bemiddelen bij het issue

Voorbeeld: Deze discussie werd gisteren voortgezet in de rechtbank in Den Haag, dat heeft de rechtbank in Den Haag vanochtend bepaald

0. Nee 1. Ja

D2: In het artikel wordt gesuggereerd dat een politieke instantie verantwoordelijk is voor het issue

Voorbeeld: de Nigeriaanse overheid zelf heeft bijgedragen aan deze ellende 0. Nee

1. Ja

D3: In het artikel worden oplossingen voor het issue beschreven

Voorbeeld: is Shell in staat zijn olie-installaties extra te beveiligen om lekkage te voorkomen 0. Nee

(23)

D4: In het artikel wordt gesuggereerd dat een individu, groep of bevolking verantwoordelijk is voor het probleem

Voorbeeld: Shell wordt verantwoordelijk gehouden voor de milieuproblemen en de economische schade

0. Nee 1. Ja

D5: In het artikel wordt gesuggereerd dat het issue een grote urgentie nodig heeft

Voorbeeld: het is van groot belang dat dit probleem voor de Nigeriaanse boeren snel wordt opgelost

0. Nee 1. Ja

E. Economic-consequences frame

E1: In het artikel wordt gesproken over financiële verliezen of winst in het heden of de toekomst

Voorbeeld: Shell gaat de olievervuiling opruimen. Het concern draagt de kosten, die op 150 tot 500 miljoen dollar worden geschat

0. Nee 1. Ja

E2: In het artikel wordt verteld over de kosten en moeite die bij het issue gemoeid zijn Voorbeeld: behalve compensatie voor lokale vissers en dorpen eist de Nigeriaanse regering ook schadevergoeding voor het opruimen van de olie en voor de gemaakte juridische kosten

0. Nee 1. Ja

E3: In het artikel wordt gerefereerd naar de economische consequenties van het doorzetten of tegenhouden van de huidige manier van werken

Voorbeeld: waarom dan toch doorgaan met pompen als dit tot ernstige milieuschade leidt en land en water onbruikbaar zouden zijn geworden voor Nigeriaanse boeren

0. Nee 1. Ja

(24)

F. Morality frame

F1: In het artikel wordt gesproken over God of een andere religieuze leider

Uitleg: verwijst het verhaal naar enige moraliteit, God of andere religieuze aspecten? 0. Nee

1. Ja

F2: In het artikel wordt ingegaan op de sociale goedkeuring van gedrag

Voorbeeld: men vraagt zich af hoe het kan dat een bedrijf als Shell niet in staat is zijn olie-installaties te beveiligen

0. Nee 1. Ja

F3: In het artikel wordt gesteld dat het de intentie is van de organisatie om slecht gedrag uit te voeren

Voorbeeld: deze ellende past goed in het plaatje van de foute neokoloniale multinational 0. Nee

1. Ja

G. Reputation consequences frame

G1: In het artikel wordt gesproken over imagoschade voor de organisatie door het issue in het heden of in de toekomst

Voorbeeld: Shell sjoemelt met onderzoeksgegevens van olielekkages in Nigeria en doet onvoldoende om de milieuschade te voorkomen. Dit alles kan leiden tot een aantasting van het imago van de multinational

0. Nee 1. Ja

G2: In het artikel wordt ingegaan op de publieke opinie over de organisatie

Voorbeeld: volgens milieuclubs en activisten is Shell laks met het opruimen van de olie en het dichten van de leidingen, men vindt dat Shell zeer subjectief, misleidend en onjuist is

0. Nee 1. Ja

(25)

Voorbeeld: Shell, de grootste olieproducent in Nigeria, zou lekkages ten onrechte toeschrijven aan sabotage

0. Nee 1. Ja

G4: In het artikel komt de evaluatie van de organisatie door stakeholders naar voren Voorbeeld: de zaak wordt door diverse partijen gezien als een doorbraak in het ter verantwoording roepen van Shell

0. Nee 1. Ja

H. Verantwoordelijke actor(en)

H1: Welke actor wordt in het artikel verantwoordelijk gehouden voor het issue? 1. Multinational Shell

2. Nigeriaanse Overheid

3. Externe factoren (zoals sabotage aan oliepijpleidingen of klimaatomstandigheden) 4. Niemand wordt verantwoordelijk gehouden

(26)

Appendix II: Resultaten intercodeurbetrouwbaarheid

Frames Variabele S-Lotus

Human-interest frame

1. In het artikel wordt het verhaal vanuit een

persoonlijke invalshoek bekeken 0,82 2. Het artikel bevat bijvoeglijk naamwoorden 0,90

3.

In het artikel wordt aangegeven in hoeverre individuen of groepen door het issue problemen

ondervinden 0,82

4. In het artikel wordt gerefereerd naar mensen die

indirect betrokken zijn bij het issue 0,88

Conflict frame

1.

In het artikel komen meningsverschillen tussen partijen, individuen, groepen of landen naar

voren 0,82

2.

In het artikel verwijt een van de partijen, individuen, groepen of landen de schuld aan de

ander 0,90

3. In het artikel worden twee kanten van het issue

laten zien 0,94

4. In het artikel gaat het over winnaars en/of

verliezers 0,78

5. In het artikel wordt gerefereerd naar individuen

of partijen die zichzelf verdedigen tegen kritiek 0,82

Responsibility frame 1.

In het artikel wordt gesuggereerd dat een politieke instantie de mogelijkheid heeft om te

bemiddelen bij het issue 0,84

2.

In het artikel wordt gesuggereerd dat een politieke instantie verantwoordelijk is voor het

issue 0,90

3. In het artikel worden oplossingen voor het issue

(27)

4.

In het artikel wordt gesuggereerd dat een

individu, groep of bevolking verantwoordelijk is

voor het probleem 0,90

5. In het artikel wordt gesuggereerd dat het issue

een grote urgentie nodig heeft 0,68

6. Welke actor wordt in het artikel verantwoordelijk

gehouden voor het issue? 0,84

Economic-consequences frame

1. In het artikel wordt gesproken over financiële

verliezen of winst in het heden of de toekomst 0,82

2. In het artikel wordt verteld over de kosten en

moeite die bij het issue gemoeid zijn 0,72

3.

In het artikel wordt gerefereerd naar de

economische consequenties van het doorzetten of

tegenhouden van de huidige manier van werken 0,68

Morality frame

1. In het artikel komt een morele boodschap naar

voren 0,62

2. In het artikel wordt gesproken over God of een

andere religieuze leiders 0,90

3. In het artikel wordt ingegaan op de sociale

goedkeuring van gedrag 0,82

4. In het artikel wordt gesteld dat het de intentie is

van de organisatie om slecht gedrag uit te voeren 0,88

Reputation consequences frame

1.

In het artikel wordt gesproken over imagoschade voor de organisatie door het issue in het heden of

in de toekomst 0,80

2. In het artikel wordt ingegaan op de publieke

opinie over de organisatie 0,84

3. In het artikel wordt gesproken over de

bekendheid van de organisatie 0,72

4. In het artikel komt de evaluatie van de

organisatie door stakeholders naar voren 0,80

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor deze categorie is niet per afvalstof van bijlage IX deel A van RICHTLIJN (EU) 2018/2001 nagegaan welke ZZS aanwezig kunnen zijn. ILT vindt het noodzakelijk dat de ZZS

Tijdens het openbaar onderzoek kunnen er standpunten, opmerkingen of bezwaren over de aanvraag worden ingediend bij het college van burgemeester en

Wetenschappers die recent een collectie van oude schelpen bestudeerden, waren verrast omdat ze niet enkel geen bewijs voor evolutie in de specimens vonden, maar wel duidelijk

Wij willen verder opmerken dat de groothandelsmarkt voor gas een internationale markt is, waarvan de ontwikkelingen op zijn minst regionaal (in Europees verband) en in toenemende

15 september 1998, inzake bovengenoemd onderwerp, delen wij u mede dat hierbij een 6&#34; hogedruk Ethyleen leiding is betrokken. 6&#34;

Van losse commando's naar een shell script. Ubuntu release party

In de hoofdredactie van het Nieuw Archief voor Wiskunde is een wisseling van de wacht gaande; Ferdinand Verhulst treedt op 1 april aanstaande af en wordt opgevolgd door Jan van

• De prijs per eenheid UMTS zal in Nederland lager worden dan in andere landen, omdat de lage opbrengst van de veiling leidt tot (relatief) lage constante kosten voor de