• No results found

Onderzoek in natuurtuinen, deel 1: Waarom onderzoek?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek in natuurtuinen, deel 1: Waarom onderzoek?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoek

in natuurtuinen

1.

Waar

om o

nderzoek?

Ger Londo

Bij de redactie van Oase is ge­ bleken dat er onder de lezers be­ hoefte bestaat aan informatie omtrent onderzoek in natuurtui­ nen. Het is de bedoeling om daarover in diverse artikelen het een en ander mee te delen. Het betreft allereerst het botanisch onderzoek; daarna zal ook ander (o.a. zo6logisch) onderzoek aan de orde komen.

Maar allereerst wordt de vraag ge­ steld: waarom onderzoek in natuur­ tuinen? En waarom onderzoek spe­ ciaal in natuurtulnen en niet in wil­ de-plantentuinen?

We zullen met de laatste vraag be­ ginnen. In een wilde-plantentuin wordt het sortiment op peil gehou ­ den door selectiet wieden en door aanplanten en uitzaalen. Wanneer we jaarlijks een lijst bijhouden van de plantesoorten die in de tu in groeien , zal het verschijnen of ver­ dwijnen, ofwe I een toename of at­

name van soorten, in de eerste

plaats veroorzaakt worden door on­ ze eigen handelingen zoals voor­

noemd . En naar zulke kunstmat ige processen die je zelf in de hand hebt, hoef je niet direkt onderzoek te doen . Je weet eigenlijk wei waar­ . om de steenanjer in je wilde-plan­ tentuin verdwenen is. Door tijdsge­ brek is er te weinig gewied en is deze lage soort overgroeid door b.v. de hoge beemdooievaarsbek.

Het vorige betekent niet dat aile on­ derzoek in wilde-plantentuinen on­ nodig of zinioos is. Het jaarlijks bij­ houden van een soortenlijst kan best nuttig zijn als je een bepaald sortiment (b.v. de streekflora) in stand wilt houden . Maar dat noem je niet direkt onderzoek. En verder kun je natuurlijk in een wilde-plan­ tentuin allerlei interessante waarne­ mingen doen over bijvoorbeeld de bloembestuiving . Oat is echter niet het onder zoek waaraan ik in de

eerste plaats denk: dat is onder­ zoek naar spontane of natuurlijke processen zoals die zich in de na­ tuurtuin afspelen. Weliswaar wor­ den daarin ook wei soorten uitge­ zaaid en uitgeplant, maar dat ge­ beurt voornamelijk bij de aanleg. Daarna vindt een (grotendeels) spontane ontwikkeling plaats waar­ door een vegetatie ontstaat. Oat is ons studieobjeet.

Het is goed om hier even nader in te gaan op de begrippen 'vegetatie' en 'flora', die nogal eens worden verward.

Onder vegetatie verstaan we de ruimtelijke massa van plantenindivi­ duen in sam enhang met de plaats waar zij groeien en in de rangschik­ king die zij uit zichzelf hebben aan­ genomen (Westhoff , 1965). Een ve­ getatie is dus iets concreets, iets waar je doorheen kunt lopen. Het is een begroeiing waar de soorten zelf hun plekjes zoeken , waar dus zelfordening optreedt. Een border of een begroeiing in de wilde-plan­ tentuin is dus geen vegetatie; daar groeien de soorten zeals de mens ze geplant of gezaaid heeft. Maar

graslanden, heiden, moerassen en

bossen behoren wei tot de vegeta ­

tie. Onze cultuurbossen vormen

een grensgeval. De bomen zijn er door de mens gerangschikt, maar de rarigschikking van de kruiden, mossen en veelal ook van de hees­ ters is spontaan.

In tegenstelling tot de vegetatie is de flora een abstract begrip. De flora van een geb ied behelst een Iijst van plantesoorten , varteteiten en andere systematische eenheden die in dat gebied worden aangetrof­ fen.

Voor de samenstelling van de ve­ getatie zijn nlet aileen de plante­ soorten belangrijk, maar ook de hoeveelheid waarin ze voorkomen.

Daarom bestaat een belangrijk deel van het vegetatieonderzoek uit tel­ len, meten of schatten van het aan­ deel dat iedere soort in de vegeta­ tie inneemt. Wanneer je dergelijk

onderzoek op dezelfde plek een

aantal jaren volhoudt, zie je ver­ schuivingen optreden .

Vooral in pas ontstane situaties , bij­ voorbeeld een recent aangelegde

Spontane ontwikkeling pioniervegetatie in heemtuin Muntendam Foto: Willy Leufgen

(2)

natuurtuin , doen zich grote veran­ deringen voor in samenstelling en in talrijkheid van de soorten. Later, althans bij een constant beheer, nemen die veranderingen af en kan een min of meer constante eindsi­ tuatie ontstaan.

Uit de veranderingen kan allereerst bepaald worden in welke richting de vegetatieontwikkeling zich be­

weegt en of deze overeenstemt met de verwachting. Want bij de aanleg van de natuurtuin zijn be­ wust allerlei milieus qecreeerd om daar bepaalde vegetat ies te laten

ontstaan. Daarnaast kan aan de

vegetatieontwikkeling beoordeeld worden of het gevoerde beheer juist is of moet worden bijgesteld . Ais bijvoorbeeld in een grasland ruigtkruiden gaan toenemen, duidt dat in de regel op te weinig of te laat in het jaar maaien. Door in plaats van eenmaal tweemaal per jaar te maaien, ofwei door het maaitijdstip te vervroegen, wordt de ruigtevorming tegengegaan en het grasland in stand gehouden.

Verder kunnen we door dergelijk periodiek vegetatiekundig onder­ zoek veel interessants te weten ko­ men over de vegetatieontwikkeling zelf, over het gedrag van

plante-Invloed van spontane bemesting? soorten en over processen in het milieu.

Hiermee hebben we, althans voor

een deel, ook de eerste vraag be­ antwoord. Onderzoek in de natuur­ tuin heeft zeker zin! Het is hier ei­ genlijk net zoals bij het onderzoek ten behoeve van het natuurbeheer en de natuurontwikkeling. Ook daar moet je een vinger aan de pols houden door middel van vegetatie­ kundig onderzoek, o.a. om tijdig te kunnen bijsturen wanneer dat no­ dig is. Het beheer van natuurtuinen

Foto: Willy Leufgen

is natuurbeheer in het klein. Want in deze mikrokosmos spelen zich dezelfde of nauwverwante proces­

sen at ats in de makrokosmos. De­

ze makrokosmos leren we daar­

door ook beter begrijpen.

0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Action specifications were, for example, the name of the mindfulness exercise that was started or which text message was viewed and was used to identify the number of unique actions

Tuomarla (1999) donne l’exemple ci-dessous pour montrer qu’il y a également des exemples dans lesquels on trouve une structuration (pseudo-) dialogique, ce qui veut dire que le

• Onderzoek naar de grootte van de broedpopulaties van alle soorten ster- nen, meeuwen en plevieren in de Zeebrugse Voorhaven via tellingen en inventarisaties, deze gegevens worden

This woman’s ability to overcome all the obstacles she faced, proved a faith deep enough to let Jesus bless her with grace and the healing of her daughter.. It is, however,

Van den Berg is with the with the Water Pollution Monitoring and Remediation Initiatives Research Group of the CoE in carbon-based fuels and the School of Chemical and

19 The Policy Statement also aims to "ensure transparent and competitive electricity market operations where participating players have equal

Gideon de Jong (2018) waarschuwt, in zijn artikel “Ethische Adviescommissie en praktijkgericht onderzoek, een ongelukkig huwelijk”, het Nederlandse hbo voor de gevaren van ethische

Onderzoeken naar kijkmotieven voor reality TV in het algemeen tonen dit aan (Rubin, 1983; Nabi, Biely, Morgan & Stitt, 2003; Papacharissi & Mendelson, 2007) en