Galblaas verwijderen
(conventioneel)
H .2 5 3 1 0 0 .0 6 21Pagina 2 van 8
Inleiding
De galblaas is een klein peervormig orgaan dat aan de onderzijde van de lever ligt, rechts boven in de buik. De galblaas is door gangetjes verbonden met de lever en met het eerste deel van de dunne darm (de twaalfvingerige darm). Gal is een vloeistof die belangrijk is voor de vertering van vetten. Gal wordt continu aangemaakt in de lever en afgevoerd naar de galblaas, waar het wordt ingedikt en opgeslagen. Zodra er voedsel in de darm komt, vooral bij vet voedsel, perst de galblaas de gal via de afvoerbuis naar de dunne darm. Wanneer de galblaas is verwijderd wordt deze functie overgenomen door de lever en de galgangen.
De meest voorkomende aandoening van de galblaas is de vorming van galstenen. Galstenen geven niet altijd aanleiding tot klachten. Alleen bij klachten van de galstenen is een verwijdering van de galblaas nodig. Ook kan een operatie nodig zijn wanneer de galblaas ontstoken raakt.
U heeft samen met uw arts besloten tot een operatie om de galblaas te verwijderen. Het is een operatie waarvoor u ongeveer twee tot vier dagen wordt opgenomen.
Wachtlijst
U komt op de wachtlijst bij het Bureau Patiënten Logistiek. U krijgt schriftelijke bericht wanneer u geopereerd of behandeld wordt.
Wat neemt u mee en hoe checkt u in
Neem een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs, ID-kaart of vreemdelingenID-kaart) mee.
Saxenburgh Medisch Centrum: Met uw identiteitsbewijs dient u bij de incheckzuil in te checken en uw gegevens te
controleren. Let dus goed op de juistheid van uw gegevens en wijzig deze zo nodig.
Nadat uw gegevens gecontroleerd zijn, ontvangt u via de incheckzuil een afsprakenticket met daarop de instructies over uw afspraak/afspraken en de route(s) ernaartoe.
Pagina 3 van 8
Voorbereiding thuis
U blijft nuchter.
Gebruik na het douchen geen bodylotion, make-up en nagellak.
Draag geen sieraden of piercings. Laat uw waardevolle spullen thuis.
De operatiedag
Men kan niet precies zeggen hoe laat u aan de beurt bent om geopereerd te worden. Operaties duren soms langer dan verwacht en er kan een spoedoperatie tussendoor komen. U krijgt operatie kleding aan.
Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat, bril of contactlenzen doet u dan uit. Daarna houdt u bedrust. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte
van de operatiekamer. Het infuus wordt ingebracht.
Daarna gaat u naar de operatiekamer.
De operatie
Een kijkoperatie is in uw geval niet mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat er eerder in de buik geopereerd is, waardoor er littekenweefsel aanwezig is. De arts heeft besloten tot een traditionele ‘open’ galblaasoperatie, waarbij een snee van 12-15 centimeter wordt gemaakt aan de rechterzijde van uw buik langs de ribbenboog. De galblaas wordt vervolgens via deze weg losgemaakt en verwijderd. Mogelijk laat de arts in dit geval een drain achter om wondvocht te kunnen afvoeren.
Het herstel verloopt over het algemeen wat langzamer dan na een kijkoperatie, omdat er een grotere wond is.
Het weefsel dat tijdens de operatie wordt weggenomen, wordt opgestuurd naar een laboratorium voor weefselonderzoek. De uitslag van dit onderzoek is na vijf tot zevendagen bekend.
Pagina 4 van 8
Na de operatie
U krijgt een injectie om trombose te voorkomen. Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer.
U heeft enkele slangetjes in uw lichaam om verschillende functies van uw lichaam te ondersteunen:
o infuus: om te zorgen dat u voldoende vocht krijgt; o mogelijk een wonddrain voor afvoer van wondvocht. Als de narcose voldoende is uitgewerkt en de
lichaams-functies zoals bloeddruk, hartritme en ademhaling stabiel zijn gaat u terug naar de afdeling.
Terug op de verpleegafdeling
Regelmatig worden uw pols, bloeddruk en temperatuur gecontroleerd, evenals de wond.
Er wordt een vochtbalans bijgehouden (hoeveel vocht krijgt u binnen en hoeveel vocht komt er weer uit).
U mag eten en drinken.
Als u een maagsonde heeft mag u een slokje water. Als u kunt, wordt er begonnen met mobiliseren, dit wordt
dagelijks uitgebreid. De verpleegkundige helpt u hierbij.
Mogelijke complicaties
Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Voorbeelden zijn nabloeding en wondinfectie.
Na de operatie kan de huid rondom het operatiegebied (tijdelijk) gevoelloos zijn. Vaak herstelt zich dit.
De dagen na de operatie
De fysiotherapeut helpt u zo nodig met de ademhalingsoefeningen en met het mobiliseren.
De arts bepaalt wanneer de verschillende slangetjes uit uw lichaam mogen worden verwijderd.
Als de ontlasting niet spontaan op gang komt krijgt u een laxeermiddel.
Pagina 5 van 8
Naar huis
De arts vertelt u wanneer u naar huis mag. U krijgt een afspraak (toegestuurd) voor een poliklinisch controle waarbij ook de uitslag van het weefselonderzoek met u wordt besproken.
Nazorg
Na 48 uur is uw wond dicht, dus vanaf ontslag (en vaak al tijdens de opname) mag u weer douchen. De wond
voorzichtig droog deppen en eventueel voorzien van nieuwe pleister. Als uw wond geen wondvocht meer afscheidt hoeft er geen pleister meer op.
Het eten mag u langzaam uitbreiden; goed “luisteren” naar uw eigen lichaam en de porties daarop aanpassen.
De eerst zes weken moet u voldoende rust nemen; uw activiteiten langzaam opvoeren en ook hierbij goed luisteren naar uw eigen lichaam. In overleg met uw arts bepaalt u wanneer u uw eigen werkzaamheden weer kunt hervatten.
Verhindering
Mocht u door een dringende reden verhinderd zijn, dan meldt u zich af bij Bureau Patiëntenlogistiek.
Bereikbaar vanaf maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur. (0523) – 27 68 06
Vragen
Heeft u na de operatie thuis nog vragen of doen zich problemen voor, neem dan contact op met het ziekenhuis:
Van maandag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur kunt u contact opnemen met polikliniek Chirurgie.
0523 – 27 63 10
Op werkdagen tussen 16.30 uur en 8.30 uur, in het weekend en op feestdagen kunt u contact opnemen met het Acuut Centrum door te bellen naar (0523) - 27 60 00, vervolgens kunt u vragen naar het Acuut Centrum.
