• No results found

Verbetering van de vruchtzetting van courgettes met groeiregulatoren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verbetering van de vruchtzetting van courgettes met groeiregulatoren"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STICHTING PROEFSTATION VOOR DE TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Verbetering van de vruchtzetting van courgettes met groeiregulatoren.

Door:

W. van Ravestijn en M. Mol

(2)

INHOUD PAGINA 1. Inleiding 1 2. Proefopzet 1 3. Resultaten 2 3.1. Het spuiten. 2 v 3.2. Spuitschade 3 3.3. Vruchtafwijkingen 3 4. Opbrengst 3 »

4.1. Aantal vruchten per plant/per vak 4 4.2. Gemiddeld vruchtgewicht en opbrengst in gewicht 4

5. Conclusie 5

Bijlage 1

Bijlage 2 bladzijde 1, 2 én 3 Bijlage 3 bladzijde 1 en 2 Grafiek 3a, 3b, 3c, 3d, 3e, Bijlage 4 bladzijde 1 en 2

(3)

-1-Verbetering van de vruchtzetting van courgettes met groeiregulatoren. Proef I. Oriëntatie van middelen, concentraties en toepassingswij ze.

Hijê: Herfst 1978 (gespoten van eind augustus tot half oktober).

Plaats: Bloemenkas A 13 - kap 6.

Proefnemers: Wil van Ravestijn en Ment Mol. Uitvoering: De proefnemers.

1. Inleiding

Bij het bestaande rassenassortiment is bestuiving een voorwaarde voor de vruchtzetting

%

Zonder bestuiving groeien de vruchtbeginsels nauwelijks uit en rotten snel weg. In de herfst is de bestuiving door insekten (bijen) onvoldoende. Daarom is onder­ zocht, of groeiregulatoren bestuiving kunnen vervangen en parthenocarpe uitgroei van de vruchtbeginsels kunnen geven. Uit het oogpunt van arbeid, is een éénamlige of slechts enkele malen te herhalen plantbespuiting te verkiezen boven het spuiten van de vrouwelijke bloemen, omdat deze snel uitbloeien en dan gaan rotten. Frequent spuiten is dus een vereiste.

Omdat wij geen ervaring met het spuiten van groeiregulatoren op courgettes hebben en de gegevens uit de literatuur evenmin veel informatie verschaften, is gekozen voor een groot scala van middelen. Er is zowel over de gehele plant als in de bloemen gespoten. De meeste behandelingen zijn bloembespuitingen, omdat hierbij de kans op schade minder groot is en gemakkelijker tot aangepaste concentraties kan worden overgegaan, hoewel deze werkwijze voor de praktijk arbeidsintendief is.

De proef in zijn geheel draagt een sterk oriënterend karakter en is voornamelijk be­ doeld om een enigszins geschikte werkwijze te vinden voor vervolg-proeven.

2. Proefopzet

De proef is in 2 voud uitgevoerd (zie plattegrond). Per vakje zijn 2x2 gebruikt. De volgende behandelingen zijn vergeleken;

A. Onbehandeld (Af en toe handbestuiving). B. GA 100 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten

200 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten 100 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten 200 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten 100 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten 200 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten H. Procarpil 50 dpm vrouwelijke bloemen spuiten I. Procarpil 100 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten K. Chloorflurenol 50 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten L. Chloorf lurenol 100 dpm, vrouwelijke- bloemen spuiten

- 4 planten C. GA 4+7 D. BNOA E. BN OA F. 4 CPA G. 4 CPA

(4)

-2-M. BA 50 dpm, vrouwelijke • bloemen spuiten N. BA 100 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten

O. BNOA 100 dpm + 2.4. D 2.5 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten.

P. Chloorflurenol 10 dpm, de gehele plant spuiten vanaf 25 september echter: BA 50 dpm + 2.4D 2.5 dpm, vrouwelijke bloemen spuiten.

Q. 4 CPA 50 dpm, de gehele plant'spuiten.

De plattegrond is in bijlage 1 opgenomen. Bijlage 2 geeft aanvullende gegevens be­ treffende de gebruikte middelen en het maken van de oplossingen. In bijlage 2 zijn tevens de verspoten hoeveelheden spuitvloeistof opgenomen.

De eerste bespuiting is op 29 augustus uitgevoerd, de laatste bespuiting vond op 13 oktober plaats.

Aanvankelijk is éénmaal per week gespoten. Voor de bloembespuitingen bleek dit al snel onvoldoende te zijn. Daarom is vanaf 25 september drie maal per week gespoten. Door "verdwaalde" bestuivers (voornamelijk hommels) trad naar willekeur bestuiving op. Daarom zijn vanaf de tweede bespuiting (5 september) regelmatig de mannelijke bloemen en bloemknoppen verwijderd, aangezien het dichtmaken van de vrouwelijke bloemen door knijpers (groot en klein) niet lukte. Door de groei van de bloemen scheurden de kronen, waardoor de stempel toegankelijk werd voor bestuivers.

3. Resultaten

3.1. Het spuiten

Het uitvoeren van de plantbespuitingen in de kas is met een handspuitje uitgevoerd. Zowel de boven als de onderkant van de bladeren zijn bespoten. Door het blad op te tillen is getracht de planten van de ernaast gelegen vakjes niet met spuitvloeistof te raken. Dit lukte vrij aardig maar vroeg veel tijd.

Aanvankelijk is slechts éénmaal per week gespoten om tijd uit te sparen. Om toch zo veel mogelijk vruchtbeginsels tot uitgroei te stimuleren is als volgt gespoten: a. de open bloeiende bloemen in de kroon op de stempel (alle bespuitingen). b. de juist uitgebloeide bloemen op de stempel door 't openscheuren van de kroon

( 29/8 + 25/9).

c. de juist uitgebloeide bloemen op het Stempeleinde, als zowel de kroon als de

stempel waren afgevallen (29/8 + 25/9). ,

d. jonge bloemknoppen met gesloten kroon op het vruchtbeginsel (29/8).

Deze methoden voldeden,geen van alle erg goed, uitgezonderd a, zodat vanaf 25/9 drie­ maal per week de bloemen zijn bespoten.

(5)

-3-3.2. Spuitschade.

Binnen één week was duidelijke schade te zien bij de plantbespuitingen met 4 CPA (= beh. Q). De opgelopen schade was hierbij zo ernstig, vooral nà 5 september, dat daarna niet meer op deze planten is gespoten.

Het spuiten van de lage concentratie chloorflurenol op de planten gaf geen schade aan de planten. Deze planten zijn vier maal gespoten, daarna is gestaakt met het plant bespuiten en is overgegaan op het spuiten van de vrouwelijke bloemen met BA 50 dpm + 2.4.D 2.5 dpm.

Ook bij de bloembespuitingen is schade opgetreden, waarbij men wel in gedachte moet houden, dat een enkele maal ook de vruchtbeginsels zijn bespoten, zodat daardoor

\

de schade is gestimuleerd (meer vloeistof gebruikt, meer kans op het natmaken van het blad en een groter opname apparaat).

Bij het spuiten op de bloemen gaf 4 CPA de meeste schade, vooral de hoogste concen­ tratie. Chloorflurenol (beide concentraties) gaf ongeveer evenveel schade als de lage 4 CPA concentratie. Lichte plantschade gaf BNOA bij beide concentraties en na toevoeging van 2.4. D. Schadevrij waren behalve de uitsluitend bestoven grog?planten, de planten behandeld met GA^+^, Procarpil en BA, ook als hieraan 2.4.D was toege­

voegd.

3.3. Vruchtafwijkingen

Gedurende de oogst is waargenomen, dat sommige vruchten een knotsvorming stempel-einde vertoonden (type trommelstok) . Geen afwijkende vruchtvorm vertoondenbestuiven 4 CPA, en chloorflurenol. Bij GA^+^ en Procarpil trad nauwelijks vruchtafwijking

op en in beide gevallen gaf de hoge concentratie minder afwijkende vruchten dan de lage concentratie.

BNOA gaf vooral bij de hoge concentratie veel (10) afwijkende vruchten, BA eveneens, vooral de lage concentratie al dan niet gecombineerd met 2.4.D (respectievelijk 7 en 8 vruchten) terwijl de hoge concentratie BA veel minder knotsvorminge vruchten leverde (3).

4. Opbrengst (bijlage 3)

Gezien het oriënterende karakter van deze proef is alleen van de totaal-opbrengst een wiskundige analyse gemaakt (bijlage 4). Het verloop van de oogst is in bijlage 3 opgenomen. In bijlage 3a tot en met 3e zijn de geoogste vruchten per 2 oogstdagen grafisch weergegeven.

(6)

-4-4.1. Aantal vruchten per plant/per vak (= 4 planten)

De controle planten, waarbij de bloemen ongeveer 3x per week met de hand zijn bestoven, hebben gemiddeld 4.5 vruchten per plant geleverd. Bij dagelijkse bestui­ ving, zou ongetwijfeld de produktie veel hoger hebben gelegen.

Worden de bloemen bespoten, dan voldoen 4 CPA en BNOA het beste met respectievelijk 9,1 en 7,4 vruchten per plant. Minder werkzaam maar toch beter dan de controle zijn BA en Procarpil met respectievelijk gemiddeld 6,1 en 5,1 vruchten per plant. De minste resultaten zijn bereikt met en chloorflurenol (respectievelijk 3,0

en 2.5 vruchten per plant).

Bij 4 CPA is de laagste concentratie verreweg 't produktiefst. Gezien de opgetreden schade moet 100 dpm als maximale concentratie worden beschouwd, 200 dpm vertoond ver­ schijnselen van overdosering.

Bij BNOA is geen duidelijk verschil tussen de twee concentraties aanwezig. Bij BA is de hoge concentratie beter dan de lage concentratie. Wellicht kan het effect verbeterd worden door hogere concentraties. Het toevoegen van weinig (2.5 dpm) 2.4.D aan de lage concentratie BA geeft geen verbetering van het aantal geoogste vruchten.

Procarpil geeft een duidelijk hogere vruchtproduktie bij toepassing van de hocgste concentratie. Wellicht is hier nog niet de optimale concentratie toegepast en kan verhoging van de concentratie de produktie verder verbeteren.

Ga is,althans ten aanzien van de totaal produktie aan vruchten nadelig. Aange­ zien de lage concentratie minder nadelig is dan de hoge concentratie, kan hier spra­ ke zijn van overdosering.

Chloorflurenol heeft geen verbetering van de zetting gegeven. Concentratie verschil­ len zijn niet aanwezig. Het is dan ook moeilijk om hierbij aan te geven of de ge­ bruikte concentraties te hoog of te laag zijn. Aangezien totaal geen schade is opge­ treden, denkt men eerder aan een te lage dosering of aan een te geringe werkzaamheid van de stof.

De plantbespuitingen hebben in deze proef niet voldaan, chloorflurenol door het uit­ blijven van enig effect en 4 CPA door ernstige schade aan de planten. Respectieve­ lijk verhoging en verlaging van de concentratie kan hierin misschien verbetering brengen.

•k

4.2. Gemiddeld vruchtgewicht en opbrengst in gewicht.

Hoewel de vruchtgewichten van behandeling tot behandeling sterk kunnen varieren ( het laagste gemiddelde vruchtgewicht is 357 g bij 200 dpm BNOA en het hoogste is 459 g bij 100 dpm BA), verandert dit toch weinig aan het totaal beeld.

(7)

-5-Alleen het verschil tussen BNOA en BA wordt hierdoor gering en valt ten gunste van BA uit ten aanzien van de totaal produktie in gewicht.

Globaal genomen geven lagere concentraties een wat hoger gemiddeld vruchtgewicht dan de hoge concentraties groeiregulatoren. Dit duidt erop, dat de toegepaste concen­ traties meestal te hoog was en de lagere concentratie dichter bij het optimum zal hebben gelegen. Gemiddelde waarden zeggen in deze echter niet veel. Men werkt immers met afzonderlijke stoffen, die elk hun eigen optimum zullen hebben.

5. Conclusie

De belangrijkste resultaten kunnen als volgt worden samengevat.

1. 4 CPA 100 dpm in de open bloem gespoten heeft de beste resultaten gegeven, hoewel de kans op plantschade bij deze behandeling aanwezig is. In deze proef is echter de schade mogelijk versterkt door aanvankelijk de gehele (jonge) vruchtbeginsels te spuiten. Geen vruchtafwijkingen zijn hierbij opgetreden. 2. Tevens perspectief bieden BNOA, BA en Procarpil. Vooral de laatste 2 stoffen

geven betere resultaten bij de hoogst toegepaste concentratie. Wellicht geven nog hogere concentraties een betere uitgroei van de vruchtbeginsels.

Bij BNOA is enige plantschade opgetreden, bij BA en Procarpil niet.

Knotsvormige vruchten zijn in sterke mate opgetreden bij BNOA (vooral de hoge ,»concentratie) en BA ( iets minder dan bij BNOA).

Procarpil vertoont weinig afwijkende vruchten.

3. GA4+7 en chloorflurenol zijn in deze proef niet werkzaam gebleken. Wellicht moet

d-it aan een onjuiste concentratie worden toegeschreven.

4. De plantbespuitingen hebben in deze proef niet voldaan, 4 CPA door de sterke plant­ schade,chloor fluronol door geen werking. Ook hier kan de concentratie respectieve­ lijk te hoog en te laag zijn geweest.

5. Voordat het onderzoek zich verder richt op het vergelijken van middelen en con­ centraties, is het nodig de minimale spuitfrequentie te bepalen door bijvoorbeeld

100 of 75 dpm 4 CPA in de bloemen te spuiten. Tevens dan nagaan of dagelijks of wekelijks de oplossingen moeten worden ververst.

(8)

16

D

32 B

15

I

31 K

K E

30 N

13

M

B.P

12

0

B.P

11

C

B.P

10

H

29 F

9

P

28 I

8

G

27 M

7

L

26 Q

6

N

25 A

5

B

24 P

4

Q

23 D

3

F

22 0

2

K

21 G

1

A

20 L

B.P.

19 C

B.P.

18 H

B.P.

17 E

Bijlage 1. Courgettes herfst 1978

Vruchtzetting met behulp van groeire-gulatoren

A 13 kap 6.

Proef in tweevoud Per veld 4 planten

Plantafstand 60 x 150 cm

BP: Egyptische parthenocarpe planten Behandelingen: (zie blz. 1 + 2 A t/m

Q) •

(9)

Bijlage 2 biz. 1

Ga4+7 = een mengsel van gibberellazuurno 4 + 7. Dit is een vloeistof met 99% werk­

zame stof.

BNOA = B naphthoxyazijnzuur (poeder + 100%). No Seed en Fulset bezitten BNOA als werkzame stof.

4 CPA = 4 - chlorophenoxyazijnzuur (poeder + 100%). 4 CPA is de werkzame stof van Tomatotone.

Procarpil= een frans vruchtzettingsmiddel voor tomaten. Het bevat 10.000 dpm 5,7 -dichloro - 4 - ethoxy - carbonyl methoxy - 2,1,3,- benzo thiadiazole. Chloorflurencl= methyl - 2 chloro - 9 hydroxyfluorene (9) - carboxylate. Hier is C-élameick CME 74050 P met 0,5% werkzame stof gebruikt (emulsie). BA = benzyladenine (wit poeder + 100%).

2.4.D. = 2.4. dichloorphenoxy azijnzuur (poeder + 100%) 2.4. D zit (zat) in Tomafix .

Bereiding stock oplossingen:

BNOA - 1 g p NOA + 30 ml 1 N NaOH, na oplossen aanvullen tot 100 ml (maatkolf) = 10 mg per ml = 10.000 dpm.

4 CPA - zie BNOA

BA - 0,5 g BA + 15 ml 1 N NC1, na oplossen aanvullen tot 100 ml (maatkolf) = 5 mg per ml = 5.000 dpm.

2.4.D. - 25 g + 0,75 ml 1 N NaOH, na oplossen aanvullen tot 100 ml (maatkolf) = 0,25 mg per ml = 250 dpm.

De stockoplossingen worden in de koelkast bij + 4°C bewaard.

Bereiding gebruiksoplossingen

(A= handbestuiving = dagelijks uitvoeren, dit is echter maximaal 3x per week B = GA 4 + ? 100 dpm : 0,02 ml + 200 ml water geworden).

C = GA ^ + j 200 dpm : 0,04 ml + 200 ml water

D = BNOA 100 dpm : 2 ml stock + 198 ml water E. = BNOA 200 dpm : 4 ml stock + 196 ml water

F = 4 CPA 100 dpm: 2 ml stock + 198 ml water G = 4 CPA 200 dpm : 4 ml stock + 196 ml water

H = Procarpil 50 dpm ast. : 1 ml + 199 ml water I = Procarpil 100 dpm ast.: 2 ml + 198 ml water

K = Chloorflurenol 50 dpm ast : 0,2 ml + 200 ml water L = Chloorflurenol 100 dpm ast : 0,4 ml + 200 ml water

M = N =

BA 50 dpm : 2 ml stock + 198 ml water BA 100 dpm : 4 ml stock + 196 ml water

(10)

Bijlage 2 biz 2

O = BNOA 100 dpm + 2.4.D. 2,5 dpm : 2 ml BNOA stock + 2 ml 2.4. D stock + 196 ml water.

P = chloorflurenol 10 dpm ast : 0,1 ml + 500 ml water

vanaf 25 september is P, BA 50 dpm + 2.4 D. 2.5 dpm 2 ml BA stock + 2 ml 2.4.D stock + 196 ml water.

Q = 4 CPA 50 dpm : 5 ml 4 CPA stock + 495 ml water. Spuitvolgorde ( / = spoelen)

(11)

u 3 3 u 3 3 O co O m u <u <D 5 *0 •ro *H EH O -P O •P M 14 -P H •P rH H J* -P 3 3 3 U U 4J M rH rH 3 3 rH 3 rH C 3 3 3 1 0 1 0 rH 0 0 O 3 3 rH 3 £ 0 O O O 5 3 cn 0 O <U O <U M CO CO <1> co <D 3 CU tn tn S LO rH Xi rH -Û 3 <U • • jQ • Xi u rH rH <u 3 JQ rH CM CM O • • + W + CO rH rH tn rH T3 00 \ O O O -P + 4J O + G C • rH rH + rH O d) O <D CO 1 1 0 1 <D O -P • > 4J -P co •H co •H • u Cn rH H rH \ 1 M 1 • • rH d) O •H O <D O <U rH . t rH <D rH o^ + + rH CO c co W CO W 1 '0 LFL 0 O M m 0 1 1 1 G , é C • to • 0) S co G rH S c G O 0 ö 0 O •H O •H T O 'M 4) 0 • <D • 0 • 0 rH 'O rH N rH > H £ o\ £2 00 A a\ R0 a\ 0\ N <y\ N •P H 0 £ C C <D 0 0 -Q N N U U U 3 3 3 3 3 3 rH rH rH rH t rH rH 1 O O 1 O rH i—i rH O CM 00 rH rH I I I + + + + CU G\ in CM LO tn r- O CM o> tn CM CM co CM CO CM co CM CM rH rH co co O CM o PH co r-cr> co co CM CM CM CM r-CM 00 CM CM CO (N CM CM O CO rH + 1 00 53 00 r-J rH co CM rH 00 VD O •H VD co O co <yv CM 00 CO cr* co O co CO «—I vo C\ i co tn r-* o\ rH ro co 00 co CO H CM CM ^ rH C\ CM LO CO ^ H CO CM CM CM C a> -P c rH 04 CP c •H rH O *o c (Ö x; 0 JQ 1-1 <1> 01 Ui H M O Et| w u m CM rH in rH rH tn VO O <3> o> rH tn rH VD VD m 1 rH rH rH rH + O CO CM rH cr> tn 00 «sr 00 rH O O O CM rH rH r- rH rH CM rH rH rH CM CM CO + O O CM rH rH « O O rH CO O rH VO CM CM CM in rH rH 1—1 rH CM H CM rH CM CM CO CM 1 <—1 <3% tn O VO r- VD CO 00 a\ CF\ VD rH r- 00 rH o\ CM CM co co rH rH CO rH 1 rH co vo r- O tn co rH O rH rH + vo tn rH rH rH rH «3« CM rH 1 rH + O 00 00 O rH O CM tn O in o\ rH rH CM G\ tn rH 00 r- + O co rH tn O CO 00 rH VO CM 00 CTv CO CO O O rH rH 00 rH VD CM CM co rH rH rH CM CM +1 1—t VO r- VD 00 CO VD CO rH CM CO in tn 00 <j\ a\ rH CO CM CO CM co CM CM co CM • +1 4H +1 <U 0 r- u O 00 O 00 co rH VD CO VD 00 CM rH VD Çh CN rH rH CM rH CM CM CM rH Çh 1 iH <D Xi O C O 00 CO O r^ O r- 00 00 VD O VO <D vo r- 00 rH CM CO CM CM CM CM co CM 4J 1 ro •rH D C .Q • (1) rH > 4J O O +J T3 ra m £ 00 Oï o\ o\ crv 0\ a\ O O O O rH rH O C (0 4J 4J O \ \ \ \ \ \ rH rH rH rH \ \ O od x; C 0 3 a\ \ CM a\ in 0\ \ \ \ \ rH CO H O <0 C U CM in rH rH CM CM CM CM VD C\ rH rH

«

Cl) 03 < X >

(12)

O CP O rH O A» KP as rH ro m en co co O S • • • • • rH QJ m rH Kp rH Kp \ Ü> rH rH O CM -P O 00 E G m 00 \ <0 VO • 1—1 • r-4J 05 ro •A* ro ro rH o o o o O rH 00 VO o o ro 00 00 co vo 00 0> O * • • • • • *0 rH a> KP rH CM rH KP •ro \ CP rH rH •H VO N rH *0 -P ro ro <0 E c rH vo rH \ rO ro • a\ • JQ 4J to ro Kp CM ro rH ro o CP o H O <D rH 00 m ro CM CP • 00 CM vo ro «T tO S • • • • • rH O <u O rH o rH KP •ro rH CP rH rH •H \ CQ VO • -P O O E c O O \ <0 • KP • in jj to CN ro CM ro rH O vo O rH O CP m ro CM • CP OS VO ro S • • • • o <1J r* o rH vp rH •v N Di rH CM • -P ro O £ c rH O \ «5 r-> « « in •U tO rH CM CM ro rH O KP O rH O •H rH m ro CM • in 00 vo ro KP S • • T • CP <u VO o rH KP \ CP rH r-CM • 4-> ro O £ C to ro vo O • KP • in 4J fO rH rH CN ro rH O Kp O 00 O •—1 rH rH CO • m oo r- CM CM £ • • • • <p CD vo as rH \ CM CP CM • 4J ro ro E C vo vo \ (0 ro • rH • KP 4-> (0 rH rH CM CN rH O K* O 00 O rH rH rH ro • m 00 r^ CM CM > • • • • O» <D vo CP rH K* \ CP 00 rH • -P ro ro e c vo vo \ tO ro • 1—1 • KP -P to rH rH CN CM rH O KP O co O rH rH O co ro » in 00 LO rH CN £ • • • • CP 0) vo as rH KP \ CP ro rH • -p ro O £ c VO tn \ «3 ro • o • KP -P to rH rH CN CM rH O O O in O vo r- O CM CN • ro vo O vo m S • • • ai m in ro O \ \ DI 00 • -p 00 O B c ro m \ to rH • CN « rH •P <0 rH rH rH rH rH rH rH < 04 eu u Kj« O VO rO rH CN CM lO r-» CO ro o CM ro CP 00 00 O CM O O CO ^ O CM o ro o VO VO H • • r- H rH VO Kp CO O in r-m o •LO CO 00 CP ro oo 00 CM CP ro o to r* * CM KP in o CP • in oo co ro in io 00 oo as CM IO IO r-CT» CN IO LO r-o\ ro KP O CN r*- ^ o CP • in rH cp ro o r-CP KT KP CM ro co in • ro CM o r-CP • ro rH m ro ro co as rH as o ro CM ro r*-in h co ro KP • ro CM o o ^ CM ^ in ro ro in KP KP ro CM H V H tt J! ft O 00 o 00 O 00 o vo O CP O 00 O to O VO O VD vo in O rH in O rH 00 vo Kp o r- ro vo 00 in • • • • • • in CM vo 00 vo CM rH 00 00 vo CN CM ro VO LO • • • • • • • • • « • o CM rH CM H CM m ro CN 00 ro O rH rH CN rH CM CM *3« ro CM m rH CN ro O 00 O ^P in ro vo 00 lO ro m CP • vo in o ro r-a\ • O • rH • •*p o rH • ^p • r- • KP • rH m r- VO r- rH r— co rH VO r- r-H OS CN ro to vo 00 o ro O in O CP o ro O CP O vo O ro O vo 0 00 r- VO •çp ^P o 00 CM rH CO CP o O rH ro VO ro CP • • • • • • ro H vo rH LO m CO rH 00 VO VO r- CN ro vo 0 • • • • • • • • • • • 00 CM rH CN O CM ^p ^p ro CN r- ro CP rH 1—1 CM rH rH CM ro CM LO CN ro LO 00 CO ro CM 00 KP ro m CO CO ^p rH • VO ro CP rH tn « CP • rH • CN O rH • • m « KP • CP m VO in r^ rH r- 00 rH VO rH 00 CM ro LO VO o ro o CP O rH o CO o ro O O o KP 0 VO 0 CN m r- o CP 00 00 ** vo ro vp CP ro lO r- as 0 CM rH o tn CN ro m as vo CO CN ro KP O r- LO CM t • • * t • • • • r • • • • • • • • • r- CM o CN r- CN rH ro CN CM «ÇJ» ro 00 rH 0 CM CP rH CM ro ro CM lO CN CM ro O VO : LO O 00 LO VO LO O CN in ^p ro in • CN • • ^p • O • ro • CN • CN to KP «3* m tn vo CP vo r- . CP VO r^ rH 00 CM CM lO vo o vo o CP o ro o rH o o O rH O rH O CP 0 Cft ro rH CO o vo CP rH ro ro CN tn ro r^- 0 CN VO • • 00 r- O CP CM -^P o vo ro O CM o CM Kp tn t • • • • • • • • • • 9 • • • rH vo CM rH rH r- ro rH CN 00 ro 00 rH CP CM r-> rH rH ro CM CN rH CM O O tn ' co 00 00 ro ro m O r^- 00 CO 00 ro vo rH vo • O • vo • ro • tn • rH • rH • CP • 0 ro in •^p vo r- m vo rH r- CN CM VO r-o VO o vo o vo o co o rH O O rH O CP 0 o\ oo CP ro 00 ro ^p rH in ro CP CN LO ro LO rH 0 VO 00 CM o CP as CP rH VO ro LO r- CN o r- CM 0 • • • » • • • • ? • • • • • • • • • rH vo CM o rH VP ro 00 CM ro CM 00 rH r- CM vo rH rH ro CM r rH rH CM O 00 CP ro 00 O ro O tn 00 vo rH CO ^p uo vo lO vo • CP • lO • r- • f- • o • rH • KP m ro ro ^P r-* m <P in rH vo CM CN KP tn vo o o o vo o ro o rH O ^p O 00 O 00 O tn 0 CM CP CP as CP rH O ro LO r- vo lO in 0 in VO CP tn O LO <p O CN VO CP VO Kf ro • • •. • • • • • • « • • • • • ro rH rH rH tn rH o CN vo CM vo CM r- rH rH CP rH rH CN CM rH ro rH rH in LO O co tn VO 00 ro CM r- o 00 CM in ro rH • O • ^P • t-- • CN • CP CP • ro • CN ro ^p ro 00 VO ^P LO ^P tn 00 in rH CM ro KP tn o o o to o 00 O VO O o tn O O 0 ^P 0 CN a> CM vo tn o m ^p o r** vo CM r^ 00 ro m vo r- ^p CN tn vo CM as r- VO CP ro <P 0 00 • • • • • • • • • • • • • • • ro rH rH rH LO rH R^ CM ro rH rH rH r- rH rH 00 rH rH CM rH rH CO rH rH tn ro *3* LO ro KP LO 00 CN vo CP CN vo <P CN 00 ^P • CP • ro • CN • • CP • 00 • rH • as ro ^p CM ro vo ro to 00 ^p r*^ KP rH CM ro ro ** o o O 00 o as O VO o o m O VO 0 0 0 co rH vo CN ro r^- vp CP CN vo co lO to vo r-- rH 00 VO H CM O m vp rH m r- 00 00 00 rH CM • • • • • • • • t • • • • • • CM rH O r-H 00 rH rH rH CM rH ro rH VO CP rH VO rH rH CM rH rH CN rH O ro VO 00 00 ro ro in o rH tn ro 00 vo rH CM CM • tn • r- »• r- • rH • co • r- • VO • ro ro CM ro LO ro CM ro ro 00 in ro rH CN CM 00 KP o o^ o o rH O o O 00 o CP O rH 0 0 O rH co r- ro 00 rH vo vo o vo to ro 00 rH ro ro r- o vo ro r-* ro vo as 00 oo CN LO VO r-* as • • • • • • • « • vo m rH in vo CM KP LO CP rH rH 00 ro m ro ro CO 00 0 co vo r* vo rH 00 ro 0 m ro • 00 • ro r-O • rH • vo • r-rH rH rH rH CM rH rH rH rH CM ro rH rH rH rH CM CN H O M rH rH + rH rH rH + rH rH rH + P Ol w Pi a Ol CM 04 Ü Ol 04 w 04 M Û4 m

(13)

O £ rH O \ o en CN • 4J s c \ 4-> «5 <0 O rH VO £ <D cr» jj e c \ fij 4J fO £ O CD rH U> \ VO • -P e c \ 4-> fÖ fö > a> tr> CN 4-> G <0 <Ö s <* Û) o> CM 4J c nJ «J cr\ o CM CN • •P n C \ •P <Ö fÖ s CT» Q> \ CT» 00 rH • AJ e c \ (0 •P F0 £ a> x. cr» •P c (0 <D o*> \ 00 4-> e c \ 4-> (0 (0 O O CN O in co VO CM CM O O CM rH CN O m co vo O O o m CN H • • <Tv rH rH CM CO vo O CN O CN O O CO VO O O CM O CO CO CT» rH O CO CO cr» O co co O rH O m o in cm <y> co rH CM O H in co O 00 co vo W 04 J vo r-H CT\ O <T» O m VD co «ff O O O Cv O in vo co m o o oo vo in o o vo 00 co o\ r» oo in CN CM o^ r-oo in CM o o vo • co rH CM rH O VO O r* ^ r* oo r-oo co o O co vo co cr» in co 00 in o r- ^ r* r* CM co oo o o co m vo rH 00 O co in • o • CN *1* CM O CO co ro m o vo rH 00 O co in • o • CM <* CM O CO co co in o vo O o 00 «ff 00 co O 00 in m rH 00 CO ^ O VO iH r- "^r CN CO O in oo vo cr» co co cr» co co oo co oo O O CM O rH in cr» vo • CN er» CN o> o rH rH m r-oo co co • vo * vo «H CM rH CO O O ^ ^ m co o> in oo co m co CM • O • O CN H .4 H + H O4 W O4 O rH 00 VO CN 00 CM O o\ O in in vo o VO CN O O co co CM CO VO CN O VO co O CM O O vo 00 O CN O co vo o\ O O 00 CM in O a> o CM CN O O vo o O in CN O CN O in cr» CN o in in co 00 co 00 o m o r-vo m co O* 2 o O ro in r-* vo r-CN 00 co O r-m • o CM CO O »O O VO CN CM co ^ r^-• • • rH rH in VO CO O r-cr» »-H m CM vo • CM co co o m o o r- o VO O in o r- o o CT\ CM o vo CN cr» CN CM O CM CN O cr» CM oo cr» o o o in co vo 00 in m r-CM 00 CN in in CM cr» vo co H O H 00 H m ^ 00 CO CN C\ vo in in vo o\ m rH O in o\ • • CM CO CO O 00 rH CN CM O O in o co vo oo cr» O vo • • • rH r> rH CN CM VO 00 00 rH O VO cn 00 co vo • • • H VO H CM in in CM • o • R-VO co O O co in o H in o co ro vo vo • cr» • o co co co o o in o in o co CM cr» o o\ * in co o CM 00 00 cr» rH VO O vo cr» cr» CM in in cr» H ? H Oi S 04 o m ^ o vo CM CM o in in CM m «a* o 00 f^-00 CO O 00 r-vo CN O CO oo r-in CO r-c\ in CO in CM VO CM O VO O CO CM O VO 00 CM CM in CN CO CO in CM CO 00 CN O I—I CN in r*-o er» H 00 r- o c\ CO co CM O ^ in o* er» «3« o co oo co CM O CO r-G\ m co CO CO CN CM CO VO CM CM O VO tn er» co CM o o> r- in o r-vo o r-r^ in co rH in CM r-co vo o a» co CM o vo co CO o er» co CM o vo in oo co O <T» CO CM O KD 00 CO O in co *3* <r» CM in p-cu p-cu p-cu

(14)

<0 m M 0> •H <W <0 u O r-+ < O •o

g

H > c M 4J G 10 rH Q. U V a c <u JZ v 3 M > <8 4J C <0 <0 •o M CJ a> 0 V ) 01 o U)

0>

O)

o «

*O

>

o •*-*

U)

<b

"O

C

o

X

en o

c

C

(b

u

C

O

u

*u

o

0) <b *Z

en o) d

O O ÛL

-J X (ƒ)

o

CN

o

s

<•

o

^ <r

iD

2*

s«-

2?<-s

CM

en

CM

CM

00

CD

co

<"

CD

oo

CD

in

CO

CM-

(15)

•-X) CO Aî O -H <U <0 u o

g

§ "O e> o H > C M •P C <0 H o. kl a> a c (LI •U -C o D u > 0) 4J W

8

1

O O A3 4-> C (0 <a rO u o 0) o tt QJ O Oî

C

*> • •M

D

•4-» U)

<b

"D

C

d

<J> • «M»

2

«• M

C

u

c

o

u

Gl Q) Qj û u\

en en

~ * 3 O CL

J M (/)

CD

m

00

CM

(16)

< 04 O "O O <b « a .e O O 0) cr> O) o c

*->

'd

*-»

t/) <1> JD X> c O

X

c 0» O c O O <i> a> ö> Ö> o o o» c

ä 2

en a Qj -Q •H

C

d

-J X Q_

I I D Q. CO \ \ , \ \

••V

V.. \ 0) Cî ' 1 , 1 O CTî CO CD LO-st ro CN *— o

(17)

O c (1) V» 3 >4-1 H O O H •C ü c O) U «3 u Pi •O <1) O I—I > c c <0 I—I 04 u O 04 c <u •p JZ O a M > <u j-i w en O O ai tn I—! m 4-J c (0 ns 73 Vi 0) d) O w a> o

8

.

6

i

i

i

o

S

O

r-5

^S™

CD

CM

cn

CSI

or>

CM

CM

cr> <-oo

CD

co CD

00

co

CD

in ro

CM

«—

(18)

<D m j* ûJ •H iw (0 M U < CQ •a <u o H > c •U c <0 r-( a VJ a) a, c Cl 4J Xi o 3 U > V JJ W 0) a> p-i 10 4J C <0 10 •a u o <u o m <v O

o>

c

> • mmm

D

•4-*

Ui

Qf

X)

"D

C

O

o

CM

O

S

<-iD

Csî

CD

CNI

<€-5

CM

CM

2?

00

CD

CO ,

T— <"

o>

5

I I

I I

00

(O

m

00

CM

«-

o

(19)

Bijlage 4 biz. 1

Object Aantal per vak Gewicht in kg per vak Gem. vr. gew. (gr) herhaling gem herhaling gem herhaling gem

12 12 12 A 15 21 18.0 6.33 9.26 7.80 422 441 432 B 12 19 15.5 4.94 9.55 7.25 412 503 458 C 9 8 8.5 2.68 2.15 2.42 298 269 284 D 43 16 29.5 13.49 7.05 10.27 314 441 378 E 29 31 30.0 11.91 9.35 10.63 411 302 357 F 48 36 42.0 18.55 16.70 17.63 386 464 425 G 36 25 30.5 14.09 9.02 11.56 391 361 376 H 17 10 13.5 6.44 3.76 5.10 379 376 378 I 28 26 20.7 10.44 10.89 10.67 373 419 396 K 9 12 10.5 4'. 09 5.11 4.60 454 426 440 L 12 7 9.5 4.85 2.48 3.67 404 354 37 9 M 24 20 22.0 10.59 7.55 9.07 441 378 410 N 28 26 27.0 13.03 11.77 12.40 465 453 459 0 20 22 21.0 9.07 8.57 8.82 454 390 422 P 12 11 11.5 5.45 5.38 5.42 454 489 472 Q 9 11 10.0 3.92 5.00 4.46 436 455 446 Gem. 21.9 18.8 20.4 8.74 7.72 8.23 406 408 407 obj. B t/m N

middel cohc. enkel dubbel Gem. enkel dubbel gem. enkel dubbel gem.

GA, 4+7 -, 15.5 8.5 12.0 7 .25 2.42 4. 83 458 284 370 BNOA 29.5 30.0 29.8 10 .27 10.63 10. 45 378 357 367 4 CPA 42.0 • 30.5 36.2 17 .63 11.56 14. 59 425 376 400 Procarpil 13.5 27.0 20.2 , 5 .10 10.67 7. 88 378 396 387 Cl. flurenol 10.5 9.5 10.0 4.60 3.67 4. 13 440 379 409 BA 22.0 27.0 24.5 9 .07 12.40 10. 74 410 459 434 Gem. 22.2 22.1 22.1 8 .99 8.56 8. 77 414 375 395

(20)

bijlage 4 biz 2

Aantal per vak

Factor s.k.a. g.v.v. gem.kw. F P Px

Totaal 3513.5000 31 113.3387 Herh. 78.1250 1 78.1250 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 • 1 • n -Q i Oi 2913^5000 15 194.2333 __5.58_ _^_0.01_ _^_0.01_ A - overigen 12.0333 1 12.0333 0.35 (B t/m N)-(O+P+Q) 304.0083 1 304.0083 8.74 < 0.01 < 0.01 0 - P - Q 142.3333 2 71.1667 2.05 0.17 0.03 (B t/m N) middel 2065.3750 5 413.0750 11.87 ^0.01 <; 0.01 concentratie \ ' 0.0417 1 0.0417 0.00 interactie 389.7083 5 _77.9417 __2.24_ 0.11_ 0.05_ Rest 521.8750 15 34.7917 v.c.: 28.95% » v.c. 9.16% Gewicht in kg per vak.:

Factor s.k.a. g.v.v. gem.kw. F P P X

Totaal 535.8601 31 17.2858 herh. 8.2825 1 8.2825 objecten 469.0775 15 _31.2718 __8.02_ <_0.01_ _<0.01 j-A-overigen 0.4095 1 0.4095 0.10 (B t/m N)-(O+P+Q) 30.9271 1 30.9271 7.93 -, 0.02 0.04 O-P-Q 21.0104 2 10.5052 2.69 0.10 0.20 (B t/m N) middel 313.4948 5 62.6990 16.08 <0.01 < 0.01 concentratie 1.1094 1 1.1094 0.28 0.20 interactie 102.1264 5 20.4253 5.24 ^0.01 0.08 Rest 58.5002 15 3.9000 v.c.: 23.99% v.c.: 18.97% X Gem. vruchtgewicht

Factor s.k.a. g.v.v. gem.kw. F p

totaal 48938.47 31 3191.56 herh 22.78 1 22.78 objecten 69097.97 15 4606.53 2.32 A-overigen 1310.10 1 1310.10 0.66 (B t/m N)-(O+P+Q) 12772.03 1 12772.03 6.42 0.03 O-P-Q 2452.33 2 1226.17 0.62 (B t/m N) middel 12932.00 5 2586.40 1.30 >0.2 concentratie 9361.50 1 9361.50 4.71 0.05 interactie 30270.00 5 6054.00 3.05 0.05 Rest 29817.72 15 1987.85 v.c . : 10.96% x Na transformeren x = lin x

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit suggereert dat factor VIII de uiteindelijke risicofactor voor veneuze trombose is, en dat bloedgroep en VWF alleen maar risicofactoren zijn doordat ze de

• de energie die bij de omzetting van ATP vrijkomt, gebruikt wordt om Na + naar buiten de cel te transporteren (om de lage concentratie Na + in de cel te handhaven) 1. 

Furthermore, genetic parameter estimates for economically important traits are needed for accurate and unbiased prediction of breeding values, to predict direct-

The CRC contains rights that protect children living with a parent in a correctional facility, the best interests of the child, the right to parental care, the right to

Gewenst resultaat De schoenconsulent weet of hij klant van schoenen kan voorzien, of de klant een voetonderzoek nodig heeft of dat hij de klant moet adviseren naar een huisarts

Als je klaar bent met de 4 tekeningen, maak dan een foto van deze bladzijde en stuur die met je naam en klas naar je

Als je klaar bent met de 4 tekeningen, maak dan een foto van deze bladzijde en stuur die met je naam en klas naar je

Bij deze wandeling hebben zij de taak, bladeren en vruchten te verzamelen. Op school worden vervolgens de verzamelde