• No results found

De bespeelbaarheid van grassportvelden : toetsing van enkele criteria op grassportvelden in Friesland in het najaar van 1976 en het voorjaar van 1977

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De bespeelbaarheid van grassportvelden : toetsing van enkele criteria op grassportvelden in Friesland in het najaar van 1976 en het voorjaar van 1977"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CODEN: IBBRAH (1-78) 1-21 (1978)

INSTITUUT VOOR BODEMVRUCHTBAARHEID

RAPPORT 1-78

DE BESPEELBAARHEID VAN GRASSPORTVELDEN.

TOETSING VAN ENKELE CRITERIA OP GRASSPORTVELDEN IN FRIESLAND IN HET

NAJAAR VAN 1976 EN HET VOORJAAR VAN 1977

door

M. POT

1978

Instituut voor Bodenjvruch tb aarheid, Oosterweg 92, Haren, (Gr.)

(2)

INHOUD

1. Inleiding 3 2. Proefopzet 4 3. Resultaten 6

3.1 Samenhang van de conusweerstand, resp. de

afschuif-spanning met het lutum- en het humusgehalte 6 3.2 Samenhang van de bedekkingsgraad met de

conusweer-stand en de afschuifspanning 6 3.3 Vergelijking conusweerstand, afschuifspanning en

bedekkingsgraad, najaar 1976 en voorjaar 1977 11 3.4 Invloed van de bespelingsintensiteit op de kwaliteit

van grassportvelden 11 3.5 Pas aangelegd, nog niet bespeeld sportveld te Opende

(veld 20) 15 3.6 Vergelijking van twee trainingsvelden te Dokkum op

15 februari 1977 15

4. Conclusies 17 5. Literatuur 18

Bijlagen 19

(3)

1. INLEIDING

De gevoeligheid van de grond voor verdichten wordt sterk beïnvloed door de granulaire samenstelling, het humusgehalte en de vochtspanning. Op grassportvelden is bovendien de kwaliteit van de graszode van invloed op de gevoeligheid voor verdichten en daardoor op de bespeelbaarheid. Een redelijke indicatie voor de dichtheid van de zode is de bedekkings-graad. De bedekkingsgraad wordt sterk beïnvloed door de bespelingsinten-siteit.

Om een indruk te krijgen van de mate waarin genoemde factoren een rol spelen, is op zestien voetbalvelden, twee trainingsvelden en één pas aangelegd, nog niet bespeeld veld, alle in Friesland (bijlage A ) , onder-zoek verricht naar de bespeelbaarheid. Op de betreffende velden werden ook door de afdeling Bodemkunde en Hydrologie van de Grontmij N.V.

waarnemingen verricht. De volgende metingen en waarnemingen werden ver-richt:

(a),De indringingsweerstand met behulp van de IB sportveldpenetro-meter (conus met een tophoek van 30° en een basisoppervlak van 0,5 cm^).

(b) De afschuifspanning met behulp van een op het IB ontwikkeld afschuifapparaat voor grassportvelden.

(c) Visuele beoordeling van de bedekkingsgraad, uitgedrukt in een schaal van 1-10 (1 = zeer lage, 10 = zeer hoge standdichtheid).

Van alle onderzochte velden waren de granulaire samenstelling en het humusgehalte in de toplaag (0-5 cm) reeds bekend, zodat niet opnieuw monsters voor dit onderzoek werden genomen.

t . . . . . .

Verkrijgbaar bij Eijkelkamp B.V.

(4)

2. PROEFOPZET

De waarnemingen werden uitgevoerd in de herfst van 1976 (29 oktober en 3 november) en in het voorjaar van 1977 (15 februari en 30 maart). De

indringingsweerstand en de afschuifspanning, beide van de toplaag, zijn op elk veld op drie plaatsen, karakteristiek voor een bepaalde

be-spelingsintensiteit, in 10-voud gemeten (figuur 1). Tevens is op dezelfde plaatsen de bedekkingsgraad visueel beoordeeld. Op de plekken A en C, die identiek zijn, is de bespelingsintensiteit laag en op plek B hoog. Zowel in het najaar van 1976 als in het voorjaar van 1977 was de vochtspanning tijdens het onderzoek in de toplaag ca. 70 à 90 cm waterkolom.

(5)

Figuur 1. Plaats van onderzoek op de bij het onderzoek betrokken sportvelden.

(6)

3. RESULTATEN

3.1.

SamenJiang van de conusweerstand, resp. de afschuif spanning met het

lutum- en het kumusg ehalt e

Uit onderzoek in de akkerbouw (geen invloed van een zode) is gebleken

dat de conusweerstand negatief en de afschuifspanning positief correleren met het humus- (H) en het lutumgehalte (L). De invloed van het

humusge-halte per % verandering is ongeveer 3 maal zo groot als die van het

lutumgehalte, zodat de conusweerstand en de afschuifspanning doorgaans worden uitgezet tegen L + 3H.

In figuur 2 is het verband tussen de conusweerstand en L + 3H weergege-ven. Deze relatie is minder sterk dan verwacht mocht worden, vooral rond de middencirkel (plek B). De intensiteit van bespelen en de dichtheid van de zode hebben waarschijnlijk een veel grotere invloed op de conus-weerstand dan het lutum- en humusgehalte.

Een aantal velden (10 t/m 15) zijn regelmatig bezand, wat invloed heeft gehad op het lutum- en humusgehalte in de toplaag. Zoals reeds is ver-meld zijn tijdens het onderzoek niet opnieuw monsters genomen voor het bepalen van het lutum- en humusgehalte. Er mag dan ook verwacht worden dat de waarden voor de conusweerstand bij de aangegeven L + 3H hoger zullen zijn dan op de niet bezande velden. Dit blijkt echter in beperkte mate het geval te zijn (figuur 2 ) , zodat van een duidelijke invloed van het bezanden op de conusweerstand geen sprake is.

De afschuifspanning in de toplaag wordt voor het grootste gedeelte bepaald door het samenbindend effect van de wortels in de zode. In de toplaag is de invloed van de grond zelf op de afschuifspanning gering. Daarom bestaat er nauwelijks een samenhang tussen de afschuifspanning en L + 3H (figuur 3 ) .

3.2.

Samenhang van de bedekking s graad met de conusweerstand en de

afschuifspanning

De bedekkingsgraad is een redelijke maat voor de bespelingsintensiteit. Een laag cijfer betekent een hoge bespelingsintensiteit. De grond zal hier dan ook relatief meer verdicht zijn wat resulteert in een hoge

conusweerstand en omdat de zode nu veel minder dicht is, in een lage

afschuifspanning.

Uit figuur 4 blijkt dat er een tamelijk sterk negatief verband is met de conusweerstand en een tamelijk sterk positief verband met de afschuif-spanning.

In principe is de conusweerstand een verticaal gerichte, en de af-schuif spanning een horizontaal gerichte kracht (figuur 5 ) .

Uit figuur 6 blijkt dat er een goede negatieve samenhang bestaat tus-, Conusweerstand _ tus-, tus-, tus-, tus-, tus-, . tus-,

sen de -r-=—r—r-r : = tga en de bedekkingsgraad. Deze samenhang is

Afschuifspanning ° ° ° °

nog sterker dan die van de conusweerstand en de afschuifspanning afzonderlijk (zie figuur 4 ) .

(7)

3.5

Conusweerstand ( MPü)

o n - Cijfers bij de punten: no veld

2.5- 2D-1.5 1J0 plek A en C y ? - 0 . 0 2 7 x +2.13 r = -0.53 sp =0.006 n= 58 6 1 6 » , • 5 ' | 16 » V • — • 1 2 , , ' ^ • , J% 1 1 1, « * * é 10 i 10 15 20 25 30 35 L + 3H 35 3J0 2 5 -2.0 1.5 1J0 Conusweerstand ( M P a )

Cijfers bij de punten: no veld

plek B

y=-0.026x+2.8£ r = -0.32 sn=0.015 n=29 7 _L

0

10 15 20 25 30 35

L + 3H

Figuur 2. Samenhang conusweerstand met het lutum- en humusgehalte (L+3H).

(8)

>-•

m

> 0) g Q. c 0) c D O . 0> T3 £ Ul L. 0) 1 ^

si

• Ul <N 0 o, O'cftN il il " > M - <= •£• £ • *<• ™# c c c o Q . V)

5 '

Ü m # u># «• «>•

£

. *

o

ro

X ro m + <N i o f N _ m _ o m tr> o o *+•• •>-l O O O ro "O 01 > O C c 01 c « • o —, n 10 k . Ol C <b < j * <u Q. c^ o + ( O ö II CL l/l ir> CN 0 0 x o m i H i H » t_ c $• s« c c c o a / 5 * C* * • « « « ' M « > • < 0 « U 3 # • < £ )

il

O o fN.

Tir

o o o

o

r o i

ro + m CM O m m — o o CO + 4J i - l cfl -C <D 00 C0 3 a

i

G •H Ö c l m «4-1 •r-l 3 J3 O CO t>0 .c G co M 3 3 M •H Pu

(9)

o • o • o • o • • • c#«\ t o » « • • t a o o m «o ff « V . « c g * « o • M . I % CT c 'c c o O .

is

x: -* o — m o. + X t v ii >> o • j -o II L -o ^ II c • • I

o

o

LO TJ K O O i_ ü> in c • o L D CM* O

o

o

m 00 <N O . II + U) X —.-'.o o o o I I «-II «-II «-II o • / • o • • • . • §>«*<ao8« CD • •%• °«o • o cP

•? #•«

o o • • • «3« • • * o » f t o • $ o "O c o "ui

s

D c o o Cl V Î i n

S

cM O . Psl LD O CP 0) c Lf) X a> • D CU CD CO t v C71 i— a o o c f^ o> a o L . O § • o LO fN 1 3 cd cd M M co 00 •I-I (U O) (U öO e •i-t ö c rt Cu co 3 O co «4-1 cd ö O) c l co VI <u co 3 e o o M ö cd c Vi 3 3 00 •H Pu

(10)

10

A f s c h u i f s p a n n i n g

- 5 ^

Figuur 5. Resultante van de conusweer-stand en de afschuifspanning (tga).

Cw /Afsch

100r

• najaar 1976 o voorjaar 1977 y= -6.2x*62.5 r=-0.64 sD=0,74 n= 102 w

0 2.5

Figuur 6. Samenhang Cw/Afsch (tga) en de bedekkingsgraad.

5 75

Bedekkingsgraad

(11)

11

3.3

Vergelijking conusweerstand, afschuifspanning en bedekkingsgraad,

najaar 1976 en voorjaar 1977

De verschillen in conusweerstand, afschuifspanning en bedekkingsgraad tussen het najaar 1976 en het voorjaar van 1977 zijn gering (figuur 7

en 8). In het voorjaar was de consusweerstand iets lager.

D e Conusweerstand ( } w a g d e v e l d e n 2, 8 en 13 in het voorjaar

Af schuifspanning

beduidend lager dan in het najaar. De overige verschillen zijn niet groot (figuur 9 ) .

Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het spelen op deze velden gedurende het winterseizoen 1976/1977 slechts een geringe negatieve invloed heeft gehad op de kwaliteit van de onderzochte velden. De geringe achteruitgang in kwaliteit kan voor een belangrijk deel verklaard worden door het relatief droge winterseizoen.

3.4.

Invloed van de bespelingsintensiteit op de kwaliteit van

grassport-velden

Op veel velden is de afschuifspanning op plek B (lage bedekkingsgraad) duidelijk lager dan op de plekken A en C (hoge bedekkingsgraad), terwijl de conusweerstand op plek B (grotere dichtheid) op alle velden veel hoger is (bijlage C ) .

Om een indruk te krijgen over de invloed van de bespelingsintensiteit op de kwaliteit van de velden is het materiaal ingedeeld in drie

groepen, nl. 5 licht bespeelde (X), 6 zwaar bespeelde (Y) en 3 zeer zwaar bespeelde velden (Z). De resultaten zijn vermeld in tabel I. TABEL I . Gemiddelde afschuifspanning (Afsch.) conusweerstand (Cw), de verhouding Cw/Afsch (tga) en de bedekkingsgraad op licht (X), zwaar (Y) en zeer zwaar bespeelde (Z) velden in 1976 en 1977.

Afschuifspanning Conusweerstand Cw/Afsch. Bedekkingsgraad (k Pa) (M Pa) ~* —

t t t t t t t t

A,C B V A,C B V A,C B V A,C B X 111 83 +28 1,7 2,2 -0,5 16,9 27.0 -10.1 7 Y 77 60 + T7 1,6 2,5 ^ 9 22,4 45.8 -23.4 6 Z 79 63 +16 1,7 2,5 ^ 8 23,2 41,5 -18.3 6+ X-Y +34 +23 +0,1 -0,3 ^ 5 -18,8 +1.00 +1.75 X"Z tàl 1^0 0 -0,3 -6.3 -14,5 +0,75 +2.75 Y-Z - 2 - 3 -0,1 0 -0,8 + 4,3 -0,25 -1,00

t

Plekken.

Verschillen statistisch betrouwbaar op het 5% niveau. =«« Betrouwbaar op het 1% niveau.

(12)

12 £ • > u cd ca I-I o o > 0) .C Ö 0) vO cx> C ca > cd "-> cd c 4J 0) e cd 4J CO u ai co 3 Ö O ü ö a> TS cd cd >-i co co 00 a •i-i o •o <u pa u a 3 oo •H

(13)

13

Afschuifspanning, voorjaar 1977 ( k P a )

2 0 0 r

Cijfers bij de punten : no veld

150 10C-12 # % > ;3 y = 0,83x +17 r=0.83 Sn= 0.084 n = A6 ¥ 50 100 150 2 00 Afschuifspanning, najaar 1976 ( k Pa )

Figuur 8. Afschuifspanning in het najaar van 1976 en in het voorjaar van 1977.

Zowel op de licht als op de zwaar en zeer zwaar bespeelde velden zijn de verschillen tussen de plekken A en C t.o.v. plek B groot, wat betreft de bedekkingsgraad, de conusweerstand en Cw/Afsch (tga). De verschillen in afschuifspanning zijn minder groot, doch nog statistisch betrouwbaar op het 5% niveau.

(14)

14

Cw/Afsch .voorjaar 1977

100r

75

50

25-cijfers bij de punten: no veld

e SHP ? J

3

W

J

°rf2

• ^

.10

y

25

50 75

Cw/Afsch , najaar 1976

100

Figuur 9. Cw/Afsch (tga) in het najaar van 1976 en in het voorjaar van 1977.

De verschillen in afschuifspanning, conusweerstand en Cw/Afsch tussen de zwaar en zeer zwaar bespeelde velden zijn gering en statistisch niet

betrouwbaar. Wel is de bedekkingsgraad op plek B van de zeer zwaar be-speelde velden nog aanzienlijk slechter (tabel I). De licht bebe-speelde velden hebben een duidelijk hogere bedekkingsgraad en in overeenstemming hiermee een duidelijk hogere afschuifspanning dan op de zwaar en zeer

(15)

15

zwaar bespeelde velden. Het is opvallend dat de verschillen in

be-spelingsintensiteit nauwelijks tot uiting komen in de conusweerstand. Op plek B zijn de verschillen het grootst, doch statistisch niet be-trouwbaar.

Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het zwaar en zeer zwaar bespelen van grassportvelden resulteren in een lage bedekkings-graad (resp. 4- en 3-) rond de middencirkel. In overeenstemming hiermee was de conusweerstand hoog (2,5 M Pa).

Uit ander IB-onderzoek en uit onderzoek van Van Wijk en Beuving (1974) is gebleken dat een conusweerstand van minstens 1,0 à 1,4 M Pa gevonden moet worden om een goede bespeling mogelijk te maken. Uit tabel 1 blijkt dat de conusweerstanden duidelijk boven deze grens liggen, ook op de

licht bespeelde velden. Wat de afschuifspanning betreft is het in dit stadium nog moeilijk om een grenswaarde aan te geven m.b.t. de bespeel-baarheid. Uit het tot dusver verzamelde materiaal wordt de indruk ver-kregen dat een afschuifspanning van minimaal 20 à 30 k Pa voldoende is voor een goede bespeelbaarheid. In alle drie categoriën sportvelden

(X, Y, Z) wordt ruimschoots aan dit criterium voldaan.

3.5.

Pas aangelegd^ nog niet bespeeld sportveld te Opende (veld 20)

Op 3 november 1976 is op de drie karakteristieke plekken A, B en C de

conusweerstand en de afschuifspanning bepaald en is de bedekkingsgraad visueel beoordeeld (tabel II).

TABEL II. Afschuifspanning, conusweerstand, Cw/Afsch (tga) en de bedekkingsgraad op een pas aangelegd, nog niet bespeeld veld te Opende

(veld 20) op 3 november 1976. A C B A-C A-B C-B Afschuifspanning (k Pa) Conusweerstand (M Pa) Cw/Afsch (tga) Bedekkingsgraad

De verschillen tussen de plekken A en C t.o.v. plek B zijn

uiteraard gering en statistisch niet betrouwbaar omdat dit veld nog niet is bespeeld. De bedekkingsgraad was hoog en in overeenstemming hiermee werd een grote afschuifspanning gevonden. Opvallend was de reeds hoge conusweerstand op dit nog niet bespeelde veld. Dit betekent dat op dit veld waarschijnlijk een hoge bespelingsintensiteit mogelijk is zonder dat de groei en ontwikkeling van het gras en daardoor de kwaliteit van de zode onaanvaardbaar veel terug zal lopen.

3.6.

Vergelijking van twee trainingsvelden te Dokkwn op 15 februari 1977

Van tamelijk fijn iets leemhoudend woudzand zijn te Dokkum twee

trainings-velden aangelegd die zeer intensief worden gebruikt. Veld Tl was in 1976 ingezaaid met gras, maar op de plaatsen waar het onderzoek werd uitge-voerd stond op 15 februari 1977 nagenoeg geen gras meer.

79 1,8 2 2 , 3 7 94 1,9 19,8 7 89 1,7 18,8

n

-15 - 1 0 +5 - 0,1 + 0,1 +0,2 + 2 , 5 + 3,5 +1,0 0 - 0,5 - 0 , 5

(16)

16

Veld T2 is aangelegd met zand van ongeveer dezelfde samenstelling, waar eveneens gras is ingezaaid, doch wat zich minder goed heeft ontwikkeld dan op Tl.

De afschuifspanning was op veld Tl hoger en de conusweerstand lager dan op veld T2 (tabel III).

TABEL III. Trainingsvelden (Tl en T2) te Dokkum, voorjaar 1977.

Tl T2 Afschuifspanning (k Pa) Conusweerstand (M Pa) Cw/Afsch (tga) 56 2 , 4 4 3 , 2 38 3 , 0 8 2 , 5 18 0 , 6 3 9 , 3

=a===: : Verschillen statistisch betrouwbaar op het 1% niveau. De verschillen zijn statistisch betrouwbaar op het 1% niveau. Als mogelijke oorzaken voor deze verschillen kunnen worden genoemd:

(a) Het zand op veld Tl is mogelijk iets fijner en bevat mogelijk iets meer leem dan veld T2. Het is dan ook wenselijk om nogmaals van beide velden monsters te nemen voor het bepalen van de leemfractie en de fractieverdeling van het zand.

(b) Hoewel geen gras meer was te zien op veld Tl is het niet denk-beelding dat meer wortelresten in de toplaag aanwezig waren dan op T2, hetgeen heeft geresulteerd in een relatief hoge afschuifspanning.

(17)

4. CONCLUSIES

(1) De relatie tussen de conusweerstand met het lutuni- en humusgehalte was niet sterk. De intensiteit van bespelen en de dichtheid van de

zode hebben waarschijnlijk een veel grotere invloed op de conusweer-stand gehad dan het lutum-' en humusgehalte. Er is geen duidelijke in-vloed van het bezanden pp de grootte van de conusweerstand gevonden.

(2) Een goede samenhang tussen de afschuifspanning met het lutum- en humusgehalte is niet gevonden* De gevonden waarde voor de afschuif-spanning wordt nl. voor het grpotste gedeelte bepaald door het samen-bindend effect van de wortels in de zode.

(3) Het bespelen gedurende het relatief droge winterseizoen 1976/1977 heeft nauwelijks een negatieve invloed gehad op de kwaliteit van de

velden.

(4) Het zwaar bespelen van de grassportvelden heeft geresulteerd in een lage bedekkingsgraad, vooral rond de middencirkel. In overeenstemming hiermee was de conusweerstand hoog (sterk verdichte toplaag) en de af-schuif spannin laag (holle zode).

(5) Op alle onderzochte velden is in de toplaag doqrgaans een hogere conusweerstand dan ca. 1,0 S 1,5 M Pa gemeten, zodat een goede bespeling mogelijk is.

(6) De aanwezigheid van zoderesten op het trainingsveld Tl heeft ge-resulteerd in een hogere afschuifspanning. Dit veld lijkt dan ook stabieler dan veld T2, waar nauwelijks zoderesten aanwezig waren.

(7) Het quotiënt conusweerstand/afschuifspanning (tga) is een betere maat voor de bespeelbaarheid dan de conusweerstand en de

(18)

18

5. LITERATUUR

Wijk, A.L.M, van en Beuving, J,, 1974. Bespeelbaarheid van sportvelden. Groen 12: 400-407.

(19)

BIJLAGE A l'J

De b i j liet onderzoek betrokken jtjrassportvelden.

Volg no. no. vel<J 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Harkema Opende ii H tt H H Holwerd Metslawier Dokkum » •

Leeuwarden "de Fonteinlanden" Leeuwarden "de Magere weiden" Leeuwarden Cambuur Hoofdveld St. Anna par. Plaatselijk belang

" Hoofdveld Opende Hoofdveld 9-1 9-4 9-5 9-6 9-8 Tl T2 2-17 2-18 5-34 5-35 3-1 2

(20)

BIJLAGE B

Conusweerstand, afschuifspanning, tga en bedekkingsgraad.

Volg no. 1 A B C 2 A B C 3 A B C 4 A B C 5 A B C 6 A B C 7 A B C 8 A B C 9 A B C 10 A B C 11 A B C 12 A B C 13 A B C 14 A B C 15 A B C 16 A B C 17 A B C 18 A B C 19 A B C Lutum 2.5 4.5 4.0 1.0 2.0 3.8 11.0 3,5 3.2 6,5 6,5 4,0 6,0 4,0 3,0 7.0 5,0 "" % Humus 3,5 3,3 2,6 6.6 2.6 0.8 7,4 0.3 0.4 4,2 4,2 4.3 4.3 5,0 3,0 2.3 3.6 L+3H 13.0 14,4 11,8 20,8 9,8 6,2 33,2 4,4 4,4 19,1 19,1 16,9 18,9 19,0 12,0 13,9 15,8 " Najaar Cw Conus-weerst. (M Pa) 1,5 2,7 1,7 1.7 3,1 2,1 1,2 1.7 1.5 1.5 2.3 1.6 1.9 2,5 2.0 2.0 2.3 1.9 1.3 2.0 1.5 2,2 2,6 2,1 -1,5 2.2 2,0 1,5 2.4 1.9 1.6 2,6 1.9 1,7 2.7 1.9 1.4 2.1 1.5 1.9 3,0 2,2 2.1 3.0 2.4 1.7 3.2 2.2 2,2 2.6 2.0 1.8 1.7 1.9 1976 Afsçh. Afsch. spanning (k Pa) 86 66 81 60 32 78 68 60 63 60 46 60 104 89 104 187 98 131 93 104 106 48 38 83 : 83 68 66 75 66 84 64 51 59 68 37 64 93 103 85 72 55 60 120 104 131 84 65 74 68 53 84 79 89 94 tga Cw/Afsch 17,1 40,9 21,0 28,8 95,9 26,4 17.9 27,8 24.1 25,5 50,4 26.5 17,8 28.5 19,3 10,7 23,8 14.6 14.4 19,0 14.3 46.5 68,4 25,1 ; 18,4 31.9 30,0 20,5 36,2 22.3 25,5 51,8 32,2 25.6 73.2 30.0 15.1 20,0 17,4 25,7 53,6 37,2 17,3 29.0 18.0 20.2 49,5 29,6 31.8 48,/ 23,7 22.3 18,8 19,8 . Bedek-kings graad 6 5 Si 5 3 5 3J 5* 6i 4 6 61 6 6i 71

s!

6*

n

6 7J 4J 4 Si | 6 2i 5* 7 3i 7 7 3i 6 7 3i 6

il

7 3) Si 8 6 71 7 6i 3} Si 41 5 7 7 Voorjaar Cw-ConusT weerst. (MPa) 1.6 2.3 1.6 2.1 2.8 2,1 1.5 1.5 1.6 1.5 2.1 1.5 1.6 2.5 1.9 1.9 1.9 1.9 1.3 1,5 0.9 2.6 2.5 2.4 3.1 3.1 2.8 1,6 2.1 1.3 1.5 2.1 1.4 1.5 2.1 1,3 1.0 2.6 1.4 1.7 2.5 1.6 2.0 3,2 1.9 2.2 3.4 2.2 • P -1977 Afsçh. Afsch. spanning fk Pa) 72 79 72 93 45 56 59 63 66 47 66 56 74 69 98, 194 79 127 99 75 103 51 51 69 42 27 45 123 77 83 100 67 77 84 66 91 89 43 75 97 124 58 84 60 80 140 88 139 tga Cw/Afsch 22.5 29.6 21.8 22.8 61,3 37,5 25,9 23,8 23,8 32,1 31,4 27,3 21.4 36,1 18.9 9,7 24,3 15,0 13,4 19,6 8,5 49,0 49,2 34,2 73,1 113,0 61,3 12.8 27.4 15,7 15,1 31,8 18,1 17,6 31.7 14.4 11.3 59,3 18.4 15.1 17,4 20,0 24,2 52.8 23,9 15,4 38,5 16,1 -r - ••"•i "-. ' ••'•-— . Bedek-kings graad 6 5 5 6 3 6 5 4 6 5 4 5 7 6 7 7 5 7 7 6 8 1 1 5 1 1 3 6 2 7 7 4 5 6i 31 6i 3i 6 7 3 61 51 2 61 71 5 8 ': ':

(21)

-BIJLAGE C

Afschul fspanning en conusweerstand in het najaar van 1976 (nj) en het voorjaar van 1977 (vj) net bijbehorende verschillen tussen de plekken A, B e n C.

Volg no. 1 nj vj 2 nj vj 3 nj vj 4 nj vj S nj vj 6 nj vj 7 nj vj 10 nj vj 11 nj vj 12 nj vj 13 nj vj 14 nj vj 15 nj vj 16 nj vj Afschu A 86 72 60 93 68 59 60 47 104 74 187 194 93 99 83 123 75 100 64 84 68 89 93 97 72 84 120 140 ifspanning (k Pa) C 81 72 78 56 63 66 60 56 104 98 131 127 106 103 66 83 84 67 59 91 64 75 85 124 60 80 131 139 B 66 79 32 45 60 63 46 66 89 69 98 79 104 75 68 77 66 77 51 66 37 43 103 58 55 60 104 88 A-C 5 0 -18 37 5 7 0 9 0 -24

JS

^ 7 -13 - 4 17

J2

9

M

5 7 4 14 8

-JL

12 4 -11 1 A-B

JO

- 7

.28

48 8 4 14

15 5

J9

Ü

-11

-L

4 15

9 23 14 18

-10

17

M

16

M

C-B 15 - 7

11 3 3 14 -10 15 29 ~33

- 2

- 2 6 18 -10 8

M

M

Ü

18

M

5

JO

• Jl _51 Conusweerstand A 1,5 1,6 1,7 2.1 1.2 1.5 1.5 1.5 1.9 1.6 2.0 1.9 1,3 1,3 1.5 1,6 1,5 1,5 1,6 1.5 1,7 1,0 1,4 1.7 1,9 2,0 2,1 2,2

e

1,7 1,6 2.1 2,1 1.5 1,6 1.6 1.5 2.0 l '9 1.9 1.9 1.5 0.9 2.0 1,3 1.9 1,4 1,9 1.3 1,9 1,4 1.5 1.6 2.2 1.9 2,4 2.2 (M P«> B 2.7 2.3 3.1 2.8 1.7 1.5 2.3 2.1 2.5 2.5 2.3 1.9 2.0 1.5 2.2 2.1 2.4 2.1 2.6 2.1 2,7 2.6 2.1 2.5 3.0 3.2 3,0 3.4 A-C -0,2 0 -0.4 0 -0,3 -0,1 -0,1 0 rO.l -0.3 0,1 0 -0,2

J*ï

-JJ

0.3

M

0.1 -0,3 0,2 -0,2

M>

-0,1 0,1

'M

0.1 -0.3 0 A-B

ÛJ.

'Jd

- lr4 -0.6 -0,5 0 -0.8

•JLk

•M

-OJI

-0T3 0 - 0 ^ -0.2

M

'M

-J*2

-0.6 - lf0 -0.6 - iTo - 1T6 - Q . , 7 -0.8 -1.1

-JJ

-0r9

Jd

C-•M

-JJ.

-Ma

-JJ.

-0.2 +0.1 •M -0.6 ^ 5

M

-0.4 0 -0.5 -0.6 -0,2

&S

-0.5

•JU

iU

M

-0.8

Üd

M

-M

-0.8 -1.3 -0r6

JJ

Verschillen enkel onderstreept statistisch betrouwbaar op het 5%- en dubbel onderstreept statistisch betrouwbaar op het 1% niveau.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarmee nam hij de gelegenheid te baat om zijn winst te vergroten door op de heenreis de Portugese gefortificeerde steden in Noord-Afrika (Tanger en Mazagan) te voorzien van graan

Volgens Von Eosenstiel zou het rendement van de teelt van wikke voor zaadwinning onder de Noordduitse omstandigheden het hoogst zijn bij de uitzaai van het gepropageerde mengsel

Gedeelte D werd grotendeels op 30 mei voor de tweede keer bewerkt met de rijendunner, nu uitgerust met 6 cm brede mesjes (slag 24 cm, rijsnelheid 2,4 km/uur). Met deze bewerking,

De Nederlandse feedwedge – beslissen met Presentatie waarin wordt uitgelegd hoe je met behulp van de feedwedge beslissingen neemt... Grasgroei bepalend

Wanneer ze na het maaien beschikbaar zijn voor weiden worden ze weer toegevoegd aan de feedwedge.  Grasbehoefte is hoeveelheid gras nodig op

met de totale opbrengst, 'fel bestond een correlatie tussen deze cijfers en de gloeirest (fig. 1) waarop reeds werd gewezen. In een potproef met tomaat werden Bloedmeel,

Energiebesparing in de industrie Bio-energie Gas en groen gas Energiebesparing in de Gebouwde Omgeving Wind op Zee Smart grids Systeemintegratie Samenwerking Topsector Energie

To establish whether or not the Fukushima Daiichi nuclear accident has altered the narratives about nuclear power in the South African print media, with respect