• No results found

Bodemkundige verkenning van het C.R.M.-Natuurreservaat "Bosje van Wichmond"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bodemkundige verkenning van het C.R.M.-Natuurreservaat "Bosje van Wichmond""

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STICHTING VOOR BODEMKABTSRING Staringgebouw

Lawickse Alle© 136 — WAGENlNGENr

^

> V » »

Rapport nr 823

B o d e m k u n d i g e v e r k e n n i n g

r a n h e t

Co R 0 M 0 - N a t u u r r e s e r v a a t

" Bosje van Wichmond"

doors Jo P, Bannink en Ir Jo C. Pape Wageningen, oktober 1968 BIBLIOTHEEK

STARINGGEBOUW

I

Bodemkundige verkenning van het

CoR.Mo-^atuurreservaat "Bosje van Wiohmond" door JoFo Bannink en Ir JoC. Pape

3 0 - O I PV, 1° J S h

(2)

Voorwoord

.De bodemkundige verkenning van het CoR.Mo-natuurreservaat " Het

Bosje van Wichmond" werd uitgevoerd op verzoek van Ir A. Bakker, de Consulent voor natuurbehoud van het Staatsbosbeheer te Arnhem.

De afspraak hiertoe werd gemaakt op de vergadering van l7-9-'68, gehouden in het kantoor van het Staatsbosbeheer, Velperweg 53» Arnhem«

Het doel van de verkenning is een bodemkundige bijdrage te leveren voor de opstelling van een voorlopig beheersplan van het natuurreservaat.

De verkenning werd uitgevoerd op 14-10-'68 door J. F. Bannink0 De leiding berustte bij Ir J. G» Pape, hoofd van Rayon Oost van de Stichting voor Bodem-kartering.

De Adjunct Directeur

(3)

A lg emeen

Naam van het terrein: Verkend, doors

Datums

Opdrachtgevers

Ligging van het reservaat: Oppervlaktes

Beschikbare kaarten:

Ruilgronden HvK Varnaveld, "Bosje van Wichmond' J, P, Bannink

14 oktober 1968

Staatsbosbeheer, Arnhem

Kaartblad 33H$ eoördinaten 215/216^— 456 0.90 ha

Topografische kaarten jen kaarten van het Staatsbosbeheer. Cultuurgeschiedenis Begroeiing: Ontginning: Bemesting: Vergraving: Geologie Situatie: Lithologie: Mineralogie:

Jong eikenbos waarin ook berken, ontstaan uit eikenhakhout, dat omstreeks 1930 voor het laatst werd gekapt.

Het terrein heeft reeds eeuwenlang deel uitgemaakt van een strook bos of hakhouto Aan de zuidzijde ligt oud bouwland, met een opgebracht® laag potstalgrond van 40 à 50 C"1 dikte. Deze laag is in het oude bouwland aan de westkant van het terrein ca 70 cm dik.

De invloed van de omgeving blijkt uit het voorkomen van enke­ le akkeronkruiden. Zo nu en dan stuift er wat kunstmest en humus het bosje in. Ook zal er wel eens aardappelloof of ander afval van de akkers zijn terecht gekomen.

De grond is niet vergraven, maar vooral in de oostelijke helft komen zeer veel open konijnenholen voor. Ook oude holen worden daar aangetroffen.

Het terrein ligt in de overgangszone van het Pluviatiele Laagterras naar het Dekzandgebied. Aan de zuidkant ligt een dekzandrug.

De ondergrond bestaat overwegend uit fluviatiel scherp zand, meest matig fijn en zwak lemig of leemarm, soms matig grof en leemarujo In het westen is het plaatselijk kalkrijk. In de min­ der diepe grondlagen overweegt het afgeronde eolische dekzand in sterke mate. Bij boring 3 op figuur 1 troffen we op 1.30 m een kalkrijk lösslaagje aan.

Het fluviatiele zand is bont en bevat veel gemakkelijk ver-weerbare mineralen«* Ook het dekzand dat hieruit is opgebouwd, is mineralogisch relatief rijko

(4)

t • ' vi)1 2

Belief:

Bodem Boringen»

Het terrein is tamelijk vlak. De hoogteverschillen bedragen alechts enkele decimeters. Laags het beekje dat de noordgrens vormt, treft men een smalle laaggelegen strook aan.

Er zijn 9 boringen uitgevoerd, waarvan 6 in het bosje. Boring nr 4 (figo l) ging tot 2 meter diepte, alle andere tot 1.20 m. Bodemvorming: Een groot gedeelte van het terrein bestaat uit gronden die

het best als moderpodzolgronden zijn te, karakteriseren. Onder een zwarte Al-horizont van 15 à 20 cm dikte komt een

bruine laag voor, veelal met ijzerconcreties» De Al-horizont bevat vrij veel afgeloogde zandkorrels» De humus in deze ho­ rizont is matig raildo Pl&ataelijk komt een zeer zwak ontwik­ kelde humuspodzol-B voor. Overigens i» de humus in de bruin© laag tamelijk mild«

Profielbeschrijvingen

Er zijn een tweetal bodemprofielen beschreven» De plaats en het nummer staan aangegeven op figuur 1.

Profielbeschrijving boring nr 1 horizont diepte cm kleur nat humus-schatting textuur <50 mu M50 Al B2 Cl.2g GG O - I 8 18 - 45/50 01.1« 45/50- 8 5 85 -100

> 100

vlekken roest roest roest 10 YB 2/2 10 YB 4/2 10 YB 5/4 10 YB 6/6 8 YB 6/7 tot 9 YB 6/6 10 YB 7/4 10 YB 5^/6 2-1 Y 6/2 10 YB %/6 5 I.5 < 1 < 1 < 1 13 12 ge­ laagd <10 I6O 16O I60

220

als Cl.lg

<10

170 ge­ laagd 240 Opmerkingen

Cl.lg met zeer veel roestvlekken, di© soms verkit zijn. Ci.2g met weinig ©n vage roestvlakjes*

00 fluviatiel scherp zand met zeer vage roeatvlekjeso Het gehele profiel is kalklooso

(5)

ho riront diepte kleur humus— Textuur cm nat schatting

fo

<S0mu M50 Al O - I 8 8 YB 2/2

6

13 180 B2 18 - 45/50 10 YH 3i/3 2 12 18O vlekken 10 YR 5/4 brokjes YB 6/6 en

1

4/4 tot 5 YR 4/6 Cl. lg 45/50 -100 10 YB 5/4 < 1 < 10 180 roest 10 YB tot

U

YH 5/6 Clo2g > 100 10 YB ê/4 tot

H

r 7/4

roest 10 YB 5/6 Opmerkingen

Er konen veel harde verkitte humusijzeroerbrokjes voor» Vooral tussen ca 50 en 60 cm diepte is dat het gevalo In de B2-horizont is wat amorfe im­ mun van een humuspodzol aanwezigo

Het gehele p»ofiel bestaat uit kalklooe dekzand. Op ca 110 om diepte komen fijne grindjes voor«,

Hydrologie» Ontwateringt Yochthoudead vermogen; Grondwater» Kwetsbaarheid

Het terrein grenst in het noorden aan een beekje waarop het langs natuurlijke weg kan afwateren. Overstroming of water­ overlast komen niet meer voor. De grond ia goed doorlatend» In de dieper® ondergrond komen hier en daar lagen voor waar­ op het water stagneert( b<>v. löaslaagje bij boring nr 3)0 Het vochthoudend vermogen is tamelijk gering.

In het groatate gedeelte van het terrein komt het grondwater slechts zelden binnen 40 om diepte voor; in het oostelijke gedeelte zelden binnen 80 om.

Het terrein ia weinig gevarieerd. Een grote oppervlakte is gevoelig voor bewerking, maar weinig gevoelig voor ontwatering en bemestingsinvloedo Het uitzondering van de s fcrooiaallaag verdraagt de grond de betreding goedo

(6)

1. 6# «! ^•Mnn

S

4# jalûûts eh nummer

von

de

fcoringen

x \ \ - \ \

. \ \ \

1

\ '\ \ \ X \

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ionenwisseling wordt bij het verwijderen van humuszuren bij drinkwater bereiding toegepast (ontkleu- ring) maar deze techniek is naar verwachting niet geschikt voor

 In de longen gaat de koolstofdioxide vanuit het bloed in de longhaarvaten naar de lucht in de longblaasjes. Bloed dat naar de

Eenen- twintig jaar geleden al tekende Roland Verbeeck voor het toen- malige ACW (nu beweging.net) voor De Andere Kerstmarkt.. „Ik wilde ngo’s en goede doelen een

Bodemeenheid: Pdm matig natte lichte zandleem met diepe antropogene humus A-horizont.. H1

Om een actueel beeld te verkrijgen van het voorkomen van de vossenlintworm in Vlaanderen voerde het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een surveillance uit in

Zandgronden: Minerale gronden zonder moerige bovengrond of moerige tussenlaag waarvan het minerale deel tussen 0 en 80 cm diepte voor meer dan de helft van de dikte uit zand

Zij hebben zich beziggehouden met inrichtingsvoorstellen voor de beekdalen en het Maasdal, hoe men kan wonen in het landelijk gebied, welke invloed de grote infrastructuur heeft op

28 november 2003 is er in Graauw een dorpsavond gehouden, bestemd voor alle bewoners. Het doel was om te achterhalen hoe de bewoners tegenover bepaalde, mogelijke veranderingen