• No results found

Korte toelichting op de bodemkaart, schaal 1:50.000, van de gemeente Tiel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Korte toelichting op de bodemkaart, schaal 1:50.000, van de gemeente Tiel"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stichting voor Bodemkartering Wageningen

Staringgebouw Tel.: O857O - 6535

Rapport nr. 838^

KOKTE TOELICHTING OP DE BOEEMKftARP. SCHAAL 1 ! 50 000. VAN DE GEMEENTE TIEL

door J.A. v.d. Hurk

Wageningen, december 1

968

S fV, - 0 0

NB. Niets uit dit rapport raag zonder toestemming van de Stichting vöor Bodemkartering worden vermenigvuldigd of in andere publikaties wor­ den overgenomen.

(2)

5

-VOORWOORD

In opdracht van het Bureau voor planologisch onderzoek en advies Dr. J.A. Launspach te Arnhem werd een globale bodemkaart, schaal

1 : 50 000, met Korte toelichting samengesteld van de gemeente Tiel. De benodigde gegevens werden verkregen uit :

Bodemkaart van Nederland, schaal 1 s 50 000 Blad 39 Oost (in bewerking). Stichting boor Bodemkartering.

Bodemkaart met toelichting werd samengesteld in december

1968

door J.A. v.d. Hurk, onder leiding van Ir. G.J.W. Westerveld.

EE ADJUNCT-DIRECTEUR, Ir. B.P.H.P. v.d. Schans.

(3)

TOELICHTING OP DE BODEMKAAHT VAN DE GEMEENTE TIEL

De gemeente Tiel ligt aan de noordelijke oever van de Waal, in het rivierenlandschap van Waal en Linge.

De meest voorkomende gronden zijn de stroomgrondenj een geringe oppervlakte wordt ingenomen door komkleigronden. Deze gronden zijn vóór de bedijking (ca. 1200 na Chr.) afgezet in een landschap met meanderende rivieren. De rivierlopen verplaatsten zich regelmatig en bij hoge rivier­ standen overstroomden de tussenliggende gebieden. Met het rivierwater wer­ den zand- en kleideeltjes meergevoerd die bij afname van de stroomsnelheid tot bezinking kwamen. In de naaste omgeving van de stroombedding waar de stroomsnelheid het grootst was, kwam het zandige materiaal, waaruit de stroomgronden grotendeels bestaan, tot afzetting. Verder van de rivier af bezonken de fijnere kleideeltjes en vormden de komkleigronden.

Na de bedijking vond alleen nog afzetting van materiaal plaats in de uiterwaarden. Dit materiaal is echter door afgraving t.b.v. de baksteen­ industrie, gedeeltelijk weer verdwenen. De hoogste ligging van de

binnen-dijkse gronden varieert van +4 à 5*5 meter in de stroomgronden tot + 3 à

4 m in de komgronden en de stroombeddingronden. De uiterwaarden liggen, met uitzondering van de afgegraven gedeelten, op + 7 à 8 m +NÄP.

Stroomgronden

De hogere stroomgronden bestaan uit bruine, overwegend kalkrijke

grof-zandhoudende lichte zavel (8-1 Tg" % lutum) (kaarteenheid 1 ) of uit zware

zavel en lichte klei (1?è ~ 35 % lutum) (kaarteenheid 2). De hoogste (winter) grondwaterstand ligt overwegend dieper dan 40 cm -mv.

Met uitzondering van de grofzandige lichte zavelgronden, die droogte-gevoelig zijn, zijn de stroomgronden goed tot zeer goed geschikt voor akker­ bouw en fruitteelt.

De lagere overwegend kalkrijke stroomgronden (kaarteenheid 3) bestaan uit zware zavel en lichte klei (I7è % ~ 35 % lutum). Op de overgang naar de komkleigronden komt binnen 80 cm diepte zware (kom) klei (meer dan 35 % lutum) voor. Deze gronden (kaarteenheid k) zijn overwegend kalkarm. De hoogste grondwaterstand reikt in de lagere stroomgronden tot binnen 40 cm -mv. Met de nodige voorzieningen ten aanzien van de waterbeheersing, mogen ze tot de goede gronden voor akkerbouw en kaarteenheid 3 ook voor fruit­ teelt gerekend worden.

Komkleigronden

De grijze kalkarme komkleigronden (kaarteenheid 5) bestaan uit zware klei (meer dan 35 % lutum).

(4)

Voornamelijk in het zuidwesten komt onder de zware komklei binnen 80 cm -mv een lichtere ondergrond voor. De komkleigronden zijn vrij lage natte gronden met periodiek zeer hoge grondwaterstanden. Ze zijn overwegend als grasland in gebruik en daarvoor ook het meest geschikt. Overige onderscheidingen

De stroombeddinggronden (kaarteenheid 7)» alleen voorkomerd. langs

de Linge, bestaan uit lichte en zware kleigronden en plaatselijk uit veengronden. Het zijn lage natte gronden die overwegend als grasland in gebruik zijn.

Aan de rand van de stroombeddinggronden, vindt men even buiten de gemeentegrens bij Zoelen, oude cultuurgronden (kaarteenheid 6). Deze waren reeds ver voor de bedijking in cultuur. Ze hebben een donkere bovenlaag die rijk is aan organische stof en soms ook aan fosfaat. De

uiterwaardgronden (kaarteenheid 8) komen alleen langs de Waal voor. Ze

bestaan uit kalkrijke zavel of lichte kleigronden, die plaatselijk zijn afgegraven. Het zijn vrij hoog gelegen gronden met goede mogelijkheden voor akkerbouw en fruitteelt.

Lutum s minerale delen kleiner dan 2 rau

Mu a micron s 0,001 mm

(5)

S O C I O G R A F I S C H E D O C U M E N T A T I E V A N D E G E M E E N T E

Tl EL

O n d e r w e r p : B o d e m g e s t e l d h e i d N u m m e r G r o e p : B l a d : D a t u m : Bodemkaart

EjlBL

- S T A / / ' > •;'» ' t -l : hi #% ^ s i ^ \ ?»«"{/]?' iiv. #" •>•

ÎINGGE30UV

r Legenda Stroomgronden O O O O

0°0 1Q°0 C Hooggelegen grofzandige l i c h t e zavelgronden ( k a l k r i j k )

Overige onderscheidingen Oude cultuurgronden

Hooggelegen zware zavel- en lichte kleigronden ( k a l k r i j k ) Stroombedd inggronden 1 Lager gelegen zware zavel- en l i c h t e kleigronden

(overwegend k a l k r i j k )

Lager gelegen zware zavel- en l i c h t e kleigronden binnen 80 cm op komklei (kalkarm)

TJi-H-J. JUU

U iterwaardgronden

SM,

Komkleigronden

Laag gelegen zware kleigronden (kalkarm)

Kernen, wegen en waterlopen

— G r e n s van de gemeente ^ I V e r g r a v e n g r o n d e n 0 0 , 5 1 SchaaI 1:50 000 2 4 k m B r o n : S t i c h t i n g v o o r B o a e m k a r t e r i n g , W a g e n i n g e n S a m e n g e s t e l d d o o r h e t b u r e a u v o o r p l a n o l o g i s c h o n d e r z o e k e n a d v i e s d r . J . A . L a u n s p a c h .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zeker wanneer er herstel- maatregelen in deze randzones zijn uitgevoerd en de omstandigheden hier nog niet stabiel zijn (bijvoorbeeld gewoelde grond, ontbreken van vegetatie)

aandoening komt het meeste voor bij jonge paarden, hoewel paarden van alle leeftijden de aandoening kunnen ontwikkelen.. Er blijkt geen geslachtspredis- positie te zijn,

Trichodorus primitivus Suikerbiet, ui, rode biet, witlof Aardappel, maïs, winterkoolzaad, zomer- koolzaad, erwt, peen, prei, schorseneer, stamslaboon, veldboon.

Voor de proef werden 25 resistente planten (verder aangeduid als "onderstammen") gebruikt afkomstig van een zaadfirma en 25 tomateplanten van het ras Ailsa Craig.. Zowel

Bij de koolsure-kalkbepallng is de aansluiting bij de normale verdeling doorgaans vrij goed (sie fig. Be frequentieverdeling van het koolsure- kalk gehalte ln een

Be grond die in de proef werd gebruikt, was afkomstig van het proefbedrijf in Seift« le analyse van dese grond is opgenomen in tabel 1.. Se analyse van de in de proef

Centraal uitgangspunt van de werkwijze van het Kenniscentrum en Mobycon vormt het Shared Space concept, waarmee gestreefd wordt naar ruimtelijke kwaliteit én democratische

Wat betreft de aantasting door ziekten, bleek, dat de onder glas geteelte ranonkels zeer gevoelig waren voor een aantasting door 1 1 "wit", een meeldauwschimmel, welke