31
Deformaties
inonverharde sedimenten:
het bestuderen
waard
¹A.J.+(Tom)
vanLoon² &Krzysztof
Brodzikowski ³Samenvatting
Ineen
sedimentpakket
waarinnog geen ofweinig
lithificatie isopgetreden,
kunnen talvan processen zorgenvoor deforma-ties. Dedaarbij gevormde
structuren kunnenuiteenlopende
groottesen vormenhebben;
vaakspelen
diverse deformatie-processen bovendiengelijktijdig
eenrol. Eengevolg
is dat de ontstane structurengecompliceerd
kunnenzijn
enmoeilijk
te classificeren. Dat leidtertoedat binnen de WTKG aandeze structuren veelalweinig
aandacht wordt besteedbij
veldwerk(bijv. stratigrafisch onderzoek);
meeraandachtvoordeze struc-turen kan echterbijdragen
aan een beterbegrip
van deomstandigheden
waaronder de sedimentenzijn
ontstaan.Inleiding
Aanvankelijk
werden de deformaties in onverharde sedi-mentenalleen op hunvormgeclassificeerd.
Eenmeer analyti-schebenadering
leidde tot een onderscheid tussen plooi-structuren, breukstructurenenbreccies(Leith, 1923),
waarnamenzich realiseerde datook degrootteeenrol
speelt
omdatbij
hetontstaan van grotedeformatiestructurenspanningen
op-treden die kunnen leidentotkleinere,
secundaire deformaties(Occhietti, 1973).
Naarmate meerbekend werd over deze structuren werd echter ook de
verwarring
groter.Het bleeknamelijk
dateenbepaald
proces kon leidentotduidelijk
verschillende structu-ren(bijv.
door verschillen insedimenttype),
maarook dat verschillende processenvrijwel
identiekestructuren kondenopleveren (Kuenen,
1958).
Daarnaast bleek dat heteigenlijk
slechts zelden voorkomt dateendeformatiestructuur slechts één enkele oorzaak heeft. Eengevolg
vandezeinzichten was datmenaanvankelijk overging
van eenbeschrijvend
naar eengenetisch classificatiesysteem,
maardatmenlater ook datweer moestopgeven.Wellicht is het daarom betereen systeem tegebruiken
datuitgaat
vanwaarneembare gegevens dieinter-pretatie redelijk
zeker toelaten(bijv.
watbetreft demate vanvervloeiing,
deplastische vervorming
of het elastischgedrag
van het
sediment).
Ontwikkeling
vandestructurenZowel
experimenten
alsveldwaarnemingen
(bijv.
ingetijde-gebieden)
tonenaandatvervormingen
in onverharde sedimen-ten snel kunnenplaatsvinden:
binnen enkele uren of zelfs enkele minuten. In anderegevallen zijn
echter veellangere
perioden nodig, waarschijnlijk
eeuwen enmogelijk
zelfs dui-zendenjaren.
1 Deze
bijdrageisvooreen
belangrijk
deelgebaseerdopeenartikel dat beideauteurs opuitnodigingschreven voorhetrecentejubi-leumnummervan’Sedimentary Geology’ (Van Loon&
Brodzi-kowski, 1987).
2
Julianaweg 5,6862ZN OOSTERBEEK. 3
Laboratoryof
Experimental Geomorphology, Geographical
Insti-tute,Universityof Wroctaw, ZamekKsigz,ul.PiastówSlgskich4, 58-306WALBRZYCH,Poland.Deformatiestructuren in onverharde sedimenten
zijn
reedslang
bekend(o.a. Lyell, 1841),
maarwerdentotin het midden vandetwintigste
eeuwnauwelijks
beschouwd alsvan waarde voorgeologische interpretaties.
Dat veranderde in hetbegin
vande
zestiger jaren,
toendesedimentologie
zichontwikkelde endiverse auteursookpogingen
dedenomdestructuren in onverharde sedimententeclassificeren(o.a. Pettijohn
&Pot-ter, 1964;
Nagtegaal, 1965).
In dietijd
wasnogbetrekkelijk
weinig
bekend vande processen inrecentemilieus;
de relatie tussendeformatiestructurenenmilieuwasdaarom nogmoei-lijk
teleggen
engeleidelijk
ebde debelangstelling
voor ditonderwerp
weg.De
sedimentologie
ontwikkelde zich echter snelenop het eind van dezeventiger,
begin
tachtiger jaren
kwamen de deformatiestructurenopnieuw
in debelangstelling
(o.a.Sims,
1978; Mills,1983),
zelfsbij
destructureel-geologen
vanwege deimplicaties
voor tektonischeanalyses.
Momenteel wordtaandezestructuren veel aandacht
besteed,
vooraltenaanzien vanhunontstaanswijze,
hun relatietotanderedeformaties,
en hunterminologie
enclassificatie.Afzettingen (Werkgroep
voorTertiaireenKwartaireGeologie)
32
In
uitzonderlijke gevallen
treedt de deformatie altijdens
de sedimentatieop.Bij
stroomribbels zietmenbijv.
wel’afglij-dingen’
op micro-schaalvanwaterverzadigd
zand dat op delijzijde (foreset)
van de ribbel nietmeer stabiel was. Men noemt eendergelijke, gelijktijdig
metdeafzetting gevormde,
deformatie’synsedimentair’.
Veruit demeeste deformatiestruc-turenin onverharde sedimenten treden echter later op.Wan-neer eenstructuurwordt
gevormd
voordat hetpakket
waarin destructuurvoorkomt dooreen nieuwelaag
wordtafgedekt,
danspreekt
menwel(Nagtegaal, 1963)
van eenmetasedimen-taire structuur
(in
hetEngels:
’metadepositional’,
ook wel’penecontemporaneous’).
Een voorbeeld hiervanzijn
dekrimpscheuren
diebij uitdroging
ineenkleipakket
ontstaan. Latergevormde
structuren(dus
inlagen
die al bedektzijn),
noemt men’postsedimenlair’;
sommige
water-ofluchtont-snappingsstructuren
(Fig.
1) zijn
hiervaneen voorbeeld.Vooral
bij
structurenmeteenlangdurige
ontstaansgeschie-denis is het uiteraardmogelijk
dat dedeformatiebegint
ineen metasedimentairstadiumendat deontwikkeling doorgaat
tot ineenpostsedimentaire
fase. Dat isbijv.
vaak hetgeval
met loadcasts(Fig. 2), uitzakkingen
vanvaakietszwaarder mate-riaal(zand)
ineengemakkelijk
vervormbaar,lichter materiaal(klei).
Hoe
langer
deontstaansgeschiedenis
duurt,
hoegroter dekans is dat het
deformatieproces
wordt beïnvloed door andereprocessen. In zo’n
geval
ontstaat een structuur waarvan deuiteindelijke
vorm vaak uiterstgecompliceerd
is(Fig.
3).
Soortgelijke complicaties
kunnen ookoptreden
wanneer een eenmaalvolledig
ontwikkeldedeformatiestructuurlaterten Fig. 2Instulpingsstructuren,tebeschouwen als sterk ontwikkelde loadcasts, ontstaandoor het in ballen(pseudonodules)
wegzakken
vanzandin eenonderliggende, waterverzadigdekleilaag
(AlmereMembervandeGroningen
Formatie; Noordoostpolder).Fig.
133
prooi
valtaan eennieuw,
vanheteerstevolstrektonafhanke-lijk, deformatieproces.
Juistdergelijke gecompliceerde
structu-ren kunnen veel inzicht geven in de processen dieachtereen-volgens
eenrol hebbengespeeld.
Daarvoor is het dan uiteraard welnoodzakelijk
deafzonderlijke
processenteonderscheiden en huntijdsrelatie
vast testellen.Krachten dieeenrol
spelen
In
tegenstelling
totbij
verhardegesteentenwaarvooralendo-gene processeneenrol
spelen bij vervormingen,
is het scalaaan processenbij
onverharde sedimentenzeer breed.Endogene
processenspelen
weliswaareenrol,
maarexogene processenzijn
veelbelangrijker.
Daarnaast kunnen ook de zwaartekracht(geen endogene
kracht in engerezin),
astronomische krachten(geen
exogene krachteninengerezin)
eninternekrachteneen rolspelen.
Endogene
krachten die onverharde sedimentenvervormenzijn goed
bekend(Allen,
1986).
Hetgaat
daarbij
vooralomaardbevingen
diemassabewegingen
veroorzakenen ombreuk-vorming
in actieve slenken.Bij
zwaartekrachtgaathetom hetwegzakken
van zwaar materiaal(load casts)
of hetomhoog
komenvanlichter mate-riaal(diapieren).
Astronomische krachtenzijn
nietvan prak-tischbelang;
het gaatdaarbij
o.a. ominslagkraters
van meteorietenenchondrieten,
althansvoor zoverdie ook onver-hard sediment deformeren.Wij
kennen daarvan geenbeschrij-vingen
uit desedimentologische
literatuur.Dat is wel hetgeval
met structurendiedoor interne krachtenzijn
veroorzaakt,bijv.
alsgevolg
vanzich uitzettend materiaal(o.a.dooraangroei
vanzoutkristallen).
Deexogene processen
zijn
hetbelangrijkste: wind,
waterenijs
zorgen op tal van manierenvoor deformatiestructuren.Hierbij
moetwel worden bedacht dateenexogene kracht vaak samengaatmeteenandere:eenindruk die wordtachtergelaten
dooreenregendruppel (vooral
bekend uitwoestijnafzettingen)
isbijv.
eengevolg
van eenexogeen proces(hagel)
in combina-tiemetzwaartekracht;
de ’deuk’dieeenvulkanischebom ineen
aslaag geeft
is echterweer eencombinatievan een endo-geen proces(vulkanisme)
en zwaartekracht.Kortom,
eengoede
analyse
en classificatie van deformatiestructuren in onverhardeafzettingen
is nieteenvoudig.
Processen dieeenrol
spelen
Krachten alleen
zijn
niet genoegom eendeformatiestructuurte veroorzaken:ermoetookeenspecifiek
procesaantengrond-slag liggen.
Demeestrelevante processen die leidentotversto-ring
vanonverharde sedimentenzijn bioturbatie,
temperatuur-schommelingen,
ijsbeweging,
migratie
van water of gas, atmosferische processen,plotselinge belasting, compactie
enmassabeweging.
Bij
bioturbatiegaathet omstructuren die doorplanten
of dieren wordengemaakt.
Iedereen diestratigrafisch
onderzoek doet zalbijv.
weleens fossielegraafsporen
van wormen ofandere
organismen
hebbengezien.
Eenbijzondere
vormzijn
destructuren die door de mens,al dannietmetbehulp
vangereedschap, zijn gemaakt.
Menspreekt
in datgeval
ook wel vananthropogene
structuren(Fig. 4).
Bij temperatuurschommelingen
treden vooraldeformatiesopals die
schommelingen
rond hetvriespunt
van water op-treden,bijv.
onderperiglaciale omstandigheden (Jahn, 1975).
IJs zelfkan,
vooralbij bewegende landijskappen, plooien
en andere deformaties gevenmetamplitudes
vantientallenmeters(Schwan
& VanLoon,
1979;
Brodzikowski & VanLoon,1985).
Ookexperimenteel
is hieraan veelgewerkt (o.a. Gripp,
1929).
Beweging
van lucht ofwaterineenafzetting
leidt vaak tot structurendie opeenmicro-vulkaanlijken (Fig. 1).
Datisdus heel anders danwanneerwaterof luchtdoor de atmosfeer inbeweging
wordtgebracht
en,hetzij
zelfhetzij
viameegevoerde
objecten,
het sediment deformeert.Plotselinge belasting
treedt opwanneerbijv.
eenbloklangs
een
helling
naarbeneden valt. Er is in hetalgemeen
weinig
kans dat de resulterende deformatiestructuurbewaardblijft
Fig. 3Gecompliceerde structuur met gedeeltelijk plastische deformatie,
gedeeltelijk
vervloeiing (AlmereMembervandeGroningen Forma-tie, Noordoostpolder).Fig.4
Anthropogenebreccie in holocene kleien(Groningen Formatie)voor de kust bij Oostende (België), gevormd
bij
turfstekentijdens
de34
(erosie speelt
in zulke milieuseengroterol),
maardat kan welwanneer
bijv.
een brok uit de oeverop een rivierbodem terechtkomtwaar netto-sedimentatie
optreedt.
Bij
dezeplotselinge belasting
treedtcompactie
op. Is diecompactie
geengevolg
van een 'vreemd’ voorwerp,maarvan heteigen gewicht
vanhetsediment,
dan zullen de deformaties vooraloptreden
waarinhomogeniteiten
in datsediment voor-komen die leidentotverschillendegraden
vancompactie (bijv.
kleiom een
boomstronk; Fig. 5).
Bij massabewegingen, tenslotte,
wordt eerderafgezet
mate-riaalopnieuw
inbeweging
gebracht waarbij
deoorspronke-lijke
structuurgeheel
kanverdwijnen
doorvervloeiing,
maarwaarbij
ook nieuwe structuren kunnen ontstaan(vooral
plooien) bij plastisch gedrag.
Zin van het onderzoek naar deformatiestructuren in onverharde sedimenten
Wat hierboven beschreven
is,
vormtweinig
meerdaneenvrij
theoretischebeschouwing.
Die is echternodig
om te weten waarover het gaat. Pas wanneerduidelijk
is waarovergesproken wordt,
kanimmers aandacht worden besteedaananalyse
eninterpretatie
van hetbesproken verschijnsel.
In de WTKG wordt vaak uiterstnauwgezetstratigrafisch
onderzoek verricht metbehulp
van fossielen. Die fossielenhelpen
meehetafzettingsmilieu
tereconstrueren. Het bestude-ren van sedimentaire structuren, inclusiefdeformaties,
kandaarbij
eveneensbehulpzaam zijn.
Bovendienkananalyse
van de deformatiessomshelpen bij
eenonderscheidtussen autoch-toneen allochtone fossielen.Wellichtzou meeraandachtvan de ledenvan de WTKG voor dit
onderwerp
nieuweperspectieven
bieden. Wanneer daarvoor voldoende interesseis,
zullenwij
in komende num-mers van'Afzettingen'
eenaantal deformatiestructurenmeerin detailonder deloupe
nemen enaangeven welkeconclusies uit hunaanwezigheid
zijn
tetrekken.Dankbetuiging
Deauteurs danken Elsevier’s Science Publishersvoorde
toe-stemming
om eenartikelvanhen dat eerder inSedimentary
Geology
werdgepubliceerd
in bewerktevorm over tenemen.Aangehaalde
literatuurAllen, J.R.L. 1986
Earthquake
magnitude-frequency,
epicentra! distance, and soft-sediment déformations in sedimentarybasins-
Sedimentary Geology
46: 67-75.Brodzikowski,K. & A.J.vanLoon 1985Inventoryof deformational structures as atooi forunravellingthe Qualernary geologyof glaciatedareas-Boreas 14:175-188.
Gripp, K. 1929
Glaziologische
undgeologische
Ergebnisse der hambergischenSpitzbergen-Ekspedition
1927-Abhandlungen
desnaturwissenschaftlichen VereinsHamburg22: 147-247.
Jahn, A. 1975 Problems of the
periglacial
zone- PWN(Warszawa):219 blz.
Kuenen, P.Ph. 1958
Experiments
in geology- Transactions of theGeological Society
ofGlasgow23: 1-28.Leith,C.K.1923Structuralgeology HenryHolt(New York):390 blz.
Lyell,
Ch. 1841 Elements ofgeology,2nd ed. -London,Mills, P.C. 1983 Genesis and
diagnostic
value of soft-sediment deformationstructures - a review - Sedimentary Geology 35:83-104.
Nagtegaal, P.J.C. 1963 Convolute lamination,
metadepositional
ruptures andslumping
inanexposurenearPobladeSegur (Spain)-
Geologie
en
Mijnbouw
42: 363-374.Nagtegaal,P.J.C. 1965 Anapproximationtothegeneticclassification of
non-organic sedimentary
structures-GeologieenMijnbouw
44:347-352.
Occhietti,S. 1973 Les structures etdéformationsengendréesparles
glaciers
- essai de mise aupoint.I. Déformationset structuresglacitecloniques
- RevueGéographique
Montr.27: 365-380.Pettijohn,
F.J. & Potter, P.E. 1964 Atlas and glossary ofprimarysedimentary structures-Springer(NewYork):370 blz.
Schwan,J.& A.J. vanLoon 1979 Structural andsedimentological characteristics ofaWeichselian kameterraceat
Sönderby
Klint, Funen,Denmark- Geologieen Mijnbouw58: 305-319.Sims,J.D. 1978Annotatedbibliographyof penecontemporaneous deformationalstructures insediments-United States
Geological
Survey OpenFileReport78-510: 79 blz.
VanLoon,A.J. & K. Brodzikowski 1987 Problems andprogressin the researchonsoft-sediment déformations
-Sedimentary
Geology 50: 167-193.Fig.5
Deformatie t.g.v. differentiëlecompactievankleirondeenstuk hout (Almere MembervandeGroningen Formatie; Noordoostpolder).