• No results found

Alternaria verlegt z'n grenzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alternaria verlegt z'n grenzen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 120 Gewasbeschermingjaargang 38, nummer 3, mei 2007

[

V

O

O

R

J

A

A

R

S

V

E

R

G

A

D

E

R

I

N

G

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

de bloei samenvalt met een hoge luchtvochtigheid en hoge temperaturen. Deze condities doen zich in China jaarlijks voor en in Nederland eens in de ongeveer 5 jaar. Besmetting met Fusarium leidt niet alleen tot opbrengstverliezen, zoals een lager duizend-korrelge-wicht, maar kan ook leiden tot ophoping van diverse, door de schimmel geproduceerde, toxi-nen in het geoogste product. In het afgelopen decennium is meer bekend geworden over de toxicologie van door Fusarium geproduceerde mycotoxinen en dit heeft geleid tot strengere regelgeving m.b.t. de maximaal toelaatbare toxineniveaus, o.a. in de EU. Over de epidemio-logie van Fusarium-soorten is nog weinig bekend.

Om een beter inzicht te verkrij-gen in de diversiteit van

Fusari-um-soorten en in de potentiële

contaminatie met mycotoxi-nen zijn Fusarium-populaties uit Nederland en China onder-zocht. Ruim 60.000 Chinese schimmelisolaten uit maïs werden morfologisch geka-rakteriseerd en daarnaast zijn 3000 Fusarium-isolaten van tarwe, gerst en maïs moleculair gekarakteriseerd. Met behulp van moleculaire karakterise-ring kon de Fusarium-soort, het chemotype (=het patroon aan geproduceerde mycotoxi-nen) en het genotype bepaald worden. Uit onze analyses blijkt dat Fusarium veel voor-komt in maïs in China. Bij de analyse van gerst bleek dat F.

asiaticum het meest frequent

is en dat Fusarium-isolaten stroomopwaarts van de Yang-tze rivier meestal nivalenol (NIV) produceren terwijl

Fusa-rium-isolaten stroomafwaarts

voornamelijk deoxynivalenol (DON) produceren. In de Nederlandse populatie komt F.

graminearum het meest voor

waarbij de verhouding tussen DON- en NIV-producenten

lijkt te verschuiven. Samenvattend toont ons onderzoek aan dat, zeker in China, Fusarium een belang-rijk probleem is in meerdere gewassen. Verder onderzoek moet uitwijzen wat de gevol-gen zijn voor de hoeveelheid mycotoxine in de geoogste producten.

Alternaria verlegt z’n

grenzen

Bert Evenhuis 1,2, Harro Spits1&

Huub Schepers1

1Praktijonderzoek Plant & Omgeving, 2Plant Research International, e-mail: bert.evenhuis@wur.nl

Alternaria in aardappel was eerder vooral een probleem in gebieden met een landklimaat. De laatste jaren hebben de pro-blemen zich ook uitgebreid naar Nederland. Sinds 2004 zijn er enkele tientallen partijen gevon-den met knolaantasting, voor-heen een onbekend verschijnsel in ons land. De ziekte wordt veroorzaakt door de schimmels

Alternaria solani en A. alternata.

Hoge temperaturen in de zomer en wisselingen tussen droge en natte perioden zijn gunstig voor de ziekte. Vroegtijdig afsterven van het loof kan schadegevallen

veroorzaken met 20 tot 30 pro-cent opbrengstderving. Ook de bewaarbaarheid en de kwaliteit kunnen ernstig te leiden heb-ben van Alternaria. De laatste jaren lijkt de ziekte in Nederland steeds vaker in ernstige mate op te treden. Als oorzaak wordt gedacht aan het verminderd gebruik van dithiocarbamaten (maneb, mancozeb) of chloort-halonil in de aardappelteelt. Deze middelen zijn grotendeels vervangen door andere fungici-den zonder, of met een minder goede werking tegen A. solani en A. alternata dan dithiocarba-maten. Het veranderde klimaat, heeft wellicht ook invloed op het vaker optreden van Alter-naria.

Symptomen

De eerste symptomen worden vaak al vroeg in het seizoen on-der in het gewas gevonden. Op de bladeren worden scherp be-grensde bruine tot bruinzwarte vlekken gevormd. In de gro-tere vlekken zijn concentrische ringen zichtbaar. A. alternata veroorzaakt kleinere vlekken dan A. solani. Het is echter niet mogelijk om op basis van deze verschillen de twee schimmels op een betrouwbare manier te determineren. Hiervoor moet de sporenvorm onder de

Figuur 1. Door Alternaria solani aangetaste aardappelknol.

(2)

Pagina 121 Gewasbeschermingjaargang 38, nummer 3, mei 2007

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

[

V

O

O

R

J

A

A

R

S

V

E

R

G

A

D

E

R

I

N

G

microscoop worden vastgesteld. Aantasting van de knol geeft een vlek die verzonken ligt in het knolweefsel (Figuur 1) en wordt veroorzaakt door A. solani.

Gevoeligheid van de plant Alternaria-schimmels tasten

vooral zwakkere en verouderen-de gewassen aan, in tegenstel-ling tot P. infestans. Een tekort aan water, licht of voedingsele-menten (N, Mg, Mn) geeft extra gevoeligheid voor Alternaria.

A. solani kan zich als een echt

pathogeen gedragen en (zwak)

blad infecteren en aantasten. A.

alternata kan dat niet en heeft

een bladverwonding nodig om een blad te infecteren.

Teeltmaatregelen

De schimmel blijft over in aan-getaste gewasresten en knollen. Vruchtwisseling en het gebruik van gezond pootgoed zijn van belang bij de beheersing van de ziekte. In de praktijk zijn er verschillen in rasgevoeligheid gevonden voor Alternaria waar-mee bij de raskeuze rekening kan worden gehouden. Door

het vermijden van tekorten aan stikstof, sporenelementen en water wordt stress voorkomen, waardoor de plant zijn weer-stand behoudt tegen Alternaria. Gewasbescherming

Bij kritieke omstandigheden is preventief chemisch ingrijpen nodig om schade te voorkomen. Fungiciden met een curatieve of stoppende werking op Alterna-ria zijn niet beschikbaar. Voor de bestrijding is het van belang dat er op het juiste tijdstip wordt gespoten. Uit onderzoek is gebleken dat Alternaria het best wordt bestreden in de laat-ste fase van de teelt. Net zoals voor P. infestans is er voor Alter-naria een beslissingondersteu-nend systeem dat de infectie-kansen berekent en adviseert of een bespuiting noodzakelijk is. De timing en de fungiciden-keuze wordt onder Nederlandse omstandigheden bepaald door Phytophthora. Knolbe-scherming tegen P. infestans is in de laatste fase van de teelt belangrijk. Wanneer Alternaria ook een probleem is, dan kan een specifiek Alternaria-mid-del toegevoegd worden aan een knolbeschermend middel of een fungicide worden gekozen dat een nevenwerking heeft tegen Alternaria.

Figuur 2. Door Alternaria aangetast aardappelloof

Middagsessie Beleid, Economie

en Innovatie, Haakzaal, 15.50 u.

Kosteneffectiviteit van

bruinrotbeheersing in

Nederland: impactanalyse

en scenariostudies

Annemarie Breukers1, Wopke van

der Werf2, Monique Mourits3, en

Alfons Oude Lansink3

1 Landbouweconomisch Instituut,

Hollandseweg 1, 6706 KN Wageningen (contactpersoon), e-mail: Annemarie.

breukers@wur.nl, tel. 0317-484416.

2 Wageningen Universiteit, lsg. Gewas- en Onkruidecologie, Haarweg 333, 6709 RZ Wageningen. 3 Wageningen Universiteit, lsg. Bedrijfseconomie, Hollandseweg 1, 6706 KN Wageningen. Sinds 1995 is de Nederlandse aardappelketen getroffen door uitbraken van bruinrot, veroorzaakt door de bacte-rie Ralstonia solanacearum. Bruinrot heeft in de EU een quarantainestatus, wat bete-kent dat alle lidstaten verplicht zijn verspreiding van de ziekte

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The Afrikaans newspapers made South Africa the centre point of numerous articles published on Africa, but were also open about the fact that South Africa was opposed by the

Deze elementen en patronen nu kunnen op dezelfde manier in het GIS worden ingebracht als de elementen en patronen uit de andere 5 lijsten: via een relatie met de tabel met de

Maar daar waar het optreden van gezondheidsrisico's duidelijk het gevolg is van andere instanties en van de burger zelf, zal de overheid in zijn risicocommunicatie, indien

Groep as gehee1: Vergelyk skoolpunte met veld van verwagte prestasies.. Groep as geheel verdeel in drie groepe volgens

Describe, as applicable, the project layout (e.g. how many human participants / animal subjects and what classification into test groups is planned), what type and how

The essence of a qualitative approach is to gain a better understanding in the social context of participants by gathering comprehensive information (Crotty, 1998).The

Pinnock (1990:54) stel dat daar onderskei kan word tussen die “hiperfundamentalisme” aan die een kant en oop fundamentalisme aan die ander kant. Waar die “hiperfundamentalisme”

Design, development and thermal performance evaluation of an inclined heat exchanger unit assisted SK-14 parabolic solar cooker for off-place cooking with and without