Paasexcursie 2011
in de
Champagne-streek,
met wat
meer
aandacht
voor
de
lokale
afzettingen
uit het Laat Lutetien
Leonard Vaessen
¹
De
Stratigrafie
In het
verslag
vande Paasexcursie 2006 merkte ik al op datde
lithostratigrafie
vanhet Lutetien in het BekkenvanPa-rijs
eenmoeizaam verhaal is. Hierin is nog steeds geenver-andering gekomen,
zelfs in het boek‘Stratotype
Lutetien’ uit 2008 wordt geenpoging gedaan
delithostratigrafie
vol-gensde moderne internationale
regels
enaanbevelingen
teordenen in
formaties, afzettingen
enlagen.
Weblijven
duszittenmeteen
samenraapsel
van namen waarvan erveel inhetverreverleden
zijn ingevoerd
doorgroevearbeiders(!!)
voor
afzettingen
inendirect rondParijs. Terwijl
aanderan-denvanhet bekken de
afzettingen
toch anders ontwikkeldzijn.
Zelfs dehandige parasequenties
die doorGely (1996)
zijn ingevoerd
worden in dit boek helaasnietgebruikt.
Dus doe ik hetmaar weerals in 2006mettabel 2(zie
pag.84)
als basis. Hierendaar
gewijzigd
naaraanleiding
vaneerdergenoemd
boeken eenartikelvanGely
uit 2009.De
Champagne
is hetoostelijk
deelvanhet BekkenvanPa-rijs
envalt in hetdepartement
51,Mame. Het BekkenvanParijs
iseensedimentatiebekkenuit hetPaleogeen
metdi-verse
opeenvolgende
transgressie-
enregressiefasen.
Eentransgressie
en eenregressie
vormensamen eensedimentai-re
cyclus.
Elkegrotecyclus
komtovereenmeteenetage
vande
chronostratigrafische indeling
vanhetPaleogeen (tabel
1).
Van het Selandienzijn,
zoverikweet,geenafzettingen
aangetroffen
in het BekkenvanParijs.
Wel inBelgië,
waarde
Mergels
vanGelindentotdezeetagewordengerekend.
Tabel 1. Chronostratigrafievan hetPaleogeen.
Foto1.CampingNowack, Vandières,vanlinksnaarrechtsStef, Ronald, SinieenHenk.
Van
donderdag
21april
totmaandag
25april
washetgra-ven
geblazen
in het BekkenvanParijs.
Deze keer weereensin hetmeest
oostelijke deel,
ook wel deChampagne
genoemd,
beroemdvanwege
zijn bubbeltjeswijn
enzijn
prachtige schelpen
uit het Lutetien. Net als in2006zateendeelvande deelnemers
opde
camping
vandechampagne-boer Nowack in Vandières
(foto 1).
Dit waren, involgor-devan
aankomst,
Henk enSinieBol,LenVaessen,Rieja
vanAart, Stef
Mermuys
enRonald Pouwer. Ineenhotel inEpernay
zatJohnny Laporte.
En in de buurtvanReimshadden TacoBor, Colinen
Marijke
vanElderenenEddy
Spijkerman
eenhotelgevonden.
Een bescheidengezel-schap
voor een Paasexcursie. In groepenvandiversesa-menstelling
werden tienvindplaatsen
bezocht. De nadruklag
opvindplaatsen
metafzettingen
uit het Lutetienmaarook
plaatsen
metafzettingen
uit hetYpresien
werdenmeteenbezoek vereerd.
Systeem Serie Etage Tijdin Mj
C 0 Chattien 28,4-23,03 O)
b
Rupelien 33,9-28,4 Priabonien 37,2-33,9 C 5 c 0 0 Bartonien 40,4-37,21
0 co Q-8 LU Lutetian 47,8-40,4 Ypresien 55,8-47,8 c 0 8 O 0 0 Thanetien 58,7-55,8 Selandien 61,7-58,7 Danien 65,5-61,7Het
Ypresien
kent in het BekkenvanParijs
tweesubcycli:
uit het
Vroeg Ypresien
deSpamacien
formatiemetkleienenlignieten afgezet
in brak-enzoetwaterenuit het LaatYpre-sien de CuiYpre-sien
formatie,
welke in hetgrootstedeelvanhetbekken vanmariene oorsprongis. In ons
excursiegebied
zijn voornamelijk afzettingen
vanfluviatieleenlacustrieneoorsprongtevinden. In het verleden werden het Cuisienen
Spamacien gezien
alsonderetages
vanhetYpresien,
maarvanwege het lokaleaspectvande
afzettingen
wordt ditnunietmeer
gedaan,
vandaar dat ikze nuaanduid alsforma-ties. Ze wordensomsook wel
aangeduid
als facies.Sub
Etage
‘Formaties’Parasequenties
vlg Gely
Opmerkingen
Laat
Lutetian
Midden
Lutetein
Vroeg
Lutetien
Marnes et Caillasses Banc de Roche Haut Banc Bancsfrancss.s Bancalucines Souchet Grignard Banc de Laine Liais de Pariss.s. Banc de Marche Banc verts.s. Banc de Saint-Nom Lambourdes/BancRoyal etVergelé Banc é verrins Banc de Saint-Leu (calcaireaDitrupa strangulata) Bancamollusques Pierrealiards (calcaireaNummulites leavigatus) Glauconie grossière B5enCl-C4 B4 ■ B3 ■ B2 ■ BI A10 A9 A8 A7 A6 A5 A5 A1-A4Lagunaireafzettingenmetgips, dolomiet, mergelsenlokaal kalkzanden metschelpen.
Harde kalkenrijkaanCerithiidae.
Fijnekalken metweinigCerithiidae.
Harde kalken met veel,Bivalvia3enCerithiidae. Bank met veelexemplarenvanCodakia (Epilucina) concentrica.
Kalken rijkaan Cerithiidae.
Laguno-marine afzettingen,kalken enkalkzanden met CerithiidaeenLucinidae.
In hetexcursiegebied grijze,erosieve kwartszanden meteen
mariene faunatypischvoor eenforslager zoutgehalte.
Groenige,kleiige,lagunairekalk enmergelsmet Cerithiidae.
Kalkmetmariene mollusken o.a.Avicularium lithocardium.
Bioclastische kalkrijkaanmilioliden enOrbitolites complanatus (Lambourdes)en eenzeerrijke, prachtig geconserveerdemollusken fauna.
Aandetopeen meereuryhalinefaunamet.Avicularium lithocardiumenCerithiidae.
Deze bankbegintmetde Campanile giganteumhorizon. Hetzijn zandigeenklei houdende kalken meteenrijke,fraai
geconserveerdemollusken fauna.
Zachte,lichtglauconiethoudende kalk, vaakrijkaanDitrupa strangulatai enNummuliteslaevigatus.
Verharde kalkbank met veel bivalven.
Zandigeglauconiethoudende kalkmetopeengepakte exemplarenvanNummulitesleavigatus.
Grofglauconietkalkzand metaande basis haaientanden en
Venericardia planicosta.
Ypresien Cuisien
DenaamLutetien is in 1833
ingevoerd
doorAlbert DeLap-parent,Lutetia is de Romeinsenaam voor
Parijs.
DeLapa-rentheeft geenstratotypesectieaangewezen. In 1981heeft
Alphonse
Blondeautweesectiesmeteenz.g.neostratotypevoorgesteld
50 kilometerten noordenvanParijs.
In eengroeve
bij
Saint-Leu-d’Esserenthet onderstegedeelte
vanhetneostratotypeenineen
groeve
bij
Saint-Vaast-lès-Mello het middenenbovenste deelvanhetneostratotype.In het artikel vanBlondeaustaatookeencorrelatievandelitho-stratigrafie
vande nieuwestratotypesectiesmetdeforma-ties in
Parijs.
Eenvergelijking
metde randenvanhetbek-ken wordt helaas niet
gemaakt.
Het
begin
vanhet Lutetien iszeerrecentelijk
officieelvast-gelegd
meteen‘GoldenSpike’
of GlobalStratotype
Sectionand Point
(GSSP),
hetbegin
vanhet Bartonien(einde
Lu-Tabel 2.üthostratigrafievanhet Lutetien in het BekkenvanParijs. Samengesteldaande handvan Jean PierreGely, 1996en2009en
DidierMerle,2008.
Sub
Etage
‘Formaties’ Parasequenties vlg GelyOpmerkingen
Marnes et Caillasses B5enCl-C4
Lagunaireafzettingenmetgips, dolomiet, mergelsenlokaal kalkzanden metschelpen.
Banc de Roche B4 Harde kalkenrijkaanCerithiidae. Haut Banc Fijnekalken metweinigCerithiidae.
Bancsfrancss.s
B3
Harde kalken met veel Bivalvia enCerithiidae. Bank met veelexemplarenvanCodakia (Epilucina)
.0
s
3 —1 Bancalucines concentrica. 03 2 Souchet B2Kalkenrijkaan Cerithiidae.
Grignard
Banc de Laine Laguno-marine afzettingen,kalken enkalkzanden met CerithiidaeenLucinidae.
In hetexcursiegebied grijze,erosieve kwartszanden met een
Liais de Pariss.s.
B1
Banc de Marche
mariene faunatypischvoor eenforslager zoutgehalte.
Banc verts.s. A10
Groenige,kleiige,lagunairekalk enmergelsmet Cerithiidae.
Banc de Saint-Mom A9
Kalkmetmariene mollusken o.a.Avicularium lithocardium.
C ■fl) B 3 _l C 0) TD Lambourdes/BancRoyal etVergelé A8
Bioclastische kalkrijkaanmilioliden enOrbitolites
complanatus(Lambourdes)en eenzeerrijke,prachtig geconserveerdemollusken fauna.
Aandetopeen meereuryhalinefauna met Avicularium lithocardiumenCerithiidae.
s
Banc è verrins A7
Deze bankbegintmetdeCampanile giganteumhorizon. Hetzijn zandigeenklei houdende kalken meteenrijke,fraai
geconserveerdemollusken fauna.
Banc de Saint-Leu (calcaireaDitrupa strangulata)
A6
Zachte,lichtglauconiethoudendekalk,vaakrijkaanDitrupa strangulataenNummuliteslaevigatus.
Bancamollusques A5 Verharde kalkbank met veel bivalven.
C 0 •4= 0 3 —I Pierrealiards (calcaireaNummulites leavigatus) A5
Zandigeglauconiethoudende kalk metopeengepakte exemplarenvanNummulitesleavigatus.
1
Glauconie grossière A1-A4
Grofglauconietkalkzand metaande basis haaientanden en
Venericardia planicosta.
tetien)
nog niet. Een GSSP iseentypelocaliteit
waar hetstratotypevan eengrenstussen
chronostrati-grafische
eenhedendagzoomt.
De GSSPvoordebasisvande Lutetienetageis
vastgelegd
op167,85
me-ter in de Gorrondatxe zeeklif
sec-tietennoordwestenvande stad
Bil-bao,
Spanje (43°
22'46. 47"N,3° 00'51.61"W).
Dit isgoedgekeurd
door de International subcommis-siononPaleogene
Stratigraphy
in februari2010,
door de Internatio-nal Commission ofStratigraphy
injanuari
2011 engeratificeerd
doorde International Union of
Geolo-gical
Sciences inapril
2011. De officiëlepublicatie
door Molinaetal. is in
druk, Episodes
2011. Het Lutetienbegint
-47.8miljoen jaar
geleden
op de GTS04tijdschaal.
In het bekken van
Parijs
zijn
tij-dens het Lutetien drie
transgres-sie-en
regressiefasen
geweest.Deeerstecyclus (LI)
heeftafzettingen achtergelaten
in hetVroeg
enMiddenLutetien,
de
parasequenties
Al-AIO(tabel 2).
De maximaleuitbrei-ding
vandezetransgressie lag
aanhet eindvanhetVroeg
Lutetien
(A5). Tijdens
dezetransgressiefase
bestonder eenopen
verbinding
in het noordenmetde Atlantische Oceaanenwerden
hoofdzakelijk
mariene kalkenafgezet.
Aan het eindevanhet Midden Lutetien(bovenste
gedeelte
A8 t/mAIO)
trad eenregressie
op,met alsgevolg
meerinvloedvanzoetwater,wat in het
excursiegebied
resulteerde in devorming
vanzandige
kalkenenkleienafgezet
ineenkust-vlakte. Elders in het bekken
zijn lagunaire
kalken enmer-gels afgezet.
Deverbinding
metde Atlantische Oceaan in het noorden verdweengeleidelijk
door hetomhoog
komenvan de anticlinaalvan
Bray.
De tweedecyclus (L2)
vondplaats
aanhetbegin
van het Laat Lutetien.Tijdens
dezetransgressie
werden in hetexcursiegebied
kalkzandenafge-zet,
waarschijnlijk
behorendetotdeparasequentie
BI(zie
discussie later onder ‘Devindplaatsen’).
De maximaleuit-breiding lag tijdens
hetafzetten vandeparasequentie
B2.VanafB3totenmetB5weer een
geleidelijke regressie.
Hetbekken stond in deze
periode
alleenmaar naarhetwestenin
verbinding
metdeopenzee. Er werden in het centrale
deelvanhet bekken in vier
subcycli
afwisselendglauconiet
houdendekalkenen
glauconiet
houdendezanden,
danweerlagunair-mariene
kalkenenmergels
enevaporieten afgezet,
in het
excursiegebied mogelijk
lokaal nogrestenvan lacus-triene(meer-)afzettingen.
De derdecyclus (L3)
vondplaats
in het laatste deelvan het Laat Lutetien. Detransgressie-fase liet de
afzettingen
vanparasequentie
Cl achterendemaximale
uitbreiding lag
aanhet eindevanCl in de buurtvanLaon
(zie Gely,
1996en2009enMerle, 2008).
Erwasnuookweereenopen
verbinding
met dezee tennoordenvande Ax van
Bray.
Hetwas eenondiepe
zee, nog geenvijf
meterdiep,
waarin het centrale deelgipsen,
dolomieten
mergels
werdenafgezet.
In hetexcursiegebied
geenma-riene of
lagunaire afzettingen
maar weerlokaal lacustrienekleienen
lignieten.
De
vindplaatsen
Stef had op
donderdag
eenverkennendrondje gemaakt
in dewijde omgeving
omtekijken
waternogtoegankelijk
was.Vrijdagochtend
22april begonnen wij (Stef, Henk,
SinieenLen)
in het bekenderavijn
‘Trou Robenet’tennoordenvanhet
dorp Arty,
Mame( 49°5'2.69"N,
3°50'59.39"0,
Goog-le earth
coördinaten).
Devindplaats
was zotezien allang
nietmeerbezocht door
verzamelaars,
enhet taludwasaar-dig afgestort.
Ermoestdusstevig
gegraven wordenombij
de
ongeschonden
afzettingen
tekomen(foto 2). Bij
ditgra-venwerden drie levende vuursalamanders Salamandra
sa-lamandra
(Linné,l7sß) blootgelegd (foto 3)
eninveiligheid
gebracht.
Naeenpaaruurtjes stevig doorspitten
kwamenweopde harde
laag.
Delaag
waarhet hieromgaatiswaarschijn-lijk
detopvanparasequentie A 7 van Gély (1996), (Bancs
averrins of Banca
Verrains)
ende basis vanA 8 ook
welaan-geduid
metdeformatienaamVergelé (zie
tabel2).
Voor zo-verikweetisernooiteenechteprofielbeschrijving
gepubli-Foto3(onder).Vuursalamander uit hetravijn, Arty, (Marne). Foto2(boven).Aktie in hetravijnvanTrouRobenet,Arty, (Mame).
ceerdvandewand in het
ravijn
Trou Robenetentegenwoor-dig
is alleen nogmaarhet middelste deeltoegankelijk.
Derestvanhet
profiel
is door deplaatselijke wijnboeren
bedektmetallerleitroep,ditomde verzamelaarste
ontmoedigen.
In 1985 hebben Anton Janseenik in het meinummervan‘Af-zettingen’
eenglobale beschrijving
gegevenvandezeloca-tie.
Gély (1996)
heefteenbeschrijving gepubliceerd
vandeoude,
nietmeertoegankelijke
groeve inDamery.
Dit ishe-melsbreed nog geenkilometernaarhetoosten endit
profiel
kan
grotendeels
overeenkomenmetdatvande Trou Robenetin
Arty.
De basisvanA7,
wordtgekenmerkt
doorhet optre-denvandegrotegastropode Campanile giganteum (Lamarck,
1804).
Degroevearbeiders
hebben vroeger denaamverrinsgegevenaande steenkemenvandezegrote
gastropode,
van-daar de formatienaam Bancaverrins. Dit niveauwashier in
het verleden ontsloten in de
beekbedding lager
in hetravijn.
Volgens
deopgavevan
Gely (1996) fig.ls
is de Bancaver-misin deze streek 2a3meterdikenbestaat uiteen
zandige
kalk.
Aangezien
onsgatongeveertwee meterbovendebeek-bedding
wasdenk ik dus datwein detopvanA 7 hebben
ver-zameld. Behalve veelgrotetot
middelgrote exemplaren
vanhet
‘gewone’ spul
zoalsSycostoma
bulbus(Solander
inBran-der, 1766),
Athleta(Volutospina) spinosus (Linné,l7sß),
An-cillus(s.s.)
buccinoides(Lamarck, 1802),
Ancillus(Turancilla)
glandinus (Deshayes,lß3s),
Ancillarinacanalifera (Lamarck,
1802),
Clavilithes(s.s.)
maximus(Deshayes, 1835)
enEuspira
soorten,kwamenerook enkele
exemplaren
vanXenophora
sp.
tevoorschijn.
Ennatuurlijk
eenhelehoop
kleinspul
om de winteravondenmeetevullen.Na de lunch vertrokkenwenaar
Fleury-la-Rivière,
Mame, LesVieilleries, ontsluiting
in de wandvan eenomhoog
lopen-de
zandweg (49°06'23.3"N,
3°53'13.1"0,GPS).
Dit isbijna
dezelfde locatie als waar wein 2006afzettingen
uit het LaatLutetienbemonsterd
hebben, hogerop langs
de weg. Dit deelvanhet
profiel
was nunietmeergoed toegankelijk.
In hetni-veaumetde
campaniles (A7),
onderaanlangs
hetweggetje
zateenaantal Duitsers
verspreid
overdriegaten.Dus verdernaarLes
Fourtières,
de bekendeontsluitingen
in het bostennoordoostenvan
Fleury-la-Rivière (49°06'12"N, 3°54'04"O,
Google Earth).
HierwareninmiddelsookJohnny, Colin,
Ma-rijke,
Taco,Eddy
enRonaldaangekomen.
In degatenin het
lagere
deelvanhet boszijn
de kalkenvande
parasequentie
A7(de
Bancaverrins)
ende basisvanA8(de
formatieVergelé)
ontsloten. Tentijde
vanhetontstaanvande Banc averrins ende basisvande
Vergelé lag
in het centrale deelenin hetnoordelijk
deelvanhetbekkeneen zeemet een
diepte
van10-20meter, die in het noorden inopenverbinding
stondmetde Atlantische Oceaan. Maar de streek rondParijs
enhetexcursiegebied lagen
aande randvanhetbekkenende
afzettingen
vande Bancaverrinsenbasisvande
Vergelé zijn afgezet
ineen zeemet eendiepte
vanmin-der dan 5meter tot10meter
(lig.
55 in Merle2008). Tijdens
het afzettenvandetopvanA8 trad
geleidelijk
eenregressie
op en
kreeg
deChampagne rivier,
die vanuit hetoosten het bekken instroomde,
meerinvloedwatleiddetotwisselendezoutgehaltes
in hetexcursiegebied.
In het
hogere
deelvanhet boszijn zachtere, zandige kalken,
te vinden. Dit is
waarschijnlijk
detopvanA8en overgangnaarA9. In het
departement
Oise(Beauvais
enomgeving)
wordt het
hogere gedeelte
vandezeafzettingen
ook welaan-geduid
metdenaamLambourdes ofBancRoyal.
Ditgedeelte
wordt in het
oostelijke
deelvanhet bekkengekenmerkt
dooreen meer
euryhaline
fauna door dewisselendezoutgehaltes.
Flet is erg
moeilijk
omuit de literatuurwijs
teworden wel-keafzettingen
ze nuprecies
bedoelen. Aan deomschrijving
zou
je
ook kunnen aflezen dat dit dezogenaamde
‘Sablesrouxviolacés’
zijn
die in de groeves inDamery
onsloten wa-ren(zie
Pomerol &Feugueur 1974).
Dus ik kanmetdebestewil
geen
bevredigende
formatienaamaan deafzettingen
bo-venin het bosvan
Fleury
geven. Dus hou ik hetmaarop detopvanA8enA9.
De groep
verspreidde
zichoverde diversegatenin dehoop
een
redelijk plekje
tevindenwaarzonder alteveelrisicoge-gravenkon wordenenzonder
datje
tonnenkalkmoestver-zetten om aande
ongeschonden laag
tekomen. Veelvandegatenbeneden in het bos
zijn
zeergevaarlijk,
somslijken
het welmijnschachten (foto 4)
enzijn
deelsgevuld
metinge-Foto4(boven).Eenbijnatweemeterdiepegang in het bosLes
Fourtières,Fleury-la-Rivière (Mame).
Foto 5(onder). Fleury-la-Rivière (Marne),Les Vieilleries,met hetdorp Fleuryop deachtergrond.Verzamelen inde Banca verrins. Het gezeefdemateriaal verdwijntin kleine engrote
storte
bovenlaag.
Zaterdag
23april, prachtig
weer.Voor dezedag
stondFleu-ry-la-Rivière,
LesVieilleries,
deontsluiting langs
de zand-weg(49°06'23.3"N,
3°53'13.1"0,GPS)
op het programma, als tenminste de Duitsers er weernietzaten. Dus optijd
oppad.
InFleury aangekomen
blekenergeen Duitserstebeken-nen.De hele wandvoor ons alleen. De
dag
ervoor haddenweal
gezien
dat de Bancaverrins endelaag
metCampa-nile
giganteum (Lamarck, 1804)
opwegniveau
teontsluitenwas.De Duitse verzamelaars hadden hungaten
keurig
dichtgegooid
maardiewarensnelweeropengeschept
en erkonverzameld worden. De hele
dag
werdergeschept, gezeefd
enzakkenen
zakjes
zandweggedragen.
Doorsommigen
in bescheidenmate,in dunneplastic keukenzakjes,
doorande-reninzeerruimemate ingrotekunstmestzakken
(foto
5 en6).
De vondstenwarennietonverdienstelijk,
erwerdenen-kele
campaniles gezien.
Helaaswarendemeesteal inbrok-stukken of vielen inbrokstukken uiteenals
je
eraankwam.Verderkwamenerwat
exemplaren
vanCassis(Morionella)
harpaeformis Lamarck,
1803tevoorschijn, Plejona
mitrata(Deshayes,lß3s),
Conusdepertitus (Bruguière,l792),
veleexemplaren
vanAthleta(Volutospira) spinosa (Linné,l7sß)
enuiteraard denodige exemplaren
vanClavilithes(s.s.)maxi-mus
(Deshayes, 1835)
maarookexemplaren
vanClavilithes(Cosmolithes) laevigatus subuniplicatus (Grabau,l9o4)
enClavilithes
(Rhopalithes)
rugosus
(Lamarck, 1803)
werdengevonden.
Van de Bivalvia werdenregelmatig
groteexem-plaren
van Crassatella(s.s.) ponderosa (Gmelin,l79l)
ge-vonden. Venericardia imbricata(Gmelin,l79l)
in diversematen en
nog
veel,
veelmeer.Taco vond het materiaal dathij uitgroef
wataandegrove
kant,
deed het ineen emmer enFoto 6.Nogmaals groteenkleinezakken bij Fleury, Les Vieilleries.
stamptemet
zijn
hamernetzolang
totallesfijn
was(foto 7).
Typisch
eenhaaientandenverzamelaar. Ondanks dehitte,
vooral ’s
middags
zatenwepal
in dezon, werdertottegenzes uur
gehakt
engegraven. Toenmoesten dekampeerders
weg omdatze omacht uur,opgepoetsten
wel,
ineenres-taurant moestenzitten. Dus werden degaten
keurig
dicht-geschoven
endezandweg
weerdoorgankelijk gemaakt.
Zondag
24april,
wekwamenbij
elkaarophetkerkplein
vanVenteuil.
Eddy, Johnny
enRonaldgingen
naarCuis enMonthelonom tegaankijken
of devindplaatsen
metYpresien
nogtoegankelijk zijn. Eddy
Spijkerman
doet hierverslag
van in het stuk aan het eindvanmijn
deel(zie grijze inzet,
pag. 91 en92).
Derestging
naarvind-plaatsen bij Venteuil,
nunietnaarhetravijn
‘TrouRo-benet’van
Arty
maar naar eenwandtussendedruiven-velden ongeveer 200 meter meer
westelijk
dan hetra-vijn (49°05'03.0"N,
03°50'48.3''0, Google Earth).
Hier iseenpakket
van tweetotviermetergrijsgele
kalkzan-den ontslotenmet
daarop
eengrijsgroene
klei ofmergel
(foto 8).
Ditpakket kalkrijke
zandenis niet in het Mid-den Lutetienafgezet
maartijdens
het Laat Lutetien.Van-wege de
grote
hoeveelheidaanLucinidae(foto 9)
dachtikter
plaatse
dat het deparasequentie
B3vanGely
was.Maarnathuisnogeens
goed
in de literatuurgedoken
tezijn
en nauitgebreid
mailcontactmet RonaldPouwer,
kwamenwetotde conclusie dat het B3 niet kon
zijn.
B3is
waarschijnlijk
alleenafgezet
in hetgebied
direct rondParijs,
in eenperiode
daterin hetexcursiegebied
geen mariene oflagunaire
sedimentatieheeftplaatsgevonden.
De Banc alucines(B3)
iseenechte kalkenis veelmin-der dik ontwikkeld dan het drietotviermeterdikke
pak-ket datwe
bij
Venteuil zagen. Hetmeestwaarschijnlijk
is dat hetomde
parasequentie
BI gaatnetalsbij
Pour-cy. La Gruerie
(49°9'46.41"N,
3°55'17.12"0,
Earth)
diewein 2006 hebben bemonsterd. Vooral desa-menstelling
vande faunaaangetroffen
inPourcy
komtsterkovereenmetdie hier in Venteuil. Heel veel
exem-plaren
van Codakia(Epilucina)
concentrica(Lamarck,
1806)
enBayania
lactea(Bruguière,1789).
In Venteuilkomt ook
Cryptoconus
lineolatus(Lamarck 1804)
opval-lend veelvoorin diversegroottes, dit was niet het ge-val in
Pourcy.
Ook in demonsters van2006 uitFleury
(Les Vieilleries) hoger
in de wandlangs
dezelfde zand-weg,waar we dedag
ervoorzaten,warenC.concentri-ca enB. lactea ruim
vertegenwoordigd.
Inmijn verslag
Codakia (Epilucina)concentrica Foto 8. Venteuil (Mame).Wand inde wijngaardmet2-3mkalkzanden met veel exemplarenvan en
uit het Laat Lutetien. Aandetop,metmeervegetatie,eengrijsgroenelacustriene klei ofmergel. Cryptoconuslineolatus
van2006 had ik hetover het voorkomenvan zeerveel
exemplaren
vanSaxolucinasoorten. Ik hebze nugede-tailleerdbekeken, samenmetdie uit Venteuilen
Pourcy
enhet
blijkt voornamelijk
Codakia(Epilucina)
concen-trica
(Lamarck,
1806)
tezijn.
Ook dacht ik in 2006 dat deafzettingen
dieweinFleury hoger langs
hetweggetje
aantroffentotde
parasequentie
A9vanGely
behoorden.Ik denknu dat het
hoogste
deelvanhetprofiel
datwetoenbemonsterd hebbentotde
parasequentie
B1 hoort. A9 is in ditgebied volgens
de opgavevanGely (1996)
nog geen halvemeterdikenook het voorkomenvan
gro-teaantallenvanC. concentrica in A9 wordtniet vermeld.
Het
pakket
datwij
in 2006 bemonsterdenwasbijna
tweemeterdikenzatooknetonder de
groene
klei,
evenals in Venteuil. Zowel in Venteuil als inFleury
komt ook Pseu-domiltha mutabilis(Lamarck,
1807)
in doublettenvoor.En daarnaasteen
hoop
kleinspul,
maarweinig
Cerithii-dae. In demonstersuit 2006vanFleury
zitten veelmin-der
exemplaren
vanCryptoconus
lineolatus dan inVen-teuilen ze
zijn
veel kleiner. In demonstersdie ik in 2006 uitPourcy
meenamzittenweinig
grotereexemplaren
vanC. lineolatusmaar weer meerCerithiidae dan in Venteuil
ende
toplaag
inFleury.
Ik gaer nudus vanuit dat het inalle drie de
gevallen
gaat om deparasequentie
BI vanGely,
sterk beïnvloed door het zoete wateren zandaan-gevoerd
door dez.g
Champagne
rivier. Doordatzedichtbij
de kustzijn afgezet
kennen dezeafzettingen
lokaaltamelijk
groteverschillenvoorwatzandgehalte
enfauna betreft. In Venteuil kwamen ook nogredelijk veel,
dui-delijk verspeelde exemplaren
van Clavilithes maximus(Deshayes,1835) (foto 10)
enSycostoma
bulbus(Solan-der in
Brander, 1766)
voor. In detoplaag bij Fleury
zatendeze
ook,
maarveel minderversleten,
hierwas delaag
ook
duidelijk
minderzandig
dan in Venteuil. InPourcy
kwam ik dezesoortenmaarzeldentegenen warendeaf-zettingen
hetmeestzandig.
Er is nogeenplaats
waarditsoort
afzettingen
ontslotenzijn
geweest,
namelijk
aandetopvanhet
ravijn
inArty. Volgens
hetverslag
vanAn-tonen
mij
uit 1985zathier onder degrijsgroene
kleieentweemeter dik
pakket
metgeel-paarse
kalkzandenmetveel
mollusken,
groteenkleine,
die deelsduidelijk
ver-speeld
waren. Doublettenvanbetrekkelijk
dunnetwee-kleppigen
werden ookaangetroffen.
Naraadplegen
vanmijn
collectie bleken dit ookexemplaren
tezijn
van C.concentrica. maar
lang
niet zoveel als in Venteuil. Wel heb ik in dietijd
veelexemplaren
vanCryptoconus
line-olatusen
Bayania
lactea verzameldengrotedoublettenvan Pseudomiltha mutabilis
(Lamarck,1807).
Hetver-slag
maakt ookmelding
vanhet voorkomenvanopval-lend veel
exemplaren
vandiverse Clavilithessoortenenbijna
geenSerratocerithiumserratumenookweinig
an-dere Cerithiidae. Dit
pakket lijkt
dus ookmeeropwatwe nuin Venteuil
gezien
hebben dan op de ‘Sablesroux vi-olacés’metheel veelexemplaren
vanSerratocerithiumserratumenandere Cerithiidaeen
weinig
C.concentri-ca,zoals die vroeger in de kleine groeve in
Damery
ont-slotenwaren.Deze kunnen
hoogst waarschijnlijk
totdeparasequentie
topA8enA9gerekend
worden(zie figuur
15 inGely 1996).
Net alsvoorparasequentie
A9isvoorde
parasequentie
B1 in ditgebied
geen formatie- ofaf-zettingennaam voorhanden,
de formatienamenuit tabel 2zijn
hier nietvantoepassing,
wantdiegelden
voordeafzettingen
zoals die voorkomen rondParijs.
Dus hou-denwehetmaaropparasequentie
BI vooral dezezan-dige
kalkenmet C. concentrica.Ondereen
prachtig
voorjaarszonnetje
hadden wehierde hele ochtend
heerlijk
verzameld. In deloop
van deochtend kwam ernog een
jonge wijnboer langs
om tekijken
watwe aanhet doenwaren.Hij
zetteeenpaal-tje
metnummer 1 eropwatrechter,
zeitegenonsdatwegeenkalkblokken in de
wijngaard
mochten laten rollenen geen
diepe
gatenin de wand mochten maken omdat anders dekleilaag
naarbenedenzoukomen en vertrokmetdewoorden ‘bon
courage’,
wat‘succes’ betekent. Aan het eind vande ochtend hebbenStef,
Taco,Henk,
Sinieen uw
verlaglegger
degrote groeve bezochtach-terhet kerkhofnet ten noordwestenvan
Venteuil-dorp
(49°5'4.50"N,
3°50'22.09"0,Google Earth).
Hier iseenFoto 9(boven).Venteuil (Mame).Detailvandeafzettingenmet
veel,op elkaargepakte,individuen
Foto10(onder),Venteuil (Mame). Afzettingenmet veel
Clavili-thes maximus.
metin het middeneenforsexemplaarvan
C. (Epiluci-na)concentrica
wandvan zo’nzes meter
hoog
met vanbenedennaarboven ontsloten
(foto
11):
de Glauconiegrossière,
PierreaHardsenBanca
mollusques (foto 12)
uit hetVroeg
Lu-tetien; vervolgens
de Banc de St. Leu(A6),
Banc aver-rins
(A7)
endeVergelé (A8)
uit het MiddenLutetien. Oferook
afzettingen
uit het Laat Lutetien ontslotenzijn
wasniettezien. Alleen de Banca
mollusques
wasbereikbaar,
maarknetterhard. Het is een
gevaarlijke
wandwaarje
be-terniet inkunt gaan hakken. Alleen de overgangvan Glau-conie
grossière
naarde Pierreahards waslangs
hetweg-getje
zonderlevensgevaar
tebemonsteren. Deze overgangbevat
grind
enlijkt
dus opeenbasisconglomeraat
dathaai-entandenzoukunnenbevatten,
het werd dan ookstevig
be-monsterddoor Taco. Stefraapteop de
puinhellingen
nogFoto11.Venteuil (Mame).Grotegroeve achter het kerkhof ten noorden-westen vanhetdorp,met kalken uit hetVroegenMidden Lutetien
Foto 13.Fleury-la-Rivière (Mame),LesVieilleries,
Foto12. Venteuil Mame. Grotegroeve.Bancamollusques.
Harde bank met veel bivalven uit hetVroegLutetien. nogin het sedimentvande Bancaverrins. Athleta (Neoathleta)listeratum
watgrotebivalven op.
Na op het
muurtje bij
hetkerkhof, heerlijk
in deschaduw,geluncht
tehebben vertrokkenwe naarFleury-la-Rivière
omhetzelfde niveau als
gisteren
weertegaanuitbaten.InFleuiy aangekomen
wachtteonseenonaangenameverras-sing.
De holtes diewegisteren
in de wandgemaakt
haddenwaren nu
geblokkeerd
doorgrotestenen.Blijkbaar
vinden dewijnboeren
het nietfijn
daterdaargegravenwordt.Ge-lukkig
kondenwezonderal teveel moeite ooknaastdeste-nenvruchtbaar verder
werken,
zonder ook maaréén keergestoord
teworden. Hetwashier welweer zoheet datsom-migen
onderonsmaarop halve kracht gegravenengezeefd
hebben. Toch konernogeen
Campanile giganteum
inre-delijke
staatgeborgen
wordendankzij
degezamenlijke
in-spanningen
vanHenk enStef. Henkwas deongelukkige
die het
exemplaar
mee naarhuis mochtnemen voorver-dere
preparatie.
Stef hakte ooknogeen zeerfraaiengroot
exemplaar
uitvanwatwaarschijnlijk
Athleta(Neoathleta)
listeratum LeRenard,
1994 is(foto 13).
Toen al hetmee-gebrachte
koelwater opwaszijn
we naardecamping
enhet hotelteruggegaan.
Maandag gingen
demeesten weerterugnaarhuis.Eddy
enRonald hebben voordatze naar huis
gingen
nogeenbezoek
gebracht
aande wand in Venteuilmetdeafzettin-gen BI uithetLaat Lutetien. Eenaantalmensenheeftop weg naarhuis nog de
vindplaats
Cuis-La-Motte bezocht(zie grijze inzet),
ikwas ernietbij
enweet dus nietwatzehebben
aangetroffen.
Hierzijn
ineenoudezandgroe-vehet Niveau de Cuisenhet Niveau de Pierrefond uit het
Ypresien
teonsluiten.Literatuur
Blondeau, Alphonse,
1981. Lutetian. In Ch. Pomerol Ed.Stratotypes
ofPaleogene
stages.I.U.G.S. commission ofstratigraphy
- InternationalsubcommissiononPa-leogene stratigraphy.
Mémoire hors Serie n°2 Buil. Inf. Geol. Bass. Paris. p. 167-180.Broekman
J.A.,
1984. Sedimentation andpaleoecology
of the middle Eoceen carbonatesof the ParisRegion.
-Proc.Kon. Ned. Acad. Wetensch. Serie B. vol 87: 271-299. CossmannM. etG.
Pissarro,
1904-1913.Iconographie
com-pléte
descoquilles
fossiles de 1’Eocène des environs de Paris. Tomé I(1904-1906);
Tomé II(1907-1913).
Hermann,
ParisGely, Jean-Pierre,
1996. Le Lutétien du Bassin Parisien.-Buil. Inf. Bass. Paris vol 34
(2)
3-27.Gely, Jean-Pierre,
2009. Le Lutétien;unepériode
chamiè-re de 1’histoire du Bassin
parisien.
-Saga
informationN° 284: 6-24.
Le
Renard, Jacques
etJean-MichelPacaud,
1995. Révision desMollusques Paléogènes
du Bassin de Paris. II Liste des référencesprimaires
desvol 3
(3):
65-132.Merle,
Didier(coordinateur),
2008.Stratotype
Lutétien. Muséum national d’Histoirenaturelle, Paris; Biotope,
Mèze; BRGM, Orléans,288 p.(patrimoine géologique)
Pomerol,
Ch. & L.Feugueur,
1974. Bassin deParis,
Mas-sonet
Cie,
Paris 215 p. GuideGéologiques Régionaux.
Vaessen,
Leonard,
2006. Paasexcursie 2006 in de Cham-pagne.-Afzettingen
WTKG vol.27(3);
53-58.Vaessen,LeonardenAntonJanse, 1985. Het
Paleogeen
rond Reims.-Afzettingen
WTKG vol.6(2):
47-68.Fotoverantwoording
De foto’s1,2,4,6totenmet8en11
zijn
vanLeonardVaes-sen, de foto’s
3,9,10
en12vanStefMermuys
ende foto’s5en 14totenmet 17