• No results found

Natte ecologische structuur in het Gelders Rivierengebied

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Natte ecologische structuur in het Gelders Rivierengebied"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P L A T F O R M

_ J / . . _

Natte ecologische structuur in

het Gelders rivierengehkd

PIET VERDONSCHOT, IBN-DLO

ANKE DE GLOPPER, NAMENS DE WATERSCHAPPEN GELDERS RIVIERENGEBIED

H A R R I S K L E R K E L S , Z U I V E R I N G S S C H A P R I V I E R E N L A N D

Het Gelders rivierengebied is in de !oop van de tijd steeds effectiever ingericht voor de moderne land-bouw én om de veiligheid te waarborgen. De rivieren hebben onder andere door peilbeheer en stuwing aan kwaliteit ingeboet. De toevoer van voedingsstoffen en toxicauteu isgroot. De restanten natte natuur liggen als kleine kwetsbare postzegels in het landschap en staan ouder druk van verdro-ging, vermesting cu verzuring.

Het Natuurbeleidsplan, de derde Nota waterhuishouding en de Gelderse omgevings-plannen bevatten beleidsmaatregelen om de achteruitgang van de natte natuur te stoppen en de oorspronkelijke natuurwaarden zo veel mogelijk te herstellen. In het Integraal Water-beheersplan Gelders Rivierengebied (IWGR) is het beleid uitgewerkt door de polderdistricten Tieler- en Culemborgerwaarden, Betuwe, Groot Maas en Waal, het waterschap Van de Linge en het Zuiveringsschap Rivierenland. Tot nu toe zijn de maatregelen ten voordele van de natte natuur op ad hoc basis wille-keurig uitgevoerd.

Het doel van het project Natte Ecologische Structuur (NES) is inzichtelijk te maken hoe en welke aquatischc en waterafhankelijkc grondgebonden natuurwaarden in het Gelders rivierengebied gemakkelijk vanuit het water-beheer gehandhaafd en hersteld kunnen worden. Het project richt zich op de binnen-djjkse natuur: gebieden met een (neven-)func-tie natuur, weidevogelgebieden, verspreide natuurelementen en waardevolle wateren.

Tijdens het project is een methodiek ontwikkeld met drie sporen. De methodiek is nu voltooid en gaat de komende jaren gebruikt worden bij het opstellen van plannen

van aanpak voor specifieke wateren, stelsels van wateren of natte gebieden. Tijdens uitwerking van projecten zal het NES-netwerk steeds gedetailleerder worden en meer toe-gespitst op het rivierengebied. De methodiek maakt tevens inzichtelijk welke gegevens voor een bepaald gebied nog moeten worden verza-meld.

De methodiek

De methodiek is zoals gezegd verdeeld in drie sporen met in totaal acht stappen die achtereenvolgens worden toegelicht en leiden tot een integrale aanpak (afbeelding 1). Ruimtelijk spoor

In het ruimtelijk spoor worden de belang-rijkste ecologische factoren benoemd, in een ecologisch denkraam gekaderd en ruimtelijk geprojecteerd in het Gelders rivierengebied. Stap 1: Gebiedsbeschrijving

Ijs (stuwwal), wind (rivierduinen) en water (wielen, oeverwallen) hebben geleid tot een grote variatie in milieus en daarmee in een grote biodiversiteit. Bij de gebieds-beschrijving zijn de dominante sturende factoren zoals bodemtype, hoogtchgging, waterkwantiteit en waterkwaliteit voor het rivierengebied in kaart gebracht. Stap 2: Regionale systeembeschrijving

Natuur uit zich in het voorkomen van groepen van planten en dieren of levens-gemeenschappen. Deze levensgemeenschap-pen volgen de toestand van de omgevings-factoren. Deze omgevingsfactoren bepalen het al dan niet voorkomen van planten en dieren en worden de sturende factoren genoemd. De sturende en volgende factoren en hun

onder-Afb. ï Methodiek van her project Natte Ideologische Structuur Gelders rivierengebied. Afo.z Het 5-S-modeI voor stilstaande wateren.

Ruimtelijke spoor Gebiedsbeschrrjving (ligging en ontstaanswijze) Regionale systeembeschrijving aan de hand van hei

5-S-model (potenties)

Typologische spoor Functionele spoor

Beschrijving hoofdtypen (landelijke typologie) Beschrijving beleids-matige ontwikkelingen (lijst geoicdoi/waieren)

Opstellen van een netwerk met hierin de hoofdtypen in diverse ontwikkelingsstadia

mei de belangrijkste sturende factoren

Koppelen van storende factoren aan waterliuishoudkundige maatregelen

Confrontatie ruimtelijk, typologisch e functioneel spoor Bepaling huidige e gewenste toestand per gebied.

Inventarisatie knelpunten en de te nemen maatregelen Tijd Ruimte (in jaren) 500 Rtv 8-* 00 10 Deelfj 10 Wate. gang Loltaiie

1

1

1

klimaat

1

neerslag Stoffen

1

macro-ionen * zuurstof + org materiaal voedingsstoffen vaontrdn igingen $ y s t « m v . > o r « i i H r d e i .

1

Stroming Be hooglevcisj

î

» berging peil stroming waterbeweging Soorten

aan water gebonden e n eg.. waterves - ™ "1 5 Strut hillcn uren lengteprofiel

'

substraat-mozaïeken -sen) +-W s

I

E' ae. Cv o o O. S

1

•a •v a H20 il 10-1999 2 1

(2)

P L A T F O R M

Het NES-netwerk

A: Wateren

In afbeelding 3 zijn de in het rivierengebied voorkomende typen in een netwerk geplaatst. De ontwikkelingsstadia zijn aangegeven met rechthoeken en de relaties met pijlen. Naast de pijlen zijn de sturende factoren benoemd. Voor de uitwerking is gebruik gemaakr van het Gelders Maatweb, het project Ecologische karakterisering van oppervlaktewateten in de provincie Over-ijssel en het achtergronddocument Natuur in de regionale blauwe ruimte behorende bij Natuuivetkenningen 1997. In onderstaande afbeelding worden alleen de hoofdtypen weergegeven en niet de ontwikkelingsstadia en streefbeelden.

Hoofdtype Ontwikkelingsstadium

kleine, ondiepe (riolen)

Ajb.3

Het NES-netwerk is gebaseerd op de regio-nale systeembeschrijving en globale beschrijvingen van de hoofdtypen. Het NES-netwetk is vooralsnog alleen toepas-baar op waternatuur. Typen voor de natte landnatuur missen (zie stap 7).

B: Natte gebieden

Aangezien het NES-netwerk geen hoofdty-pen en ontwikkelingsstadia voor de natte landnatuur bevat, is voor de natte landna-tuur een andere aanpak gekozen. Er is een matrix opgesteld met hierin alle in het rivierengebied voorkomende subdoeltypen en de bijbehorende plantengemeenschap-pen. Voor deze plantengemeenschappen is nagegaan aan welke waterhuishoudkun-dige randvoorwaarden voldaan moet worden (sturende factoren). Bij het nemen van maatregelen kan het waterschap vervolgens met de eisen van de natte land-natuur rekening houden.

linge relaties zijn geschematiseerd weergege-ven in het 5-S-model, dat aangepast is voot stilstaande wateren in het tivierengebied (afb. 2). De vijf factorcomplexen zijn

Systeem-Bronnen Voedselrijke helocrene bronnen

Matig voedselrijke helocrene bronnen Voedselarmc helocrene bronnen Stromende wateren (beken, tiviertjes) Kleine kanaalbeken

Gekanaliseerde benedenloopjes/riviertjes Kanaalbeken

Slootbeken

Half-naruurlijke middenlopen Slootbeekjes

Gereguleerde middenlopen, middelgrote riviertjes

Natuurlijke en halfnatuurlijke boven- en middenlopen

Droogvallende zwakstromende gereguleerde bovenlopen/sloten

Kleine ondiepe wateren (poelen, eendenkooien)

Poele Ondiepe, (zwak) zure wateren (vennen) Zure vennen

Zwak zure vennen Wateten in het rivietengebied (wielen,

oude rivierarmen)

Kleine voedselrijke wielen Grote wielen

Wielen

Oude rivierarmen

Diepe plassen (zand-, klei- en grindgaten) Diepe zand-, grind- en kleigaten Voedselarme plassen Kleine, ondiepe lijnvormige

wateren (sloten)

Sloten Belaste sloten Belaste slootjes Slootjes

Sloten en gereguleerde stilstaande beken Droogvallende (zwak zure) halfnatuurlijke bovenlopen/sloten

Grote, lijnvormige wateren (kanalen, weteringen, vaarten)

Weteringen/ vaarten Instabiel (brede) sloten

Kanalen en middelgrote riviertjes Brede sloten, vaarten en kanalen

Tabel 1 Overzicht hoofdtypen met bijbehorende ontwikkelingsstadia (vetgedrukt 15 streefbeeld).

voorwaarden, Stroming, Strucruren, Stoffen en Soorten. In de regionale systeembeschrij-ving zijn alle in het model genoemde factoren beschreven voor het rivierengebied. Dit geeft inzicht in de eco(hydro)logische werking van het rivierengebied, de onderlinge samenhang en de natuurpotenties.

Typologisch spoor:

In het typologische spoor worden de hoofdrypen onderscheiden en zijn de bijbeho-rende ontwikkelingsstadia en streefbeelden (tabel r) in een netwerk geplaatst. De sturende factoren tussen deze stadia worden gekoppeld aan maatregelen.

Stap 3: Beschrijven hoofdtypen

Op basis van overeenkomsten in abiotiek en levensgemeenschappen zijn ecologische hoofdtypen beschreven. Hiermee is de grote

variarie in het tivierengebied inzichtelijk gemaakt. Deze indeling of typologie sluit aan bij de typologie beschreven ten behoeve van Natuurverkenningen 1997.

Stap 4: Opstellen NES-netwerk

Hoofdtypen kunnen onder invloed van veranderingen m omgevingsfactoren wijzigen in andere typen. Dergelijke veranderingen in omgevingsfacroren kunnen deels door het waterbeheer gestuurd worden. Deze sturende invloed kan gebruikt worden om gewenste typen te bereiken. De relatie tussen typen, sturende facroren en hun onderlinge relaties is beschreven in een zogenaamde netwetkbena-dering. De potentiële ontwikkelingen naar gewenste typen (streefbeelden) worden ontwikkelingsrichtingen genoemd en vormen de basis voor her beheer.

(3)

P L A T F O R M

In het NES-netwerk komen de volgende hoofdtypen met bijbehorende ontwikkelings-stadia aan de orde. De ontwikkelingsontwikkelings-stadia die vet gedrukt zijn, betreffen de streefbeelden. Stap 5: Koppelen sturende/actoren aan water-huislioiidkimdicie maatregelen

Om te bepalen welke maatregelen door de waterbeheerders genomen kunnen worden om de gewenste levensgemeenschappen te ontwikkelen, moet een koppeling gemaakt worden tussen de sturende factoten die leiden tot de gewenste ontwikkelingstoestand en de hiertoe benodigde maatregelen. In deze stap worden de sturende factoten voorzien van maatregelpakkcttcn. Vooralsnog zijn voor stoffen 24, voor stroming 12, voor structuren 3 en voor soorten 11 waterhuishoudkundige

maatregelen die waterschappen kunnen nemen, opgenomen.

Functionele spoor:

In dit spoor wordt de betekenis van de functie aangegeven en worden mogelijkheden voor en haalbaarheid van het nemen van maatregelen onder betreffende funcite benoemd.

Stap 6: Beschrijven huidicj beleid en beleids-matige ontwikkelingen

In het Waterhuishoudingsplan van de provincie Gelderland en het Integraal Water-beheersplan Gelders Rivierengebied zijn een aantal functie-gebieden onderscheiden. Het NES richt zich op de verspreide natuurelemen-ten (77 stuks), gebieden met (neven)functic

Bepaling val1 het gewenste ontwikkelingsstadium.

Ontwikkelingsrichting (van laag naar hoog)

Huidige toestand Algemene milieukwaliteit Ontwikkelings-stadium I Ontwikkelings-stadium 2 Functie 11-Verspreide Waardevoll ' 2 ebieden < tementen • wateren Weidevogel, gebieden

Functie lil gebieden

Referentie

Functie Functie

V-gebieden wateren

natuur (27 sruks), de re beschermen verspreide waardevolle wateren (16 stuks) en de weide-vogelgebieden (25 stuks).

Integratie:

Stap 7: Confrontatie van rui in te lijk, typolo-gisch en Junctionele spoor

Om inzicht te krijgen in de te nemen maatregelen voor een ruimtelijke eenheid (bijvoorbeeld een water of een nat gebied) worden de volgende vragen beantwoord: Tot welk(e) hoofdtype(n) behoort het water/nat gebied? In welk ontwikkelingsstadium bevindt het water/nat gebied zich (huidige toestand)? Wat is het gewenste ontwikkelings-stadium (streefbeeld)?: tabel en afb. in boven-staande tekst moeten vermeld worden zie (afb 4)

Welke sturende factoren spelen een rol voor het bereiken van het gewenste stadium? Tot welke maatregelen leiden deze sturende faccoren?

Stap 8: Knelpunten en maatregelen In deze stap worden de gewenste maat-regelen geconftonteetd met de haalbaarheid ten opzichte van andere gebruiksfuncties. Deze toetsing geldt niet alleen het water of gebied zelf maar ook de gevolgen voor de omliggende gebieden en de bijbehorende kosten (kosten/baten analyse). Dit leidt tot een set van reële maatregelen die het beste op het water/nat gebied van toepassing zijn. f advertentie

/IQUkDOR

I DESINFEKTIE O X I D A T I E - R E I N I G I N G

VOOR HET ZUIVERSTE

WATER

Gespecialiseerd in het reinigen en desinfecteren van:

• Besloten ruimten en leidingsystemen ten behoeve van

drinkwater - gecertificeerd volgens de norm NEN-EN-ISO 9002

• Regenereren van waterwinputten

gecertificeerd volgens de norm NEN-EN-ISO 9002

Reinigen en desinfecteren van:

• Beluchtingstorens • Cascades • Filters

• Pallringen • Sproeiers • Spoeldoppen

Vacuümwagen voor drinkwaterinstallaties

Leverancier van:

• Kiwa gekeurde reinigings- en desinfectieproducten

• Glijmiddel 2000 - getest volgens Kiwa beoordelingsrichtlijn voor

glijmiddelen voor rubber ringverbindingen

Kiwa certificaat nr. K5163/96

hiel van Loonstraat 23a / 4247 ES Kedichem / Postbus 9 / 4240 CA Arkel

Telefoon (0183) 56 11 99 / Telefax (0183) 56 1120

• • H U I

RILSAN

EEN PLANT ALS BESCHERMING

EEN BEGRIP ALS BEKLEDING

Al meer dan 30 jaar past Kersten Kunststofcoating

met succes het onovertroffen RILSAN* van Elf

Atochem toe. Het ecologisch, technisch en financieel

verantwoorde bekledingssysteem voor leidingwerk

voor onder andere pomp- en filterstations. Een

toppositie die garant staat voor bedrijfszekerheid en

een verantwoorde investering. Het milieu vaart er wel

bij, uw waterbehandelingsinstallatie ook. Met RILSAN"

ligt u met uw corrosiebescherming direct op koers.

Rilsan®. De meest natuurlijke keuze

&

rsten Kir

Postbus 40 6970 AA Brummen Tel. (0575) 56 15 00 Fax (0575) 56 18 29 Postfach 47 D-07764 KahlaAThür Tel. 036424.8899 Fax 036424.8898

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De meest voorkomende streekeigen boom- en struiksoorten voor de natte heideontginningen en de plek op het erf en in het landschap waar u ze het beste aan kunt

3. waar barrieres in ecologisch groen- en waterstructuren voorkomen en moeten worden opgeheven, in het vakjargon &#34;ontsnippering&#34; genoemd. De toepassing van de kaart heeft

Ook wordt er door mensen aangebeld met een gelikt verhaal over de aan te bie- den diensten Hier kan niets mis mee zijn, maar de politie heeft in het verleden met regelmaat

Los van de tolerantie voor (zeer) natte locaties of afwisselend droge en natte grond zijn er natuurlijk meer factoren die bepalen of planten op deze locaties kunnen

frebventie en afstand. Vanuit he t oo g punt van een duurzame instandhouding van de biodiversiteit, moeten enerzijds verbindingen tu sse n grote, voor het

Furthermore, while both reports were occasioned by social crises (unemployment, on the one hand, and rural deprivation in the age of HIV and AIDS, on the other), the Emerging

Bij rijenbemesting van zowel vaste als vloeistoffen worden meststoffen dicht bij de wortels geplaatst, ze zijn hierdoor sneller voor het gewas opneembaar dan bij het volvelds

Affiliations of The Global Burden of Disease 2016 Injury Collaborators: Institute for Health Metrics and Evaluation, University of Washington, Seattle (Naghavi, Marczak,