• No results found

Tijdelijke kiemremming bij 4 pootaardappelrassen gedurende de bewaring met behulp van het carvonhoudende middel D 4024 en de invloed daarvan op de teelt en opbrengst : (resultaten van bewaarexperimenten uitgevoerd op het PAGV en teeltexperimenten uitgevoe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tijdelijke kiemremming bij 4 pootaardappelrassen gedurende de bewaring met behulp van het carvonhoudende middel D 4024 en de invloed daarvan op de teelt en opbrengst : (resultaten van bewaarexperimenten uitgevoerd op het PAGV en teeltexperimenten uitgevoe"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Agrotechnologisch Onderzoek Instituut (ATO-DLO) Bornsesteeg 59 Postbus 17 6700 AA Wageningen tel. 08370 - 75000 fax. 08370 - 12260

Tijdelijke kiemremming bij 4 pootaardappelrassen

gedurende de bewaring met behulp van het

carvon-houdende middel D 4024 en de invloed daarvan op de

teelt en opbrengst.

(Resultaten van bewaarexperimenten uitgevoerd op het PAGV en teeltexperimenten uitgevoerd op de ATO-DLO proefboerderij 'de Eest', gedurende het seizoen 1993/1994.

VERTROUWELIJK

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van B.V. LUXAN, Elst(Gld.)

ATO-DLO Rapport B162- 1995 Drs. Klaasje J. Hartmans

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(2)

Aan dit onderzoek werd medewerking verleend door: * de heer K. Groenewoud * mevrouw S. Hertog * de heer J. Sinke * mevrouw J.G. Slotboom * ir. W. Wetering

medewerker proefboerderij "de Eest" chemische analyses

bedrijfsleider proefboerderij "de Eest" chemische analyses

statistische analyses

Voor de B.V. Luxan werd het onderzoek gecoördineerd door Dr.ir. P. Diepenhorst. Medewerking werd verder verleend door:

de heer J. M. Lenssen,

Ing. W. Schirring en ing. T. Kessels van B.V. Luxan -Elst(Gld.) Door de volgende bedrijven werd pootgoed ter beschikking gesteld:

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

* Wolf & Wolf * ZPC

Lelystad Leeuwarden

(3)

Samenvatting

Het gebruik van een carvonhoudend middel D 4024 als "tijdelijk kiemremmingsmid-del" bij 4 pootgoedrassen nl. Bintje, Désirée, Diamant en Jaerla, bleek goede mogelijkheden te bieden. Gedurende de bewaring werd daarbij vanaf november t/m februari danwel april de kieming onderdrukt met verschillende doseringen. De mate van kiemremming bleek sterk rasafhankelijk. Werd bij drie rassen na behandeling nog nauwelijks kieming waargenomen, bij het ras Diamant was dit nog wel het geval. Hierbij had de behandeling eerder moeten starten aangezien dit ras in septem­ ber reeds kieming vertoonde.

In februari werd een deel van dit materiaal na sorteren voorgekiemd en gepoot eind april. Het resterende materiaal werd begin mei zonder meer gepoot.

Bij de nateelt werden slechts enkele beperkte effecten tengevolge van de carvonbe-handelingen geconstateerd (nl. in sommige gevallen een wat tragere opkomst, iets meer stengels en een verschuiving naar meer kleinere knollen danwel minder grotere knollen). Dit effect op de gewichtssorteringen was bij de rassen Bintje, Désirée en Diamant enkel significant aanwezig na de tweede pootdatum in mei en bij het ras Jaerla na de eerste in april.

Het toepassen van carvon als "tijdelijk kiemremmingsmiddel" voor pootaardappelen bij langdurige bewaring met buitenlucht koeling bleek een goed en goedkoper alternatief voor mechanische koeling te kunnen zijn. Wel dient de bewaartemperatuur ook bij buitenluchtkoeling voldoende laag te zijn om daarmee vroegtijdige fysiologi­ sche veroudering van het pootgoed bij langdurige bewaring te voorkomen .

Nader onderzoek naar tijdstip en duur van de behandelingen en dosis/effect relaties bij verschillende bewaarkondities en met verschillende rassen is noodzakelijk.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(4)

1. Inleiding

Om de vitaliteit van pootaardappelen langdurig te behouden worden deze bij lage temperatuur bewaard met behulp van buitenlucht- of mechanische koeling. Ondanks deze bewaring bij lage temperatuur treedt afhankelijk van het ras en de voorafgaande teeltomstandigheden regelmatig ongewenste vroegtijdige kieming op tijdens de bewaring. Dit is met name het geval indien bij onvoldoende lage temperaturen wordt bewaard tengevolge van te weinig koelmogelijkheden door gebruik van buitenlucht. Hoewel het probleem van vroegtijdige kieming met behulp van mechanische koeling beperkter blijft, is dit een aanzienlijk duurdere bewaarmethode.

Te excessieve kieming veroorzaakt ongewenst gewichtsverliezen o.a. door de sterke verdamping van water via deze kiemen. De kiemen worden gedurende het bewaarsei-zoen verwijderd. Dit is een tijdrovende bezigheid gepaard gaande met gewichtsverlie­ zen en mogelijk vitaliteitsverlies en/of infecties.

Uit laboratorium- en oriënterend semi-praktijkonderzoek ('92/'93) bleek dat een aanvankelijk kiemremmend effect ten gevolge van carvon toediening, afhankelijk van de toegediende hoeveelheid, geheel of gedeeltelijk verdween, nadat de carvon weer verwijderd werd (Hartmans, 1994).

Het gebruik van carvon als "tijdelijk" kiemremmingsmiddel voor pootaardappelen is echter alleen mogelijk indien de vitaliteit van het pootgoed na uitpoten niet wordt aangetast ofwel wordt verbeterd.

Onderzoek werd verricht naar de invloed van tijdelijke carvontoediening bij 4 pootgoedrassen van 2 herkomsten, bewaard in kisten onder semi-praktijkkondities. Nagegaan werd het effect op de kiemremming, op het herstel van de kiemgroei en op de vitaliteit en kwaliteit van dit pootgoed bij de nateelt.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(5)

2. Doelstelling

Het doel van het onderzoek was de kieming bij 4 pootgoedrassen van 2 herkomsten "tijdelijk" met behulp van carvon te remmen.

Het pootgoed werd daarbij opgeslagen in kisten in met of met buitenlucht of met mechanische koeling gekoelde bewaarruimte op het PAGV (Lelystad-Flevopolder). Het pootgoed werd geteeld op het PAGV bedrijf en een aantal Pootgoedbedrijven (coöperatieve en particuliere) was daarbij gevraagd pootgoed te leveren.

Het pootgoed werd na de bewaring voorgekiemd en uitgepoot.

Onderzoek werd verricht naar de invloed van carvon op: de kieming, kiemvermogen en residugehalten tijdens bewaring; de opkomstsnelheid en gewasontwikkeling bij de teelt; de opbrengst en sortering na de oogst op konsumptiedatum.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder .schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(6)

3. Materiaal en Methoden

3.1 Materiaal

3.1.1 Aardappelen

Er werden 4 rassen gekozen die op het PAGV werden geteeld en door bedrijven ter beschikking werden gesteld.

Het gaat daarbij om de volgende rassen:

1. Bintje (PAGV en Wolf & Wolf-Swifterbant) 2. Désirée (PAGV en ZPC-Scheemda)

3. Diamant (PAGV en Wolf & Wolf-Westmaas) 4. Jaerla (PAGV en ZPC-Scheemda)

De bij dit onderzoek betrokken pootaardappelen werden in 1993 op het PAGV bedrijf of op bedrijven aangesloten bij de verschillende Pootgoedbedrijven geteeld en waren van klasse A of hoger.

3.2.1 Kiemremmingsmiddel

Bij dit onderzoek werd het carvonbevattende middel D 4024 (bevat 95% carvon) gebruikt.

3.2 Bewaring

3.2.1 Bewaring, dosering, vóórkiemen en bepaling kieming

Bewaring

. PAGV (Het Proefstation voor de Akkerbouw en Groenteteelt in de Vollegrond, Lelystad)

Het PAGV beschikte over 3 cellen (inhoud ± 80 m3), welke zowel de mogelijkheid

hadden van automatische buitenlucht- als mechanische koeling.

De 4 pootgoedrassen van de beide herkomsten werden als veldgewas opgeslagen in m3 kisten vanaf 08-10-'93.

Per ras van herkomst PAGV werd 1 kist en van herkomst pootgoedbedrijven werden 2 kisten in elke cel geplaatst. De 12 kisten per cel werden 2 hoog gestapeld volgens een verlotingsschema. Aangezien de cellen een capaciteit van 18 m3 kisten hadden

werden de cellen opgevuld met 6 kisten met Asterix pootgoed afkomstig van Wolf & W olf-Achterhoek.

Bewaartemperatuur: ± 4.5°C

Behandelingen: cel no. doseringen soort koeling

cel 1 onbehandelde controle mechanisch cel 4 8 ml D 4024 /ton/week buitenlucht cel 5 50 ml D 4024/ton/ 6 weken buitenlucht

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(7)

Doseringen:

Het middel D 4024 werd gedoseerd middels pulsfog apparatuur. De start van de doseringen was op 21-10-'93. Cel 4 werd vanaf dat tijdstip wekelijks gedoseerd, cel 5 werd vervolgens gedoseerd per 6 weken nl. op 02-12-'93; 13-01-'94; 24-02-'94 en op 06-04'94.

Bewaarduur en vóórkiemen Vroege pootdatum

Begin maart (01-03-'94) werden de cellen geruimd en de aardappelen gesorteerd. Een voldoende hoeveelheid pootgoed van ieder ras (herkomst Pootgoedbedrijven) in de maat 35-45 mm werd na sorteren (02-03-'94) in poterbakjes naar de ATO-DLO Proefboerderij "de Eest" (Nagele) vervoerd, en bij omgevingstemperatuur in een schuur in het donker bewaard. Op 25-03-'94 werd gestart met voorkiemen onder TL-licht tot de pootdatum (27-04-'94). De bewaartemperatuur gedurende deze voorkiem-periode was ongeveer 9-10°C en varieerde enigszins met de buitenluchttemperatuur. Late pootdatum

Na sorteren werd het resterende materiaal in de kisten teruggestort en teruggezet in de betreffende cellen op het PAGV en werden de doseringen zoals aangegeven vervolgd. Dit materiaal werd op 03-05-'94 geruimd, naar de ATO-DLO Proefboerde­ rij "de Eest" vervoerd, in het donker bij omgevingstemperatuur bewaard en op 09-05-'94 zonder verder voorkiemen gepoot.

Bepaling kieming

Van een representatief monster van 100 knollen (maat 35-45) per kist per ras, werd zowel op de twee ruimdata als op de vroege pootdatum, het spruitgewicht, de gemid­ delde spruitlengte en het aantal spruiten per knol vastgesteld. Het materiaal ten behoeve van de late pootdatum werd zo kort na ruimen gepoot, dat niet op de pootdatum de kieming werd bepaald.

3.2.2. Carvon analyses

- Bepaling van het carvongehalte in de bewaaratmosfeer.

Gedurende het bewaarseizoen werden luchtmonsters in de bewaarcellen genomen. De luchtmonsters werden op regelmatige tijdstippen boven in de bewaarcellen genomen. De eerste monsters werden na de eerste gift D 4024 genomen. Op de behandelingsdata werd zowel vóór als ± 1 uur na doseren een monster genomen. Cel 5 werd gedurende de bewaarperiode wekelijks en cel 4 twee keer per week bemonsterd. De bemonstering werd in enkelvoud uitgevoerd.

De gevolgde analyse procedure werd uitgevoerd als beschreven door Hartmans en Buitelaar 1993.

- Bepaling van het carvonresidugehalte van de aardappelen

De residuanalyses werden bij ruimen op resp. 01-03-'94 en op 03-05-'94 uitge­ voerd aan een mengmonster van ± 2 kg. De analyses werden uitgevoerd volgens

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(8)

methode, beschreven door Hartmans en Buitelaar 1993.

3.3 Teelt

3.3.1 Experimentele opzet veldproef

De aardappelen werden gepoot op de proefboerderij "de Eest" op kleigrond met 38% afslibbaarheid.

In Tabel 3.3.1 zijn de gewasbeschermingsmaatregelen weergegeven die tijdens de teelt werden genomen.

De veldproeven werden in viervoud uitgevoerd met 100 knollen (maat 35-45) per herhaling. De vier herhalingen per ras per behandeling werden verloot over vier blokken en binnen ieder blok aan één willekeurig veldje toegekend.

Per veldje werden 4 rijen van 25 planten gepoot (bruto veldjes). De aardappelen werden met een plantafstand van 33 cm. en een rijafstand van 75 cm. gepoot (veldjesgroote 9.57 x 3 m). Aan het eind van iedere rij van elk veldje werd I knol van een ras met een andere schilkleur (Desiree of Bintje) gepoot gevolgd door 1 opengelaten pootplaats.

Op 22-09-'94 werd het loof geklapt en op 28-09-'94 werden netto 50 planten (2 rijen van 25 planten) per veldje geoogst.

Tabel 3.3.1 Overzicht van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen tijdens de teelt bij 4 met D 4024 behandelde pootgoedrassen.

Exp. 1993/1994

aantal

behandelingen

Doel bestrijding Middel Dosering/ha

1 X Onkruid Mirabo 8 1

1 X Phytophthora Maneb/Mancozeb 2 1

9 x Phytophthora Topper 3 à 4 kg

5 x Phytophthora Shirlan flow 0.4 1

1 X Insecten Pirimor 0.5 kg

3 x Insecten Dimethoaat 0.5 1

3.3.2 Gewas analyse

Na poten werd per veldje het aantal dagen waarop resp. 50% en 100% van de planten was opgekomen, vastgesteld. Daarnaast werd per veldje wekelijks de gewasontwikkeling vastgesteld door rmddel van een visuele waarneming. De beoordelingscijfers werden gegeven aan de hand van het % grondbedekking, waarbij 0 = 0% bedekking en 10 = 100% bedekking.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN.

(9)

Op 22-09-1994 werd van alle veldjes het loof geklapt en het aantal stengels per veldje geteld.

3.3.3 Opbrengst analyse

Op 28-09-1994 werden alle veldjes geoogst en daarna gesorteerd met zeven vanaf <40 mm., 40-50, 50-70 en >70mm. Per fractie per veldje werd het gewicht en aantal knollen vastgesteld. Om na te gaan of er significante verschillen waren tengevolge van de D 4024 behandeling tijdens bewaring, werd het cijfermateriaal van de teelt onderworpen aan een variantie analyse (ANOVA) met behulp van het statistische programma Genstat. De verschillen werden significant genoemd bij P < 0.05.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(10)

4. Resultaten

4.1 Bewaring

4.1.1 Temperatuur

De streeftemperatuur van alle drie de cellen was ± 4.5°C. De bewaartemperatuur van de mechanisch gekoelde cel varieerde van 4 tot 5°C. In de beide met buitenlucht gekoelde cellen werd deze streeftemperatuur enkel bereikt bij voldoende lage buitenluchttemperatuur. Gedurende het bewaarseizoen werd daardoor een van 4 tot ± 7°C fluctuerende bewaartemperatuur verkregen.

4.1.2 Carvonconcentratie van de bewaaratmosfeer

Op regelmatige tijdstippen werd het carvongehalte van de bewaaratmosfeer gemeten, in de beide cellen.

De carvongehaltes waren direct na doseren hoog (in cel 5 ± 60 à 70 |ug.l 1 en in cel 4

± 10 à 25 pg.l1) maar daalden daarna snel naar een laag niveau (Fig. 4.1.2).

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(11)

Fig. £.1.2

rvloed van D £02^ doseringen op de carvon concentra:: n de bewaaratmos'eer. Exp. PAGV '93/'9^

:zo

1 1 0 O Z3 O) O a O CJ c O > ra o 1G0 90 80 70 H 60 50 H 40 30 H 20 cel 4 8 ml/î/wee* 100 250 o D 3. Ó C O O O > s_ ra o 120 1 1 0 100 90 80 -70 60 50 40 30 -20 10 0 0 cel 5 50 ml/t/6weken " fi>» 50 100 150 200 250 bewaar duur(dager

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uil dit voorstel mag werden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN..

(12)

4.1.3 Kieming

4,1.3.1 Kieming na behandelen bij ruimen van de cellen

Bij ruimen van de cellen werd het materiaal gesorteerd en afgekiemd. Aan een monster van 100 knollen (40-45) uit iedere kist werd de kieming bepaald.

Aangezien per behandeling 1 cel beschikbaar was werd geen statistische analyse uitgevoerd, maar werden de gemiddelde waarden per ras weergegeven. Zowel het onbehandelde als het met D 4024 behandelde materiaal vertoonde bij het ras Diamant kieming (Fig. 4.1.3.1 A), al was de kieming van het onbehandelde materiaal bedui­ dend meer. De onvoldoende kiemremming bij dit ras werd o.a. veroorzaakt doordat bij de start van de behandeling al kieming voorkwam. De overige 3 rassen vertoon­ den een goede kiemremmende werking ten gevolge van de D 4024 behandelingen. Dit bleek vooral op de late pootdatum.

De geringere spruitgewicht ten gevolge van de carvon behandelingen werd zowel veroorzaakt door een geringer aantal spruiten (Fig. 4.1.3.1. B) als door een geringere gemiddelde spruitlengte (Fig. 4.1.3.1. C). Wel was het effect tengevolge van de behandelingen op de daling van het aantal spruiten > 3mm bij de rassen Jaerla, Bintje en Désiréé groter dan het effect op de gemiddelde spruitlengte.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(13)

F:c. 4.1.3.1 B

r vloed var D 4024 coseren : jcens de oewaring var oootgced oo iet aartal so'uten (> 3 m ) per <no bij ruimen op 2 data. Exp.'93/'94. Sewaas'locat.e PAGV

4.0 O 3.5 c Diaram 3.0 -0 1 A "2 5 -^ o 2.0 -=3 ^1.5-1 § 0-5 H herkomst 1 02-03-94 herkomst 2 03-05-'94 4.0 3.5 - 1 Jaerla 3.0 2.5 2.0 -| 1.5 1.0 0.5 -0.0 nerkomst 1 herkomst 2 02-03-94 03-05-'94 herkomst 1

D

herkomst 2 02-03-94 controle 0 4024 8ml/t/week D 4024 50ml/t/6 weken 03-05-'94 herkomst 1 herkomst 2 02-03-94 herkomst 1 PAGV herkomst 2 Praktijk 03-05-94

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.'

(14)

Fia. 4.1.3.1 A

IV cec van 0 £024 ccserer. :i|ders de oewarnc van pootgoed 3P het sprutçewicnt (ç/knol) S:; ruimen op 2 cata.

= xp. 93/9^. Bewaring PAGV. 4.0 3.5 3.0 2.5 y 2.0 5 CD en 1.5 D arian: O) CL 1.0 0.5 0 herkomst 1 02-03-94 herkomst 2 03-05-94 4.0 — 3.5 J 3.C -j 2.5 2.0 J 1 5 1.0 0.5 J 0 ^aerla herkomst 1 02-03-94 herkomst 2 03-05-'94 O) 4.0 3.5 3.0 2.5 .y 2.0 5 05 en 1.5 1-0 0.5 0 ii nt je JZU-her*omst 1 02-03-94

n

herkomst 2 03-05-'94 4.0 3.5 -I 3.0 2.5 2.0 1.5 1-° ~i 0.5 J I 0 -1 Désirée herkomst 1 02-03-94 herkomst 2 03-05-'94 Q controle 0 D 4024 8ml/t/week § D 4024 50ml/t/6 weken herkomst 1 PAGV herkomst 2 Praktijk

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V.

(15)

LUXAN.-Fg. 4.1.3." C

iivcec van ca'vor acsersn t.;dens de bewarrg van poc:goed OD de cemocece sprjitlengte oij ruinen op 2 data.

Exp. 93/94.. Bewaring 3AGV.

o o CL CO O O iz O en 15 10

herkomst 1 herkomst 2 herkomst 1

02-03-'94 03-05-'94 02-03-'94 nerxomst 2 03-05-94 E o O) c CD "5 CL (D TJ 0) "O "9 p a3 CD herKorrst 1 02-03-'94

a

herKomst 2 03-05-'94 controle D 4024 8ml/t/week D 4024 50/t/6 weken 15 1 0 5 -Désirée

n

EL herkomst 1 herkomst 2 02-03-94 herkomst 1 PAGV herkomst 2 Praktijk 03-05-94

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schrifielijke toestemming van B.V. LUXAN.'

(16)

4.1.3.2 Kieming na vóórkiemen (pootdatum)

Van een representatief monster van 100 knollen van de 4 rassen afkomstig van praktijkbedrijven werd na vóórkiemen de kieming bepaald op de pootdatum. De behandelingsverschillen waren op dat tijdstip veel geringer (Fig. 4.1.3.2) dan bij ruimen. Het spruitgewicht van de met 50 ml D 4024.t~'.6wk~' behandelde knollen was na vóórkiemen bij alle rassen ongeveer gelijk of hoger (cv. Jaerla) ten opzichte van het onbehandelde materiaal. De wekelijkse behandeling veroorzaakte bij de rassen Désiréé en Jaerla een lager en bij de rassen Bintje en Diamant een hoger spruitge­ wicht na vóórkiemen. De verschillen tussen de behandelingen in kiemlengte en aantal kiemen waren in het algemeen beperkt.

De carvon behandelingen bleken in alle gevallen een "tijdelijke" kiemremming te hebben veroorzaakt. Het kiemremmend effect werd namelijk na stoppen van de behandeling en vóórkiemen in belangrijke mate weer te niet gedaan. Deze knollen werden dan ook met geringe verschillen in kieming gepoot.

Op de late pootdatum werd gepoot zonder vóórkiemen ongeveer één week na ruimen. Het kiemstadium van deze knollen is weergegeven in de figuren 4.1.3.1 A t/m C. Deze knollen werden dus met grote verschillen in kieming tussen de onbehandelde en behandelde knollen gepoot.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN.

(17)

Fig. 41.3.2

Invloed van D 4024 doseren tljcens ce oewaring van pcotgoed op de sprjitgroei na sorteren en vocrkiemen (27-04-'94). Exo. 93/94. Herkomst oootg.: ?raxt:jk

0 4024 8m/t/week

D 4024 50ml/;/6 weken

Bintje Désiree Jaerla Diamant

Bintje Désiree Jaerla Diamant

10

ö

Bintje Désiree Jaerla Diamant

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(18)

4.1.4 Carvonresidu

Het carvonresidugehalte werd bij ruimen, zowel ten behoeve van de vroege als de late pootdatum, bepaald (Fig. 4.1.4). Op de vroege datum (02-03-'94) werd ondanks het feit dat kort daarvoor nog was gedoseerd (nl. op 24-02-'94), een laag residu gehalte gevonden bij alle rassen en beide herkomsten, met iets hogere gehalten bij de 6 wekelijkse behandelingen. Bij ruimen in mei waren de residu gehalten aan de hoge kant vooral bij de 6 wekelijkse doseringen. Een oorzaak hiervoor kan zijn een verschil in aantal ventilatie uren met buitenlucht, waardoor zich in die periode een hoger carvongehalte in de schil kan hebben opgebouwd. Bekend is namelijk van eerder onderzoek namelijk dat ongeveer 90% van het carvonresidu zich in de schil bevindt.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(19)

Fi 9- 4. : A

Inviced van D 4024 deseren trcens ce bewaring van pootgoec op net carvonresicue genalte b!j ru:men(mg/kg).

Exp. 93/94. Eewa-na PAGV

6 1 02-03- 94 CD CD E b -o b o c: o > ro o ó -2 1 Bintje

i

1 2 Desiree 1 2 Diamant 1 2 Jaerîa CD CD E d c o o c o > OD O i 03-05-94 5 -3 2 h 2 Bintje

%

I

H

2 Desiree tL Diamant Jaeria D 4024 8ml/t/week D 4024 50ml/t/6 weken 1 herkomst PAGV 2 herkomst praktijk

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN..

(20)

4.2. Veldproeven

4.2.1 Opkomst

In Fig. 4.2.1 is weergegeven de invloed van D 4024 toedieningen tijdens de bewaring op het aantal dagen tot resp. 50% en 100% van de planten was opgekomen na poten op beide pootdata.

Bij de 50% opkomst werden geen significante verschillen geconstateerd tussen de behandelingen (Fig. 4.2.1.1 A, B & C), noch op het totale niveau, noch op ras of pootdatum niveau.

Bij de 100% opkomst werd een significant latere opkomst vastgesteld tengevolge van de wekelijkse D 4024 behandelingen (Fig. 4.2.1.2 A). Dit effect werd enkel veroor­ zaakt bij het ras Jaerla (Fig. 4.2.1.2 B & C), waarbij zowel bij de vroege als de late pootdatum de 100% opkomst aanzienlijk later was. Jaerla is een vroeg ras waavan bekend is dat het afhankelijk van de bewaartemperatuuraan het einde van het bewaar-seizoen vrij snel verouderingverschijnselen kan vertonen(Hartmans & van Loon, 1987). Hoewel bij de bestudering van de kieming geen onderzeeërvorming werd waargenomen (Fig. 4.1.3.1 A & Fig. 4.1.3.2) bij de beide behandelde objecten, resulteerden deze behandelingen er wel in dat bestaande kiemen werden verwijderd doordat ze necrotisch werden. Het is in de praktijk bekend dat afkiemen van pootgoed een beperkt aantal malen kan worden uitgevoerd afhankelijk van het ras. Wordt namelijk te vaak en te langdurig afgekiemd dan kan dit leiden tot versnelde veroudering van het pootgoed. Het is dus mogelijk dat de D 4024 behandelingen bij het ras Jaerla eerder in het bewaarseizoen beëindigd hadden moeten worden, zodat het zogenaamde afkiemeffect beperkt bleef. Een andere reden voor de significante verschillen met het onbehandelde object kan zijn; het feit dat het onbehandelde object werden bewaard met mechanische koeling en de behandelde objecten met buitenlucht koeling. In het laatste geval is de gemiddelde bewaartemperatuur hoger, wat tot snellere veroudering van pootgoed leidt. Het effect van de D 4024 behandelingen was in dit experiment dan ook een verstrengeld met het effect van de bewaartempera­ tuur.

Bij de overige 3 rassen werden geen significante verschillen in opkomst geconsta­ teerd.

Eigendom, van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel, mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(21)

iç. £.2.1.1

'voed var 3 4C24 doseren t:;dens de bewa'ing van pcotgoed P he: aanta dagen tot 50% cokoms: na twee oootdata xp. 93/34. 3ewaring PAGV - -ierkcns: pcotgoed prakrjk

40 30 -20 1 0

ï

1

E co e'fec: benancei-na : A ffeet oehandeüng/ras 50 40 -i H i 30 -Î 20 10 o CU c CE effect behand./ras/pootd. O) CD o 0 O <U Q cn CD O Û

m

i - Bintje >e - Desiree i' - Diamant a - Jaer:a vroeg (27-04-'94) laat (09-05-94) G controle 0D 4024 8rnl/t/week 0D 4024 50mi/t/6 weken

sign, versch van contr.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(22)

g.

4 . 2 . 1 . 2

oed var D 4024- doseren trdens de bewa'ing van pootgoed he: aanta daçen tot '00% opkonst rs twee pootcata.

3. 93/94. Bewa'hg PAGV - -erkoms: pootgoed praktijk

O ou 40 30 20 10 -i

*

1

£

e-fect benanceling1 50 40 30 H 20 -10 effect behand./ras/pootd. CD S O CD Su ra o S3 > 0) <D ^ û Bintje Desiree Diamant - Jaeri2 vroeg (27-04-'94) last (09-05*94) *[ç]

A

0 controle 0 D 4024 8 m l / t/week 0D 4024 50ml/t/6 weken

s;gn. versch van contr.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN:

(23)

4.2.2 Gewasanalyse

Gewasontwikkeling

De gewasontwikkeling werd wekelijks vastgesteld.

De gewasontwikkeling is in Fig. 4.2.2. afzonderlijk voor alle rassen weergegeven voor beide behandelingen en pootdata. Bij de rassen Bintje en Désirée werden geen verschillen waargenomen tengevolge van de D 4024 behandelingen. Bij het ras Diamant was de beginontwikkeling op de late pootdatum iets trager en de afrijping van de zes wekelijkse D 4024 behandeldelingen op de vroege pootdatum eveneens. Bij het ras Jaerla was de beginontwikkeling ten gevolge van de D 4024 behandelin­ gen trager met name op de late pootdatum. Dit komt overeen met de geconstateerde vertraging in het aantal dagen tot 50 en 100% opkomst(4.2.1). Aangezien Jaerla een vroeg ras is met een kort groeiseizoen, was de afrijping op de late pootdatum later dan op de eerste. De afrijping na de late pootdatum ving iets later aan bij het wekelijks met lage dosering D 4024 behandelde pootgoed. De verschillen waren echter klein en konden later niet meer worden vastgesteld.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(24)

~iç. 4.2.2. "

rv oed van D 4024 coser ngen ti;dens de bewa'irg 30 ce gewascntwikke'hg ra 2 oootdata

zxp. '93/'94. 3ewanng FAGV. He^kcnst pootgoec praktijk

o s: s: o CT> Bintje 1 0 -9 J 8 7 -6 -j 4 "i 3 J 2 -i 20 40 60 80 100 120 140 160 dagen na poten en C "q5 c O CO cv <: CD CT) 40 60 80 100 120 dagen ra poten UO 160 Diamant! CT) CD o irt ro 5 O cn 10 i 9 • 8 7 • 6 5 4 3 2 •»

i i i •—i—i—i 1 i i—1—'—i—"

20 40 60 80 100 120 140 160 CT> c o3 c o 00 03 5 CD CT) dagen na poten 40 60 80 100 H20 dagen na poten 160

vroeg gepoot (27-04-'94) «o onbehandeld iaat gepoot (09-05-94) D 4024 8mi/t/week

AA D 4024 50ml/t/6 weken

Eigendom van B.V. LUXAN., Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(25)

Aantal stengels per plant

Tengevolge van de D 4024 behandelingen werd geen invloed geconstateerd op het aantal stengels per plant (Fig.4.2.2.2 A). Werd het effect bestudderd voor de rassen afzonderlijk dan waren significant meer stengels bij het ras Bintje tengevolge van de wekelijkse dosering en bij het ras Jaerla tengevolge van de zes wekelijkse doseringen (Fig. 4.2.2.2 B). Dit verschil kwam bij het ras Bintje alleen voor op de late en bij het ras Jaerla alleen op de vroege pootdatum (Fig. 4.2.2.2 C). Dit laatste kwam overeen met een significant groter aantal kiemen op de pootdatum (Fig. 4.1.3.2)

Hoewel ook bij eerdere experimenten een groter aantal stengels ten gevolge van carvonbehandelingen tijdens de bewaring was geconstateerd (Hartmans 1994), is het effect niet structureel aanwezig.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN.

(26)

-ig. £.2.2.2

rviced var D 4C24 coser.rgen t^dens de bewarng var pootgoed 3D he: aanta: sterges na twee pcotca-.a.

zxp '93/'34. Sewamg PAGV. He'koris* pootgoed praktijk

oo a3 05 C 0) oo "to c TO TO

1

I

I

E co ef'ect behandeling t o c TO Q_ d -co Ü C 3 -O 00 TO 2 -C TO TO 1 -1 -3f'ect oerandeiirc/ras r (D Û 9i - Bintje De - Desiree Di - Diamart Ja - Jaerla vroeg (27-04-'94) U controle laat (09-05-'94) 3 D 4024 8mi/t/weeK H D 4024 50ml/t/6 weken

s:gn. versch van contr.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN. .

(27)

4.2.3 Opbrengst analyse

Invloed van carvon tijdens de bewaring op de opbrengst (kg). Totaal gewicht

Gemiddeld over alle rassen (Fig. 4.2.3.1 A), per ras (Fig. 4.2.3.1 B) en voor de beide pootdata (Fig. 4.2.3.1 C en Tabel 4.2.3 (bijlage)) vertoonde het tijdens de bewaring met D 4024 behandelde materiaal geen significant verschil in totaal knolgewicht (kg) per plant met het onbehandelde materiaal. Met andere woorden de carvonbehande-lingen leiden noch tot een toename, noch tot een afname in kg. opbrengst.

Gewicht per sortering

Hoewel er geen invloed was van de beide D 4024 behandelingen op het totale knolgewicht werd wel de sortering beïnvloed. De beide D 4024 behandelingen veroorzaakten namelijk een hoger knolgewicht in de laagste sorteringen en een lager knolgewicht in de hoogste sorteringen (Fig. 4.2.3.2).

Het gewicht per sortering van alle 4 rassen gezamenlijk vertoonde een significante toename in gewicht tengevolge beide D 4024 behandelingen voor de sortering <40 en voor de 40-50 mm sortering was dit het geval bij de wekelijkse behandeling (Fig.4.2.3.2).

De rassen afzonderlijk vertoonden ondanks duidelijke rasverschillen dezelfde trend namelijk tengevolge van de carvonbehandelingen een groter knolgewicht bij de kleinere maatsorteringen en een geringer bij de grotere maten (Fig. 4.2.3.2. en Tabei 4.2.3 (bijlage)). Met uitzondering voor het ras Jaerla waren deze verschillen meestal significant.

Deze significante verschuiving in knolsortering kwam bij de rassen Bintje, Désirée en Diamant alleen voor na de laatste pootdatum en bij het ras Jaerla alleen na de eerste pootdatum (Fig. 4.2.3.3).

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(28)

z. ^.2.3.J

oed var 3 4024 doserrçen tijdens de bewa'hg van oootgoed de opfc-ergst in kg na poten op twee data..

3. 93/34. äewaring PAGV. HerKons; pootgoec praktijk.

3.0 15 10 -0.5 -| 3.0 —

1

e'fec: faeiancel:ngj 3.0 2.5 2.0 c JE ci 15 CT 10 0.5 0 ef'ect oehandelirc/ras E o 3.0 T-2.5 -j j 2.0 i 15 H 1.0 0.5 !.0 tu ef'ect behandVras/pootd. CD <D o Q CT> <D O O - Bintje - Desiree - Diamant - jaera vroeg (27-04-'94) laat (09-05-94) C Ol o o controle D 4024 8ml/t/week D 4024 50ml/t/6 weken

sign, versch van contr.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(29)

- g- ^.2.3.2

Invlcec van D 4024 dosennger- tijdens ce cewarirg van pootgoec op de oobrengst C-tg/plant/sortemg) ra coten op twee data. Exp. 93/94. Bewarirg PAGV. Herkorrst oootgoed praktij

1 . 0 0.8 -ra a. 0.6 4 CJ) O A 0.2 0 H/ < 40 1 . 2 1.0 i 0.8 c ro Q- 0.6 ^ 0.4 0.2 H 0 en Bintje * * effect behandelmgl centroze D 4C24 Snnl/t/week D 4024 50mi/t/ 6 weken

i * sign versch van ccntr.

40-50 50-70 > 70 effec; behandeling/ras 1.2 ' • ° 1 j 0.8 -j c ro -j I CL 0.6 -Ol jx. 0.4 0.2 0 < 40 40-50 50-70 > 70 < 40 ! effect Dehandeiing/ras | j Desiree * * 40-50 50-70 > 70 1.2 j i Diamant 1 ^ -I .vy 0.8 -c J ci 0.6 -j -< i 0.4 -j 0.2 -j 0 -i -CT> effect behandeling/ras I IM. 1.2 . I Jaerla 1 . 0 -c TO CD < 40 40-50 50-70 > 70 < 40 effect behandeling/ras | 40-50 50-70 4 i 0 8 " • ! 0.6 -i I -i i 0.4 -j /|o 0.2 -j

1

"i

vk

> 70

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN. •

(30)

-ig. 4.2.3.3

nvoed var D 4024 doser-gen t^jcens de oewamg van oootgoed op ce cpo.-engs: (kg/p;art/scrtering) na poten co twee data.. Exp. 93/94, Bewaring DAGV. Herkomst pcctgcec cr3Kt;jk.

-.0 0.8 -c a 0.6 0.4 0.2 0.0 a> B:ntie O) <D o effect beharc./ras/pootc. S5 <j> O 3 CD CD C ' . 2 ' . 0 0.8 -c TO Q. 0.6 O) 0.4 0.2 -0.0 Des;ree O) CD o effect behard./ras/pootc.: < 40 40-50 * sign, versch. van contr.

vroeg (27-04-'94) iaat (09-05-'94) 50-70 > 70 D controle 0 D 4024 8ml/t/week S D 4024 50ml/6 weken < 40 40-50 50-70 > 70 1.2 1.0 0.8 c C0 Q. 0.6 en 0.4 0.2 0.0 i effect behand./ras/pootc.l Jaerla * nrfl rm S5 s o C7> G) O CT <D O eu o 2 < 4Q 40-50 50-70 > 70 < 40 40-50 50-70 > 70

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.'

(31)

Invloed van carvon tijdens de bewaring op het aantal knollen Totaal aantal knollen

Gemiddeld over alle rassen (Fig. 4.2.3.4 A) vertoonde het tijdens de bewaring wekelijks met D 4024 behandelde materiaal, een significant groter aantal knollen per plant dan het onbehandelde materiaal. Voor de rassen afzonderlijk was dit significan­ te verschil enkel aanwezig bij Désirée en Diamant (Fig 4.2.3.4 B). Bij het ras Désirée waren er ook significant meer knollen aanwezig tengevolge van de zes wekelijkse behandeling (Fig. 4.2.3.4 B). Werd ook de pootdatum in beschouwing genomen, dan waren er in de meeste gevallen tengevolge van de beide D 4024 behandeling meer knollen aanwezig maar deze verschillen waren nu niet meer significant te noemen (Fig. 4.2.3.4 C).

Aantal knollen per sortering

Het aantal knollen per sortering over alle 4 rassen gezamenlijk vertoonde een significant groter aantal knollen tengevolge van de D 4024 behandelingen in de laagste sorteringen nl. < 40 en 40-50mm (Fig. 4.2.3.5). Er werd echter geen signifi­ cant kleiner aantal grote knollen geconstateerd.

De rassen afzonderlijk vertoonden dezelfde trend (Fig. 4.2.3.5). De verschillen waren op rasniveau enkel significant bij Bintje, Désirée en Diamant.

Werd ook hier de pootdatum in beschouwing genomen dan was er bij het ras Bintje enkel een effect bij de laatste pootdatum (Fig. 4.2.3.6 en Tabel 4.2.3 (bijlage)) en was het verschil maar in één geval significant namelijk minder knollen in de maat 50-70 na de laatste pootdatum.

Hoewel het ras Désirée duidelijk meer knollen had in de beide laagste sorteringen, vooral na de laatste pootdatum, was dit verschil niet significant. Ook in de maat 50-70mm was er nog sprake van een toename en deze toename was significant voor de wekelijkse doseringen op de vroege pootdatum (Fig. 4.2.3.6).

Het ras Diamant vertoonde eenzelfde trend als het ras Désirée. Hier was sprake van een duidelijk groter, maar niet significant, aantal knollen in de maten tot 50mm voor de wekelijkse D 4024 behandelingen, zowel na de eerste als de tweede pootdatum (Fig. 4.2.3.6).

Het ras Jaerla behandeld met zeswekelijkse D 4024 doseringen tijdens de bewaring en gepoot op de vroege pootdatum vertoonde, een 'niet significante' trend in toename van het aantal knollen tot 70mm.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B. V. LUXAN.

(32)

• ç. £.2.3.4

nvlced van D 4C21 1 dcsemçer. tiicers ce Pewanrg var oootgoec cp he: aantal «nol-en oer p^an: ra poten op twee cata.

rxp. 93/9^.. Bewanrg PAGV, ~erkorrst pco:goed praktij

30 ''eet benardeihg 25 -i ra Ci 20 H ' 5 S O -c •S3 TO 5

-p

I

30 3frect oehandelirc/ras 25 -c jp S- 20 c O Ö 15 c S io câ (vJ * * p V / / / / / / / / < > E co in O Û CD c TO Û- 20 c 0) ö c 2 io -c co co 3i - Bin:je 2)e - Desiree Di - Diamant Ja - Jaerla vroeg (27-04-'94) taat (09-05-94) LJ controle S D 4024 8mf/t/week S D 4024 50m!/:/6 weken

s:gn. versch van contr.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN S

(33)

Fie. 4.2.3.5

nvloed op net Exp. 9!

10

van D 4C2£ doseringen tijdens ce oewanng van pootgoed aantal *ncl:en/o ant/sorter ng na poten cp twee data. /94. Bewaring ^AGV. -lerKomst pcctgoed prakrx

8 4 -< 4C 40-50 e'fect behandelnd 50-70 \Wi > 70 controle ; D 4024 8ml/t/weeK I ^ D <i02£ 50rni/t/6 weken

I * sign versch van contr.

10 6 -Bintje < 40 effect behandeling/ras 40-50 50-70 > 70 c TO C 0) 0 c c TO ro 1 0 4 -2 -I Desiree effect oehandehnc/rasi < 40 40-50 50-70 > 70 10 6 2 -Diamant < 40 effect behandeling/ras I 40-50 50-70 > 70 RO Q. c -2? 0 c c to ro < 40 40-50 50-70 > 70

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V.

(34)

LUXAN.--ig. ^.2.3.6

nvced var D 4024 dcsenngen :i,dens de bewar^ç van pcotgoed jD he: aanta. krclien/cisnt/sorter ng ra octen oc :wee ca:a.. ;xp. 93/94. Bewaring =AGV. Her*oms: pcotaoec org^t: ik

5 ZI D 5 5 § \5 \3 1 2 10 8 6 4 -0.0 Dint;e < 40 effect behar.c.Aas/poctc. ; cj> *-v S o S > 40-50 Ci 0 o en D O 50-70 * sign, versch. van contr.

vroeg (27-04-'94) laat (09-05-94) c (V c CD O c co (V > 70 D controle E D 4024 8mi/t/week S D 402^ 50ml/t/6 weken 40-50 50-70 > 70 1 2 effect behand./ras/pootd. Diamant 1 2 10 c JÜ CL \ c 0) Ô C c eu (V effect behand./ras/pootd.! Jaerla rrn

J

3l Ol a) o O) eu o ai eu o < 40 40-50 50-70 > 70 < 40 40-50 50-70 > 70

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schri frei ijkt

(35)

Conclusies

* Herhaalde toedieningen van het carvonhoudende middel D 4024 tijdens de bewaring van 4 pootgoedrassen veroorzaakte een "tijdelijk" kiemremmend danwel een "tijdelijk" afkiem effect afhankelijk van de doseringen en het ras.

* Na sorteren, vóórkiemen en poten werd tengevolge van de D 4024 behandelingen geen significante vertraging in 50% opkomst geconstateerd. Deze was wel aanwezig bij de 100% opkomst echter enkel voor het ras Jaerla. Aangezien de behandelde objecten werden bewaard met buitenluchtkoeling en de controle objecten met mechanische koeling kan het temperatuurverschil bij het ras Jaerla tot verschil in fysiologische leeftijd hebben geleid. Bekend is namelijk dat dit ras snel veroudert.

* Tengevolge van de beide D 4024 behandelingen werd bij het ras Jaerla enige invloed op de gewasontwikkeling geconstateerd. Er was een iets snellere ontwik­ keling tengevolge van de zes wekelijkse behandelingen na de eerste pootdatum en en iets tragere afrijping tengevolge van de wekelijkse doseringen na de laatste pootdatum.

* Een significant groter aantal stengels werd gevonden bij het ras Bintje na de laatste pootdatum tengevolge van de wekelijkse doseringen en bij het ras Jaerla na de eerste pootdatum tengevolge van de zes wekelijkse behandelingen.

* De D 4024 behandelingen veroorzaakten gemiddeld over alle 4 rassen geen significant verschil in kg. opbrengst, maar wel een groter aantal knollen tengevol­ ge van de wekelijkse behandelingen. Dit groter aantal knollen kwam enkel bij de rassen Désirée en Diamant voor.

* De D 4024 behandelingen veroorzaakten gemiddeld over alle 4 rassen een significante verschuiving in de maatsortering met iets meer knollen (gewicht en aantal) in de maten < 50 mm en minder in de maten > 50 mm. Op ras niveau was dit verschil enkel significant aanwezig na de late pootdatum bij de rassen Bintje, Désirée en Diamant. Bij het ras Jaerla was er sprake van significant meer knollen in de maat 50-70 mm, na de vroege pootdatum bij de zes wekelijkse behandelin­ gen.

Het effect van de D 4024 behandelingen vertoonde geen invloed op de totale kg opbrengst maar veroorzaakte wel een verschuiving naar een wat fijnere maatsortering, een tendens die eveneens in vorig onderzoek werd waargenomen (Hartmans, 1994). Algemeen kan worden gesteld dat "tijdelijke" kiemremming met het carvonhoudende middel D4024, mits op tijd toegediend, goede mogelijkheden biedt bij de bewaring van pootgoed.

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(36)

Referenties

Hartmans, K.J., (1994)

Tijdelijke kiemremming bij zes pootaardappelrassen gedurende de bewaring met behulp van carvon, en de invloed daarvan op de teelt en opbrengst op pootgoedda-tum.

ATO-DLO Rapport B077.

Hartmans, K.J. and N. Buitelaar, 1993.

Sprout suppression of ware potatoes by means of Carvone. (Results of storage experiments on semi-practical scale (15 tons stores) conducted on the ATO-DLO Experimental Farm "de Eest" (NOP) in the storage season 1991-1992.

ATO-DLO Report B023.

Hartmans, Klaasje J. and C.D. van Loon, 1987. Effect of physiological age on growth vigour of seed potatoes of two cultivars. I. Infuence of storage period and temperature on sprouting characteristics. Potato Research 30:397-409.

Goedbloed, J.P. en A.H. van der Kloet, 1994

Het effect van karvon als tijdelijke kiemremmer bij pootaardappelen. Agrotransfer-CAH Dronten

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van B.V. LUXAN.

(37)

Bijlagen

Tabel 4.3.2

Pootgoedproef 1994

Oogst "de Eest" (konsumptiedatum) Gemiddelde waarden per plant

ras Bintje Bintje Desiree Desiree Diamant Diamant Jaerla Jaerla

bewaarlokatie PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV

pootdatum vroeg laat vroeg laat vroeg laat vroeg laat

aantal dagen tot 50% opkomst

contr 23 27 22 27 24 30 24 26

D4024 8ml/w 22 26 23 27 23 29 24 28

D4024 50ml/6w 25 27 24 27 23 31 23 28

aantal dagen tot 100% opkomst

contr 27 35 30 37 28 41 30 28 D4024 8ml/w 28 31 27 35 28 39 42 * D4024 50ml/6w 30 32 33 37 31 41 27 35 aantal stengels/plant contr 4.46 4.28 3.24 4.33 4.03 3.72 3.55 3.05 D4024 8ml/w 4.76 5.47 3.34 4.21 3.91 4.19 3.67 2.66 D4024 50ml/6w 4.30 4.73 3.39 3.88 3.98 4.06 4.76 2.76 totaalgewicht (kg/plant) contr 1.70 1.60 1.65 1.33 1.69 1.35 1.38 1.43 D4024 8ml/w 1.72 1.51 1.68 1.28 1.78 1.38 1.35 1.40 D4024 50ml/6w 1.70 1.50 1.66 1.31 1.66 1.26 1.43 1.41 gewichtssorteringen (kg/plant) < 40mm contr 0.16 0.19 0.05 0.09 0.16 0.11 0.03 0.04 D4024 8ml/w 0.17 0.30 0.07 0.11 0.18 0.16 0.04 0.04 D4024 50ml/6w 0.16 0.24 0.08 0.10 0.15 0.11 0.06 0.04 40-50mm contr 0.46 0.62 0.19 0.21 0.40 0.38 0.12 0.11 D4024 8ml/w 0.44 0.73 0.21 0.29 0.46 0.47 0.13 0.09 D4024 50ml/6w 0.46 0.64 0.21 0.29 0.38 0.35 0.17 0.11 50-70mm contr 1.02 0.91 0.82 0.91 1.02 0.84 0.88 0.78 D4024 8ml/w 1.09 0.83 0.74 0.83 1.03 0.76 0.86 0.48 D4024 50ml/6w 1.06 0.86 0.76 0.86 1.04 0.81 0.99 0.61 > 70mm contr 0.01 0.01 0.36 0.12 0.10 0.05 0.34 0.44 D4024 8ml/w 0.02 0.00 0.30 0.04 0.11 0.02 0.32 0.51 D4024 50ml/6w 0.02 0.00 0.34 0.06 0.08 0.04 0.21 0.44

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder sehr toestemming van B. V. LUXAN.'

(38)

vervolg

Oogst "de Eest" (konsumptiedatum) Gemiddelde waarden per plant ras bewaarlokatie pootdatum Bintje PAGV vroeg

Bintje Desiree Desiree Diamant Diamant Jaerla Jaeria

PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV PAGV

laat vroeg laat vroeg laat vroeg laat

aantal knollen/plant totaal contr 20.31 21.87 11.60 12.38 17.62 15.32 9.14 9.58 D4024 8ml/w 19.97 23.65 13.01 14.80 19.48 18.12 8.87 9.17 D4024 50ml/6w 20.15 22.50 12.52 14.40 17.84 14.45 10.49 10.16 <40 contr 5.40 6.39 1.74 2.47 4.61 3.33 1.08 1.07 D4024 8ml/w 5.17 8.81 2.23 3.75 5.38 4.65 1.12 1.28 D4024 50ml/6w 5.22 7.48 2.26 3.32 4.62 3.26 1.50 1.42 40-50 contr 6.97 9.30 2.78 3.07 5.58 5.38 1.73 1.71 D4024 8ml/w 6.66 10.81 3.03 4.55 6.42 6.99 1.69 1.44 D4024 50ml/6w 6.85 10.01 2.90 4.37 5.46 5.20 2.25 1.74 50-70 contr 7.93 6.16 6.03 6.44 7.12 6.47 5.27 5.31 D4024 8ml/w 8.07 4.03 6.85 6.35 7.32 6.43 5.11 4.85 D4024 50ml/6w 8.02 5.02 6.42 6.50 7.48 5.87 6.07 5.35 > 7 0 contr 0.03 0.03 1.05 0.41 0.33 0.16 1.05 1.49 D4024 8ml/w 0.08 0.01 0.90 0.16 0.37 0.06 0.95 1.59 D4024 50ml/6w 0.08 0.00 1.01 0.22 0.29 0.14 0.67 1.46

Eigendom van B.V. LUXAN. Niets uit dit voorstel mag worden gebruikt, vermeerderd of gedistribueerd zonder schril

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

een gering negatief effect (14 x negatief, 0 x positief, gemiddeld - 1,59%), met grote spreiding en geen verband houdend met jaar of grond- soort. 5) geeft voor het

Ook deze buren waren (naar eigen zeggen) vooraf niet op de hoogte gesteld van de maatregelen, maar dit kwam vooral omdat de deelnemer ervan overtuigd was (en nog steeds is) dat

[r]

Een van de bekende taken in het honingbijenvolk is ‘begrafenisondernemer’: bijen die in het volk dood gaan worden met spoed door de bijen die deze taak uitvoeren naar buiten

This  study  focuses  on  1)  unravelling  the  contribution  of  the  different  aerial  environmental  variables  as  well  as  the  contribution  of  apical 

Op buislocatie A-B1-1 zijn twee verschillende Gt’s geschat, omdat er in het ondiepste filter (A-B1-1-o) een schijnspiegel is gemeten. De natste Gt op deze locatie geldt alleen voor

Onderzocht is hoe voor zes veelvoorkomende biomassasoorten (mais, gras, koolzaad, soja, hout en mest) de verschillende toepassingen zijn te rangschikken op basis van deze vier

Figuur 4.2: Potentie Veerse Meer voor in de bodem levende schelpdieren als kokkels en tapijtschelpen bodemcultuur. De vaarwegen en de snelvaartgebieden (jetski