• No results found

Sexting : waarom doen volwassen Nederlanders het? : kwantitatief onderzoek naar de invloed van geslacht en relatiestatus op de motieven om aan sexting te doen bij volwassen Nederlanders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sexting : waarom doen volwassen Nederlanders het? : kwantitatief onderzoek naar de invloed van geslacht en relatiestatus op de motieven om aan sexting te doen bij volwassen Nederlanders"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Sexting: waarom doen volwassen

Nederlanders het?

Kwantitatief onderzoek naar de invloed van geslacht en relatiestatus

op de motieven om aan sexting te doen bij volwassen Nederlanders

Sabine Bijvoet 10719903

Afstudeerthesis Bachelor Communicatiewetenschap Begeleider: Bas van den Putte

Universiteit van Amsterdam 15 januari 2017

(2)

2

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 3 Inleiding ... 4 Theoretisch kader ... 6 Conceptueel model ... 11 Methode ... 12 Respondenten ... 12 Vragenlijst ... 12 Resultaten ... 15

Constructie van schalen ... 15

Hypothesen ... 16

Conclusie en discussie ... 20

Literatuurlijst ... 22

Bijlage ... 25

(3)

3

Samenvatting

Sexting gaat tegenwoordig steeds makkelijker en wordt ook steeds normaler. Er is in bestaand onderzoek gekeken naar de attitudes die mensen hebben tegenover sexting, en er zijn verscheidene onderzoeken die gekeken hebben naar motieven om aan sexting te doen, maar er is nog geen volledig overzicht over het totaal van motieven. In dit kwantitatieve onderzoek (N = 271), bestaande uit 113 mannen en 158 vrouwen, is gekeken naar de invloed van geslacht en relatiestatus [in een relatie, aan het daten of single] op de frequentie van sexting, en naar de invloed van geslacht en relatiestatus op motieven om aan sexting te doen. De onderzochte motieven in dit onderzoek zijn seks verkrijgen, flirten, vermaak, sociale druk en om een sext terug te krijgen. Ook is gekeken welke motieven het meest gebruikt worden om aan sexting te doen. In deze studie is gevonden dat mensen vooral aan sexting doen om seks te verkrijgen en ter vermaak. Vrouwen doen meer aan sexting om seks te verkrijgen en door sociale druk, terwijl mannen meer aan sexting doen om een sext terug te krijgen. Mensen die aan het daten zijn doen meer aan sexting dan mensen in een relatie en singles. De resultaten in dit onderzoek kunnen bijdragen aan een verbeterede voorlichting over sexting en zo helpen de risico’s van sexting te beperken.

(4)

4

Inleiding

Met de opkomst van de smartphone zijn er talloze nieuwe manieren om contact te hebben met anderen. Voorbeelden zijn chatten via WhatsApp, foto’s posten op Instagram of foto’s met gekke filters op Snapchat. Het kan op een leuke, onschuldige manier, maar deze media worden ook op een iets minder onschuldige manier gebruikt. Steeds meer mensen gebruiken media om seksuele berichten te sturen. Uit verschillende studies blijkt dat 38.0% tot 67.4% van de volwassenen weleens aan sexting heeft gedaan (Crimmins & Seigfried-Spellar, 2014; Dir, Coskunpinar, Steiner & Cyders, 2013; Drouin, Ross & Tobin, 2015; Drouin, Vogel, Surbey & Stills, 2013; Gordon-Messer, Bauermeister, Grodzinski & Zimmerman, 2013). Bij sexting worden seksueel getinte berichten, (semi-)naaktfoto’s of video’s gedeeld of verspreid via mobiel of internet (Lenhart, 2009). De risico’s van het fenomeen sexting zijn niet te onderschatten. De foto’s kunnen ongevraagd verder verspreid worden, bijvoorbeeld op het werk, maar zeker ook op het internet, waar ze snel zullen circuleren. Wanneer sexting berichten uitlekken, kan dit mogelijk leiden tot pesten of chantage. Er zijn extreme gevallen waarin mensen zelfmoord hebben gepleegd na uitgelekte naaktfoto’s, en dient vanzelfsprekend voorkomen te worden.

Ondanks de risico’s doen veel mensen aan sexting. Om de negatieve gevolgen te kunnen beperken, is voorlichting over sexting nodig. Met de resultaten van dit onderzoek wordt specifiek in beeld gebracht wat hierin de risicogroepen zijn. De voorlichting kan echter alleen inhoudelijk verbeterd worden wanneer bekend is welke motieven het meest voorkomend zijn. Er kan dan gefocust worden op deze motieven. Ook kan de doelgroep specifieker gemaakt worden wanneer bekend is welke invloeden geslacht en relatiestatus hebben. Zo kan meer gerichte en specifieke voorlichting over sexting en de bijbehorende risico’s gegeven worden en kunnen de negatieve gevolgen ervan worden beperkt.

In bestaande onderzoeken naar sexting is gekeken naar welke motieven mensen hebben om aan sexting te doen. Er is echter in deze onderzoeken amper tot geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, terwijl ik verwacht dat hier wel een dergelijk verschil aanwezig zal zijn. Daarnaast is er slechts in enkele onderzoeken onderscheid gemaakt tussen singles, mensen die aan het daten zijn en mensen in een relatie. In bestaande onderzoeken is er voornamelijk gefocust op een van deze drie categorieën, maar er kunnen geen gegronde uitspraken gedaan worden over de verschillen tussen deze groepen. In bestaande onderzoeken is ook niet specifiek gekeken naar de verschillen in motieven die door het verschil in relatiestatus ontstaan. Singles, mensen die aan het daten zijn en mensen in een relatie hebben

(5)

5

hoogstwaarschijnlijk andere motieven, mede doordat de band met de ontvanger verschilt. In de bestaande literatuur is ten slotte nog niet veel gekeken naar alle motieven samen, maar alleen naar bijvoorbeeld het motief flirten. Om een goede vergelijking te kunnen maken van de motieven is het nodig dat ze met hetzelfde meetinstrument zijn gemeten en binnen dezelfde steekproef, en dit is tot nu toe nog niet het geval. In mijn onderzoek wordt duidelijk in kaart gebracht welke verschillen in motieven om aan sexting te doen er ontstaan door geslacht en relatiestatus. Hierbij wordt voor het eerst gekeken naar de invloed van deze parameters op alle motieven samen. Daarnaast wordt gekeken naar de invloed van geslacht en relatiestatus op de sexting frequentie. Ten slotte wordt onderzocht welke motieven het meest voorkomend zijn om aan sexting te doen. Dit onderzoek brengt een meer algeheel en diepgaander overzicht van de meest genoemde motieven en de invloed van geslacht en relatiestatus hierop.

Mijn onderzoeksvraag luidt: In welke mate zijn er verschillen in het sexting gedrag en in de motivatie om aan sexting te doen tussen volwassen Nederlanders?

(6)

6

Theoretisch kader

Motieven

In de bestaande literatuur zijn vijf motieven het meest genoemd om aan sexting te doen: seks verkrijgen, flirten, vermaak, sociale druk en om een sext terug te krijgen. Er is tot nu toe nog geen goede vergelijking gemaakt tussen deze vijf motieven en de mate waarin deze gebruikt worden om aan sexting te doen. Er kan echter wel gekeken worden naar de resultaten van eerdere onderzoeken en op grond hiervan zelf een vergelijking maken.

Seks verkrijgen is door 83.0% van de mensen uit het onderzoek van Henderson (2011) genoemd, en is hiermee ook het meest gebruikte motief om aan sexting te doen. Ook flirten is een veelgenoemd motief (Burkett, 2015; Drouin et al., 2013; Gordon- Messer et al, 2013; Hudson, 2011; Weisskirch & Delevi, 2011, The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy [The National Campaign], 2008). Dit is door 75.0% van de jongeren uit The National Campaign (2008) genoemd en door 70.9% uit het onderzoek van Hudson (2011). Het motief vermaak komt ook regelmatig naar voren in onderzoeken. Zo heeft 60.8% uit het onderzoek van Champion en Pedersen (2015) aangegeven aan sexting te doen ter vermaak, en 56.0% uit The National Campaign (2008). Sociale druk is minder vaak genoemd als motief. In het onderzoek van Henderson (2011) zegt 30.0% sociale druk te voelen om aan sexting te doen. In het onderzoek van Crimmins en Seigfried- Spellar (2014) heeft maar 1.0% aangeven aan sexting te doen enkel omdat iemand anders het wil. Alleen het onderzoek van Crimmins en Seigfried- Spellar (2014) heeft onderzoek gedaan naar het motief om een sext terug te krijgen. Van de respondenten in dit onderzoek zegt 22.2% aan sexting te doen wegens deze reden.

De drie motieven seks verkrijgen, flirten en vermaak zijn dus de meest genoemde motieven om aan sexting te doen. Dit resulteert in Hypothese 1:

H1. De motieven seks verkrijgen, flirten en vermaak zullen vaker een motief zijn voor sexting dan sociale druk en een sext terugkrijgen.

Relatiestatus

In mijn onderzoek is gekeken naar welke invloed relatiestatus heeft op de frequentie om aan sexting te doen en op de motieven om aan sexting te doen. Er is onderscheid gemaakt tussen singles, mensen die aan het daten zijn en mensen die een relatie hebben. Verscheidene onderzoeken wijzen uit dat mensen in een relatie meer aan sexting doen dan singles of

(7)

7

mensen die aan het daten zijn (Burkett, 2015; Dir, Coskunpinar et al., 2013; Dir, Cyders& Coskunpinar, 2013; Drouin et al., 2013; Hudson, 2011; Weisskirch& Delevi, 2011). Er is tot nu toe nog weinig onderzoek gedaan naar het effect van relatiestatus op motieven om aan sexting te doen. Wel is gevonden dat sexting eerder gedaan wordt in een lange relatie met daarin veel vertrouwen (Burkett, 2015). Dit resulteert in Hypothese 2:

H2. Mensen in een relatie doen meer aan sexting dan singles en mensen die aan het daten zijn.

In de bestaande literatuur wordt zoals eerdergenoemd mondjesmaat gesproken over een verband tussen relatiestatus en de motieven om aan sexting te doen. Hierdoor is het lastig om een goed onderbouwde uitspraak te doen over het verwachtte verband tussen relatiestatus en motieven. Op basis van de aanwezige bestaande literatuur en eigen redenatie is een verwachting gemaakt.

Burkett (2015) en Drouin et al. (2013) hebben onderzoek gedaan naar sexting en seks verkrijgen. Hieruit blijkt dat sexting door mensen die aan het daten zijn vaker gedaan wordt om ook daadwerkelijk seks te krijgen, terwijl het in een intieme relatie daar niet zo zeer om gedaan werd. In het onderzoek van Drouin et al. (2013) gaf 15.0 % van de mensen in een relatie aan om aan sexting te doen om seks te initiëren, tegenover 26.0 % van de mensen die aan het daten zijn. In dit onderzoek is helaas niet naar singles gekeken. Dat mensen die aan het daten zijn vaker aan sexting doen om seks te initiëren, kan mogelijk komen omdat mensen in een relatie vaker seks hebben dan mensen zonder relatie (de Graaf, 2012). Mensen zonder relatie moeten dus meer moeite doen willen zij meer seks hebben en hier kan sexting bij helpen. Mensen die aan het daten zijn zullen volgens dit onderzoek dus meer aan sexting doen om seks te verkrijgen dan mensen in een relatie.

Er is tot nu toe in bestaande literatuur nog niet gekeken naar het effect van relatiestatus op het motief om een sext terug te krijgen. Op basis van de veronderstelling dat singles minder seks hebben dan mensen in een relatie, wordt verwacht dat singles vaker aan sexting doen om een sext terug te krijgen dan mensen in een relatie en mensen die aan het daten zijn. Een sext kan een soort vervanging zijn voor seks, en bij gebrek hieraan kan de behoefte aan een sext ontvangen toenemen.

Uit de onderzoeken van Burkett (2015) en Drouin et al. (2013) is gebleken dat het motief flirten vaker in intieme relaties voorkomt dan bij mensen die aan het daten zijn: 27.0% van de mensen in een relatie gaf aan dit te doen, tegenover 19.0% van de mensen die aan het daten

(8)

8

zijn (Drouin, et al., 2013). Er wordt dus verwacht dat mensen in een relatie meer aan sexting doen om te flirten dan mensen die aan het daten zijn en singles.

Burkett (2015) stelt zoals eerder vermeld dat sexting eerder wordt gedaan in een lange relatie met daarin veel vertrouwen. Mensen in een relatie hebben dus een betere vertrouwensband met de ontvanger dan mensen die aan het daten zijn en singles. Wanneer er veel vertrouwen is, is het waarschijnlijk dat er minder sociale druk is. Hierdoor wordt verwacht dat personen in een relatie minder vaak een sext sturen wegens sociale druk dan mensen die aan het daten zijn en singles.

Het aanwezige vertrouwen in een relatie zorgt ook voor de verwachting dat het motief vermaak vaker gebruikt zal worden door mensen in een relatie dan door mensen die aan het daten zijn en singles. Wanneer een sext wordt verstuurd voor de grap, is het vertrouwen nodig dat deze niet doorgestuurd wordt omdat het enkel een grapje is. Doordat er een risico verbonden is aan sexting, is vertrouwen nodig om het te doen en dit is in een relatie waarschijnlijker.

Dit tezamen leidt tot Hypothese 3, Hypothese 4 en Hypothese 5:

H3. Mensen in een relatie doen meer aan sexting om (a) te flirten en (b) ter vermaak dan mensen die aan het daten zijn en singles.

H4. Mensen die single zijn doen meer aan sexting door (a) sociale druk en (b) om een sext terug te krijgen dan mensen die aan het daten zijn en mensen die een relatie hebben.

H5. Mensen die aan het daten zijn doen meer aan sexting om seks te verkrijgen dan singles en mensen in een relatie.

Geslacht

Naast relatiestatus is in dit onderzoek ook gekeken naar het geslacht van zij die aan sexting doen. Sexting wordt door het merendeel van de mensen als normaal gezien: 86.8% geeft aan seksuele berichten sturen normaal te vinden, en seksuele foto’s versturen wordt door 76.1% als normaal gezien (Hudson, 2011). Mensen vinden het voor vrouwen normaler om aan sexting te doen dan voor mannen (Hudson, 2011). Echter, uit voorgaande onderzoeken blijkt dat mannen meer aan sexting doen dan vrouwen (Hudson, 2011; Gordon- Messer et al., 2013). Dit verschil kan mogelijk verklaard worden doordat vrouwen bewuster zijn van de

(9)

9

risico´s van sexting dan mannen (Burkett, 2015). Vrouwen hebben meer vertrouwen en verbinding nodig willen zij aan sexting doen dan mannen (Burkett, 2015; Hudson, 2011). Uit onderzoek van McDaniel en Drouin et al. (2015) blijkt dat het sturen van sexts er bij mannen voor zorgt voor meer tevredenheid over hun relatie. Voor vrouwen geldt dit alleen wanneer zij onzeker zijn over de relatie. Deze bevindingen samen resulteren in Hypothese 6:

H6. Mannen doen meer aan sexting dan vrouwen.

Ik verwacht dat geslacht invloed heeft op de motieven om aan sexting te doen. Mannen zullen dus naar verwachting verschillen in de motivatie van vrouwen. Het meest genoemde motief in voorgaande onderzoeken was zoals eerder gezegd seks verkrijgen. Het doen aan sexting kan daadwerkelijk leiden tot het hebben van seks. De resultaten van verscheidene studies wijzen op een verband tussen het aantal bedpartners en sexting. Hoe meer aan sexting gedaan wordt, hoe hoger het aantal seksuele partners (Crimmins & Seigfried- Spellar, 2014; Gordon- Messer et al., 2013; Hudson, 2011). Naar verwachting heeft geslacht invloed op het motief seks verkrijgen. Zo wordt verwacht dat mannen, vanuit traditionele rollen, meer op seks uit zijn dan vrouwen (Faulkner, 2003). Dit kan ook van toepassing zijn bij sexting: door seksuele berichten te sturen kan seks verkregen worden. Mannen zullen dus meer het motief seks verkrijgen gebruiken om aan sexting te doen dan vrouwen.

Het tweede motief dat gebruikt wordt om aan sexting te doen is flirten. Flirten wordt door Whitty en Carr (2003) beschreven als een soort spel. Feinberg (1996) stelt dat flirten om plagen en communicatie gaat. Bij flirten wordt uitgevonden worden hoe intiem men met elkaar wil zijn. Uit onderzoek van Harrison en Gilmore (2012) blijkt dat 80.0% van de mensen tekstberichten weleens gebruikt om te flirten. Pedersen (2002) stelt dat mannen tekstberichten meer als ‘flirt service’ gebruiken dan vrouwen. Beck et al. (2007) stellen dat mannen vaker flirten met het andere geslacht dan vrouwen. Dit leidt tot de verwachting dat mannen meer aan sexting zullen doen om te flirten dan vrouwen.

Een derde motief is vermaak. Mensen doen aan sexting voor het plezier of voor de grap (Burkett, 2015; Champion& Pedersen, 2015). In het onderzoek van Burkett (2015) geven mannelijke studenten aan weleens zogenaamde dick pics of andere soort (semi-)naaktfoto’s te sturen voor de grap, om reacties uit te lokken of als geintje onder elkaar. Meiden zeggen elkaar ook semi- naakt foto’s te sturen van zichzelf in bikini of ondergoed om feedback te krijgen op hun kleding of lichaam. In deze context is sexting dus niet seksueel bedoeld. Mickes, Walker, Parris, Mankoff en Christenfeld (2012) stellen dat mannen over het

(10)

10

algemeen grappiger gevonden worden. Dit wordt versterkt door het vooroordeel van het geslacht: er wordt gedacht dat mannen grappiger zijn dan vrouwen, waardoor mannen ook sneller grappig gevonden worden. Hierdoor wordt verwacht dat mannen het motief vermaak vaker zullen noemen om aan sexting te doen dan vrouwen.

Sociale druk is ook een reden om aan sexting te doen. Uit verscheidene onderzoeken blijkt dat mensen weleens een sext sturen omdat anderen het vroegen (Burkett, 2015; Crimmins& Seigfried-Spellar, 2014; Drouin et al., 2015; Hudson, 2011). Dit gebeurt zowel bij mannen als vrouwen. Cijfers omtrent onvrijwillige sexting verschillen in de onderzoeken. In de onderzoeken van Crimmins en Seigfried-Spellar (2014) en Burkett (2015) ligt het percentage laag. In het onderzoek Crimmins en Seigfried-Spellar (2014) voelde maar één iemand (1.2 %) in het onderzoek de druk om een sext te sturen zonder dat hij/zij dat zelf wilde, en ook in het onderzoek van Burkett (2015) deed slechts 5.0% aan sexting enkel voor de ander. Drouin et al. (2015) hebben specifiek onderzoek gedaan naar sexting en dwang en hier ligt het percentage aanzienlijk hoger dan in de andere onderzoeken. Uit dit laatste onderzoek komt naar voren dat 12.0% van de mannen en 22.0% van de vrouwen weleens een sext heeft verstuurd terwijl dit niet volledig uit vrije wil was. Daarnaast heeft de partner van 20.0% van de respondenten geprobeerd de persoon te dwingen tot het sturen van een sext. Hierin is geen verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen gaven echter na het dwingen wel vaker toe dan mannen (Drouin et al., 2015). Volgens Malamuth en Thornhill (1994) zijn mannen zijn seksueel agressiever en dominanter dan vrouwen. Uit het onderzoek blijkt dat mannen meer mentaal pushen dan vrouwen. Uit onderzoek van Walrave, Heirman en Hallam (2014) is gebleken dat vrouwen meer negatieve sociale druk voelen dan mannen. Al deze uitkomsten resulteren in de gedachte dat vrouwen vaker aan sexting doen vanwege sociale druk dan mannen.

Volwassenen doen ook aan sexting om een sext terug te kijken (Crimmins& Siegfried- Spellar, 2014). In bestaande literatuur is nog niet gekeken naar het effect van het verschil in geslacht hierop. Gezien de hogere seksuele agressiviteit en seksdrift van mannen wordt verwacht dat het motief om een sext terug te krijgen vaker door mannen gebruikt zal worden dan door vrouwen.

(11)

11 H7. Mannen doen meer aan sexting om (a) seks te verkrijgen, (b) om

te flirten, (c) ter vermaak en (d) om een sext terug te krijgen.

H8. Vrouwen doen meer aan sexting door sociale druk dan mannen.

Conceptueel model

Figuur 1: Conceptueel model

H1. De motieven seks verkrijgen, flirten en vermaak zullen vaker een motief zijn voor sexting dan sociale druk en een sext terugkrijgen.

H2. Mensen in een relatie doen meer aan sexting dan singles en mensen die aan het daten zijn.

H3. Mensen in een relatie doen meer aan sexting om (a) te flirten en (b) ter vermaak dan mensen die aan het daten zijn en singles.

H4. Mensen die single zijn doen meer aan sexting door (a) sociale druk en (b) om een sext terug te krijgen dan mensen die aan het daten zijn en mensen die een relatie hebben.

H5. Mensen die aan het daten zijn doen meer aan sexting om seks te verkrijgen dan singles en mensen in een relatie.

Motieven Geslacht [man/ vrouw] Sexting gedrag Relatiestatus [single/ daten/ relatie] H6 H7 H8 H2 H3 H4 H5 H1

(12)

12

H6. Mannen doen meer aan sexting dan vrouwen.

H7. Mannen doen meer aan sexting om (a) seks te verkrijgen, (b) om te flirten, (c) ter vermaak en (d) om een sext terug te krijgen.

H8. Vrouwen doen meer aan sexting door sociale druk dan mannen.

Methode

Respondenten

De data voor dit onderzoek zijn verzameld door een online survey. Een survey is een goede methode om een groot aantal respondenten te werven. Er is een grote sample nodig voor dit onderzoek, aangezien elke categorie [man/ vrouw en single/ aan het daten/ in een relatie] een genoeg aantal respondenten moet hebben wil er een goed gegronde uitspraak over gedaan kunnen worden. Het onderzoek is ethisch goedgekeurd en respondenten hebben een informed consent gekregen.

De sample bestaat uit 271 respondenten, waarvan 113 mannen en 158 vrouwen. Zij zijn online geworven via Facebook (N = 358) en na het verwijderen van de niet volledig voltooide surveys zijn 271 respondenten overgebleven. Alle respondenten zijn achttien jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd is 24.23 (SD = 0.57). Een meerderheid van de respondenten is hoogopgeleid: 82.7% (n = 224) van de respondenten heeft hbo of universiteit gedaan. Van de respondenten heeft 52.0% (n = 141) een relatie, 11.8% (n = 32) is aan het daten en 36.0% (n

= 98) is single.

De respondenten hebben gemiddeld met 4.88 (SD = 0.58) mensen seks gehad. Mannen hebben gemiddeld met meer mensen seks gehad (M = 5.33, SD = 13.2) dan vrouwen (M = 4.56, SD = 5.72). Van de respondenten zegt 91.9% het afgelopen jaar seksueel actief geweest te zijn. 67.5% Heeft weleens een sext verstuurd. De ontvangers van de sekst waren voornamelijk partners (n = 130), scharrels (n = 68) en dates (n = 41). 9 Respondenten zeggen een sext naar een onbekende gestuurd te hebben.

Vragenlijst

Sexting gedrag

De algemene definitie van sexting is het verspreiden en delen van seksueel getinte tekstberichten, video’s en/ of (semi-)naaktfoto’s. Omdat het in dit onderzoek om motieven gaat, is alleen het zenden van berichten meegenomen en niet het ontvangen of doorsturen,

(13)

13

omdat hier niet altijd expliciete motieven aan ten grondslag liggen. Sexting gedrag wordt gemeten door de frequentie van het zenden van sexting berichten. Dit is een 10-puntsschaal die loopt van 1(nooit) tot 10(meerdere keren per dag).

Relatiestatus

Relatiestatus is verdeeld in drie categorieën: single, aan het daten of in een relatie. Geslacht

Geslacht is verdeeld in twee groepen: mannen en vrouwen. Motieven

In vrijwel alle onderzoeken zijn de motieven niet met meerdere items gemeten, maar met enkel één vraag (‘ik doe aan sexting om te flirten’). Om de betrouwbaarheid te verbeteren zijn er in dit onderzoek zelf nieuwe schalen geconstrueerd met meerdere items die de motieven meten. Dit is gedaan op basis van definities en bestaande vragen uit onderzoeken. Meerdere items vormen samen een schaal die de soort motivatie meet om een sext te sturen.

Er zijn in dit onderzoek vijf motieven gemeten. Dit zijn seks verkrijgen, flirten, vermaak, sociale druk en om een sext terug te krijgen. De motieven zijn aan de hand van stellingen gemeten worden die beantwoord kunnen worden met een 7-punts Likertschaal die loopt van 1(helemaal mee oneens) tot 7(helemaal mee eens). Voor alle vijf de motieven geldt: hoe hoger de score, hoe meer het motief gebruikt wordt om aan sexting te doen.

Seks verkrijgen

Het motief seks verkrijgen meet de motivatie van mensen om een sext te sturen en zo daadwerkelijk seks te willen krijgen met de persoon waarnaar de sext verstuurd wordt. De schaal bestaat uit acht items. Eén item is gebaseerd op Hudson (2011), namelijk: ‘ik denk dat een sext sturen de kans op seks vergroot’. De andere zeven items zijn gebaseerd op aspecten van seks, zoals voorspel, sexy voelen, de ander opwinden en seks uitlokken.

Flirten

Flirten is gemeten aan de hand van vijf items. Omdat flirten in bestaand onderzoek enkel wordt gemeten met de vraag ‘ik doe aan texting/ sexting om te flirten’, heb ik zelf vragen moeten verzinnen die flirten met meerdere vragen meten. Het motief ‘om een sexy cadeautje te sturen’ komt in enkele onderzoeken terug (Hudson, 2011; Champion & Pedersen, 2015,

(14)

14

The National Campaign, 2008) en ik wil deze ook graag in de survey verwerken. Naar mijn mening past het item het beste bij het motief flirten, dus is deze in de schaal meegenomen. Andere items in de schaal zijn onder andere ‘ik stuur een sext om te plagen’ en ‘ik stuur een sext om iemand te versieren’.

Vermaak

Een andere genoemde reden om aan sexting te doen is voor het plezier of voor de grap (Burkett, 2015; Champion& Pedersen, 2015). Deze twee redenen zijn samengevoegd tot het motief vermaak. Vermaak is gemeten aan de hand van vijf items. Drie vragen zijn gebaseerd op het onderzoek van Nysveen, Pedersen en Thorbjørnsen (2005), namelijk: ‘ik zie een sext sturen als iets leuks’, ‘ik vind een sext sturen vermakelijk’ en ‘ik vind een sext sturen grappig’. De overige twee items zijn de tegenpool van vermaak ‘serieus’ en het grappig vinden van sexting in het algemeen.

Sociale druk

Bij sociale druk wordt een sext gestuurd omdat anderen erom vragen of omdat respondenten de sociale druk voelen om aan sexting te doen. Deze schaal bestaat uit zeven items. Eén vraag is gebaseerd uit de survey van Hudson (2011), namelijk: ‘ik voel de druk van mijn omgeving om een sext te sturen’. Naast de druk van de omgeving wil ik ook de druk van de ontvanger van de sext meten. Hier zijn echter geen bestaande items van dus hiervoor zijn zelf items bedacht. De tegenhanger van sociale druk is dat je iets vanuit jezelf doet. Het item ‘ik stuur een sext omdat ik het zelf wil’ meet dit aspect, en na het omdraaien van de antwoordschaal meet het item sociale druk. Enkele andere items in de schaal zijn: ‘ik stuur een sext als iemand anders het vraagt’ en ‘ik heb eens tegen mijn zin in een sext gestuurd’.

Sext terugkrijgen

Het sturen van een sext kan ook gedaan worden om een sext terug te krijgen. Er zijn twee items die deze motivatie meten: ‘ik stuur een sext zodat ik er hopelijk ook een terug krijg’ en ‘ik stuur alleen een sext als ik zeker weet dat ik er ook een terug krijg’.

(15)

15

Resultaten

Constructie van schalen

Om de schalen te maken die de vijf motieven meten om aan sexting te doen, is eerst gekeken met behulp van een factoranalyse of de items samen één schaal vormen. Vervolgens is aan de hand van Cronbach’s Alpha bekeken of de schaal als betrouwbaar beschouwd mag worden. Vervolgens zijn de schalen geconstrueerd. Alle antwoordschalen van de motieven lopen van 1(helemaal niet mee eens) tot 7(helemaal mee eens).

Seks verkrijgen

Uit de factoranalyse is gebleken dat er één component hierin is met een eigenwaarde van 4.01. Alle factorladingen zijn hoger dan 0.45. Cronbach’s Alpha is 0.87. Er is een schaal geconstrueerd bestaande uit acht items die het motief seks verkrijgen meet (M = 4.64, SD = 1.40).

Flirten

Uit de factoranalyse is gebleken dat er één component hierin is met een eigenwaarde van 2.58. Alle items hebben een factorlading hoger dan 0.45. Cronbach’s Alpha is 0.76. Er is een schaal geconstrueerd van vijf items die het motief flirten meet (M = 4.15, SD = 1.32).

Vermaak

De antwoordschaal van het item ‘ik zie een sext sturen als iets serieus’ is omgedraaid. Uit de factoranalyse is gebleken dat er twee componenten zijn. Component 1 heeft een eigenwaarde van 2.75 en component 2 een eigenwaarde van 1.05.

Component 1 meet voornamelijk de plezierige kant, zoals vermaak en voor de grap. Component 1 is vermaak- plezier genoemd. Cronbach’s Alpha van deze schaal is 0,84. De schaal, bestaande uit vier items, is geconstrueerd (M = 3.94, SD = 1.53).

Het tweede component bestaat uit één item, namelijk ‘ik zie een sext sturen als iets serieus’. Er is een schaal gemaakt voor het motief vermaak- serieus (M = 4.49, SD = 1.77). Hier geldt: hoe hoger de score, hoe minder serieus sexting wordt gezien.

Sociale druk

Voordat de factoranalyse is uitgevoerd, is het item ‘ik stuur een sext omdat ik het zelf wil’ eruit gehaald, omdat het achteraf gezien inhoudelijk niet bij de rest van de items past.

(16)

16

Uit de factoranalyse blijkt dat er twee componenten zijn. Component 1 heeft een eigenwaarde van 2.58 en bestaat uit drie items. Component 1 heeft een Cronbach’s Alpha van 0.83. Er is een schaal gemaakt bestaande uit drie items voor het motief ‘sociale druk’ (M = 1.50, SD = 1.06).

Component 2 een eigenwaarde van 1.32 en bestaat ook uit drie items. Component 2 heeft een Cronbach’s Alpha van 0.56. De schaal kan niet verbeterd worden indien er een item verwijderd wordt. De schaal is dus onbetrouwbaar en mag niet gemaakt worden. Deze items betreffen acties van anderen, bijvoorbeeld ‘ik ben eens gevraagd een sext te sturen’. Deze meten niet expliciet een motivatie en dus worden de items in dit component ook niet meegenomen in verdere analyse.

Sext terugkrijgen

Omdat er voor deze schaal maar twee items zijn, is enkel Cronbach’s Alpha berekend. Deze is 0.70. Er is een schaal geconstrueerd die het motief sext terugkrijgen meet (M = 3.63, SD = 1.74).

Hypothesen

Motieven

Om Hypothese 1 te testen die stelt dat de motieven seks verkrijgen, flirten en vermaak vaker een motief zullen zijn voor sexting dan sociale druk en een sext terugkrijgen, is een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd.

Het regressiemodel is significant F (6,270) = 21.49, p < 0.01. Het regressiemodel is dus bruikbaar om de frequentie van sexting te voorspellen aan de hand van motieven. De voorspelling is matig: 32.8% van de verschillen in sexting frequentie kunnen voorspeld worden op grond van de zes motieven om aan sexting te doen (R2 = 0.33).

Uit de regressieanalyse blijkt dat de motieven seks verkrijgen, vermaak- plezier, sociale druk en sext terugkrijgen een significant effect hebben op de sexting frequentie. De resultaten zijn te zien in Tabel 1. In de meeste gevallen geldt: hoe meer mensen deze motivatie hebben, hoe meer zij aan sexting doen. Bij het motief om een sext terug te krijgen geldt dat wanneer mensen in meerdere mate dit motief hebben, zij minder aan sexting doen. Flirten en vermaak- serieus zijn geen goede voorspellers van sexting frequentie, aangezien deze geen significant resultaat hebben.

(17)

17

Er is ook gekeken naar de waarden van de 95% Interval van B, om de motieven onderling te kunnen vergelijken. Ook deze waarden zijn te vinden in Tabel 1. Vermaak- plezier is het motief dat het meest gebruikt wordt om aan sexting te doen. Dit motief wordt significant meer gebruikt dan de motieven flirten, om een sext terug te krijgen en vermaak- serieus. Ook het motief seks verkrijgen wordt veel gebruikt: significant meer dan sext terugkrijgen en vermaak- serieus. Het motief vermaak- serieus wordt significant minder gebruikt dan seks verkrijgen, vermaak- plezier en sociale druk.

Tabel 1: Invloed motieven op sexting frequentie

Motief B Beta t p 95% CI Seks verkrijgen 0.32 0.20 2.72 0.01* [.09, .55] Flirten -0.06 -0.03 -0.48 0.63 [-.29, .18] Vermaak- plezier 0.66 0.46 7.20 <0.01* [.48, .85] Vermaak- serieus -0.10 -0.08 -1.46 0.15 [-.23, .03] Sociale druk 0.32 0.15 3.00 <0.01* [.11, .52] Sext terugkrijgen -0.16 -0.13 -2.29 0.02* [-.30, -.02] *= p<0.05 Relatiestatus

Om Hypothese 2 te testen, die stelt dat mensen in een relatie meer aan sexting doen dan singles en mensen die aan het daten zijn, is een One- Way ANOVA uitgevoerd. Er kan gesteld worden dat relatiestatus een significant effect heeft op de frequentie van een sext sturen, F (268) = 4.11, p = 0.02. Uit de Post Hoc Bonferroni test blijkt dat mensen die aan het daten zijn vaker een sext sturen (M = 4.38, SD = 2.20) dan mensen in een relatie (M = 3.35,

SD = 2.32) en singles (M = 3.11, SD = 1.94). Mensen in een relatie doen wel vaker aan

sexting dan singles, maar niet dan mensen die aan het daten zijn. Hypothese 2 is hiermee niet bevestigd.

Om Hypothesen 3, 4 en 5 te testen is een One- Way ANOVA uitgevoerd. De resultaten hiervan staan in Tabel 2. Hypothese 3 stelt dat mensen in een relatie meer aan sexting doen om (a) te flirten en (b) ter vermaak dan mensen die single of aan het daten zijn. Hypothese 4 stelt dat singles meer aan sexting doen om (a) door sociale druk en (b) om een sext terug te

(18)

18

krijgen en Hypothese 5 stelt dat mensen die aan het daten zijn meer aan sexting doen om seks te verkrijgen dan singels en mensen in een relatie.

Relatiestatus heeft geen significant effect op de motieven seks verkrijgen, flirten, vermaak- plezier, vermaak- serieus en sociale druk. Singles, mensen die aan het daten zijn en mensen in een relatie verschillen dus niet in de mate waarin deze motieven gebruikt worden om aan sexting te doen. Hypothesen 3a, 3b, 4a en 5 worden dus niet bevestigd. Relatiestatus heeft wel een significant effect op het motief sext terugkrijgen. Uit Tukey’-b Post Hoc test blijkt dat singles significant meer aan sexting doen om een sext terug te krijgen dan mensen in een relatie, maar niet significant meer dan mensen die aan het daten zijn. Hypothese 4b is dus deels bevestigd.

Tabel 2: Invloed van relatiestatus op motieven om aan sexting te doen

Motieven M (SD) single M (SD) daten M (SD) relatie F p

Seks verkrijgen 4.52 (1.32) 4.62 (1.28) 4.56 (1.45) 0.07 0.93 Flirten 4.14 (1.22) 4.08 (1.27) 4.17 (1.40) 0.07 0.93 Vermaak- plezier 4.03 (1.43) 4.20 (1.47) 3.82 (1.62) 1.08 0.34 Vermaak- serieus 4.71 (1.80) 4.38 (1.58) 4.36 (1.78) 1.23 0.29 Sociale druk 1.38 (0.97) 1.56 (1.17) 1.57 (1.10) 0.93 0.39 Sext terugkrijgen 4.05 (1.69)a 3.92 (1.76)ab 3.27 (1.71)b 6.51 <0.01* *= p<0.05. ab: resultaten Tukey’s- b Post Hoc test.

Geslacht

Om Hypothese 6 te toetsen, die stelt dat mannen meer aan sexting doen dan vrouwen, is een Independent- Samples T Test uitgevoerd. Mannen doen iets vaker aan sexting (M = 3.45, SD = 2.33) dan vrouwen (M = 3.34, SD = 2.21). Echter, dit verband is niet significant. Hypothese 6 wordt dus niet bevestigd.

Ook Hypothese 7, die stelt dat mannen meer aan sexting doen om (a) seks te verkrijgen, (b) te flirten, (c) ter vermaak en (d) om een sext terug te krijgen dan vrouwen, is getoetst met een Independent- Samples T Test. De resultaten hiervan staan in Tabel 3. Geslacht heeft een significant effect op het motief seks verkrijgen. Echter, tegen de verwachting in doen vrouwen meer aan sexting om seks te verkrijgen dan mannen. Geslacht heeft geen significant effect op

(19)

19

het motief flirten, eveneens als op de motieven vermaak- plezier en vermaak- serieus. Hypothesen 7b en 7c worden dus niet bevestigd. Geslacht heeft wel een significant effect op het motief een sext terugkrijgen. Mannen doen meer aan sexting om een sext terug te krijgen dan vrouwen en Hypothese 7d wordt dus bevestigd. Vrouwen doen significant meer aan sexting wegens sociale druk dan mannen en hiermee wordt Hypothese 8 bevestigd. Samengevat doen mannen dus meer aan sexting om een sext terug te krijgen, en vrouwen meer om seks te verkrijgen en wegens sociale druk.

Tabel 3: Invloed van geslacht op motieven om aan sexting te doen

Motieven M (SD) mannen M (SD) vrouwen t p

Seks verkrijgen 4.36 (1.46) 4.70(1.31) -1.99 0.05* Flirten 3.98 (1.37) 4.27 (1.27) -1.76 0.08 Vermaak- plezier 4.10 (1.61) 3.82 (1.47) 1.45 0.15 Vermaak- serieus 4.65 (1.77) 4.38 (1.77) 1.22 0.22 Sociale druk 1.22 (0.56) 1.70 (1.28) -4.16 <0.01* Sext terugkrijgen 3.91 (1.65) 3.43 (1.79) 2.25 0.03* *= p<0.05

(20)

20

Conclusie en discussie

In dit onderzoek is gekeken naar de vraag: In welke mate zijn er verschillen in het sexting gedrag en in de motivatie om aan sexting te doen tussen volwassen Nederlanders?

Een overzicht van de gevonden significante resultaten in dit onderzoek is te zien in Tabel 4. Wanneer de motieven om aan sexting te doen onderling met elkaar vergeleken worden, zijn de motieven vermaak- plezier en seks verkrijgen de meest gebruikte motieven. Deze bevinding zal toegepast kunnen worden in toekomstige voorlichting: er dient dus, gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek, voornamelijk gefocust te worden op de motieven vermaak- plezier en seks verkrijgen, en minder op een motief als sociale druk, aangezien deze minder gebruikt wordt om aan sexting te doen.

Relatiestatus heeft een significante invloed op de frequentie van sexting. Mensen die aan het daten zijn sturen de meeste sexts, gevolgd door mensen in een relatie. Singles doen het minste aan sexting. Relatiestatus heeft in dit onderzoek niet veel invloed op de motieven om aan sexting te doen. Enkel het motief om een sext terug te sturen heeft een significant verband: bij singles komt dit motief vaker voor dan bij mensen in een relatie dan bij mensen die aan het daten zijn. Relatiestatus heeft dus enkel invloed op één motief, en hierdoor kan gesteld worden dat relatiestatus geen goede voorspeller is van motieven om aan sexting te doen. Geslacht heeft, tegen verwachting in, geen significant effect op de frequentie van sexting. Geslacht heeft wel een significante invloed op de motieven om aan sexting te doen. Zo doen vrouwen meer aan sexting om seks te verkrijgen en door sociale druk dan mannen. Mannen doen meer aan sexting om een sext terug te krijgen.

Tabel 4: Significante resultaten van dit onderzoek

Onafhankelijke variabele Afhankelijke variabele p

Motief seks verkrijgen Sexting frequentie 0,01

Motief vermaak- plezier Sexting frequentie <0,01

Motief sociale druk Sexting frequentie 0,01

Motief sext terugkrijgen Sexting frequentie 0,01

Geslacht Seks verkrijgen 0,02

Geslacht Sociale druk <0,01

Geslacht Sext terugkrijgen 0,03

Relatiestatus Sexting frequentie 0,02

(21)

21

Deze studie heeft ook beperkingen. Ten eerste is de sample niet erg veelzijdig. Het betreft voornamelijk een hoogopgeleide, jonge groep mensen. Dit verslechtert de externe validiteit, aangezien de resultaten niet representatief zijn voor volwassen Nederlanders. Daarnaast kan de interne validiteit ook verbeterd worden door de items in de survey zorgvuldiger te selecteren en te bedenken. In dit onderzoek zijn enkele items niet meegenomen in de analyse omdat ze achteraf niet goed binnen de schaal pasten en dit is zonde. Dit kan voorkomen worden door voorafgaand van het uitzetten van de survey de items grondiger te controleren en zo er zeker van te zijn dat alle items wat toevoegen aan de inhoud van het onderzoek.

Ondanks de beperkingen dragen de resultaten van dit onderzoek bij aan nieuwe inzichten in het onderzoeksgebied van sexting. Zo komt naar voren dat flirten minder vaak een motief is voor sexting dan verwacht. Ook komt uit dit onderzoek dat er geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen mannen en vrouwen als het gaat om sexting gedrag. Er hoeft voor de toekomstige voorlichting over sexting inhoudelijk dus geen onderscheid gemaakt te worden tussen mannen en vrouwen.

In vervolgonderzoek kan gekeken worden of er een interactie- effect is tussen relatiestatus en geslacht. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat mannen in een relatie andere motieven hebben dan vrouwen in een relatie. Om hier goede uitspraken over te kunnen doen, is het van belang dat de sample groter is, omdat anders de specifieke groepen (bijvoorbeeld mannen in een relatie) te klein zijn. Ook kan gekeken naar online platforms en apps. Apps zoals Tinder en Happn zijn tegenwoordig veel gebruikt en hier kan dan ook aan sexting worden gedaan. In dit onderzoek heeft 12.50% (n = 34) een sext gestuurd naar iemand online. Er is tot nu toe nog geen gericht onderzoek gedaan naar sexting via dating apps, terwijl dit relatief veel gevaren met zich mee brengt, aangezien je via Tinder de persoon meestal minder goed kent dan in het echt. Om voorlichting specifieker op dit gebied en met de tijd meegaand te kunnen maken is hier onderzoek naar nodig.

Al met al zijn er enige verschillen tussen volwassenen in Nederland wat betreft sexting. Echter, deze verschillen zijn niet zodanig groot dat er specifieke groepen gevormd worden waarop de voorlichting over sexting gespecifieerd moet worden. Wel kan de inhoud van de voorlichting met behulp van de resultaten van dit onderzoek verbeterd worden. Zo kan men het spannend houden door aan sexting te doen, maar wel op een verantwoorde manier.

(22)

22

Literatuurlijst

Beck, S., Clabaugh, S. E., Clark, R. A., Kosovski, M. C., Daar, R., Hefner, V., ... & Qian, Z. (2007). Teasing among college men and women. Communication Studies, 58(2), 157-172. http://dx.doi.org/10.1080/10510970701341105

Burkett, M. (2015). Sex (t) talk: A qualitative analysis of young adults’ negotiations of the pleasures and perils of sexting. Sexuality & Culture, 19, 835-863. http://dx.doi.org/10.1007/s12119-015-9295-0

Champion, A. R., & Pedersen, C. L. (2015). Investigating differences between sexters and non-sexters on attitudes, subjective norms, and risky sexual behaviours. The Canadian

Journal of Human Sexuality, 24, 205-214. http://dx.doi.org/10/3138/cjhs.243-A5

Crimmins, D. M., & Seigfried-Spellar, K. C. (2014). Peer attachment, sexual experiences, and risky online behaviors as predictors of sexting behaviors among undergraduate

students. Computers in Human Behavior, 32, 268-275.

http://dx.doi.org/10.1016/j.chb.2013.12.012

Dir, A. L., Coskunpinar, A., Steiner, J. L. & Cyders, M. A. (2013). Understanding differences in sexting behaviors across gender, relationship status, and sexual identity, and the role of expectancies in sexting. Cyberpsychology, Behavior, and

Social Networking, 16, 568-574. http://dx.doi.org/10.1089/cyber.2012.0545

Dir, A. L., Cyders, M. A., & Coskunpinar, A. (2013). From the bar to the bed via mobile phone: A first test of the role of problematic alcohol use, sexting, and impulsivity-related traits in sexual hookups. Computers in Human Behavior, 29, 1664-1670. http://dx.doi.org/10/1016/j.chb.2013.01.039

Drouin, M., Ross, J., & Tobin, E. (2015). Sexting: a new, digital vehicle for intimate partner aggression?. Computers in human behavior, 50, 197-204. http://dx.doi.org/10.1016/j.chb.2015.04.001

Drouin, M., Vogel, K., Surbey, A., & Stills, J. (2013). Let’s talk about sexting, baby: Computer-mediated sexual behaviors among young adults. Computers in Human

(23)

23

Faulkner, S. L. (2003). Good girl or flirt girl: Latinas' definitions of sex and sexual relationships. Hispanic Journal of Behavioral Sciences, 25(2), 174-200. http://dx.doi.org/10/1177/07399863025002003

Feinberg, L. S. Teasing: Innocent fun or sadistic malice? USA: New Horizon Press, 1996. Gordon-Messer, D., Bauermeister, J. A., Grodzinski, A., & Zimmerman, M. (2013). Sexting

among young adults. Journal of Adolescent Health, 52(3), 301-306. http://dx.doi.org/10.1016/j.jadohealth.2012.05.013

Graaf, H. de. (2012). Seksueel gedrag en seksuele beleving in Nederland. Tijdschrift voor

Seksuologie, 36(2), 87-97.

Harrison, M. A., & Gilmore, A. L. (2012). U txt WHEN? College students’ social contexts of text messaging. The Social Science Journal, 49(4), 513-518.

Henderson, L. (2011). Sexting and sexual relationships among teens and young adults. McNair Scholars Research Journal, 7(1), 9.

Hudson, H. K. (2011). Factors affecting sexting behaviors among selected undergraduate students ( Unpublished Doctoral dissertation). Southern Illinois

University, Carbondale.

Lenhart, A. (2009). Teens and sexting. A Pew Internet & American Life Project Report,

Retrieved July, 4, 2010.

Malamuth, N. M., & Thornhill, N. W. (1994). Hostile masculinity, sexual aggression, and gender-biased domineeringness in conversations. Aggressive behavior, 20(3), 185-193.

Mickes, L., Walker, D. E., Parris, J. L., Mankoff, R., & Christenfeld, N. J. (2012). Who’s funny: Gender stereotypes, humor production, and memory bias. Psychonomic bulletin

& review, 19(1), 108-112. http://dx.doi.org/10.3758/s13423-011-0161-2

Nysveen, H., Pedersen, P. E., & Thorbjørnsen, H. (2005). Explaining intention to use mobile chat services: moderating effects of gender. Journal of consumer Marketing, 22(5), 247-256. http://dx.doi.org/10.1108/0736760510611671

(24)

24

Pedersen, P. E. (2002). The adoption of text messaging services among Norwegian teens: development and test of an extended adoption model. Norwegian Open Research Archives.

The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy [The National Campaign]. (2008). Sex and Tech: Results from a Survey of Teens and Young Adults. Washington, DC: Author.

Walrave, M., Heirman, W., & Hallam, L. (2014). Under pressure to sext? Applying the theory of planned behaviour to adolescent sexting. Behaviour & Information Technology, 33(1), 86-98. http://dx.doi.org/10.1080/0144929X.2013.837099

Weisskirch, R. S., & Delevi, R. (2011). “Sexting” and adult romantic attachment. Computers

in Human Behavior, 27, 1697-1701.

Whitty, M.T. & Carr, A.N. (2003). Cyberspace as potential space: Considering the web as a playground to cyber-flirt. Human Relations, 56(7), 861-891. http://dx.doi.org/10.1177/00187267030567005

(25)

25

Bijlage

Survey Q1 Geslacht  Man (1)  Vrouw (2) Q2 Leeftijd [Open antwoord]

If Leeftijd Is Less Than 18, Then Skip To End of Survey

Q3 Hoogst genoten opleiding (ook als je hier nog mee bezig bent)  Lagere school (1)  MAVO (2)  HAVO (3)  VWO (4)  MBO (5)  HBO (6)  WO (7)

Info2 De volgende vragen gaan over je seksuele leven. Q8 Ben je afgelopen jaar seksueel actief geweest?  Ja (1)

 Nee (2)

Q9 Met hoeveel verschillende mensen heb je (naar schatting) in totaal seks gehad? [Open antwoord]

(26)

26

Q10 Wat is je huidige relatiestatus?  Single (1)

 Aan het daten (3)  Relatie (4)

Info3 De volgende vragen gaan over sexting. Sexting is het versturen en dus niet het

ontvangen van seksueel getinte berichten, video's of (semi-)naaktfoto's via mobiele telefoons en/of online media.

Q11 Heb je ooit een sext verstuurd?  Ja (1)

 Nee (2)

Q12 Hoe vaak doe je aan sexting?  Nooit (1)

 Minder dan eens per jaar (2)  Eens per jaar (3)

 Paar keer per jaar (4)  Eens per maand (5)

 Meerdere keren per maand (6)  Eens per week (7)

 Meerdere keren per week (10)  Dagelijks (8)

(27)

27

Display This Question:

If Heb je ooit een sext verstuurd? Ja Is Selected Q15 Naar wie heb je je sext verstuurd?

 Partner (2)

 Een vriend/vriendin (1)  Date (3)

 Iemand via internet/Tinder (4)  Scharrel (5)

 Onbekende (6)

 Anders, namelijk: (8) ____________________

Info4 De volgende vragen gaan over motieven om een sext te sturen. Een sext is een seksueel getint bericht, video of (semi-)naaktfoto die wordt verstuurd via mobiele telefoon en/of online media. Indien je nog nooit aan sexting hebt gedaan, probeer je dan in te beelden in hoeverre je het eens zou zijn met de stellingen wanneer je een sext zou sturen.

(28)

28

Q16 Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het hier mee eens of oneens bent

1 Helemaal mee oneens (1) 2 (2) 3 (3) 4 (4) 5 (5) 6 (6) 7 Helemaal mee eens (7) Ik stuur een sext om te flirten (1)        Ik stuur een sext om iemand te versieren (2)        Ik stuur een sext om te plagen (3)        Ik stuur een sext voor mijn plezier (4)        Ik stuur een sext als 'sexy cadeautje' (5)       

(29)

29

Q17 Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het hier mee eens of oneens bent

1 Helemaal mee oneens (1) 2 (2) 3 (3) 4 (4) 5 (5) 6 (6) 7 Helemaal mee eens (7) Ik zie een sext sturen als voorspel (1)        Ik denk dat een sext sturen de kans op seks vergroot (2)        Ik heb ook daadwerkelijk seks met de persoon waarnaar ik een sext stuur

(3)

      

Ik stuur een sext als ik zin

heb in seks (4)        Ik stuur een sext om de ander op te winden (5)        Ik vind voel me sexy als ik een sext stuur (6)       

Door een sext te sturen probeer ik seks uit te lokken (7)

(30)

30

Q18 Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het hier mee eens of oneens bent

1 Helemaal mee oneens (1) 2 (2) 3 (3) 4 (4) 5 (5) 6 (6) 7 Helemaal mee eens (7) Ik heb eens tegen mijn zin

in een sext gestuurd (1)        Ik ben eens gevraagd om een sext te sturen (2)       

Ik heb eens een sext gestuurd tegen mijn zin

in omdat iemand anders

het vroeg (3)

      

Ik stuur een sext voor andermans

plezier (4)

      

Ik voel druk van mijn omgeving

om een sext te sturen (5)

      

Ik stuur een sext omdat ik het

zelf wil (6)

      

Ik stuur een sext als iemand het

vraagt (7)

(31)

31

Q19 Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het hier mee eens of oneens bent

1 Helemaal mee oneens (1) 2 (2) 3 (3) 4 (4) 5 (5) 6 (6) 7 Helemaal mee eens (7) Ik stuur wel eens een sext voor de grap (1)        Ik vind een sext sturen grappig (2)        Ik zie een sext sturen als iets serieus (3)        Ik zie een sext sturen als iets leuks (5)        Ik vind een sext versturen vermakelijk (6)       

(32)

32

Q20 Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het hier mee eens of oneens bent

1 Helemaal mee oneens (1) 2 (2) 3 (3) 4 (4) 5 (5) 6 (6) 7 Helemaal mee eens (7) Ik stuur een sext zodat ik er hopelijk ook een terug krijg (1)        Ik stuur alleen een sext als ik zeker weet dat ik er een terug krijg (2)       

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de hoeveelheden (tabel 5) blijkt dat met water het grootste deel van oxamyl uit steenwol is geëxtraheerd. Bij de extraktie van de druppelleidingen is hetzelfde

Segmenten - grootverbruik - industrie - detailhandel Prijs Nederland restaurants onder merk topslager onder merk tussen kalfs- en stierevlees Duitsland grootkeukens

Having demonstrated that mimicry and violence both represent inadequate ways for McCabe’s characters to construct a postcolonial identity, I now turn to another identity strategy

To summarize, in the pilot study we found that participants’ finger temperature increased while watching a liar or a truth-teller in the first block of videos (i.e., when

The classification for a lower body plus trunk configura- tion was similar to the full-body configuration, but instead of 17 inertial sensors, only 8 inertial sensors (on pelvis,

Microwave irradiation is an alternative method that can be used for biodiesel production. The heat transferred through microwave reactions is more effective than

For the study the standard homogeneous Poisson model (HOM) and three non-homogeneous Poisson models, namely a changepoint model (CPS), a free mixture model (MIX) and a hidden

When applied to HFMD outbreak data collected for 2008–11 in Beijing, China, our model successfully predicted the peak week of an outbreak three weeks before the actual arrival of