• No results found

Heerde : sociaal-economische schets van het ruilverkavelingsgebied op de oostelijke Veluwe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Heerde : sociaal-economische schets van het ruilverkavelingsgebied op de oostelijke Veluwe"

Copied!
82
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d op de O o s t e l i j k e Veluwe

t ^ DEN HAAG I r »

L« ^" "^

W/

VERSLAGEN wo. 141 1 £ Küy; lys:?

Augustus I965

4 r' £ ; i"i ? •• • f . ' ' 'Ji ' *t:

k BIBLIOTHEEK

(2)

INHOUDSOPGAVE Biz. LÏJST VAN BIJLAGEN WOOED VOORAF INLEIDING HOOFDSTUK HOOFDSTUK II HOOFDSTUK III HOOFDSTUK IV

ALGEMEEN SOCIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN

§ 1. Bevolking

§ 2„ Beroepsbevolking . ..

§ 3. Werkgelegenheid en forensisme

ASPECTEN VAN DE AGRARISCH-ECONOMISCHE STRUCTUUR § 1. Hoofd- en nevenberoepen van de geregistreerden § 2. Bedrij fsgroottestructuur

§ 3. Wijzigingen in het aantal geregistreerden § 4* Verkaveling, ontsluiting, waterbeheersing § 5- Eigendom en pacht

§ 6. Bedrijfsgebouwen en nutsvoorzieningen DE LANDBOUWBEDRIJVEN

§ 1. Bedrijfs type en grondgebruik § 2. Tuinbouw

§ 3. Veehouderij

§ 4. Mechanisatie en arbeid § 5» Bedrijfsresultaten

ENKELE AGRARISCH-SOCIALE ASPECTEN § 1. De bedrijfshoofden

§ 2. Bedrijfsopvolging

§ 3. Raming van het potentiële aantal 0. en S.-kandidaten. 4 5 7 9 9 10 13 15 15 17 19 21 22 23 24 24 25 25 28 30 31 31 32 34

(3)

LIJST VAN BIJLAGEN

Biz,

1. Bevolking sinds 1910 35 2. Geboorten- en vestigingsoverschotten 3g

3. Enige gegevens per wijk 37 4. Mannelijke beroepsbevolking 33 5. Mannelijke beroepsbevolking naar bedrijfstak .35

6. Woonforenzen /Q 7. Woonforenzen naar reistijd en vervoermiddel /]_

8. Werkforenzen /g 9» Geregistreerde telplichtigen 43

10. Geregistreerden naar beroepsgroep, grootteklasse en gebied (1961) 44 11. Geregistreerden naar beroepsgroep, grootteklasse en gebied (1964) 45 12. Nevenberoepen. van de B- en hoofdberoepen van de C-geregistreerden 46

13. Geregistreerden in groep D 47

14. Speciale bedrijven 48 15. De bedrijven - 1 ha en de cultuurgrond (1910-1959) 49

16. Wijzigingen in het aantal geregistreerden (196I-I964)" 50

17. Verdwenen geregistreerden (196I-I964) 51 18. Eieuw-geregistreerden (196I-I964) 52 19. Overdrachten in de periode I96I-I964 53

20. Omvang van het grondverkeer I963-I964 ' 54

21. Verkaveling 55 22. Eigendom en pacht 5 g 23. Gepachte grond 57 24. Bedrijfsgebouwen 53 25. Veestalling en bedrijfsvoering 26. Varkensschuren en kippenhokken 27. Openbare nutsvoorzieningen 28. Ontwikkeling van het grondgebruik

29. Grondgebruik

30. Bouwlandgebruik

3 1 . Grasland

32. Tuinbouwgewassen

33- Ontwikkeling van de fruitteelt

34. Waardering en leeftijd van de appelaanplant 35» Rundveehouderij 36. Melkkoeien 37. Melkproduktie 38. Varkenshouderij 39- Leghennen 40. Melkmachines 4 L Trekkracht op de bedrijven 42. Arbeidskrachten 43. Bedrijfsuitkomsten

44' Arbeidskrachten naar onderwijs 45- Leeftijd van de bedrijfshoofden 46. Bedrijfsopvolging

(4)

5

-WOORD VOORAF

De Cultuurtechnische Dienst verzocht in september 19^4 het Landbouw-Economisch Instituut een sociaal-economische schets te maken van het ruil-verkavelingsgebied. "Heerde"» Deze schets is een uitwerking van en een toe-lichting op de bestaande statistische documentatie over het betrokken ge-bied. Van de in deze schets vermelde gegevens maakt de Cultuurtechnische Dienst gebruik bij de voorbereidingswerkzaamheden voor de

ruilverkave-ling en de samenstelruilverkave-ling van het rapport ex art. 34 van de RuiIverkaveruilverkave-lings- RuiIverkavelings-wet.

Het ruilverkavelingsgebied frHeerde" is ongeveer 5200 ba groot en om-vat vrijwel bet gehele bewoonde deel van de gemeente Heerde alsmede het westelijk van de IJssel gelegen deel van de Overijsselse gemeente Wijhe.

Dit verslag is opgemaakt door de afdeling Streekonderzoek.

DE DIRECTEUR; A

•iy

/*Z2s

(5)
(6)

7

-INLEIDING

Het onderwerp van deze sociaal-economische schets is de in voorberei-ding zijnde ruilverkaveling "Heerde". Dit ruilverkavelingsgebied omvat de gemeente Heerde met uitzondering van het bosgebied in het westen, dus vrij-wel het gehele bewoonde deel van deze gemeente, benevens het ten westen van de IJssel gelegen Marie behorend bij de Overijsselse gemeente.Wijhe. De begrenzing van hét blok bestaat in het noorden en zuiden uit de gemeente-grens van Heerde,terwijl in het westen het bosgebied en in het oosten de IJssel een natuurlijke afbakening vormen. Op bijgaande kaart 1) is de grens van het ruilverkavelingsgebied aangegeven alsmede de onderverdeling van het blok in deelgebieden. De gebiedsindeling,,welke in overleg met de Cultuur-technische Dienst is opgesteld en in tegenstelling tot wat doorgaans gebrui-kelijk is niet in de eerste plaats gebaseerd is op structurele verschillen tussen de gebieden, berust vooral op zuiver praktische overwegingen. Dit omdat de mogelijkheid moet blijven bestaan bij een eventuele verlegging van de westelijke blokgrens naar het oosten toch over gegevens van het gewijzig-de gebied te kunnen beschikken. De gebiegewijzig-den zijns

I. het gebied ten westen van de weg Epe~Hattem§

II. het gebied tussen de weg Epe-Hattem en het Apeldoornse Kanaal ;

III. het gebied gelegen tussen het Apeldoornse Kanaal en de Grote Wetering? IV/V.hat gebied ten oosten van de Grote Wetering.

Hoewel vooral praktische overwegingen het motief van de gebiedsindeling waren, valt deze indeling toch ook min of meer samen met de bestaande

struc-turele verschillen in het gebied.

Immers de gemeente Heerde,welke ligt in het noordoosten van de provin-cie Gelderland, op de oostelijke helling van de Woldberg (de oostelijke Veluwse heuvelreeks) en de westelijke oever van de IJssel, heeft zeker geen homogene structuur. Volgens de bodemkaart in de "Atlas van Nederland" (op-name I952-I954) zijn van west naar oost een drietal grondsoortencomplexen te onderkennen. In een beschrijving over Heerde 2) worden deze complexen als volgt omschreven;

a. zandgronden, drift- of enkenzone genaamd, globaal overeenkomend met de gebieden I en II en het westelijke deel van gebied III5

b. zwaardere kleigronden, genaamd de kommenzone, het vrijwel onbewoonde gebied dat vaak werd overstroomd,dit valt samen met de gebieden III (het ooste-lijke deel) en IV (het westeooste-lijke deel)3

c. jonge rivierkleigronden,oeverwallenzone genoemd, dit is het oostelijke deel van de gemeente, grenzend aan en te zamen met de uiterwaarden, over-eenkomend met het oostelijke deel van gebied IV en met gebied V.

Het ruilverkavelingsgebied "Heerde", dat tot de zandgronden wordt gere-kend,bestaat dus voor een belangrijk deel uit rivierkleigronden. Vermoede-lijk alleen hierdoor is Heerde de enige gemeente op de.Veluwe waar fruit-teelt wordt aangetroffen. Volgens de indeling van landbouwgebieden in Nederland (1957') vormt Heerde met Epe en Apeldoorn het landbouwgebied de

"Oostelijke Veluwe".

1) Opgenomen met toestemming van de Topografische Dienst. Reproduktie van het kaartfragment is verboden.

(7)

van het C I L S . ) . Dit betreft voornamelijk reeds bestaand statistisch mate-riaal uit de landbouwtellingformulieren I96I en 1964. Uitsluitend per gemeen-te voorhanden zijnde gegevens van algemene aard zijn o.a. verkregen uit de algemene volkstelling 19^0, de volks- en beroepstelling 1947s de woningtel-ling I956 en uit verschillende landbouwtelwoningtel-lingen.

Dooi" de Landbouwcommissie van Gelderland is in opdracht van Gedeputeerde Staten een aantal rapporten uitgebracht vormende "Het Agrarisch Welzijnsplan voor Gelderland"« Van de gegevens in deze rapporten is waar nodig gebruik

gemaakt,evenals van de brochure "De landbouw in Heerde en Oene", Deze brochu-re is in I962 uitgegeven door de stbrochu-reekverbeteringscommissie bij gelegenheid van de aanvang van de streekverbetering in Heerde en een aangrenzend deel

(Oene) van de gemeente Ep'e.

In dit verslag zijn voorts waar dat mogelijk is ook enige vergelijkin-gen gemaakt met gegevens uit de sociaal-economische schets van het aangren-zende ruilverkavelingsgebied "Hattem-Wezep" 1).

(8)

9

-HOOFDSTUK I.

ALGEMEEN SOCIAAL-ECONOMISCHE ASPECTEN

Zoals uit- de inleiding reeds is gebleken omvat het ruilverkavelings-gebied vrijwel het gehele bewoonde deel van de gemeente Heerde. Hierdoor is het mogelijk een vrij juist beeld te geven van de sociaal-economische struc-tuur van het gebied. Immers de statistische gegevens welke de basis vormen voor de beschouwing van' enkele sociaeconomische aspecten zijn in het

al-gemeen alleen per al-gemeente- voorhanden. Het is evenwel goed te bedenken dat sedert de algemene volkstelling i960 (waarvan de meeste gegevens in dit hoofdstuk afkomstig zijn) al weer een vijftal jaren is verstreken, jaren wa.arin veranderingen kunnen zijn opgetreden. Dat dit'niet denkbeeldig is, blijkt uit de gegevens over de typologie van gemeenten naar urbanisatie-graad l)?waar Heerde in 1947 nog bij de plattelandsgemeenten was ingedeeld (20 -- < 40% agrarische beroepsbevolking) en- in 1956 tot de geïndustriali-seerde plattelandsgemeenten moest worden gerekend.

§ 1 . B e v o l k i n g (b ij l a g e n 1 t/m 3)

Het aantal inwoners van de gemeente Heerde is van ruim 6600 in 1910 toegenomen tot ruim 14.000 in 1964» In iets meer dan een halve eeuw is het inwonertal dus verdubbeld, .een. zelfde, tendentie welke ook de provincie en het rijk laten zien. Deze sterke overeenkomst met het landelijke groeitempo -was vrijwel de gehele periode na 1910 aanwezig,doch na 1955 was het

groei-tempo in Heerde zowel als in de provincie iets boven het landelijke gemid-delde gelegen.

De toeneming van het aantal inwoners is vrijwel geheel toe te schrijver

Grafiek.1

OMWIKKELING VAK HET AANTAL INWONERS I n d e x c i j f e r (1910 = 100) 220 200 180 160 H O 120 100 L Heerde > G e l d e r l a n d N e d e r l a n d

(9)

aan het geboortenoverschot (geboorten minus sterfte). Hiertegenover staat selfs in de meeste tijdvakken een klein vertrekoverschot (vestigingen minus vertrek). Alleen in de oorlogsjaren was er een klein en in de periode

1956-I96O een iets groter positief migratiesaldo. Of dit vestigingsoverschot zich na, i960 zal voortzetten is nog moeilijk te zeggen, er zijn hierna alleen g e -gevens van twee jaren (I96I en 1^"62) aanwezig, in welke jaren er tussen v e s -tiging en vertrek een evenwicht3toe3tend was. Opgemerkt dient te' worden dat lieerde,- tot voor weinig jaren als recreatiegemeente voorbestemd, thans tracht meer industrie aan te trekken?hotgeen mogelijk ee-n versnelling van de

bevol-kingsgroei tot gevolg zal hebben.

De bevolkingstoeneming,met name van 194 n + ot i960.heeft alleen plaats-gehad in de grootste kç. rien waarvan vooral Wapenveld een opmerkelijk sterke

groei vertoonde. De wonxngbouwpolitiek van de gemeenten is over het algemeen gericht op concentratie van de nieuwbouw rondom de dorpskernen. Mede hier-door en ook hier-door de vermindering van het aantal agrariërs is de bevolking

.'.".. Tabel 1 - • INW0HERS.PF.fi WIJK A a n t a l 1947 inwoners i960 Index

Xl947=loo)

; Heerde-dorp Veessen -V-orchten Wapenveld -: Versnroide huizen 2232 473 59 522 7500 3821 '490 43 1685 7175 171 104. 73 32-3 96

Gehele gemeente 10786 I3214 123

3 r o n % C. •s v o l k s - e n b e r o e p s t e l l i n g e n .

in h e t l a n d e l i j k e g e b i e d o v e r a l a f g e n o m e n . V o o r d e d o r p e n V e e s s e n e n V o r cht er-k a n o o er-k h e t o n t b r e er-k e n v a n g o e d e b u s v e r b i n d i n g e n e e n b e l e m m e r i n g v o o r d e g r o e i z i j n g e w e e s t .

§ 2. B e r o e p b e v o l k i n g ( b i j l e n 3 t/i m 5 ; De beschouwing van' de mannelijke beroepsbevolking is gebaseerd op de twee laatste volkstellingen van 1947 en 1960„ In deze periode,waarin de to-tale bevolking met 23f° vermeerderde, is de mannelijke beroepsbevolking met

10c/o toegenomen.

In de leeftijdsopbouw van de bevolking kwam enige verandering; door de-relatieve aantalsvermindcring van de 20-40-jarigen en een de-relatieve vermeer-dering van het a.antal personen van 50 jaar en ouder is de totale bevolking

iets verouderd. Een zelfde beeld vertoont de mannelijke beroepsbevolking, hier nam het aantal jeugdige beroepspersonen (<- 25 jaar) af en dat van de

oudere (4O-65 jaar) toe. Later gaan werken en/of sterkere migratie v a n de jongeren zijn vermoedelijk de oorzaken van deze verschuivingen.

(10)

- 11 Tabel 2 LEEFTIJDSOPBOUW HEERDE Gehele bevolking 1947 I960 Mannelijke 1947 "beroepsbevolking i960 Aant al personen IO786 13214 3537 39OO < 20 39 39 14 10 Percentage in de j aar ! 20-24 1 9 7 13 11 25-39 i 22 20 33 35 leefti; 40-49 11 11 17 19 dsklasse | 50-64 12 14 17 21 van

i -

65

7 9 6 4

BromC.B.S., volks- en beroepstellingen.

Belangrijke verande tuur. Doordat-het aantal afgenomen is het aandeel de tot een vijfde van de over nam vooral het aand verheid,werkenden toe. V kenis van de sector dien beeldig dat de secundair ben gevonden in de bouwn

ringen hebben zich voltrokken in de beroepenstruc-in de landbouw werkende manuren met een derde is van de agrarische beroepsbevolking van ruim een

der-mannelijke beroepsbevolking teruggelopen. Hiertegen-eel van de in de nijverheid, met name in de

bouwnij-erder is in de groep overige bedrijfstakken de bete-stverlening groter geworden. Het is geenszins

denk-uit de landbouw afgevloeide mannen vooral werk heb-ijverheid en in de industrie. Vooral de industrie

Tabel 3 MANNELIJKE BEROEPSBEVOLKTNG HEERDE

Jaar 1947 i960 Aantal 3537 3900 Percentage werkzaam in

de land-! de nijver- ! handel enjov. bedrijfs-bouw 1) ; heid | verkeer ! takken

34 43 12 11 20 54 12 14

1) Exclusief bosbouw en ontginning.

welke op een of andere wijze met de landbouw verband houdt geniet de meeste belangstelling. De toeneming van het aantal beroepspersonen in de overige niet-agrarische bedrijfstakken, waar vaak meer geschoold personeel voor no-dig is, zal eerder uit de toegenomen mannelijke beroepsbevolking afkomstig zijn.

De grote veranderingen welke zich in de landbouw.hebben voltrokken zijn voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal meewerkende boerenzoons tot twee vijfde en het aantal landarbeiders tot de helft van het aantal in 1947 zij-n

verminderd. Als gevolg van de nog steeds afnemende werkgelegenheid in de landbouw is zeker te verwachten dat vooral het aantal landarbeiders nog be-langrijk zal afnemen. Ook het aantal zelfstandigen (= bedrijven) is van 1947-1960 verminderd en wel met bijna 1% per jaar. Voor deze categorie mag zeer zeker ook een verdergaande aantalsvermindering worden verwacht. In het volgende hoofdstuk zal op hetgeen verband houdt met de wijzigingen in het aantal bedrijven nader worden ingegaan.

(11)

Tabel 4

.. . MANNELIJKE AGRARISCHE BEROEPSBEVOLKING HEERDE

Zelfstandigen Meewerkende zoons Arbeiders Aantal personen

1947 1) I960

Index

(1947=100)

588 521 89

218 85 39

345 l6l 47

l)Exelusief tijdelijk niet werkend (38).

Brons C.B.S. /volks- en "beroep s tellingen.

Wat de verspreiding van de agrarische "bevolking over de gemeente betreft zij opgemerkt dat zowel absoluut als relatief maar een gering aantal hiervan in de grotere kernen zoals Heerde, Wapenveld en Veessen woont. Naarmate de landelijke bewoning verder van de kernen is verwijderd bestaat de beroepsbevolking vanzelfsprekend meer uit agrariërs, vooral in het meer oostelijk gelegen rivierkleigebied (om Vorchtens Veessen en het lage land).

Tabel 5 PERCENTAGE AGEARIÈES Wijk Heerde Heerde •:.'..-.. Veessen Vorchten Verspreide huizen - om Heerde en Hoorn - om Vorchten en Veessen - lage land - bosgebied

S

18

43

31

68

59

28

PER WIJK (MANNEN) Wijk Wapenveld Wapenveld Verspreide huizen - om Wapenveld - lage land - bosgebied

4

18

55

14

Bron: C.B.S. algemene volkstelling.i960.

Ten behoeve van het Agrarisch Welzijnsplan voor Gelderland zijn onderzoekingen verricht welke verscheidene gegevens hebben opgeleverd die het mogelijk maken de gemeente Heerde met het landbouwgebied en de

provinciale situatie te vergelijken. Hiervoor werd een totaalscore bere-kend als de som van 18 gewaardeerde kengetallen. Deze kengetallen

betref-fen enkele factoren over produktieomstandigheden5 sociale omstandigheden

en het algemeen welzijn. Voor de aanwijzing van relatief minder ontwik-kelde gebieden werd het provinciaal gemiddelde als uitgangspunt gekozen. Aldus berekend moest zowel Heerde als het landbouwgebied waartoe deze" gemeente behoort als probleemgebied worden aangemerkt en wel om de lage score voor het relatief welzijn, waaronder wordt verstaan het welzijn van

(12)

13

-¥ e r k g e 1

4 e n 6 t/m e g e n h e i d 8) e n o r e n s i s m e

("b i j l a g e n

De p l a a t s e l i j k e werkgelegenheid i n lieerde h e e f t de toegenomen b e r o e p s -bevolking n i e t geheel kunnen opnemen. De n i e t - a g r a r i s c h e werkgelegenheid i s van 1947 t o t i960 wel u i t g e b r e i d (l27o)sdoch n i e t voldoende om de t o e g e -nomen b e r o e p s b e v o l k i n g (10^) en de voorheen i n de landbouw werkende mannen

ov t e nemen.

Tabel 6

BEROEPSBEVOLKING EN FORENSISME KEERDE

Totale mannelijke beroepsbevolking Inkomende forenzen

Uitgaande forenzen

Agrariërs (incl. bosbouw en ontginning) Niet-agrariërs + Aant al 1947 3537 359 3896 646 3250 1268 1982 mannen j i960 3900 526 1) 4426 I267 3159 816 2343

1) Exclusief niet dagelijks heen en weer reizenden. Bron? C.B.S.

Het ligt dus voor de hand dat het forensisme sterk is toegenomen,

het aantal uitgaande forenzen is verdubbeld. Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt tussen de dagelijks uitgaande pendelaars welke met de helft zijn vermeerderd en de overige (niet-dagelijkse of oneigenlijke) laars van.wie het aantal is verzesvoudigd. De dagelijks inkomende pende-laars, welk aantal meer dan de helft van de uitgaande is,, namen eveneens belangrijk toe. Tabel 7 FORENSISME KEERDE -Uitgaande pendelaars (woonforenzen) Inkomende pendelaars (werkforenzen) dagelijks overige totaal dagelijks overige Aantal 1947 | 582 64 646 347 12 mannen i960 865 402 I267 526 ^ #

(13)

In i960 werkte twee derde van de dagelijks uitgaande pendelaars in de industrie. Bijna driekwart (72$) van de pendelaars was werkzaam in

aangrenzende gemeenten. Als de.belangrijkste werkgemeenten moeten genoemd worden Epe (ijzerindustrie Vaassen),waar een derde en Olst (vleeswaren-industrie) en Zwolle,waar elk een zesde van de dagelijks reizende forenzen uit Hoerde werkten. Aangezien de werkgemeenten veelal niet ver van de woonplaats zijn gelegen is de reistijd voor de meesten minder dan een uur; men "begeeft zich doorgaans per (brom)fiets of met de bus naar het werk.

De werkf orenzeii (inkomende pendelaars) waren bijna allen afkomstig uit aangrenzende gemeenten (vooral Hattem en Oldebroek)5 het overgrote

deel van hen werkt in de industrie (papier-, verf-, zeep- en..koek-en be-schul tindüs tri o).

(14)

. 15 -HOOFDSTUK I I

ASPECTEN VAN DE AGBAEISCH-ECONOMISCHE STRUCTUUE

H o o f d — e n t r e e r d e n n e v e n b e r o e p e n v a n ( b i j l a g e n 9 t/m 1 4 ) d e g e r e g ï s — A l s b a s i s v o o r h e t s t a t i s t i s c h e m a t e r i a a l zijn g e b r u i k t d e l a n d b o u w -tellingforrnulieren v a n mei 1 9 ^ 4 v a n alle in h e t r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d w o n e n d e g e r e g i s t r e e r d e n . Tijdens d e m e i t e l l i n g 1 9 6 4 w o o n d e n e r in h e t r u i l -v e r k a -v e l i n g s g e b i e d H e e r d e 691 g e r e g i s t r e e r d e t e l p l i c h t i g e n . T e l p l i c h t i g z i j n zij die in d e l a n d - of t u i n b o u w g e h e e l o f g e d e e l t e l i j k h u n b e s t a a n v i n d e n en tevens 2 - t e n m i n s t e 1 h e c t a r e c u l t u u r g r o n d in g e b r u i k h e b b e n $ - d a n w e l e e n t u i n b o u w b e d r i j f u i t o e f e n e n (ongeacht d e grootte)5 - d a n w e l t e n m i n s t e 1 rund, 1 f o k v a r k e n , 3 m e s t v a r k e n s , 3 schapen of ten

m i n s t e 5 1 h o e n d e r s of eenden h o u d e n . U i t d e z e d e f i n i t i e v a l t al d i r e c t a f te l e i d e n d a t n i e t alle g e r e g i s -treerden h u n h o o f d b r o n v a n b e s t a a n in d e l a n d - of t u i n b o u w v i n d e n , m a a r d a t een aantal n a a s t h u n a g r a r i s c h e w e r k z a a m h e d e n e e n a n d e r b e r o e p u i t o e f e n t , d a n w e l h u n agrarische b e d r i j f m e e r als v r i j e t i j d s b e s t e d i n g h e b b e n . Z o a l s g e b r u i k e l i j k zijn d e g e r e g i s t r e e r d e n m e t behulp v a n p l a a t s e l i j k g o e d b e k e n -de p e r s o n e n d a n o o k o n d e r s c h e i d e n in b e r o e p s g r o e p e n . D e z e groepen zijns A . u i t s l u i t e n d l a n d b o u w e r s 5 B . l a n d b o u w e r s m e t een n e v e n b e r o e p d a t m i n d e r d a n d e h e l f t v a n h u n a r b e i d s -tijd v e r e i s t j

C. niet-agrariërs en landarbeiders met grondgebruik of veehouderij. In deze groep wordt minder dan de helft van de tijd aan het eigen agrari-sche bedrijf•besteed|

rustende boeren, tuinders of niet-agrariërs, die nog enig grondgebruik hebben of vee aanhouden 5

speciale dan wel afwijkende bedrijven.

Een restwaarde waarvan of de bedrijfsvoering sterk afwijkt of welke om andere redenen niet in de overige groepen kan worden ondergebracht.

In tabel 8 wordt een overzicht gegeven van de indeling van geregis-treerden in beroepsgroepen en grootteklassen.

D S

Tabel 8 GEREGISTREERDEN NAAR BEROEPSGROEP I964

totaal Aantal geregistreerden in de beroepsgroepen A B A+B D Zonder cultuurgrond. 1 5 10 15 < 1 h a - 5 ha - 10 ha - 15 ha - 20 ha ^ 20 ha 18 102 305 ITO 52 15 .22. 97 144 44 12 26 29 9 2 1 126 153 46 13 26 9 67 97 6 2 4 25 61 8 2 1 1 5 10 21 3 2 1 2 Totaal Gebied ï"~ Gebied II Gebied III Gebied IV 1) Gebied IV 1) 691 T6Ö' 115 263 140 13 323 43 47 150 73 10 41 Ï4 5 17 5 364 57 52 167 78 10 181

""SS"

40 39 32 102 """24" 18 38 21 44 ii 5 19 9

(15)

Van alle 69I geregistreerden heeft 3% geen en 15% minder dan 1 ha cultuurgrond in gebruik, behoort 4 1 % "tot de beroepsgroepen C en D en 6% tot de groep speciale "bedrijven. In de meest westelijke deelgebieden (i on II) wonen relatief aanzienlijk meer niet-agrariërs, daardoor is het percen-tage geregistreerden < 1 ha hier aanmerkelijk groter. In deelgebied lil, waarin geen dorpskernen zijn gelegen, wonen minder niet-agrariërs en kleine

grondgebruikers (< 1 ha) dan in de overige gebieden.

Aangezien het nevenberoep van de B-grondgebruikers meestal nauw ver-want is aan de landbouw, terwijl daarnaast het eigen landbouwbedrijf de meeste arbeidstijd vereist, zijn in het vervolg van d.eze schets de A- en B-.grondgebruikers bij elkaar gevoegd en met de term "landbouwers" aangeduid.

Twee derde van de grondgebruikers met 1 ha of meer cultuurgrond is agrariër (landbouwers plus de meeste S-bedrijven). Relatief minder agrariërs zijn er in de westelijke deelgebieden (i en II),in gebied I is slechts de helft van de grondgebruikers landbouwer (tabel 9)«

.Tabel 9 GEREGISTREERDEN ^ 1 HA (1964) Totaal-aantal Percentage land-bouwers D Gebied I Gebied II Gebied III Gebied IV/V 113 89 240 129 51 58 70 68 31 27 11 16 13 15 13

9

5

-6

' 7 Ruilverkavelings-gebied 571 64 18 13

Ket merendeel van de Q-geregistreerden werkt in loondienst,waarvan fabrieks- en bouwvakarbeiders, grondwerkers e.d. de voornaamste beroeper-zijn. Verder telt de groep nog 21 land- en. tuinbouwarbeiders,terwijl ook de verzorgende beroepen vermeldenswaard zijn. Sedert I96I is het aantal C-geregistreerden metbijna een vijfde verminderd; vooral het aantal

fabrieksarbeiders met grondgebruik en/of vee alsook het aantal geregistreer-de landarbeigeregistreer-ders is teruggelopen. Van geregistreer-de D-geregistreergeregistreer-den, welk aantal na I96I met 12% is verminderd, was drie vijfde deel voorheen landbouwer.

De groep speciale (of S-) bedrijven, ook restgroep te noemen, bestaat voornamelijk uit zeer gevarieerde tuinbouwbedrijven. Hiertoe behoren 13

(glas)tuinders welke zich hier na 1959 uit Zwolle hebben gevestigd. Verder zijn er 8 personen die zich meer toeleggen op fruitteelt, een bedrijfstak welke in lieerde is ontstaan als onderdeel van het gemengde landbouwbedrijf. Ook zijn er een zestal rozenkwekers (waarvan 3 grotere), vier bloemenkweker; en een boomkweker. Behalve 3 specifieke pluimveehouders zijn in de S-groep nog ondergebracht de stierhouderijen en de bedrijven van instellingen.

De recreatie als bron van inkomsten voor de geregistreerden is van zeer geringe betekenis. Voor zover nagegaan kon worden,bleken slechts 6 per sonen (4 boeren, 1 C- en 1 D-geregistreerdej 4 in gebied I en 2 in gebied

(16)

17

-§ 2 . B e d r i j f s g r o o t t e s t r u c t u u r ("b i j l a g e 15)

Aan de hand van "bestaand s t a t i s t i s c h , m a t e r i a a l i s voor de gemeente

Eeerde a l s geheel een o v e r z i c h t t e geven van de ontwikkeling van h e t a a n

-t a l b e d r i j v e n en de o p p e r v l a k -t e cul-tuurgrond ( a l l e grondgebruikers - 1 h a ) .

Dezelfde c i j f e r s van het landbouwgebied " O o s t e l i j k e Veluwe" z i j n t e r v e r g e

l i j k i n g opgenomen. Deze gegevens omvatten de p e r i o d e 19101959? wat er n a

-dien in h e t r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d a l s zodanig i s veranderd, wordt i n

de-volgende p a r a g r a a f behandeld,

In deze halve eeuw i s in de gemeente Heerde de gemiddelde g r o o t t e

van a l l e b e d r i j v e n ^ 1 ha s l e c h t s zeer weinig 'toegenomen ( 0 , 2 h a ) . Ook h e t

landbouwgebied geeft maar een geringe b e d r i j f s v e r g r o t i n g t e zien ( 0 , 6 h a ) .

Het a a n t a l b e d r i j v e n i n Heerde,dat in 1959 even groot was a l s i n 1910,

b e r e i k t e door r e g e l m a t i g e vermeerdering i n 1947 t o t g r o o t s t e a a n t a l , waarna

h e t ook weer r e g e l m a t i g verminderde. De o p p e r v l a k t e cultuurgrond veranderde

i n Eeerde maar weinig, d i t in t e g e n s t e l l i n g t o t h e t landbouwgebied,waar

door o n t g i n n i n g cultuurgrond bjj kwam.

Heerde i s een gemeente met overwegend zeer k l e i n e b e d r i j v e n . Van a l l e

b e d r i j v e n - 1 ha had in 1910 driekwart en in 1959 z e l f s nog 59^ minder dan

5 ha c u l t u u r g r o n d . De vermindering van het a a n t a l zeer k l e i n e b e d r i j v e n

had. a l l e e n een a a n t a l s v e r m e e r d e r i n g van die in de g r o o t t e k l a s s e van 5-10 ha

t o t gevolg, want h e t a a n t a l b e d r i j v e n ^ 10 ha b l e e f i n t o t a a l nagenoeg g e

-l i j k . In -laatstgenoemde g r o o t t e k -l a s s e verminderde het a a n t a -l b e d r i j v e n

- 20 ha en namen d i e met 10-20 ha grond t o e .

Na de beschouwing over de h i s t o r i s c h e ontwikkeling moet ook de h u i d i g e

s t r u c t u u r i n h e t r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d worden b e z i e n .

Dat de b e d r i j v e n in h e t algemeen zeer k l e i n z i j n bleek reeds u i t h e t

voorgaande. Ruim driekwart van de landbouwers had i n I964 nog geen 10 ha

grond en s l e c h t s ICffo meer dan 15 ha. Een u i t z o n d e r i n g hierop maakt gebied

IV/V, h i e r z i j n de g r o t e b e d r i j v e n gelegen (34^ m e't 15 ha of meer g r o n d ) .

Tabel 10

LANDBOUWBEDRIJVEN

Percentage bedrijven

gebied I ! gebied II ! gebied III j gebied IV/V j r.v.k.blok

1

5

10

15

-^

5

10

15

20

20

ha

ha

ha

ha

ha

47

42

7

4

25

58

15

-2

42

45

10

3

0

18

27

21

7

27

35

42

13

3

7

De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond van de landbouwbedrijven is

8,8 ha. Het samenvattende kengetal van de bedrijfsgroottestructuur, het aan-tal bedrijven van 1-10 ha per 1000 ha cultuurgrond, dat 88 bedraagt, wijst nogmaals op een zeer groot aantal kleine bedrijven. Deze kleine bedrijven zijn, zoals reeds bekend, gelegen in de deelgebieden I, II en III. Hun

bedrijfsgrootte ligt gemiddeld 1.4-2,7 ha beneden en het aantal bedrijven van 1-10 ha per 1000 ha cultuurgrond ver boven het gemiddelde van het blok.

(17)

GEï-UDDELDE B3DRIJFSGR00ÎTI

6

-lieerde

O o s t e l i j k e Veluwe

i _U LJ 1910 '30

-47 '55

'50 '59

DE BEDRIJVEN ^ 1 Ha SF DE CULTUURGROND A. De bedrijfsgroottestruktuur re.

80

,

70

60

50

40

30

20

10

0

bec

-_

Ir,

1

A o .UB . He ^— l erde

- N

\ / / **-.. 1 ! 1 1 Oostelijke Veluwe /

_L

I I i I I9IO

'30- '47 '55

'50 '59

1910

'30

1 - 5 ha 5 -10 ha 5=10 ha

•47 '55

'50 '59

B. Indexcijfers (19IO = 100)

130

120

110

100

90

S

/ / / / 1 i i i > J_! L_J I9IO

'30

'47 55

1910

'3C

'47

'55

(18)

19

-In het oostelijke gebied (iv/v) zijn de bedrijven veel groter en ligt het

kengetal van de bedrijfsgroottestructuur ver beneden het blokgemiddelde.

Door deze grote onderlinge verschillen en het afwijkend-zijn van het

ruil-verkavelingsgebied als geheel heeft vergelijking van genoemde gegevens met

die in andere ruilverkavelingsgebieden weinig zin.

Tabel 11

GEMIDDELDE BEDRIJF3GRO0TTE

Landbouwers

Gebied I

Gebied II

Gebied III

Gebied IT/v

Alle landbouwers

C-bedrijven'

D-bedri

jyen

S-bedrijven

Aantal

bedrijven

^ 1 ha

57

52

16

7

88

364

105

73

29

Oppervlakte

cultuurgrond

- 1 ha in

ha

348

386

IO89

1364

3187

255

232

194

Gemidde

bedrijf.

grootte

ha

6,1

7,4

6,5

15,5

8,8

2,4

3,2

6,7

Lde

3

-in

Aantal bedrijven

van 1

1000 ]

grond

-10 ha per

na

cultuur-147

111

133

29

88

# * 9

Bron; landbouwtellingformulieren 1964.

De overige grondgebruikers met 1 ha of meer cultuurgrond,omvattend

36^ van het totale aantal, hebben

l8fo

van de grond in gebruik. Cijfers

welke in vergelijking met andere gebieden zeker hoog genoemd mogen worden.

3. W i j z i g i n g e n i n h e l

d e n I96I - I964 ( b i j 1 a g

a a n t a

10, 11

e n

1

g

e r e g i

e n l6 t/m

s t

20)

r e e r

-In aansluiting aan de vorige paragraaf zal thans worden nagegaan welke

veranderingen zich de afgelopen 3 jaar (I96I-I964) in de beroepsgroepen,

en bedrijfsgroottestructuur in het ruilverkavelingsgebied hebben voorgedaan.

Hierbij worden niet alleen betrokken de veranderingen in het aantal

geregis-treerden, maar ook de verschuivingen tussen de beroepsgroepen, de

overdrach-ten, opheffingen en stichtingen van bedrijven in die periode.

GEREGISTREERDE^ I96I EN I964

Tabel 12

Aantal

geregis-treerden

I96I I964

Indexcijfers 1964 (l96l = IOO)

r.v.k.- ! gebied I gebied i gebied j gebied

gebied | I | II ; III ! IV/V

Landbouwers (A+B) 386

C-groep 224

D-groep H ó

S-groep 44

364

181

102

44

94

81

88

100

93

75

71

122

87

83

72

83

94

89

127

95

101

83

81

100

(19)

Uit de cijfers van de vorige paragraaf, "betrekking hebbend op de gehele gemeente, is reeds gebleken, dat het aantal grondgebruikers (- 1 ha) na 1947 tot 1959 regelmatig is verminderd. Volgens tabel 12 blijkt na 1959 deze tendentie zich versterkt voort te zetten« In de periode I96I-I964 is het aantal geregistreerden met 10$ (3,3$ per jaar) afgenomen,terwijl het aantal landbouwers met 2$ per jaar verminderde. De sterkste vermindering had plaats in de C-groep (19$). Naar deelgebieden bezien nam in de gebieden I en II het aantal geregistreerden het meest af (resp* 18 en 17$) • De grootste verminde-ring van het aantal landbouwers (13$) had plaats in gebied II, dat van het aantal C-geregistreerden (25$) in gebied I.

De vermindering van het aantal landbouwbedrijven is vooral veroorzaakt door de overgang naar een andere beroepsgroep. Veranderingen van hoofdberoep dus, dit wil zeggen:overgang naar de groepen C (6) of D (17) ? deze groepen

vormen vaak de eindschakel in het proces van de geleidelijke "afbraak" van de landbouwbedrijven. Dit geldt met name voor groep Dswant uit de C-groep hadden de afgelopen 3 jaar 7 personen kans gezien in de landbouw hun hoofd-beroep te vinden,terwijl er maar 6 boeren naar de C-groep overgingen. Door verdwijnen (9) en nieuw ontstaan (4) van landbouwbedrijven verminderde ver-der het aantal boeren per saldo met vijf. De verminver-dering van het aantal

bedrijven en de overgang naar andere beroepsgroepen heeft geleid tot een geringe vergroting van de landbouwbedrijven met 0,6 ha. De landbouwbedrijven in de deelgebieden I, II en III werden ten opzichte van I96I gemiddeld res-pectievelijk 0,7? 0,8 en 0,4 ha groter. Voorts traden er verschuivingen op

in de verdeling van de bedrijven over de grootteklassen welke resulteerde in een vermindering van de groep bedrijven kleiner dan 7 ha (met 8fo),voor-namelijk ten gunste van de bedrijven van 7-10 ha. In de gebieden I en II

was de verschuiving tussen de grootteklassen het grootst, in gebied TV/V

was deze van vrijwel geen betekenis.

Het grote aantal verdwenen bedrijven (102 in 3 jaar) omvatte voorname-lijk bedrijfjes van C- en D-geregistreerdenj ook de overige bestaan bijna alleen uit bedrijven < 10 ha. Oorzaken van verdwijnen waren meestal het ge-heel of ten dele opgeven van veehouderij (of grondgebruik),waardoor men niet meer telplichtig is, voorts overlijden en onteigening. De vrijgekomen grond is voor het merendeel bij bestaande bedrijven gevoegd, 17 ha zou voor uit-breidingsplannen aan de agrarische bestemming zijn onttrokken. 1)

Tegen-over de vele verdwenen bedrijven staat maar een beperkt aantal nieuw ge-stichte (23). Dit zijn ook weer voornamelijk bedrijfjes < 10 ha, merendeels van niet-agrariërs, welke vaak voor (meer) veehouderij geregistreerd

moes-ten worden. De nieuwe landbouwbedrijven en de nieuwe speciale bedrijven ontstonden alle door afsplitsing van bestaande bedrijven.

Wijziging in de bedrijfsleiding door overdracht van bedrijven op de jongere generatie had voornamelijk plaats op de landbouwbedrijven. In de afgelopen 3 jaar (I96I-I964) zijn 23 landbouwbedrijven overgedragen, dat is 7>7 per jaar, watbetekent dat 2,1$ van de landbouwbedrijven jaarlijks een ändere gebruiker krijgt. De redenen van bijna alle overdrachten zijn ouderdom en overlijden5 in de meeste gevallen wordt het bedrijf door een zoon overgenomen, hoeweloverneming door familie of vreemden eveneens voor-komt. Twee derde van de overgenomen bedrijven heeft minder dan 10 ha grond.

(20)

21

-Opheffing«, s t i c h t i n g en o v e r d r a c h t v a n b e d r i j v e n z i j n n i e t de e n i g e o o r z a k e n w a a r d o o r e r c u l t u u r g r o n d v a n g e b r u i k e r w i s s e l t ; d a a r n a a s t b e s t a a t n a m e l i j k nog h e t n o r m a l e g r o n d v e r k e e r . Een i n d r u k h i e r v a n geven de z . g .

" A a n t e k e n i n g e n Dbh" op h e t f o r m u l i e r , van de l a n d b o u w t e l l i n g b e t r e f f e n d e h e t g r o n d v e r k e e r d a t t u s s e n twee t e l d a t a (mei 1963mei 19^4) h e e f t p l a a t s -g e h a d . I n d i t k o r t e t i j d s b e s t e k i s 5% v a n de c u l t u u r -g r o n d v a n -g e b r u i k e r g e w i s s e l d . D i t g r o n d v e r k e e r h a d een v e r g r o t i n g van de l a n d b o u w b e d r i j v e n t o t g e v o l g , v o o r a l van d i e van 5-15 ha en een v e r k l e i n i n g van de- b e d r i j v e n u i t de D~ en S g r o e p . N a a s t voornoemd g r o n d v e r k e e r b e s l o e g de d o o r b e d r i j f s o v e r d r a c h t e n o v e r g e d r a g e n o p p e r v l a k t e i n d e z e l f d e p e r i o d e l|fó van de c u l -t u u r g r o n d . § 4 « V e r k a v e l i n g , o n t s l u i t i n g , w a t e r b e h e e r -s i n g ( b i j 1 a g e 21 ) Een g l o b a l e i n d r u k v a n de v e r k a v e l i n g s t o e s t a n d geven de g e m e e n t e l i j k e c i j f e r s , u i t d e l a n d b o u w t e l l i n g 1959« V o l g e n s d e z e g e g e v e n s was h e t g e m i d d e l -de k a v e l aan t a l . van a l l e g r o n d g e b r u i k e r s - 1 ha 3 , 8 met een gemid-del-de,

g r o o t t e . v a n 1 , 5 5 b a . B e h a l v e v o o r d e k l e i n s t e b e d r i j v e n ( 1 - 5 b a ) was h e t , a a n t a l k a v e l s i n de o v e r i g e g r o o t t e k l a s s e n o n g e v e e r aan e l k a a r g e l i j k , wat dus b e t e k e n t d a t de k a v e l g r o o t t e t o e n e e m t n a a r m a t e d e b e d r i j v e n g r o t e r z i j n . Meer d a n de h e l f t (53%) v a n de b e d r i j v e n had 24 k a v e l s en 15% ( b i j n a u i t

-s l u i t e n d b e d r i j v e n < 10 h a ) had a l l e grond b i j e l k a a r l i g g e n . H i e r b i j d i e n t opgemerkt t e worden d a t i n een k l e i n d e e l van h e t g e b i e d ( H o o r n e r Enk; een v r i j w i l l i g e r u i l v e r k a v e l i n g i s u i t g e v o e r d .

Over de v e r k a v e l i n g , o n t s l u i t i n g en w a t e r b e h e e r s i n g i n de g e m e e n t e Heerde g e e f t de b r o c h u r e van de s t r e e k v e r b e t e r i n g 1) nog e n i g e n a d e r e g e g e -v e n s . De c i j f e r s o -v e r de -v e r k a -v e l i n g , welke -v e r m o e d e l i j k ook 1959 a l s b a s i s hebben en g e l d e n v o o r b e d r i j v e n - 3 h a , z i j n w e e r g e g e v e n i n t a b e l 1 3 . T a b e l 13 VERKAVELING HEERDE x ) Gemiddeld a a n t a l k a v e l s p e r b e d r i j f H e e r d e 433 V e e s s e n 5*7 V o r c h t e n 4 j 0 Wapenveld 5?0 Gemidde

gro otte

1,

2,

3,

1,

ïl'de i in

54

11

63

24

kavel

ha

x). Bedrijven - 3 ha.

In het oostelijke deel van het blok zijn de bedrijven gemiddeld gro-ter dan in de rest van het gebied, gro-terwijl het aantal kavels per bedrijf

weinig uiteenloopt. Dit verklaart de aanmerkelijk grotere kaveloppervlakte

(21)

i n V e e s s e n en V o r c h t e n . I n d i t d e e l van h e t "blok l i g g e n de " b o e r d e r i j e n v a n o u d s v o o r een g r o o t d e e l i n de d o r p s k e r n e n en l a n g s de d i j k .

D a a r e e n a a n z i e n l i j k d e e l v a n h e t r u i I v e r k a v e l i n g s g e " b i e d v r i j w e l o n bewoond i s l i g t v e e l grond dus op min of meer g r o t e a f s t a n d van de b e d r i j f s -gebouwen en s p e e l t de o n t s l u i t i n g van d e z e k a v e l s een b e l a n g r i j k e r o l . Met narae i n h e t V e e s s e r B r o e k l a a t de o n t s l u i t i n g nog v e e l t e wensen o v e r , t e r

w i j l de i n h e t Wapon^eldse S r o e k g e l e g e n g r o n d e n v a a k v e r van de b o e r d e r i j -en z i j n g e l eg -en «

Omtrent de o n t w a t e r i n g z i j opgemerkt d a t door de r e e d s p l a a t s g e h a d hebbende v e r b e t e r i n g de h o o f d w a t e r g a n g e n de ïTieuwe en de G r o t e W e t e r i n g v o l d o e n d e c a p a c i t e i t h e b b e n . De gemalen i n Wapenveld en Terwolde h e b b e n

z e l f s ruim v o l d o e n d e c a p a c i t e i t . V i a h e t gemaal i n Terwolde kan w a t e r u i t de I J s s e l worden i n g e l a t e n , d a t d o o r stuwen op h e t g e w e n s t e p e i l - k a n worden g e h o u d e n . O v e r i g e n s l a a t de d e t a i l o n t w a t e r i n g ( p e r c e e l s s l o t e n ) d o o r h e t o n t -b r e k e n v a n een v e r p l i c h t e schouw nog v e e l t e wensen o v e r .

I n h e t g e b i e d t e n w e s t e n v a n h e t k a n a a l , m e t name i n de . . b u u r t s c h a p p e n Veen en Z u p p e l t b i j h e t d o r p H e e r d e , h e e f t men de l a a t s t e j a r e n v e e l w a t e r

-o v e r l a s t -onderv-onden van de t e h-oge w a t e r s t a n d v a n de b e k e n . V e r s c h i l l e n d e b e e k e i g e n a r e n g e b r u i k e n n l . h e t b e e k w a t e r n i e t meer a l s k r a c h t b r o n of a l s

w a t e r v o o r w a s s e r i j e n , z o d a t h e t onderhoud d e r b e k e n ( d a t i n h a n d k r a c h t g e b e u r t d o o r de b e e k e i g e n a r e n ) t h a n s v e e l t e wensen o v e r l a a t . D i t b l i j f t een m o e i l i j k e k w e s t i e 5 de b e e k e i g e n a r e n hebben n a m e l i j k wel b e e k r e c h t e n , doch d u i d e l i j k omschreven p l i c h t e n z i j n e r n i e t .

§ 5 » E i g e n d o m e n p a c h t ( b i j 1 a g e n 22 e n 23)

Aan de hand v a n g e m e e n t e l i j k e c i j f e r s kan een i n d r u k worden v e r k r e g e n o m t r e n t d e e i g e n d o m / p a c h t v e r h o u d j . n g . De o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d i n e i g e n -d o m - g e b r u i k was i n s I 9 I O 77% I93O 70% I 9 5 5 61$ 1959

Ten o p z i c h t e v a n I9IO i s dus h e t e i g e n d o m - g e b r u i k afgenomen en w o r d t d e r h a l v e meer c u l t u u r g r o n d g e p a c h t . Voor e e n b e l a n g r i j k d e e l kan a l s . o o r -z a a k v a n de-ze v e r s c h u i v i n g worden a a n g e v o e r d de v e r k o o p c.q.. v e r p a c h t i n g v a n v o o r h e e n b i j l a n d g o e d e r e n of g r o o t g r o n d b e z i t t e r s i n e i g e n e x p l o i t a t i e

z i j n d e g r o n d . Het p e r c e n t a g e c u l t u u r g r o n d i n eigendom was i n 1959 i n H e e r d e l a g e r dan i n h e t l a n d b o u w g e b i e d de O o s t e l i j k e V e l u w e , n l . 6l^> t e g e n o v e r 68%. H e t z e l f d e g e l d t ook v o o r h e t p e r c e n t a g e e i g e n d o m s b e d r i j v e n ( b e d r i j v e n met 50% of meer van de c u l t u u r g r o n d i n e i g e n d o m ) , d a t i n Heerde 70% en i n h e t l a n d b o u w g e b i e d 76% b e d r o e g .

D r i e v i j f d e van h e t p a c h t l a n d w o r d t o n b e h u i s d g e p a c h t , w a t i e t s meer i s dan i n h e t l a n d b o u w g e b i e d (55%). Ongeveer een z e s d e v a n de p a c h t g r o n d was p a c h t v a n o u d e r s . Meer dan de h e l f t van de g e p a c h t e grond was eigendom van p a r t i c u l i e r e n - n i e t - a g r a r i ë r s en 37% van a n d e r e b o e r e n of t u i n d e r s .

(22)

- 23

§ 6 . B e d r i j f s g e b o u w e n e. n n u t s v o o r z i e n i n g e n

(b i j 1 a g e n 24 t/m 28)

De hoofdbedrijf s gebouw en z i j n g r o t e n d e e l s (89%) eigendom van de g e

-b r u i k e r s . Dit v a l t t e l e z e n u i t de gemeentelijke c i j f e r s van de land-bouw-

landbouw-t e l l i n g 1961 (hoofdberoep landbouwer - 1 h a ) . Helandbouw-t merendeel ( Göfo) van de

b o e r d e r i j e n i s ouder dan 50 j a a r en s l e c h t s Sfo i s gebouwd na .1940.

Opge-merkt z i j nog dat h e t a a n t a l b o e r d e r i j e n gebouwd i n de p e r i o d e 1850-1914

in lieerde r e l a t i e f hoger en h e t a a n t a l gebouwd na 1940 r e l a t i e f l a g e r i s

dan i n h e t landbouwgebied en de p r o v i n c i e . Van meer dan de h e l f t van de

vóóv 1940 gebouwde b o e r d e r i j e n i s . d e melkveestal gemoderniseerd, i n die zin

d a t h i e r i n d r i n k b a k j e s , v e n t i l a t i e d o r p e l s e . d . z i j n a a n g e b r a c h t . Nog maar

weinig b o e r e n . ( 7 ^ ) beschikten i n I96I over a f z o n d e r l i j k e , na 1940 gebouwde,

varkensschuren voor 30 of meer mestvarkens. Ook kippenhokken voor g r o t e r e

eenheden (400 of meer leghennen per hok) waren e r maar weinig ( i l s t u k s ) .

Enkele gegevens, over'openbare nutsvoorzieningen zijn. p e r gemeente b e

-k e n d - u i t de l a n d b o u w t e l l i n g i 9 6 0 . Bijna a l l e b e d r i j v e n waren, toen reeds op

h e t e l e k t r i c i t e i t s n e t , a a n g e s l o t e n . Ruim een derde van de toen g e t e l d e . b e

-d r i j v e n ' w a s ' a a n g e s l o t e n ' o p het w a t e r l e i -d i n g n e t , w a t meer was -dan.in, h e t

landbouwgebied. Het a a n t a l t e l e f o o n a a n s l u i t i n g e n was r e l a t i e f lager-

;

dan in

h e t landbouwgebied..,welk l a a t s t e gebied in d i t opzicht weer beduidend b i j

-het p r o v i n c i a l e c i j f e r ten a c h t e r b l e e f .

(23)

HOOFDSTUK III

DE LANDBOUWBEDRIJVEN

§ 1. B e

8 t/m

i j f

3D

s t y p e e n r o n e t i r u i k ( ~ b i j . l a g e n

De bedrijven in Heerde zijn vrijwel alle van het gemengde type met "beduidend meer gras dan bouwland, In de laatste 15 jaar is het percentage bouwland,belangrijk teruggelopen ten gunste van het grasland. Het areaal grasboomgaard neemt sedert 1950 regelmatig af, voornamelijk als gevolg vàn het -rooien van oude boomgaarden. De oppervlakte overige tuinbouw bleef in genoemd tijdvak relatief gelijk.

Op de landbouwbedrijven in het ruilverkavelingsgebied was in 19^4 vier vijfde van de, cultuurgrond als grasland in gebruik en 17r/° als bouw-land. Naarmate de bedrijven groter zijn, is er verhoudingsgewijs wat meer grasland. De cijfers voor de deelgebieden lopen iets meer uiteen, in gebied I is meer bouwland^ terwijl in -het riviéïkleigebied (IV/v) tuinland in de vorm van. fruitteelt op een aantal bedrijven voorkomt. Tuinbouw is verder alleen van betekenis op. de speciale bedrijven.

Tabel 14 GRONDGEBRUIK 1964

Percentage cultuurgrond in gebruik als ; bouwland | grasland j tuinland Landbouwers : gebied I gebied II gebied III gebied IV/v

25

21

18

13

75

79

82

80

0

o

n 1 Alle landbouwers 17 80 3

C-grondgebruikers

D-grondgebruikers

S-grondgebruikers

21 13 15 76 84 41 3 3 44

Bron; landbouwtellingformulieren 19&4'

De bouwlandexploitatie is vrij extensief, ongeveer driekwart bestaat uit granen (rogge, haver, gerst), de rest wordt gevormd door hakvruchtens voornamelijk aardappelen en voederbieten. Alleen in deelgebied IV/V zijn meer hakvruchten en is de suikerbietenteelt van enig belang (11$ van het bouwland).

Het grasland bestaat geheel uit blijvend grasland, kunstweide komt nauwelijks voor.

(24)

- 25 § 2 . T u i n b o u w ("b i j l a g e n 32 t/m 34) Het t o t a l e t u i n b o u w a r e a a l i n h e t "blok b e d r o e g i n 1964 202 h a . De v e r d e l i n g v a n h e t t u i n l a n d o v e r de o n d e r s c h e i d e n g r o e p e n g r o n d g e b r u i k e r s was n a a r o p p e r v l a k t e en p e r c e n t a g e van de c u l t u u r g r o n d i n 19^4? o p p e r v l a k t e i n ha f o l a n d b o u w e r s 95 3 C - g r o ï i d g e b r a i k e r s 10 3 D - g r o n d g e b r u i k e r s 9 3 S - g r o h d g e b r u i k e r s 88 44 a l l e g r o n d g e b r u i k e r s 202 5 Euira d r i e k w a r t v a n h e t t u i n b o u w a r e a a l i s f r u i t t e e l t , v o o r meer dan

v i e r v i j f d e b e s t a a n d e u i t g r a s b o o m g a a r d . Het t u i n l a n d van d e l a n d b o u w b e -d r i j v e n i s b i j n a u i t s l u i t e n -d f r u i t t e e l t en v r i j w e l g e h e e l i n g e b i e -d IV/V g e l e g e n . Op de C en D b e d r i j v e n komt n a a s t f r u i t t e e l t een w e i n i g g r o e n t e t e e l t v o o r j, a l s o o k wat boomkwekerij g e w a s s e n . De z e e r g e v a r i e e r d e t u i n b o u w -b e d r i j v e n en - g e w a s s e n z i j n a l l e i n de S - g r o e p s a m e n g e -b r a c h t . Deze g r o e p omvat o . a . ( g l a s ) t u i n d e r s , s p e c i f i e k e f r u i t t e l e r s , r o z e n k w e k e r s , b l o e m e n -en boomkwekers ( z i e ook h o o f d s t u k I I § l ) met hun s p e c i f i e k e g e w a s s e n . G r o e n t e t e e l t o n d e r g l a s , i n 1959 begonnen door u i t Zwolle a f k o m s t i g e t u i n -d e r s , h e e f t z i c h nog s t e e -d s u i t g e b r e i -d . De o p p e r v l a k t e g l a s i s toegenomen v a n 394 4 h a i n I 9 6 I t o t 5 h a i n 1 9 6 4 . A a n g e z i e n met name de g r o e n t e t e e l t o n d e r g l a s z i c h b e p e r k t , t o t voornoemde g r o e p t u i n d e r s i s b e h o u d e n s e n i g e u i t b r e i d i n g o p ' d e z e b e d r i j v e n t o e n e m i n g van g l a s t u i n b o u w n i e t e r g w a a r -s c h i j n l i j k . De f r u i t t e e l t w e l k e i n H e e r d e i s o n t s t a a n a l s o n d e r d e e l van h e t g e -mengde l a n d b o u w b e d r i j f neemt v o o r t d u r e n d i n b e t e k e n i s a f . B l i j k e n s

gemeen-t e l i j k e c i j f e r s was h e gemeen-t n a o o r l o g s e f r u i gemeen-t a r e a a l h e gemeen-t g r o o gemeen-t s gemeen-t i n 1950 megemeen-t 315 h a . D i t i s t e r u g g e l o p e n t o t 137 ha i n 1964» V e l e o u d e , b i j n a a l t i j d ••• o n r e n d a b e l e , g r a s b o o m g a a r d e n z i j n ' i n m i d d e l s g e r o o i d . Hieuwe a a n p l a n t h e e f t v o o r n a m e l i j k p l a a t s op meer g e s p e c i a l i s e e r d e f r u i t t e e l t b e d r i j v e n en d e r - : h a l v e i n v e e l meer b e p e r k t e o p p e r v l a k t e . I n I 9 6 3 b e s t o n d s l e c h t s een z e s d e v a n h e t a p p e l a r e a a l i n H e e r d e u i t a a n p l a n t i n g e n j o n g e r dan 7 j a a r , t e r w i j l

één v i j f d e van de o p p e r v l a k t e a p p e l s werd gevormd d o o r g a n g b a r e moderne v a r i ë t e i t e n . Een v e r g e l i j k i n g met de p r o v i n c i e en met g e h e e l N e d e r l a n d v a l t i n b e i d e o p z i c h t e n t e n n a d e l e v a n Heerde u i t .

Wil f r u i t t e e l t o n d e r de h u i d i g e o m s t a n d i g h e d e n r e n d a b e l z i j n , d a n w o r den e r hoge e i s e n g e s t e l d aan vakbekwaamheid, a r b e i d s v o o r z i e n i n g en k a p i -t a a l . A l l e e n a l om d e z e r e d e n e n b l i j k -t h e -t s -t e e d s m o e i l i j k e r -t e worden f r u i t t e e l t op h e t gemengde l a n d b o u w b e d r i j f t e h a n d h a v e n .

§ 3 . V e e h o u d e r i j

a. Rundvee (bijlagen 35 t/m 37)

Bij de rundveehouderij ligt de nadruk vrijwel geheel op het melkvee. Weidemestvee wordt alleen gehouden op de grotere bedrijven in het rivier-kleigebied. De gemiddelde rundveebezetting op de landbouwbedrijven is in tabel 15 weergegeven en vergeleken met het aangrenzende ruilverkavelings-gebied Hattem-Wezep.

(25)

RUNDVEEHOUDERIJ OP LANDBOUWBEDRIJVEN Ruilverkave-lingsgebied Aantal melk-koeien per 100 ha grasland Aantal, ka.lveren + pinken per 100 melkkoeien Heerde I964 138 73 Hattem— Wezep I963 121 77 Tabel 15 Perc. bedrijven met weide-me s tve e 9 .8

De intensiteit van de veehouderij is in heide gebieden vrijwel ge-lijk. Het aantal melkkoeien per 100 ha grasland is veelal hoger naarmate er meer bouwland is. Gezien het aandeel van het bouwland in Heerde 10$

groter is dan in Hattem-Wezep,wordt hierdoor de grotere melkveedichtheid grotendeels verklaard. De melkveebezetting kan vrij normaal genoemd worden, terwijl de jongveebezetting daarentegen aan de lage kant is. Met het toene-men van de bedrijfsgrootte daalt het aantal melkkoeien per 100 ha grasland (veedichtheid) en wordt meer jongvee gehouden. In de deelgebieden neemt de melkveedichtheid van west naar oost af en de jongveebezetting toe. Over de melkveehouderij op landbouwbedrijven zijn enige belangrijke gegevens in

tabel l6 samengebracht. 1 - 5 ha 5 - 10 ha 10 - 15 ha 15 - 20 ha ^ 20 ha Alle grootte-klassen Gebied I Gebied II Gebied III Gebied IV/V Pcrc. 'bedr. met een molk-machine MELKVEEHOUDERIJ Aantal 1 and-bouwbedrijven met melkvee 126 153 46 13 26 364 57 52 167 88 Gemiddeld koeien per be- j drijf j 5,1

A9

13,2 21,8 27,3 9,9 7,5 8,3 8,4 15,3 1964 aantal melk-per 100 ha grasland I84 155 129 143 98 138 165 142 157 116 Aant 1-9 126 99

1

-226 42 36 115 33

1

Tab el al bedrijven met melkkoeien

i10-14

-46 33

-1

80 12 13 35 20 41 ! 15"19

7 . 12

2

2

23

1

2

11

9

48 X 16 20

-1

-11 23 35

2

1

6

26 97 Bron; Landbouwtellingformulieren 1964«

(26)

27

-De veedichtheid is de laatste 3 jaar alleen op de. kleinste bedrijven en die - 15. 'ha toegenomen en eveneens in gebied IV/V.. Voor alle landbouw-bedrijven in het ruilverkavelingsgebied is het gemiddelde aantal koeien, per bedrijf sedert I96I toegenomen van 8,9 tot 9*9^ voornamelijk als.ge-volg van de intensivering-op'de grotere bedrijven (-' 15 h a ) . Toch heeft in

dit ruilverkavelingsgebied 62% van de veehouders minder dan 10 melkkoeien. Op deze bedrijven gebeurt het melken nog'geheel met de hand„ Melkmachines zijn algemeen op bedrijven' met 20 of meer koeiens op de bedrijven met:10-20 melkkoeien wordt voor ongeveer de helft machinaal gemolken. Een indruk van de kwaliteit van. het melkvee verschaffen de gegevens van de melkcontrole-verenigingen. De cijfers van de melkcontrolevereniging Heerde liggen zowel met kg~opbrengst als vetgehalte iets beneden het provinciale niveau. De ver-eniging. VeL. ;IJsselland te ¥ezeps waarbij waarschijnlijk ook een belangrijk deel van ; de bedrijven in het blok aangesloten is^laat een-duidelijk hoger vetgehalte;zien dan gemiddeld in de provincie. Aan de brochure van de

streekverbeterlng 1) werd onderstaand staatj e ontleend jweergevende het•per-centage melkkoeien, aangesloten bij de melkcontrole (bedrijven - 3 ha)*

o •:-•-•••• , 1956 1961 v. ' Heerde-. Wapenveld Yeessen Vörchten .; 51 44 67 89. 59 39 74 85

Alleen in Heerde en Veessen nam in bedoelde periode de belangstelling voor melkcontrole wat toe. In Heerde en. Wapenveld wordt beduidend minder

aan'melkèóntrole;gedaan dan in Veessen en Vörchten.

bi: - Varkens'eh kippen (bijlagen 38 en. 39) ••••'•. Op grond v a n het grote aantal kleine bedrijven zou een behoorlijke ont-wikkeling van de niet aan grond gebonden produktierichtingen?i„c. varkens

en kippenjverwacht kunnen worden.. Dit is echter voor vele (ook kleine) bedrijven niet het' geval'. In mei I964 waren op de helft van de landbouwbe-drijven geen varkens aanwezig en had meer dan een. kwart (27/°)' geen kippen. Wat de kippenhouderij. betreft is .dit, gezien de minder gunstige resultaten in de laatste jaren, alleszins begrijpelijk.

Tabel 17 VARKENSHOUDERIJ x )

Aantal bedrijven,:

Percentage bedrijven

met alleen jmet alleen ! met mestvarkensjzonder mestvarkensjfokzeugen j en fokzeugen !varkens

~ 6 T 39 50 31 57 1 - 5 ha 5 - 1 0 ha 10 - 15 ha 15 - 20 ha ^ 20 ha 1 2 6 ••••

153

. 46

13

26

364

57

52

167

88

16

16

11

15

8

15

12

17

16

12

13

25

11

39

31

20

19

21

22

15

10 20 28 15 4

T6"

"16"

19

16

15

Alle groottekl.

GëbïëdT""ï

Gebied II Gebied III . Gebied IV/V 49 '53" 43 46 58

(27)

Voor. de. v a r k e n s f o k k e r i j i s , g e z i e n n a a r h e t a a n t a l b e d r i j v e n , meer b e l a n g s t e l l i n g dan v o o r de m e s t e r i j . Het meer a r b e i d v e r e i s e n d e v a r k e n s - ..

fokken-.zou. v o o r a l goed p a s s e n op de k l e i n e b e d r i j v e n . Van d e a l l e r k l e i n s t e b e d r i j v e n . h a d e c h t e r r e l a t i e f h e t g r o o t s t e a a n t a l geen f o k v a r k e n s e v e n a l s op de g r o o t s t e b e d r i j v e n . Ook de v a r k e n s m e s t e r i j komt h e t m i n s t v o o r op de-k l e i n s t e en de g r o o t s t e b e d r i j v e n . V a r de-k e n s h o u d e r i j de-komt h e t m e e s t v o o r i n de g e b i e d e n I I en I I I , d u s i n h e t midden v a n h e t g e b i e d . B i j n a een- d e r d e van de v a r k e n s h o u d e r s h e e f t b e i d e p r o d u k t i e r i c h t i n g e n , t e r w i j l 3 9 % a l l e e n f o k -v a r k e n s h o u d t en 2 9 % . u i t s l u i t e n d m e s t -v a r k e n s . Het z i c h b e p e r k e n tot- één p r o d u k t i e r i c h t i n g h e e f t b i j de v a r k e n s m e s t e r i j t o t gemiddeld g r o t e r e e e n heden g e l e i d , n i e t b i j de f o k k e r i j . Degenen d i e a l l e e n v a r k e n s m e s t e n h e b -ben g e m i d d e l d 21 en d i e e r ook b i j f o k k e n 15 m e s t v a r k e n s p e r b e d r i j f . De varks>nsfokkers h e b b e n , of z i j a l of n i e t m e s t e n , g e m i d d e l d b i j n a . 5 f o k z e u -gen p e r t x e d r i j f . B i j v o o r g a a n d e b e s c h o u w i n g e n aangaande s p e c i a l i s a t i e i s o m z i c h t i g h e i d o v e r i g e n s wel g e b o d e n . De c i j f e r s hebben n a m e l i j k s l e c h t s ... . . b e t r e k k i n g pp één. t i j d s t i p ( h e t moment v a n de m e i t e l l i n g ) en bovendien, z i j n

e r nog m a a r , w e i n i g b e d r i j v e n waarvan een meer b e l a n g r i j k e ..omvang van...deze . p r o d u k t i e t a k k e n s p r a k e i s . B e d r i j v e n met 100 of meer m e s t v a r k e n s waren e r n i e t , w e l een t i e n t a l met 50 of meer d i e r e n ( w . v . 2 u i t de C g r o e p ) , t e r -w i j l op s l e c h t s 4 b e d r i j v e n 20 of meer f o k z e u g e n -werden g e h o u d e n .

Hoewel b i j n a d r i e k w a r t v a n de b o e r e n kippen h o u d t i s . maar op 2 b e d r i j -ven een p l u i m v e e s t a p e l van een b e h o o r l i j k e omvang (100.C of m e e r ) , d i t i s

ook h e t g o v a l op 3 z . g . s p e c i a l e b e d r i j v e n en op één D - b a d r i j f . V e r d e r h e e f t ruim d r i e k w a r t (?8%) van de l a n d b o u w e r s met k i p p e n nog geen 200 d i e

-r e n p e -r b e d -r i j f » • . • • • • • . . . - . . . Hoewel e r , wat de v a r k e n s en k i p p e n h o u d e r i j b e t r e f t , v e r s c h i l l e n b e

-s t a a n t u -s -s e n de d e e l g e b i e d e n z i j n d e z e t o c h b e t r e k k e l i j k k l e i n . I n g e b i e d ï worden meer l e g h e n n e n gehouden en g e m i d d e l d ook wat meer f o k z e u g e n . Van g e -b i e d I I v a l t h e t gemiddeld k l e i n e a a n t a l m e s t v a r k e n s o p , d i t i s i n g e -b i e d I I I evenmin h o o g . T o n s l o t t e i s op de k l e i n s t e b e d r i j v e n ( l ~ 5 h a ) h e t ' 'gemid-delde a a n t a l f o k z e u g e n k l e i n e r dan op de g r o t e r e b e d r i j v e n .

§ 4 - M e c h a n i s a t i e e n a r b e i d ( b i j l a g e n 40 t/m 4 2 ) Met a l l e e n g e g e v e n s van melkmachines en t r e k k e r s w o r d t d e m e c h a n i s a t i e van d e z e b e d r i j v e n n i e t v o l l e d i g , doch v o o r de m e e s t e wel v o l d o e n d e g e k a r a k

-t e r i s e e r d , T a b e l 18 R u i l v e r k a v e l i n g s -g e b i e d : H e e r d e Hattem-Wezep MECHANISATIE 1) P e r c e n t a g e b e d r i j v e n met melkmachine ! t r e k k e r I 9 6 4 22 16 I 9 6 3 24 23 1) Op l a n d b o u w b e d r i j v e n .

(28)

29

-Op ruim een vijfde van de bedrijven in het gebied wordt machinaal ge-molken. Het al of niet hebben van een melkmachine is geheel afhankelijk van het aantal melkkoeien. Bij minder dan 10 melkkoeien gebeurt het melken met de hand, bij 20 of meer koeien machinaal. Een zelfde tendentie zit van-zelfsprekend in de deelgebieden ; waar de meeste gróte veestapels zijn (ge-bied IV/V) zijn ook de meeste melkmachines.

Aangezien slechts l6fo van de landbouwbedrijven (doorgaans de grotere en in gebied IV/V) een trekker hebben wordt verreweg de meeste trekkracht nog door paa,rden geleverd. Meer dan twee derde (69%) van de bedrijven beeft werkpaarden en op 237^ (alle < 10 ha) was in het geheel geen trekkracht

aanwezig. Deze laatste bedrijven zijn dus wat dit betreft geheel op derden (loonwerk) aangewezen. Hoewel nadere gegevens omtrent loonwerk ontbreken moet worden aangenomen dat de werkzaamheden uitgevoerd door loonwerkers steeds meer in betekenis toenemen. Eigen mechanisatie is voor de kleine bedrijven vaak onrendabel en het aantal arbeidskrachten in de landbouw vermindert voortdurend.

Dit laatste blijkt uit de gegevens welke over de arbeidsvoorziening beschikbaar zijn (dit betreft het aantal arbeidskrachten dat op de teldata in I96I en 1964 op de bedrijven werkte). Verreweg het grootste aantal be-drijven in dit gebied zijn typische gezinsbebe-drijven waar de boer en zijn gezinsleden samen het werk verrichten en waar praktisch geen vreemden mee-werken. Dit geldt echter niet voor de grootste bedrijven (- 20 ha), vrijwel allé-in gebied IV/v gelegen, hier zijn nog vrij wat vreemde arbeidskrachten, In dè afgelopen 3 jaar is het aantal mannelijke arbeidskrachten verminderd, hiertegenover is de vrouwenarbeid, gemeten naar het aantal personen, toege-nomen. Het aantal meewerkende mannelijke familieleden (dat zijn voorname-lijk zoons) per 100 bedrijven is gedaald van 31 in 1961 tot 25 in 1964?

terwijl in die periode het kleine aantal vreemde arbeidskrachten bijna is gehalveerd.

Met behulp van de arbeidsbezetting (dit is het aantal mannen op de tel-datum) zijn kengetallen op te stellen die een indruk kunnen geven van de (arbeids ) intensiteit van de bedrijfsvoering. Bij de opstelling van deze cijfers kon geen rekening worden gehouden met de volwaardigheid van de mann-lijke arbeidskrachten en is de (toegenomen) vrouwenarbeid buiten beschou-wing gelaten. Tabel 19 ARBEIDSINTENSITEIT 1) 1 - 5 ba 5 - 10 ha 10 - 15 ha 15 - 20 ha =* 20 ha Alle grootteklassen Gebied • I Gebied II Gebied III Gebied IV/V

Ha cultuurgrond per

manne-lijke arbeidskracht I96I

3,0

5,2

7,6

9,2

12,4

5,9

4,3

5,1

4,7

8,8

I964

3,4

5,9

0, 3 10,1 14?2 """6,8

5,2

6,3

5,4

9,8

Aantal me lijke arb I96I

4,1

6,3

7,9

10,1 „..9,4....

6,3

r 5,2

5,7

5,8

8,0

Ikkoeien per manne-eidskracht 1 I964

4,8

7,3

9,1

12,9 11,9 ...7,.7

M

7,1

^9

9,7

(29)

Door de vermindering van h e t a a n t a l a r b e i d s k r a c h t e n i s de o p p e r v l a k t e

•cultuurgrond per man toegenomen, h e t meest naarmate de bedrijven g r o t e r

z i j n . Een mogelijk "betere maatstaf voor h e t meten van de a r b e i d s p r o d u k t i

-v i t e i t i n een gebied met o-verwegend g r a s l a n d (80% -van de c u l t u u r g r o n d ) i s

w e l l i c h t h e t a a n t a l koeien per man. Dit i s meer toegenomen dan h e t a a n t a l

h a , v o o r a l op de g r o t e r e "bedrijven. Behalve vermindering van h e t a a n t a l

a r b e i d s k r a c h t e n s p e e l t h i e r b i j i n t e n s i v e r i n g van de veehouderij nog een r o l .

Voorgaande beschouwingen z i j n n i e t meer dan een globale i n d i c a t i e voor h e t

niveau van de a r b e i d s p r o d u k t i v i t e i t . Vooral de k l e i n e b e d r i j v e n (< 10 ha)

steken i n d i t opzicht ongunstig af b i j do g r o t e r e . E n e r z i j d s kan 'het a a n t a l

a r b e i d s k r a c h t e n op deze k l e i n e b e d r i j v e n , waarop doorgaans a l l e e n het

b e d r i j f s h o o f d werkzaam i s , m o e i l i j k worden v e r l a a g d , t e r w i j l a n d e r z i j d s n i e t

a l l e e n het a a n t a l . k o e i e n per man v r i j l a a g i s , m a a r bovendien, z o a l s reeds

e e r d e r i s gebleken, de v e r e d e l i n g s p r o d u k t i e geen hoge v l u c h t heeft genomen.

(Zie i n d i t verband ook § 3b van d i t h o o f d s t u k . )

§ 5 . B e d r i j f s r e s u l t a t e n (b i j l a g e 43)

Ten einde een g l o b a l e indruk t e k r i j g e n van de b e d r i j f s r e s u l t a t e n i s

een v e r g e l i j k e n d o v e r z i c h t gemaakt van gemiddelde k e n g e t a l l e n van

boekhoudb e d r i j v e n van h e t L . E . I . op de OostVeluwe en de i n h e t boekhoudblok gelegen l a n d

-bouwbedrijven van ongeveer dezelfde g r o o t t e . Laatstbedoelde groep, t e r groot

t e van 132 b e d r i j v e n , omvat 36fo van a l l e landbouwbedrijven i n h e t b l o k . De

k e n g e t a l l e n voor deze groep b e d r i j v e n z i j n afkomstig van een momentopname

(mei I 9 6 4 ) ; de L . E . I . - k e n g e t a l l e n z i j n een gemiddelde over 3 boekjaren

(I96] / ' 2 x/m 1963/64),

De bedrijven i n heb blok b l i j k e n i e t s meer boomgaard, doch minder

melkkoeien, minder mestvarkens en fckzeugen en ook minder leghennen t e h e b

-ben dan de L . E . I . - b e d r i j v e n . De a r b e i d s b e z e t t i n g evenwel kan in "Heerde"

ook i e t s l a g e r worden v e r o n d e r s t e l d . In h e t voorgaande werd reeds in h e t

algemeen g e s t e l d dat. de b e d r i j v e n in d i t r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d v r i j w e l g e

-h e e l 3teunen op de melkvee-houderij 5 de varkens-houderij (vaak een rendabel

b e d r i j f s o n d e r d e e l ) en de kippenhouderij z i j n daarentegen van weinig b e t e k e

-n i s . Dit gevoegd b i j ee-n l a g e r e melkveebezetti-ng da-n op de L . E . I . - b e d r i j v e -n

doet voor het gebied zeker l a g e r e b e d r i j f s u i t k o m s t e n vermoeden dan voor de

gemiddelde boekhoudbedrijven op de OostVeluwe. De uitkomsten van de L . E . I .

-b e d r i j v e n waren h i e r de afgelopen d r i e j a r e n a l v e r r e van r o o s k l e u r i g ,

waar-van v o o r a l 1962/63 voor de groep b e d r i j v e n waar-van 10-15 ha een s l e c h t j a a r was.

(30)

31

-HOOFDSTUK IV

ENKELE AGRARISCH-SOCIALE ASPECTEN

§ 1 . D e b e d r i j f s h o o f d e n ( b i j l a g e n

U

e n

45)

Deze paragraaf geef.t enige gegevens ten aanzien van het bedrijfs-hoofd,namelijk het gevolgde onderwijs en de leeftijdsopbouw.

Over het onderwijs zijn slechts enkele cijfers van de gemeente Heerde beschikbaar. Aangezien dit gegevens van alle'geregistreerden betreft mag wei worden aangenomen dat de cijfers voor'de landbouwers zeker gunstiger 'zullen zijn. Het blijkt dat minder dan de helft van de geregistreerden

(46^0) landbouwonderwijs heeft genoten, meest in de vorm van cursussen. De gemeente en het landbouwgebied vertonen wat landbouwonderwijs betreft

Tabel 20. LMDBOUFONDERWIJ S

Aantal

bedrijfs-hoofden zoons

Perc. met landbouwonderwijs dagonderwijs bedrijfs-hoofden zoons cursussen bedri j,f s-j hoofden zoons Perc. zonder onderwijs bedrijfs-hoofden zoons Gemeente Heerde. Oostelijke Veluwe Gelderland' 5 H " Lwe

1 3142

,36933 108 • ;625 10901

6

. -7 19 33, : 32 52 40 37> • 28 21 20 16 54

56

53 46 48 32

Bron: C.B.S.„ landbouwtelling december I962.

een veel minder gunstig- beeld dan Gelderland,waar aanzienlijk meer dag- . onderwijs werd gevolgd. Het is opmerkelijk dat bij de in 1962 meewerkende zoons zowel in Heerde als in het landbouwgebied het percentage dat: geen landbouwonderwijs heeft gevolgd maar weinig lager was dan bij de bedrijfshoofden. Met een groter percentage zonder landbouwonderwijs en met een g e -ring percentage met.landbouwdagonderwijs is de onderwijssituatie van de zoons aanmerkelijk ongunstiger dan in de provincie.

De gemiddelde leeftijd van de landbouwers in het ruilverkavelingsgebied is met 52 jaar vrij hoog te noemenf de boeren in dit gebied zijn gemiddeld

vijf jaar ouder dan die in de ruilverkaveling "Hattem-Wezep".

Tabel 21 LEEFTIJDSOPBOUW LANDBOUWERS Ruilverkavelings-gebied Aantal Heerde I964 364 Eattem-Wezep I963 274 Perc. in de leeftijdsklasse < 44 jr.! 45-54 jr. [55-64 jr.. 27 30 31 43 25 23

J

à

65 jr.

12 9 Gemiddelde leeftijd in jaren 52 47

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

For the assessment, the Institute worked on the basis of the renewed national Standard Evaluation Protocol, developed by the Royal Netherlands Academy of Arts

De studenten die Bertius in huis bijlessen gaf werden door hem niet onderwezen in 'welsprekendheid' in beperkte zin, maar in het lezen en schrijven van Latijn, als aanvulling op

De artikelen in dit nummer vormen de tekst van een serie voordrachten gehouden op een congres, gewijd aan 'Bourgondië en de Noordelijke Nederlanden' (30 mei- 2 juni 1979)..

Maar gesteld al dat dit altijd het geval is, dan hebben we te maken met een fenomeen dat zeer duidelijk twee kanten heeft: naar boven toe een leen, ingebouwd in het stelsel

Zooals reeds werd opgemerkt bestaat bij proeven van dezen aard het bezwaar, dat het bereiken van verschillende zuurheidsgraden gepaard gaat m e t verschillen in tijd gedurende

Niet alleen zijn zij allebei in hetzelfde jaar 1872 ge- boren en kort na elkaar in 1945 overleden, maar allebei hebben een heel bijzondere activiteit in de jaren negentig

Dit getal deelt hij dan op de totale lengte en dit gemiddelde (of ook de mediaan) moet dan de oorspronkelijke hoevenbreedte voorstellen, maar dit systeem is natuurlijk te

Bei der Bestimmung dieser Ziele und Indikatoren berücksichtigen die Mitgliedstaaten die bereits laufende Anwendung einschlägiger bestehender Umweltziele, die auf