• No results found

Oppositie promotie Marnix Smit (22.12.2010), Publiek belang: hoe houd je het op de rails? Een studie naar de effectiviteit en legitimiteit van planvorming voor stationslocaties, Universiteit Twente

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oppositie promotie Marnix Smit (22.12.2010), Publiek belang: hoe houd je het op de rails? Een studie naar de effectiviteit en legitimiteit van planvorming voor stationslocaties, Universiteit Twente"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Oppositie  promotie  Marnix  Smit  (22.12.2010)    

Publiek  belang:  hoe  houd  je  het  op  de  rails?  Een  studie  naar  de  effectiviteit  en   legitimiteit  van  planvorming  voor  stationslocaties.    

Universiteit  Twente  2010  (ISBN  978-­‐90-­‐365-­‐3137-­‐5)   Michiel  A.  Heldeweg  

 

Dank  u  wel  mijnheer  de  pro-­‐rector.   Mijnheer  de  promovendus  

 

Volgens  het  spoorboekje  van  deze  academische  plechtigheid,  kan  ik  u  na  deze  zitting   feliciteren  met  uw  proefschrift  en  mag  ik  mij  nu  toeleggen  op  een  paar  vragen.    

Vraag  1.  

Mijn  eerste  vraag  betreft  uw  aanbevelingen.    

Uw  tweede  aanbeveling  is  dat  we  niet  moeten  vrezen  dat  zelfs  grote  betrokkenheid   van  private  partijen  leidt  tot  uitholling  van  publieke  waarden,  zoals  openheid  en   transparantie.  

Tegelijkertijd  zegt  u  dat  vooral  die  transparantie  en  openheid  ernstig  kunnen  lijden   onder  perceptie-­‐  en  meningsverschillen  tussen  partijen.    

Uw  derde  aanbeveling  is  daarom  inzetten  op  meer  transparantie  van  het  proces  en   meer  dialoog  over  wie  in  dat  proces  wat  moet  doen.    

 

Dat  klinkt  prachtig,  maar  voldoet  het  ook?  Meer  transparantie  en  dialoog  sluiten   toch  niet  uit  dat  percepties  en  meningen  soms  gewoon  niet  tot  elkaar  komen  en  dan   is  meteen  uw  tweede  aanbeveling  in  het  geding.  

 

Bent  u  niet  toch  te  optimistisch?  Zijn  in  uw  onderzoek  de  private  key-­‐stakeholders   niet  eigenlijk  een  beetje  incrowd  en  sterk  behept  met  een  nationale  en  een  publieke   nestgeur?  In  zo’n  constellatie  belooft  meer  dialoog  al  snel  een  consensus.  Maar   werkt  dat  ook  bijvoorbeeld  bij  nieuwe  private  partijen,  wellicht  zelfs  van  over  de   grens  en  in  eigendom  bij  een  internationale  hedge-­‐fund,  kortom  bij  duidelijk  van   publieke  prioriteiten  afwijkende  percepties?  Moeten  wij  niet  erg  voorzichtig  zijn  met   het  generaliseren  van  uw  bevindingen?  

 

En  deelt  u  mijn  opvatting  dat,  omdat  het  vaak  grilliger  en  dus  moeilijker  ligt  ,  het   primaat  van  de  overheid,  zowel  naar  proces  als  naar  resultaat,  meer  erkenning   behoeft?  De  WRR  indachtig  geldt  dan  immers  dat  netwerkfalen  dwingt  tot  

hiërarchische  randvoorwaarden  (op  proces  en  resultaat)  –  kortom:  representatief   gezag  boven  participatieve  kakafonie…  

Als  u  deze  verfrissend  reactionaire  opvatting  NIET  deelt,  wilt  u  dan  proberen  mij   alsnog  te  overtuigen  van  de  magie  van  de  dialoog  als  waarborg  voor  het  publiek   belang?  

       

(2)

Vraag  2  

Mijn  tweede  vraag  betreft  de  scheiding  tussen  publieke  en  private   verantwoordelijkheden  bij  pps,  in  relatie  tot  uw  zesde  stelling.   Wellicht  wil  een  van  uw  paranimfen  deze  stelling  even  voordragen.    

Concessiecontracten  voor  de  realisatie  van  sociale  of  fysieke  infrastructuur,  zoals   scholen  of  wegen,  zouden  niet  onder  de  noemer  publiek-­‐private  samenwerking  (pps)   moeten  worden  geschaard,  immers  deze  contracten  zijn  gericht  op  een  heldere   scheiding  van  verantwoordelijkheden  tussen  overheid  en  markt.    

 

Dank  u  wel.      

De  premisse  van  de  stelling  is:  PPS  is  ‘fuzzy’  of  ‘hybride’  vanwege  de  vermenging  of   vervlechting  van  verantwoordelijkheden  tussen  overheid  en  markt.  

Uw  interpretatie  is:  Concessiecontracten  zijn  juist  NIET  fuzzy  of  hybride  want  zij   behelzen  een  duidelijke  scheiding  van  verantwoordelijkheden.  

Uw  gevolgtrekking  is:  concessiecontracten  voor  realisatie  van  sociale  of  fysieke   infrastructuur  (scholen,  wegen)  zijn  geen  PPS,  althans  moeten  niet  zo  behandeld   worden.  

 

Twee  (sub)vragen  hierover.    

A.  Is  het  niet  zo  dat  ook  de  door  u  bedoelde  oneigenlijke  concessiecontracten,  bij   complexe  aangelegenheden  –  en  dat  is  misschien  geen  school  maar  wel  een   stationslocatie,  laat  staan  een  nieuwe  afsluitdijk  –  gepaard  gaan  met  een  iteratief   proces  tussen  publieke  en  private  partners?    

En  beoogt  men  daarmee  niet  juist  dat  private  partijen  een  stem  hebben  in  het   eindresultaat,  dus  ook  op  effectiviteit?    

Is  het  niet  zelfs  zo  dat  sommige  private  contractspartijen  verplicht  of  uit  overtuiging   andere  maatschappelijke  stakeholders  bij  het  ontwerpproces  betrekken?    

Kort  en  goed,  laten  complexe  concessiecontracten  niet  zien  dat  er  ruimte  is  voor   onderhandelen  over  het  eindresultaat,  voor  waardenuitruil,  zodat  dus  ook  dan   verantwoordelijkheden  zich  vervlechten  of  vermengen  –  net  als  bij  pps?  

 

B.  en  als  u  toch  in  uw  overtuiging  volhardt;  wat  doet  het  er  eigenlijk  toe;  wat  is  de   porté  van  uw  stelling?  

Bijvoorbeeld  onder  juristen  wordt  de  term  pps  niet  al  te  serieus  genomen.  Net  als   het  begrip  ‘plan’  wordt  pps  gezien  als  een  containerbegrip  dat  normatief  eigenlijk   niet  zinvol  kan  worden  gekwalificeerd.    

Juridisch  zie  ik  dus  niet  goed  wat  er  met  uw  stelling  gewonnen  zou  zijn  –  dan  zijn  er   nog  wel  wat  andere,  relevantere  onderscheidingen  dan  die  tussen  

concessiecontracten  en  pps.  Wat  winnen  we  naar  uw  oordeel  met  uw  inzicht  uit   stelling  6?  

       

(3)

Notabene  –  puntjes  voor  voortgezet  debat    

1.  Het  publiek  belang  is  niet  slechts  een  evaluatief  begrip.  Het  is  evaluatief  en   normatief;  open  in  uitkomst,  maar  tot  verantwoording  (en  daarmee  geïmpliceerd   handelen)  normatief  verplichtend  voor  de  overheid,  alsook  bevoegdheid  

onderbouwend  als  het  gaat  om  eenzijdig  burgers  bindend  ingrijpen….  (zoals  voor   private  personen  eigendom).  

 

2.  Hoe  te  oordelen  over  een  empirische  onderbouwing  nut  van  samenhang  tussen   de  inrichting  van  het  proces  en  de  criteria  voor  borging  van  het  publiek  belang.  Is   wat  betrokkenen  vinden  niet  normatief  ontoereikend  voor  een  conclusie  omdat  het   normatief  draait  om  het  uit  representatief  democratisch  primaat  (zonder  last  of   ruggespraak)  beslissen  wat  uit  hoofde  van  Het  Algemeen  Belang  (denk  ook  aan   toekomstige  generaties  en  andere  waarden  en  organismen)  belangrijk  is  om  mee  te   wegen  en  dus  procedureel  te  borgen….  

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hieruit volgt in ieder geval dat de notaris dus terecht dienst kan én - gezien zijn opdracht ‘de keizer te geven, wat des keizers toekomt’ - moet weigeren wanneer cliënt hem

Want zijn gemeente maakt deel uit van de kerk als geheel, en die kerk heeft belang bij predi- kanten die met (academisch) ge- zag over theologische thema's kunnen spreken.. Wij

1) Eerst wordt bekeken of de ondernemer kan worden begeleid door de universiteit (qua technologie en expertise). Er moet een onderzoeksgroep zijn waar het idee bij aansluit,

Natuurlijk spelen de beschikbaarheid en capaciteit van de onderwijsfaciliteiten een grote rol bij het roosteren, maar de grootste uitdaging bij het maken van

In deze oratie heb ik toegelicht hoe belangrijk de aandacht voor sociale processen is voor het management van publieke organisaties en wat we kunnen leren van

groep. Hierin waren ambtenaren van divefse afdelingen, senoren enlof organisaties vertegen- woordigd. Bij elke stap hebben deze ambtenaren gediscussieerd over de

VERA uit de rentabiiteit en het draagvlak afgeleide prioriteit bepaalt in belangrijjke mate of een mogelijke maatregel bij het pepemm in een of meer pakketten wordt

Ten aanzien van de voorheen onderscheiden drie te borgen publieke belangen in de monetaire sfeer kan via een antwoord op de ‘hoe-vraag’ worden bezien in hoeverre hier een