• No results found

Meten van de visus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meten van de visus"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JGZ-richtlijn Opsporing Oogafwijkingen www.jgzrichtlijn.nl

Bijlage 1d: Het meten van de visus

Voor de visusmeting wordt op 42-48 maanden de E-Haken of de Landolt-C1 gebruikt, bij onvoldoende medewerking de LEA Symbolen. Op 60-66 maanden wordt de visus bepaald met de E-Haken of de Landolt-C, alleen in bijzondere gevallen met de LEA Symbolen.

De visus wordt monoculair bepaald door één oog af te dekken met een afdekbril. Deze moet regelmatig schoongemaakt worden. Het afdekken van het oog door de begeleider wordt afgeraden, omdat hierbij het risico bestaat dat tussen de vingers door gekeken wordt. Bij kinderen die bij een oogarts of orthoptist onder behandeling zijn hoeft geen visus gemeten te worden.

Materiaaleisen

Visuskaart met E-Haken of met Landolt-C en visuskaart met LEA Symbolen, een goede afdekbril. De visuskaarten bevatten tenminste 10 logaritmisch geordende regels met symbolen voor de lineaire visuswaarden 0.125, 0.16, 0.2, 0.25, 0.32, 0.4, 0.5, 0.63, 0.8 en 1.0 gemeten op 5 meter afstand, voor de LEA Symbolen op 3 meter. Voor deze waarden moeten op elke regel tenminste 5 symbolen staan. Visus 1.0 komt overeen met een Landolt-C of E-Haak van 5’ (boogminuten) met een opening van 1’, als 3 van de 5 aangeboden symbolen goed geraden worden. (Als U wilt controleren of de kaart klopt: Het Landolt-C of E-Haak optotype is bij visus 1.0 bij meten op vijf meter 7.3mm hoog en breed). De LEA Symbolen kaart en E-Haken geleverd door Good Lite, Precision Vision, Akriti en andere Amerikaanse bedrijven voldoen aan deze eisen. De maat van alle 3 kaarten is 65 cm horizontaal en 62 cm verticaal.

Belichting

De Europeese Standaard voor Visusmeting ISO 8596 (herziening 2009) schrijft voor dat de luminantie (“lichtheid”) van de kaart tussen 80 en 320 cd/m2 is. Bij een normale spreekkamerverlichting van een arts, verpleegkundige of orthoptist wordt de visuskaart goed en voldoende verlicht. De kaart moet dus niet met spots verlicht worden. Ook de lichtbak met transparante visuskaart heeft een te hoge luminantie (1000-2000 cd/m² met twee of drie 15w TL-buizen) waarmee je een te hoge visus meet - ongeveer een halve regel te hoog (Sheedy et al, 1986).

De luminantie van de omgeving naast de kaart mag niet minder dan 10% van de luminantie van de kaart zijn en in de rest van de kamer niet minder dan 1% (ISO 8596). Aan die twee voorwaarden wordt in een normaal verlichte onderzoeksruimte altijd voldaan. Het contrast van de symbolen op de kaart moet tenminste 85% zijn (ISO 8596) maar dat is bij gebruik van een kaart ook altijd het geval. De luminantie van de visuskaart kan gemeten worden met behulp van een luminantie meter. Vroeger werd met een luxmeter de belichting van de kaart gemeten, dus de hoeveelheid licht die op de kaart viel.

Afstand tot de kaart

De Landolt-C en de E-Haken worden afgenomen op een afstand van 5 meter tussen ogen van het kind en de kaart. De onderzoeksruimte moet dit mogelijk maken zonder gebruik van spiegels. De afstand van de ogen van het kind tot de visuskaart kan gemarkeerd worden op de vloer.

Voorbereiding en instructies

Het is raadzaam om, bij de uitnodiging voor het consult, afbeeldingen van de E-Haken en de LEA Symbolen toe te voegen zodat de ouders thuis kunnen oefenen. Dit vermindert het aantal mislukte metingen. Bij de LEA Symbolen kunnen matching kaartjes bijgeleverd worden zodat het kind niet hoeft te benoemen, maar het juiste symbool kan aanwijzen.

1

Zolang de Landolt-C kaart nog niet aan vervanging toe is en aan de technische eisen voldoet hoeft deze niet vervangen te worden door een E-haken kaart. De huidige Landolt-C kaarten met 3 optotypen per logMAR regel moeten zo snel mogelijk vervangen worden.

(2)

JGZ-richtlijn Opsporing Oogafwijkingen www.jgzrichtlijn.nl

Het kind zit op schoot van de begeleider, maar mag ook zelf zitten of staan. Het kind mag niet vooroverbuigen of op het puntje van de stoel zitten. Leg het kind in begrijpelijke bewoordingen uit wat er van hem verwacht wordt. Oefen dit eerst binoculair op korte afstand, bijvoorbeeld 40 cm, om te zien of het kind de opdracht begrijpt, Daarna begint u met de test monoculair. Blijf het kind tijdens het aanwijzen van de symbolen aankijken en ga nooit met de rug naar het kind staan.

Hang de visuskaart op ooghoogte van het kind. Wijs de symbolen aan met een vinger of een zwarte pen. Zorg ervoor dat het hele symbool goed zichtbaar is voor het kind. Eenmalig omcirkelen van het symbool is toegestaan, maar niet om de omliggende symbolen af te dekken, omdat dan bij een lui oog een te hoge visus gemeten wordt. Benader het kind positief, zeg nooit dat een antwoord fout is. Uitvoering

Begin met het rechteroog (tenzij het een herhalingsonderzoek betreft, dan wordt begonnen met het ‘slechte’ oog). Dek het andere oog af met een afdekbril. Begin bij de bovenste regel. Wijs één symbool aan. Ga bij een juist antwoord naar volgende regel.

Wijs steeds één symbool van afnemende stapgrootte aan. Het symbool mag niet langer dan 10 seconden aangeboden worden anders moet het fout gerekend worden (ISO 8596). Wijs bij een fout antwoord in dezelfde regel nog een symbool aan. Als drie van de vijf symbolen goed benoemd worden, ga dan naar de volgende regel. Ga door tot de laatste regel waarbij drie van de vijf symbolen goed benoemd worden. Dat is dan de gemeten visus. Herhaal vervolgens deze procedure voor het andere oog.

Notatie

Noteer de gemeten visus als decimaal getal per oog. Vermeld welke kaart gebruikt is: E-Haken, LEA Symbolen of Landolt-C.

(Uitleg van het “3 van de 5 goed” criterium: Een test met 4 mogelijkheden meet het beste bij 62,5% goed, want dat is halverwege 100% goed bij grote C’s en 25% goed bij te kleine C’s, dus daar, rond de 62,5%, is het onderscheidend vermogen van de test het hoogst).

(3)

JGZ-richtlijn Opsporing Oogafwijkingen www.jgzrichtlijn.nl

Figuur 1d.1: Voorbeeld van een Landolt-C kaart met logaritmische verdeling en 5 optotypen per logMAR regel van Precision Vision.

Figuur 1d.2: Voorbeeld van een E-Haken kaart met logaritmsichelogaritmische verdeling en 5 optotypen per logMAR regel van Precision Vision.

(4)

JGZ-richtlijn Opsporing Oogafwijkingen www.jgzrichtlijn.nl

Figuur 1d.3: Voorbeeld van een LEA Symbolen kaart met logaritmische verdeling en 5 optotypen per logMAR regel. Symbolen kunnen benoemd worden of aangewezen op de bijgeleverde matching kaartjes.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oplossing blijft dus

[r]

Goodlite heeft een, voor de Nederlandse situatie, aangepaste  logaritmische E-Haken kaart gemaakt met links de decimale, lineaire visuswaarden bij gebruik op 4  meter en rechts

Goodlite heeft een, voor de Nederlandse situatie, aangepaste  logaritmische E-Haken kaart gemaakt met links de decimale, lineaire visuswaarden bij gebruik op 4  meter en rechts

Hittekaarten zijn te gebruiken voor meerdere doelen en geven op diverse schalen informatie weer over de mate van hitte, gevolgen van hitte of mogelijkheden om hitte aan te

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

[r]

Indien zij afgelegd zijn, moeten de tappannen zoo veel naar voren geplaatst zijn, dat het stuk ver genoeg in het schietgat rijke om dit niet bij de ontbranding te beschadigen;