• No results found

‘De foto komt steeds weer terug’ : kwalitatief onderzoek naar de gevolgen, coping strategieën en behandeling van sexting voor 13 tot 19-jarige meisjes vergeleken met de gevolgen, coping strategieën en behandeling van aa

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘De foto komt steeds weer terug’ : kwalitatief onderzoek naar de gevolgen, coping strategieën en behandeling van sexting voor 13 tot 19-jarige meisjes vergeleken met de gevolgen, coping strategieën en behandeling van aa"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘De foto komt steeds weer terug’

Kwalitatief onderzoek naar de gevolgen, coping strategieën en

behandeling van sexting voor 13 tot 19-jarige meisjes vergeleken

met de gevolgen, coping strategieën en behandeling van

aanranding en verkrachting.

Masterscriptie

Forensische Orthopedagogiek

Graduate School of Child Development and Education

Universiteit van Amsterdam J. Veenhuizen

10761748

Begeleider: K. Jurrius

Tweede beoordelaar: I. Wissink Amsterdam, februari 2017

(2)

Inhoudsopgave

‘De foto komt steeds weer terug’ ... 4

Methode ... 10

Participanten ... 11

Procedure ... 12

Analyses ... 13

Ervaringen meiden zonder directe ervaring met sexting ... 13

Gebruik sociale media ... 13

Kennis van sexting ... 14

Ervaringen met sexting ... 14

Gevolgen van sexting ... 15

Ervaringen meiden die slachtoffer zijn van sexting ... 16

Ervaringen met sexting ... 16

Impact sexting ... 16

Coping ... 18

Sociale netwerk en steun ... 19

Politiecontact ... 19

Ervaringen hulpverleensters met sexting ... 20

Opkomst sexting ... 20

Ervaringen met sexting ... 20

Impact sexting ... 21

Coping ... 22

Vergelijking met aanranding en verkrachting ... 23

Psychische gevolgen ... 23

Lichamelijke gevolgen ... 24

Coping strategieën ... 24

Bestaande hulpverlening sexting... 26

Hulpprogramma Julia ... 27

Ervaringen met Julia ... 27

Betekenis uitkomsten voor bestaande hulpverlening ... 28

Discussie ... 29

Literatuurlijst ... 34

Bijlage 1: Interviewvragen slachtoffers van sexting ... 37

Bijlage 2: Interviewvragen hulpverleners ... 38

(3)

Abstract

In this study, the consequences and coping strategies of sexting were examined and compared to those of sexual assault and rape. This study also examined what these outcomes mean for the current help received by victims of sexting. This study made use of depth interviews and existing literature about sexual assault and rape. The sample of this study consisted of 11 girls between the age of 13 and 19 years old and 4 professionals. The qualitative program QDA Miner was used to code and analyze the results. The results show that sexting has a huge impact with psychological consequences for young girls. There are similarities and

differences when the consequences of sexting and sexual assault and rape are compared. Both victims of sexting and sexual assault and rape use avoidance as a strategy to cope with the negative consequences. Therefore, treatment may be helpful to minimalize the psychological consequences for victims of sexting.

(4)

‘De foto komt steeds weer terug’

Als 15-jarig meisje stuurde Francien een foto van haar borsten naar ‘de leukste jongen’ van de klas. Het gevolg was dat de hele school die foto te zien kreeg. Op posterformaat nog wel. Francien was veertien jaar geleden een van de eerste slachtoffers van sexting. Ze schreef het boek ‘Francien, laat je tieten nog eens zien’ over haar eigen ervaring met sexting en hoe het een leven kan breken (KRO NCRV, 2016).

Het gebruik van sociale media, door kinderen en adolescenten, is de laatste jaren flink toegenomen (O’Keefe & Clarke-Pearson, 2011). In 2011 logde 22% van de tieners meer dan tien keer per dag in op sociale media. Het publiekelijk delen van informatie via dit platform kan onbedoelde en verregaande gevolgen hebben voor jongeren (Livingston & Brake, 2010). Door de toenemende populariteit van sociale media en het veelvuldig delen van foto’s, video’s en tekstberichten is er een ander fenomeen dat steeds meer zorgen opwekt: Sexting. Deze studie onderzocht welke gevolgen sexting kan hebben voor meisjes van 13 tot 19 jaar, welke coping strategieën zij toepassen en of deze gevolgen en coping strategieën

vergelijkbaar zijn met die van aanranding en verkrachting. Tevens werd onderzocht wat deze uitkomsten betekenen voor de bestaande hulpverlening aan slachtoffers van sexting.

Definitie sexting

Sexting is het delen of verspreiden van seksueel getinte berichten en foto’s via mobiele telefoons en sociale media zoals Facebook en WhatsApp (Strassberg, McKinnon, Sustaita, & Rullo, 2013). Sexting komt steeds meer onder de publieke aandacht, voornamelijk wanneer er jongeren bij betrokken zijn (Hoffman, 2001). Onder andere misdaadjournalist Peter R. de Vries besteedde er uitgebreid aandacht aan in zijn programma “Internetpesters aangepakt”.

Prevalentie sexting

‘The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy’ (Sex and Tech, 2008) heeft onderzoek gedaan naar de prevalentie van sexting in Amerika. Dit onderzoek liet zien dat 18% van de jongens en 22% van de pubermeisjes wel eens een naaktfoto van zichzelf heeft verstuurd. Volgens de studie van Walker, Sanci en Temple-Smith (2011) hebben 20-40% van de Australische jongeren in de leeftijd van 12-19 jaar halfnaakte of volledig naakte foto’s van zichzelf gestuurd of werden zij gevraagd deze te sturen. De Graaf en Kerstens (2015) onderzochten de ervaringen met seksualiteit op het internet in Nederland. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat ongeveer 1,7% van de 4461 jongeren een seksueel getinte

(5)

foto of video van zichzelf heeft gemaakt. Ook kwam het zelden voor dat een seksueel getinte foto of video werd verspreid door de jongeren.

Mitchell, Finkelhor, Jones en Wolak (2012) deden onderzoek naar het ontvangen van naaktfoto’s. Zij constateerden dat ongeveer 109 van de 1560 Amerikaanse deelnemers (7%) één of meerdere naaktfoto’s doorgestuurd hadden gekregen van vrienden. Veel jongeren zien sexting als iets onschuldigs en realiseren zich vaak niet dat het zowel strafbare als langdurige psychologische gevolgen kan hebben (Ostrager, 2010).

Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar de prevalentie van sexting, maar er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar de impact van sexting. Huidig onderzoek richtte zich daarom op de gevolgen, coping strategieën en hulpverlening ten aanzien van sexting. Omdat er mogelijk overeenkomsten zijn met slachtoffers van aanranding en verkrachting, wordt hieronder ingegaan op wat er bekend is over aanranding en verkrachting.

Aanranding en verkrachting

Er is wereldwijd al veel onderzoek gedaan naar de prevalentie en gevolgen van aanranding en verkrachting. De Graaf, Meijer, Poelman en Vanwesenbeeck (2005) vonden in hun onderzoek dat een op de zes Nederlandse meisjes tussen de 12 en 25 jaar weleens zijn gedwongen tot seksuele handelingen. Uit de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Jeugdigen en Kinderen bleek dat ongeveer een derde van de kinderen en jeugdigen tijdens de

minderjarigheid een vorm van seksueel geweld meemaakt, variërend van ongewenst seksueel contact via de webcam tot aanranding en verkrachting (Dettmeijer, 2014). Slachtoffers van seksueel geweld hebben tevens een groter risico opnieuw slachtoffer te worden (Classen, Palesh, & Aggerwal, 2005). Ongeveer twee op de drie Amerikaanse slachtoffers blijkt opnieuw te maken krijgen met een vorm van seksueel geweld.

Psychische gevolgen aanranding en verkrachting

Naast dat er veel geschreven is over de prevalentie van aanranding en verkrachting, is er ook veel onderzoek gedaan naar de gevolgen hiervan. Een ongewenste ervaring op het gebied van seks kan zich ontwikkelen tot een trauma (Coppens & Van Kregten, 2012). De traumatische ervaring kan als gevolg hebben dat het meisje zich hulpeloos en angstig voelt en daarnaast ook fysieke effecten ervaart. Meisjes kunnen hun ervaringen gaan koppelen aan hun lichaam, waardoor de negatieve herinneringen steeds weer terugkomen. Hierdoor ontstaat veelal een negatief zelfbeeld (Coppens & Van Kregten, 2012). Een negatief zelfbeeld kan weer leiden tot eetstoornissen, aangezien er een verstoorde relatie met het lichaam is ontstaan. Daarnaast

(6)

kunnen depressies, drugs- en alcoholmisbruik, suïcidaliteit en agressie samenhangen met een negatief zelfbeeld (Molnar, Shade, Kral, Booth, & Watters, 1998).

Slachtoffers van seksueel geweld ervaren tevens gevoelens van schaamte en schuld. Minder zelfvertrouwen en gevoelens van wantrouwen ten opzichte van anderen komen ook veelvuldig voor bij slachtoffers van seksueel geweld (Aldwin, 1994). Koss, Koss en

Woodruff (1991) vonden in hun onderzoek dan ook dat 90% van de slachtoffers van seksueel geweld psychische problemen rapporteerde. Zinzow, Resnick, McCauley, Amstadter,

Ruggiero en Kilpatrick (2012) deden onderzoek bij 3000 Amerikaanse vrouwen met een verleden van seksueel geweld. Naast depressies en eetstoornissen kwamen langdurige en ernstige problemen als angst, persoonlijkheidsstoornissen en posttraumatische

stressstoornissen voor.

Posttraumatische Stressstoornis

Eén van de meest voorkomende problemen als gevolg van seksueel geweld is een

posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een posttraumatische stressstoornis kenmerkt zich door symptomen als herbeleving, vermijding en prikkelbaarheid (American Psychiatric Association, 2000). De traumatische gebeurtenis kan onder andere worden herbeleefd doordat slachtoffers flashbacks en nachtmerries hebben of het gevoel hebben dat door bepaalde stimuli steeds weer over hun grenzen heen wordt gegaan. Het lijkt dan of de aanranding of verkrachting weer opnieuw plaatsvindt.

Het symptoom vermijding kenmerkt zich onder andere door het ontwijken van bepaalde gevoelens, situaties of mensen die het slachtoffer doen denken aan het trauma (American Psychiatric Association, 2000). Daarnaast kan een verlies van interesse in de dagelijkse activiteiten en vervreemding van andere mensen voorkomen.

Na een traumatische gebeurtenis, zoals een aanranding of verkrachting, kan het slachtoffer erg prikkelbaar zijn (American Psychiatric Association, 2000). Dit kan leiden tot angst, spanning, slaapproblemen, schrikreacties en concentratieproblemen. Ook komt het voor dat slachtoffers snel boos worden.

Lichamelijke gevolgen aanranding en verkrachting

Naast psychische gevolgen krijgen veel mensen die slachtoffer zijn van seksueel geweld last van lichamelijke klachten. Deze lichamelijke klachten kunnen bestaan uit maagpijn,

(7)

hoofdpijn, chronische bekkenpijn en een verhoogde bloeddruk (Van Wageningen & Plooij, 1993).

Lichamelijke gevolgen die op korte termijn op kunnen treden zijn slaapproblemen, seksueel overdraagbare aandoeningen, ongewenste zwangerschappen en

menstruatiestoornissen. Op lange termijn zijn onvruchtbaarheid door niet behandelde soa’s mogelijke gevolgen (Hobcraft & Kiernan, 2001).

Problemen met seksualiteit en intimiteit komen veelvuldig voor als gevolg van seksueel geweld (Kedde, 2012). Er zijn slachtoffers die intimiteit en seks zoveel mogelijk uit de weg gaan, maar ook slachtoffers die juist opzoek gaan naar intimiteit en mannen die wel te vertrouwen zijn.

Coping strategieën aanranding en verkrachting

Wanneer gekeken wordt naar manieren van coping bij seksueel geweld, blijkt dat twee coping strategieën naar voren komen (Lazarus & Folkman, 1984). Bij de eerste strategie spelen voornamelijk vermijding, het nemen van afstand, zelfverwijt en emotiecontrole een rol. De tweede strategie richt zich voornamelijk op probleemoplossing en bestaat uit het confronteren, actief omgaan met de stressbron, het plannen van een reactie en het zoeken van sociale steun. Vermijding blijkt de meest gehanteerde coping strategie te zijn bij slachtoffers van seksueel geweld (Brand & Alexander, 2003). Deze coping strategie zorgt er echter voor dat de klachten blijven bestaan en de nare gebeurtenis niet verwerkt wordt.

Schaamte en angst voor stigmatisering kan een slachtoffer ervan weerhouden om de negatieve ervaringen te delen met familie en vrienden. Dit heeft als gevolg dat zij weinig sociale steun ontvangen. Veelal weten alleen de slachtoffer en de dader van het seksueel misbruik af. Weinig sociale steun kan ervoor zorgen dat het slachtoffer nog meer klachten ontwikkelt (Engelhard, Van den Hout, & Vlaeyen, 2003). Uit onderzoek blijkt dat de

ontwikkeling van PTSS sterk gerelateerd is aan het ontbreken van sociale steun bij vrouwen (Andrews, Brewin, & Rose, 2003). Er is tevens bekend dat betrokken professionals en de sociale omgeving het slachtoffer medeverantwoordelijk kunnen houden voor wat het slachtoffer is overkomen (Bieneck & Krahé, 2011). “Victim blaming”, ook wel

slachtofferbeschuldiging genoemd, kan ernstige gevolgen hebben voor slachtoffers van seksueel geweld (Aldwin, 1994). Er zijn mensen die vinden dat slachtoffers een aanranding of verkrachting zelf hebben uitgelokt door bepaald flirtgedrag of door zich op een bepaalde manier te kleden. Reacties van familie, vrienden of hulpverleners waarbij het slachtoffer

(8)

medeschuldig wordt verklaard, zijn volgens Paassen (2016) minstens zo erg als de

traumatische ervaring zelf. Het kan een verwoestend effect hebben op het zelfbeeld doordat het slachtoffer zich dom voelt. Dergelijke negatieve reacties van het sociale netwerk dragen eraan bij dat slachtoffers eerder vermijding dan probleemoplossing kiezen als coping strategie (Ullman, 1996).

Behandelmethoden aanranding en verkrachting

Een goede behandeling is van essentieel belang voor slachtoffers van seksueel geweld. Wanneer meisjes geen goede behandeling krijgen, kunnen op de langere termijn

internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen optreden en angst- en stemmingsstoornissen ontstaan (Van Berlo, Van Engen, & Mooren, 2004).

Een veelvuldig toegepaste behandeling bij aanranding en verkrachting is traumagerichte cognitieve gedragstherapie. Bij cognitieve gedragstherapie worden

slachtoffers geholpen om op een andere manier te denken aan slechte herinneringen. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat ze beter met onaangename herinneringen en onderwerpen kunnen omgaan en dat deze minder stress gerelateerd zijn. De verschillende sessies in de cognitieve gedragstherapie hebben als doel dat de denkfouten, die leiden tot het afwijkende gedrag en de psychische problemen, worden opgespoord en gecorrigeerd (Elling, 2008).

Een andere veelvoorkomende interventie is ‘Eye Movement Desensitization and Reprocessing’ (EMDR). Bij deze interventie volgt het kind met zijn of haar ogen de vinger van de therapeut, terwijl het kind aan de traumatische gebeurtenis denkt (Beer & de Roos, 2004). Het doel van EMDR is om de herinneringen aan de, voor de cliënt, ingrijpende en traumatiserende ervaringen te verwerken. De klachten die door deze herinneringen zijn ontstaan, worden hierdoor verminderd. EMDR kan toegepast worden bij diverse psychische klachten zoals depressie, angsten, pesterijen, misbruik, fobieën en een beschadigd zelfbeeld.

Gevolgen van sexting

Naar de gevolgen van sexting is veel minder onderzoek gedaan dan naar de gevolgen van aanranding en verkrachting, hoewel er de laatste jaren al wel een aantal onderzoeken heeft plaatsgevonden. Ferguson (2011) vond in zijn onderzoek bij 207 jonge vrouwen in de Verenigde Staten dat het doorsturen en publiekelijk delen van naaktfoto’s een grote impact kan hebben. De foto kan weliswaar eenmalig op het internet gezet zijn, maar duikt vaak overal op waardoor deze onuitwisbaar wordt (Vandebosch & Cleemput, 2009). Dit kan leiden

(9)

tot het pesten van de jongere die de naaktfoto heeft gemaakt. De jongere kan onder andere last krijgen van schuldgevoel, schaamte, depressieve gevoelens en angst. Dake, Prince, Maziarz en Ward (2012) deden onderzoek bij 1279 studenten in Amerika en rapporteerden dat sexting geassocieerd kan worden met emotionele problematiek waaronder het doen van een

zelfmoordpoging. Verscheidene studies vonden tevens dat sexting een negatieve impact kan hebben op het krijgen van een baan, omdat de foto’s steeds weer opduiken en zichtbaar blijven op het internet (D’Antona, Kevorkian, & Russom, 2010).

Naast psychologische effecten, kan sexting ook juridische gevolgen hebben voor minderjarige jongeren (Ostrager, 2010). Het maken van een seksueel getinte foto of video waarbij een minderjarige te zien is staat gelijk aan het produceren van kinderporno; het maakt hierbij niet uit of de afbeelding gemaakt is door de jongere zelf of door iemand anders (Sacco, Argudin, Maguire, & Tallon, 2010). Naast de makers zijn ook de jongeren die het materiaal verspreiden en online delen schuldig aan het verspreiden en bezitten van kinderpornografisch materiaal. Jongeren zijn zich er zelden van bewust dat zij met deze gedragingen strafbaar zijn. De gevolgen voor de toekomst kunnen echter groot zijn als de jongere strafrechtelijk

veroordeeld wordt volgens het Wetboek van Strafrecht (Artikel 240b). Het vinden van een geschikte baan kan een stuk moeilijker worden aangezien een Verklaring Omtrent Gedrag geweigerd kan worden. Ook kan de jongere toelating tot de hogeschool of de universiteit worden geweigerd (Scheeres, 2002).

Hulpverleners van Julia, een hulpprogramma van Spirit Specifieq, zien de laatste tijd steeds meer meisjes die het slachtoffer zijn van sexting (persoonlijke communicatie, 23 maart 2016). Voor deze meisjes is het vaak een gebeurtenis met traumatische gevolgen. De

hulpverleners hebben de indruk dat die gevolgen lijken op die van meisjes die zijn aangerand of verkracht, daarom is het van belang om hier onderzoek naar te doen.

Ervaringen van de meisjes en de hulpverleners

Gezien het feit dat steeds meer meisjes slachtoffer worden van sexting, is het van belang dat er meer bekend wordt over de ernst van de situatie waarin deze meisjes verkeren. Recent onderzoek heeft zich voornamelijk gericht op de prevalentie van sexting, maar er is nog relatief weinig aandacht voor de ervaringen van “sexting” slachtoffers. Ook is er nauwelijks onderzoek gedaan naar specifieke hulpverlening voor deze doelgroep.

Dit onderzoek richt zich dan ook op de ervaringen van meisjes en hulpverleners met betrekking tot sexting en de bestaande hulpverlening op dit gebied.

(10)

Welke aanknopingspunten bieden de door meiden van 13-19 jaar ervaren gevolgen en toegepaste coping strategieën ten aanzien van sexting voor de wijze waarop bestaande hulpverlening gericht op het verwerken van aanranding/verkrachting kan worden ingezet voor meiden die met sexting te maken hebben gehad?

Vaak realiseren jongeren zich niet wat de consequenties van het delen en verspreiden van seksueel getinte foto’s of video’s kunnen zijn. Daarom is het relevant om eerst te kijken of jonge meiden zonder directe ervaring met sexting zicht hebben op de eventuele gevolgen. De eerste deelvraag luidt: Welke kennis hebben jonge meiden zonder directe ervaring met

sexting over de gevolgen hiervan en welke coping strategie zouden zij toepassen?

Daarnaast is het van belang om de daadwerkelijke gevolgen van sexting in kaart te brengen en tevens te kijken naar de manieren van coping. De tweede deelvraag is: Welke

gevolgen van sexting ervaren meiden in de leeftijd van 13 tot 19 jaar en welke coping strategieën passen zij toe? De derde deelvraag luidt: Welke gevolgen en coping strategieën signaleren hulpverleners ten aanzien van sexting?

De hulpverleensters van Julia zien dat sexting vaak traumatische gevolgen heeft voor de meisjes en hebben het vermoeden dat deze gevolgen lijken op die van aanranding en verkrachting. De vierde deelvraag luidt dan ook: Wat zijn de verschillen en overeenkomsten wanneer we de gevolgen en coping strategieën van aanranding en verkrachting vergelijken met die van sexting?

De laatste deelvraag richt zich op de ervaringen van de meiden en hulpverleensters met het hulpprogramma Julia en de betekenis van de onderzoeksresultaten voor de bestaande hulpverlening. Deze deelvraag luidt: Wat betekenen deze uitkomsten voor de bestaande

hulpverlening aan slachtoffers van sexting?

Dit onderzoek geeft mogelijk aanwijzingen over de ernst van de situatie voor de meisjes. Daarnaast zal dit onderzoek wellicht een indicatie geven over welke hulp er nodig is om slachtoffers adequaat te kunnen ondersteunen.

Methode

Aangezien er weinig onderzoek is gedaan naar de ervaringen van slachtoffers op het gebied van sexting werd ervoor gekozen om kwalitatief onderzoek te doen (Boeije, 2014). Op deze manier kregen de participanten de kans om hun verhaal te vertellen, hun perspectief te verduidelijken en werd er meer kennis op dit gebied vergaard (Hesse-Biber & Leavy, 2006).

(11)

Deze kennis kan gebruikt worden als aanwijzing voor de hulp die nodig is om de meisjes adequaat te kunnen ondersteunen.

Participanten

De participanten van dit onderzoek waren 11 meisjes in de leeftijd van 13 tot 19 jaar. Deze meisjes konden verdeeld worden over twee groepen: Meisjes die geen directe ervaring hebben met sexting en meisjes die slachtoffer zijn geweest van sexting.

De eerste groep bestond uit 6 meisjes die geen directe ervaring hebben met sexting. Deze meisjes kwamen uit Almelo en diverse plaatsen eromheen. De onderzoeker kende de meisjes al of kwam via familie in contact met de meisjes, waardoor de interviews in een kort tijdsbestek konden worden afgenomen.Bij de werving was opleiding geen criterium. Alle meisjes in deze groep bleken een havo-opleiding te volgen. Door meisjes te interviewen van wie, in eerste instantie, onbekend was of zij ervaring hadden met sexting kon een beeld geschetst worden van hun kennis hierover en worden nagegaan in hoeverre deze meisjes zicht hadden op de eventuele gevolgen.

De tweede groep bestond uit 5 meisjes die slachtoffer zijn geweest van sexting. Zij hebben ambulante hulp gekregen middels het hulpprogramma Julia van Spirit Specifieq. Dit programma is preventief van aard en richt zich in eerste instantie op het voorkomen van ernstiger of herhaling van seksueel grensoverschrijdend gedrag en/of slachtofferschap van een mensenhandelaar/loverboy (Methodiekhandleiding Julia, 2015).

De meiden waren afkomstig uit Amsterdam en diverse steden en plaatsen eromheen. Alle meiden in deze groep volgden een vmbo-opleiding. Gezien de gevoeligheid van het

onderwerp, werd een zeer zorgvuldige wervingsmethode toegepast in nauwe samenwerking met hulpverleensters. In totaal werden 12 hulpverleensters benaderd met de vraag of zij een meisje begeleiden of hebben begeleid die te maken heeft gehad met sexting. Er waren 4 hulpverleensters die aangaven geen meiden onder begeleiding te hebben of met verlof te zijn. Daarnaast gaf een aantal hulpverleensters aan dat het meisje zelf wel openstond voor een interview, maar dat de ouders geen toestemming gaven. Het aantal van 5 meisjes bleek uiteindelijk het maximaal haalbare in dit onderzoek. De onderzoeker werd, na toestemming van de meisjes en hun ouders, door de hulpverleensters in contact gebracht met meisjes die slachtoffer zijn geweest van sexting. Alle participanten hebben vrijwillig deelgenomen aan dit onderzoek en konden op elk gewenst moment hun deelname beëindigen.

Om eventuele psychologische effecten bij de meisjes te kunnen ondervangen, zijn de hulpverleensters nauw betrokken geweest bij het proces. De hulpverleensters hebben de

(12)

meisjes benaderd voor het onderzoek, waren tijdens het gehele interview aanwezig en hebben ze tevens na afloop van het contact opgevangen. Voorafgaand is aan de jongeren en ouders een informatiebrief verstrekt en toestemming gevraagd. De informatiebrieven en

consentformulieren zijn op te vragen bij de onderzoeker of scriptiebegeleider.

Als laatste werden interviews gehouden met 4 hulpverleensters binnen het programma Julia. In totaal werden 10 hulpverleensters benaderd om mee te werken aan een interview, waarvan 6 hulpverleensters daadwerkelijk hebben gereageerd. Twee van hen gaven aan dat ze weinig tot geen ervaring hebben met sexting en dus niet geschikt zijn om mee te werken aan een interview. Het interviewen van de hulpverleensters was van belang om een helder beeld te krijgen van welke hulp er precies wordt geboden en op welke manier dit wordt gedaan. Ook konden de hulpverleensters hun visie geven op wat volgens hen de gevolgen van sexting zijn en welke coping strategieën worden toegepast. Aan de hulpverleensters werden tevens informatiebrieven en consentformulieren verstrekt. Deze zijn wederom op te vragen bij de onderzoeker of scriptiebegeleider.

Procedure

Bij dit onderzoek werd gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews, ook wel diepte-interviews genoemd. Hier werd voor gekozen omdat er van de vragen afgeweken kon worden indien de geïnterviewde iets zei waarop doorgevraagd moest worden. Hierdoor werd er meer gedetailleerde informatie verkregen (Boeije, 2014). De interviews werden vooraf opgesteld middels een topiclijst met bijbehorende vragen. De topiclijsten voor de meisjes (bijlage 4) en hulpverleensters (bijlage 5) bevatten onderwerpen als de impact van sexting, coping, het netwerk van de meisjes, politiecontact en het hulpprogramma Julia. De vragen werden opgesteld in overleg met een hulpverleenster en een gedragswetenschapper van Spirit Specifieq. De topiclijst voor meisjes die geen directe ervaring met sexting hadden, bevatte onderwerpen als het gebruik van sociale media en de ervaringen en kennis met betrekking tot sexting (bijlage 6).

De individuele interviews duurden gemiddeld 20 minuten en werden opgenomen met behulp van geluidsapparatuur, waardoor de onderzoeker zich volledig op het gesprek kon richten. Hierdoor werd de kwaliteit van de gegevens gewaarborgd (Boeije, 2014). De interviews met de meisjes vonden plaats op een door hen gekozen locatie en de interviews met de hulpverleensters vonden plaats op het kantoor van Spirit Specifieq.

De interviews zijn door één onderzoeker afgenomen in plaats van door meerdere onderzoekers. Hierdoor werd de topiclijst op dezelfde manier gebruikt. Om onderzoeker bias

(13)

zoveel mogelijk te beperken, werden de interviews geregistreerd met behulp van een voice recorder. Hierdoor werden de onderzoeksgegevens niet geïnterpreteerd door de onderzoeker maar letterlijk op papier overgenomen (Boeije, 2014). De betrouwbaarheid werd daarnaast gewaarborgd door tijdens de interviews regelmatig na te gaan of de informatie juist werd begrepen door de onderzoeker.

Analyses

Allereerst werden twee interviews met hulpverleensters afgenomen. Vervolgens werden deze, net als de resterende interviews, getranscribeerd en ingevoerd in het kwalitatieve

analyseprogramma QDA Miner. Analyseren met de computer heeft als voordeel dat het minder arbeidsintensief is (Boeije, 2014). Het coderen gebeurde niet op basis van de theorie maar op basis van de verkregen antwoorden, ook wel inductief coderen genoemd. De

interviews werden samengevat en hierbij werden de fragmenten gecodeerd. Door de codering ontstond er een codesysteem en werden de gegevens per onderwerp geordend. Dit was

belangrijk omdat hierdoor overeenkomsten tussen de verschillende verhalen aan het licht kwamen. Hierna werd het volgende interview afgenomen, waarbij meer werd gelet op bepaalde terugkerende informatie in de verhalen. Tevens werden de bestaande coderingen aangepast (Lofland & Lofland, 1995). Na het afnemen van het laatste interview werden alleen de belangrijkste coderingen meegenomen. De voorgaande stappen werden ook genomen bij de interviews met de twee groepen meiden. Op deze manier ontstonden er drie verschillende datasets. De volgende hoofdcodes werden gebruikt in dit onderzoek: Ervaringen met sexting, coping, impact van sexting, sociale netwerk, politiecontact en ervaringen met het programma Julia.

Ervaringen meiden zonder directe ervaring met sexting

Hieronder wordt beschreven welke kennis meiden in de leeftijd van 13 tot 19 jaar hebben over sexting. De meiden hebben geen directe ervaring met sexting. Er wordt onder andere onderzocht of deze meiden zicht hebben op de mogelijke gevolgen van sexting en manieren van coping.

Gebruik sociale media

De meiden geven aan veel gebruik te maken van sociale media. De meest genoemde apps zijn Instagram, Snapchat, WhatsApp en Facebook. Zij geven aan deze apps voornamelijk te

(14)

gebruiken om op de hoogte te blijven van en te communiceren met vrienden. Daarnaast gebruiken de meiden de apps voor het versturen van foto’s naar anderen.

Kennis van sexting

Als gevraagd wordt naar de betekenis van sexting valt op dat het merendeel van de meiden niet weet wat sexting is. Zo geeft een meisje het volgende antwoord:

‘Ik heb geen idee wat het inhoudt, het klinkt wel spannend’ (Meisje, 16 jaar).

Vrijwel alle meiden geven, na het horen van de definitie, aan dat zij sexting onverstandig en dom vinden. Wanneer gevraagd wordt waarom zij het onverstandig en dom vinden, geven zij aan dat de foto of het filmpje doorgestuurd kan worden. Als het wordt doorgestuurd, komt het op sociale media terecht en komen de foto’s steeds weer terug. Op deze manier kan het de hele toekomst van een meisje verpesten. Eén van de meiden geeft haar mening over sexting:

‘Ik vind het nergens op slaan om het te sturen. Als een jongen het wil zien, moet hij maar naar me toekomen in plaats van via een foto’ (Meisje, 16 jaar).

Ervaringen met sexting

Ieder meisje geeft aan een naaktfoto of video ontvangen te hebben via sociale media. De meeste meiden zeggen de foto gelijk weggedrukt en verwijderd te hebben. Ze geven allemaal aan het nooit door te sturen.

‘Een vriend van mij, die heeft altijd allemaal van die dates en die sturen van die naaktfoto’s. Dat zie ik wel. Hij heeft ze ook gestuurd naar mijn telefoon, maar mijn telefoon is gestolen, dus iemand kan ze misschien wel zien. Ik verwijder het ook weleens, maar stuur het nooit door’ (Meisje, 16 jaar).

Geen van de meiden is ooit gevraagd om een naaktfoto of video van zichzelf te sturen en geen van de meiden heeft zelf ooit een seksueel getinte foto of video gemaakt en naar iemand gestuurd. Een aantal meiden geeft aan dit expres niet te doen, omdat ze weleens verhalen over andere meiden hebben gehoord. Voor deze meiden heeft het enorme gevolgen gehad. Een meisje vraagt zich af of het intelligentie- en opleidingsniveau te maken zou kunnen hebben met het maken en versturen van naaktfoto’s:

(15)

‘Hier in de buurt bij de vmbo-school hoor je het heel vaak en bij mij op school (havo, vwo, gymnasium) echt nauwelijks. Bij die vmbo-school zijn zelfs foto’s opgehangen door de hele school’ (Meisje, 16 jaar).

Gevolgen van sexting

De meiden geven verschillende antwoorden als wordt gevraagd wat zij zouden doen als ze slachtoffer zouden worden van sexting. Ze denken dat ze er niet over zouden durven praten, zich zouden schamen, letterlijk het gevecht aan zouden gaan met de verspreider, aangifte zouden doen of naar de andere kant van het land zouden willen verhuizen.

De negatieve gevolgen die het delen of verspreiden van seksueel getinte foto’s of filmpjes kan hebben voor diegene die erop is afgebeeld, worden door de meiden onder andere beschreven als het weinig tot geen vertrouwen meer hebben in jongens, onzeker worden en het krijgen van psychische problemen zoals een depressie.

‘Ik denk dat je niet snel meer iemand kan vertrouwen op relatiegebied, als iemand het heeft doorgestuurd. En dat je er heel onzeker van wordt als mensen op straat je lang aankijken, bijvoorbeeld’ (Meisje, 16 jaar).

De meeste meiden zeggen niet te weten wanneer het delen of verspreiden van seksueel getinte foto’s of video’s strafbaar is. Als vervolgens wordt uitgelegd dat het maken of doorsturen van seksueel getint beeldmateriaal strafbaar is wanneer er een minderjarig persoon op te zien is, geeft een aantal van de meiden aan hiervan te schrikken.

Samengevat, geven de resultaten van de interviews met de meiden die geen slachtoffer zijn geweest van sexting allemaal aan sexting “dom” en “onverstandig” te vinden. Ieder meisje heeft weleens een seksueel getinte foto of filmpje ontvangen of kent wel een meisje van wie er een foto is verspreid. De meiden blijken de gevolgen van sexting goed te kunnen

(16)

Ervaringen meiden die slachtoffer zijn van sexting

Hieronder wordt beschreven hoe meiden die slachtoffer zijn van sexting hiermee te maken hebben gekregen en hoe zij hiermee om zijn gegaan. Daarnaast wordt beschreven welke gevolgen dit voor hen heeft gehad.

Ervaringen met sexting

Uit vrijwel alle interviews blijkt dat het meisje een seksueel getinte foto naar een jongen heeft gestuurd, omdat de jongen hierom vroeg. De meiden hebben uiteindelijk een foto of filmpje gestuurd omdat ze de jongen vertrouwden. Vervolgens heeft de jongen de foto of het filmpje verspreid via WhatsApp of andere sociale media zoals Facebook en Instagram. Een meisje vertelt hoe haar foto werd verspreid via sociale media:

‘Er waren twee foto’s die ik naar mijn ex had gestuurd. Toen ik het had uitgemaakt, heeft hij ze verspreid en op sociale media gezet met mijn naam en mijn facebook en ben ik eraan gelinkt’ (Meisje, 16 jaar).

Impact sexting

Sexting heeft een grote en heftige impact op de meiden die er mee te maken krijgen. Dat blijkt uit de gevolgen die de meiden beschrijven tijdens de interviews.

Een aantal meiden geeft aan nagekeken, bedreigd en uitgescholden te worden voor

bijvoorbeeld ‘hoer’. Ook komt het voor dat een meisje gechanteerd wordt met de foto in ruil voor seks. Daarnaast geeft het merendeel van de meiden aan gepest te zijn. Deze pesterijen kunnen van kwaad tot erger gaan, zowel rechtstreeks als via sociale media. Dit blijkt uit de volgende twee voorbeelden:

‘Als de juffrouw weg was van de klas, dan ging een jongen op Facebook. We hadden, zeg maar, een Digibord. Daarop had ie de foto aan iedereen laten zien en ging iedereen me uitschelden en uitlachen. Toen ging ik huilend de klas uit’ (Meisje, 16

jaar).

‘Het pesten gebeurt via sociale media, de foto op Instagram zetten en dan is het een onbekend account die dat doet, zeg maar. En dan word ik erin getagd en dan zien mensen mijn account ook en dan staat er gewoon onder van: Dit is de grootste hoer die er is’ (Meisje, 16 jaar).

(17)

Aanhoudende pesterijen kunnen er zelfs toe leiden dat een meisje overweegt om zelfmoord te plegen:

‘Omdat ik steeds werd gepest, al drie jaar ofzo, toen wilde ik zelfmoord plegen’

(Meisje, 16 jaar).

Meerdere meiden geven aan dat zij niet meer naar school durfden te gaan of naar bepaalde plaatsen in hun omgeving, zoals het winkelcentrum. Ze waren bang voor wat mensen tegen ze zouden zeggen of dat ze zouden worden nagekeken. Zo heeft een meisje eerder voor haar neus zien gebeuren wat voor heftige gevolgen sexting kan hebben:

‘Er was een ander meisje, die had ook een foto. Ze ging naar het plein met haar kleine broertje. Iedereen gooide gewoon eten tegen haar aan. Er was een McDonalds daar. Gooiden mensen gewoon cola over haar heen’ (Meisje, 15 jaar).

Er zijn ook meiden die veel afwezig waren op school uit angst om naar buiten te gaan. Een meisje vertelt dat zij hierdoor maandenlang thuis is gebleven. Naast angst en schaamte, kwam ook schuldgevoel voor bij een van de meiden. Ze vertelt dat de jongens die haar filmpje hebben doorgestuurd, bestraft zijn en haar hiermee confronteerden. Ze voelde zich hierdoor erg schuldig.

Bij de meeste meiden zijn de foto’s meerdere keren teruggekomen via sociale media. Het steeds weer terugkomen van de foto’s op school, en daarmee samenhangende pesterijen, waren voor een aantal meiden aanleiding om van school te wisselen.

‘Dat had te maken met de foto die rondging, dat ik gewisseld ben. Op mijn vorige school was het heel erg, ik werd toen heel erg gepest met de foto’ (Meisje, 16 jaar).

Het terugkomen van de foto’s, nagekeken, gepest en uitgescholden worden, blijkt veel invloed te hebben op het zelfvertrouwen van de meiden. Zo vertelt een meisje dat ze eerder altijd graag op de voorgrond trad, maar nu het liefst zo onzichtbaar mogelijk wil zijn. Ook geeft zij aan dat, in vergelijking met leeftijdsgenoten, haar zelfvertrouwen helemaal verdwenen is.

(18)

Naast het zelfvertrouwen is bij veel meiden het vertrouwen in jongens verminderd. De jongens hebben immers ongewenst hun foto of filmpje doorgestuurd. Dit wantrouwen speelt onder andere op wanneer een jongen contact zoekt via sociale media en het meisje zich afvraagt of het echt om haar te doen is of omdat hij de foto heeft gezien en denkt dat ze ‘makkelijk’ is. Dat ze door andere meiden en jongens als slet worden gezien, en dus een etiket opgeplakt krijgen, blijft de meiden achtervolgen. De meeste meiden geven aan weinig

vertrouwen meer in jongens te hebben, maar er zijn echter ook meiden die juist het contact met jongens opzoeken.

Uit de gesprekken met de meiden komen, naast negatieve gevolgen, ook meer

positieve gevolgen naar voren, als de bewustwording van de rol van sociale media. Ook geven de meiden aan dat zij veel voorzichtiger zijn geworden met het maken van foto’s en goed nadenken voordat zij wat sturen of posten op sociale media.

Coping

De meeste meiden voelden zich erg rot en waren heel erg verdrietig toen ze erachter kwamen dat hun foto of filmpje verspreid was via sociale media. Een meisje vertelt over het moment dat ze erachter kwam dat haar foto rondging op Instagram en wat dat met haar deed:

‘Ik heb dagenlang gewoon in mijn bed gelegen, gehuild enzo’ (Meisje, 16 jaar).

Naast het erg verdrietig zijn, geven enkele meiden aan dat zij boosheid en teleurstelling voelden ten opzichte van de jongen die het heeft doorgestuurd. Ook machteloosheid wordt genoemd, omdat de foto ongewenst rondgaat en het meisje er niets tegen kan doen.

De meiden geven een wisselend beeld van de manier waarop zij omgingen met de verspreiding van foto of filmpje. Zo geeft een meisje aan dat ze het graag bespreekbaar maakt met mensen. Ze zegt dat mensen er met haar over mogen praten en dat dit volgens haar beter werkt dan boos worden. Een ander meisje zegt letterlijk het gevecht aan te gaan met mensen die haar aanspreken of uitschelden:

‘Als iemand me aanspreekt over de filmpjes, dan word ik boos. Qua foto’s zeg ik: Oké, ja, dat ben ik, vind je het leuk? Maar als je mij nu uitscheldt voor hoer en andere dingen, dan word ik echt heel erg boos. Als je dat drie keer tegen me hebt gezegd, dan val ik je aan’ (Meisje, 16 jaar).

(19)

Naast erover willen praten en het gevecht aangaan, zijn er ook meiden die zich terugtrekken en confrontaties zoveel mogelijk uit de weg gaan:

‘Ik ben eigenlijk een beetje uit de groep gestapt, zeg maar, ik heb mezelf

teruggetrokken. Gewoon van buitenaf, ik weet niet hoe je dat noemt, ik heb gewoon een schild om me heen gezet’ (Meisje, 16 jaar).

Sociale netwerk en steun

Tijdens de interviews komt naar voren dat de ouders in eerste instantie vooral verdrietig, geschokt en teleurgesteld waren toen ze hoorden dat er een foto of filmpje van hun kind rondging. Ze hadden niet verwacht dat hun kind een seksueel getinte foto of video zou maken en sturen.

‘Mijn ouders reageerden heel verdrietig, hadden het niet verwacht’ (Meisje, 15 jaar).

Ouders gingen op verschillende manieren om met de situatie. Deze manieren varieerden van het opkomen voor hun kind tot aan het beschermen van hun kind door tijdelijk de telefoon en laptop af te nemen. Ook kwam het voor dat de schuld bij het meisje werd gelegd. Dit blijkt wanneer een meisje het volgende vertelt over de reactie van haar moeder:

‘Ze vond het vooral mijn eigen schuld, omdat ik er al zo uitzag en omdat ik met die mensen omging van oudere leeftijd’ (Meisje, 15 jaar).

De meeste meiden geven aan dat ouders wel degelijk een steun zijn geweest tijdens de moeilijk periode. Ook vriendinnen zijn in de meeste gevallen een belangrijke steun geweest.

Leerkrachten en onderwijzers op school blijken verschillend om te gaan met sexting. Zo geeft een meisje aan dat ze altijd terecht kan bij de mentor of leerkrachten en dat er speciale regelingen voor haar werden getroffen. Daarentegen vertelt een ander meisje dat de leerkrachten zeiden niets voor haar te kunnen doen.

Politiecontact

Op één meisje na heeft iedereen aangifte gedaan bij de politie. In een aantal gevallen heeft de politie met de verspreiders gepraat en ze gevraagd om de foto te verwijderen, maar in de

(20)

meeste gevallen heeft het meisje het gevoel dat de politie niets met de aangifte heeft gedaan. Een meisje zegt het idee te hebben dat de politie de verspreiders meer beschermt dan de slachtoffers:

‘Het enige wat ze hebben gedaan is: Ze hebben de twee meisjes van het filmpje herkend en ze hebben de meisjes geholpen in plaats van mij te helpen en de filmpjes van Facebook te halen’ (Meisje, 16 jaar).

Ervaringen hulpverleensters met sexting

Hieronder wordt beschreven welke gevolgen hulpverleensters zien voor meiden die slachtoffer zijn van sexting. Daarnaast wordt onderzocht welke coping strategieën deze meiden volgens de hulpverleensters toepassen.

Opkomst sexting

Er wordt door de hulpverleensters wisselend gedacht over de toename van sexting ten

opzichte van een aantal jaar geleden. Een aantal hulpverleensters denkt niet zozeer dat sexting steeds vaker voorkomt, maar dat het meer onder de aandacht komt door de opkomst van sociale media en dat het verspreiden hierdoor makkelijker gaat. De overige hulpverleensters denken wel degelijk dat sexting de laatste jaren steeds vaker voorkomt en dat het dus is toegenomen ten opzichte van een aantal jaar geleden. Alle hulpverleensters zijn het erover eens dat sexting overal wel speelt, zowel binnen Julia als op scholen en bij

vrijetijdsbestedingen van de jongeren.

‘Ik merk eigenlijk dat het bijna een standaard iets wordt. Als ik kijk naar de afgelopen tien jaar dat ik in de jeugdzorg werk, dan is het daar wel toegenomen. Veel jongeren hebben weleens een foto op hun telefoon gekregen of er één gemaakt. Het speelt overal wel’ (Hulpverleenster Julia).

Ervaringen met sexting

Wanneer de hulpverleensters gevraagd wordt naar een situatie die hen is bijgebleven, valt op dat zij regelmatig een situatie beschrijven waarbij het meisje werd gedwongen om een foto of

(21)

filmpje te maken of te sturen. De foto werd in dat geval als middel gebruikt om het meisje te chanteren. In deze gevallen is er echter sprake van ‘sextortion’ (Kopecký, 2017).

Daarnaast werden er situaties beschreven waarbij het meisje een foto stuurt naar haar vriendje, omdat ze denkt dat hij dat graag wil en dat dit van haar verlangd wordt. In bijna alle gevallen wordt de foto door de hele school verspreid, waardoor het meisje er steeds weer mee wordt geconfronteerd en het verregaande gevolgen heeft:

‘Een voorbeeld van een situatie is dat een meisje een foto heeft gestuurd van zichzelf en dat de jongen het naar de hele school heeft doorgestuurd. Ze werd er erg mee gepest en is toen gewisseld van school. Vervolgens is de foto nog een aantal keer teruggekomen via sociale media. Het blijft dus iedere keer weer terugkomen’

(Hulpverleenster Julia). Impact sexting

Sexting op zich is volgens de hulpverleensters niet problematisch te noemen en kan volgens hen onderdeel zijn van gezond seksueel experimenteren. Er zijn veel jongeren, en ook volwassenen, die weleens een seksueel getinte foto sturen. Meestal blijft de foto tussen twee personen. Een hulpverleenster legt uit wanneer sexting wel problematisch wordt:

‘Het wordt echter problematisch omdat de jongeren een foto bijna nooit voor zichzelf houden, maar doorsturen’ (Hulpverleenster Julia).

Sexting heeft volgens de hulpverleensters een hele grote impact op de meisjes waar zij mee werken. Er zijn meisjes die van school moeten en willen wisselen, die gepest, aangestaard en bedreigd worden. Veelal worden zij “slet” of “dom” genoemd. Het vertrouwen in zichzelf en in anderen raakt ernstig beschadigd. Ook wordt de eigenwaarde van het meisje aangetast, doordat de foto of het filmpje steeds weer en overal opduikt:

‘Het heeft veel impact. Dit zie je onder andere aan de weerbaarheid van de meisjes, aan het zelfvertrouwen en aan het vertrouwen van anderen. Ook heeft het impact op de eigenwaarde. Het is een steeds terugkerend onderwerp, omdat het filmpje of de foto weer terugkomt of omdat er iets gebeurt dat te maken heeft met het vertrouwen van anderen’ (Hulpverleenster Julia).

(22)

De meisjes kunnen thuis problemen krijgen doordat ze niet durven te vertellen dat hun foto of filmpje rondgaat via sociale media. Vaak durven ze het niet te vertellen, omdat ze zich

schamen. Het gevolg kan dan zijn dat ouders niet begrijpen waarom hun kind boos of verdrietig is. Ook kan het voorkomen dat ouders het meisje sociaal isoleren uit bescherming of uit angst voor de reactie van de buitenwereld:

‘Ze komt eigenlijk niet meer buiten. Ze mag naar school, komt thuis en zit dan de rest van de dag binnen. Hierdoor raakt ze sociaal geïsoleerd van haar vrienden en vriendinnen’ (Hulpverleenster Julia).

Op school kunnen de meisjes problemen krijgen doordat ze niet lekker in hun vel zitten en daardoor slechte cijfers halen. Ook slecht slapen komt voor.

Coping

Wanneer de hulpverleensters gevraagd wordt naar hoe de meisjes met de situatie omgaan, worden verschillende coping mechanismen beschreven. Eén van de hulpverleensters vat deze coping mechanismen in een paar woorden samen:

‘De meisjes gaan er wisselend mee om; van negeren, vluchten en ontkennen tot soms letterlijk het gevecht aangaan met iemand. Ze zijn echter vooral emotioneel en verdrietig’ (Hulpverleenster Julia).

De hulpverleensters geven aan dat de meeste meisjes in eerste instantie ontkennen dat zij degene zijn die op de foto of het filmpje te zien zijn, zelfs als het niet te ontkennen valt. Ze willen het wegstoppen, doen alsof het niet gebeurd is en willen niets meer met jongens te maken hebben. Een hulpverleenster geeft aan dat er echter ook meisjes zijn die het tegenovergestelde gedrag vertonen:

‘Er zijn ook meiden die heel erg op zoek gaan naar jongens die ze wel kunnen vertrouwen. Die gaan zich heel gewaagd kleden. Hierbij zie je het verschil tussen introvert en extravert gedrag. Dit zie ik overigens ook heel erg bij slachtoffers van verkrachting, die twee extremen’ (Hulpverleenster Julia).

(23)

Vergelijking met aanranding en verkrachting

In deze paragraaf wordt nagegaan wat de verschillen en overeenkomsten zijn wanneer de gevolgen en coping strategieën van aanranding en verkrachting vergeleken worden met de uit de interviews verkregen gevolgen en coping strategieën van sexting.

Psychische gevolgen

Net als bij aanranding en verkrachting kunnen er bij slachtoffers van sexting ernstige en langdurige psychische klachten ontstaan. Depressieve symptomen zoals intens verdrietig en teruggetrokken zijn, komen net als suïcidale gedachten naar voren tijdens de interviews met de Julia-meiden. Agressie, schaamte, angst en schuldgevoelens zijn emotionele problemen die tevens terugkomen in de gesprekken met de meiden.

De meiden, die slachtoffer zijn van sexting, geven daarnaast aan dat het zelfvertrouwen is beschadigd en dat zij een verminderd vertrouwen in anderen hebben. Dit komt ook naar voren bij de gevolgen van aanranding en verkrachting.

Gevolgen als drugs- en alcoholmisbruik en eet- en persoonlijkheidsstoornissen komen niet zozeer terug in de verhalen van meiden en hulpverleensters over de impact van sexting. Bij aanranding en verkrachting komen deze gevolgen wel voor.

Symptomen van posttraumatische stress

Gezien het feit dat posttraumatische stress veel voorkomt bij aanranding en verkrachting werd gekeken of symptomen als herbeleving, vermijding en prikkelbaarheid ook een rol spelen bij slachtoffers van sexting. Bij seksueel geweld worden de negatieve ervaringen, zoals eerder beschreven, door het slachtoffer herbeleefd door middel van nachtmerries en flashbacks. Het verschil is dat bij slachtoffers van sexting de negatieve ervaring niet herbeleefd wordt door de persoon zelf, maar dat foto’s en video’s steeds weer opnieuw opduiken. Slachtoffers van sexting kunnen hier in principe zelf geen invloed op uitoefenen. Bij zowel seksueel geweld als bij sexting heeft het slachtoffer het gevoel dat er steeds weer over grenzen heen wordt gegaan, maar dit gebeurt dus op verschillende manieren. In de gesprekken met de meiden en hulpverleensters van Julia komt meerdere keren naar voren dat de meiden moeite hebben met het aangeven van hun grenzen. Dit komt tevens terug in de literatuur over aanranding en verkrachting.

Uit de interviews komt herhaaldelijk naar voren dat meiden die slachtoffer zijn geweest van sexting, bepaalde plaatsen of situaties zoveel mogelijk uit de weg gingen uit angst voor wat andere mensen tegen hen zouden zeggen of dat ze nagekeken zouden worden

(24)

naar aanleiding van de foto of het filmpje. Veel mensen uit de omgeving van het meisje hebben de foto of het filmpje immers toegestuurd gekregen of gezien via sociale media. Bij seksueel geweld vermijden slachtoffers ook veelal bepaalde plaatsen, situaties en mensen. Echter doen zij dit hoofdzakelijk omdat deze plaatsen, situaties en mensen ze doen denken aan de traumatische ervaring. De aanranding of verkrachting is vaak alleen bekend bij

slachtoffer en dader. Bij slachtoffers van seksueel geweld gaat het vermijden dus niet om wat andere mensen van ze denken of vinden, maar om de koppeling met de traumatische ervaring. Dit is een belangrijk verschil tussen slachtoffers van sexting en aanranding en verkrachting. Naar aanleiding van de verspreide foto of het filmpje worden slachtoffers van sexting vaak gepest, aangestaard en bedreigd. Dit komt weinig terug in de literatuur over de gevolgen van seksueel geweld. Vervreemding van andere mensen komt daarentegen bij allebei voor. Uit de interviews met slachtoffers van sexting komt onder andere naar voren dat de meiden zich isoleerden van de buitenwereld. Ze waren bijvoorbeeld veel afwezig op school of kwamen na schooltijd niet meer buiten om met vriendinnen om te gaan.

Uit de interviews met de hulpverleensters en meiden van Julia blijkt dat symptomen van prikkelbaarheid als slaapproblemen, concentratieproblemen en woede-uitbarstingen tevens voorkomen bij slachtoffers van sexting. Meiden zitten bijvoorbeeld niet lekker in hun vel en kunnen zich daardoor niet concentreren op school. Ook komt het voor dat zij slecht slapen. Schrikreacties die veelal voorkomen na seksueel geweld komen niet naar voren in de interviews.

Lichamelijke gevolgen

Uit de interviews met de meiden en hulpverleensters van Julia komen voornamelijk

psychische klachten naar voren. De meiden die geen ervaring hebben met sexting beschrijven ook alleen psychische klachten als mogelijke gevolgen van sexting. Zoals eerder beschreven komt slecht slapen wel voor bij slachtoffers van sexting.

Coping strategieën

Uit de interviews met de meiden en hulpverleensters blijkt dat de meiden verschillend

omgaan met de situatie. Er is weliswaar een meisje dat de probleemoplossende strategie inzet en er graag met mensen over wil praten, maar de meeste meiden passen vermijding toe als coping strategie. Zij trekken zich terug, ontkennen het en gaan confrontaties uit de weg. Vermijding lijkt dus, net als bij aanranding en verkrachting het meeste te worden toegepast als coping strategie. Wanneer we kijken naar hoe meiden die geen slachtoffer zijn van sexting

(25)

zouden omgaan met de verspreiding van een foto of filmpje, valt op dat zij tevens vermijding zouden toepassen.

Victim Blaming speelt, net als bij aanranding en verkrachting, ook bij slachtoffers van sexting een rol. Voorbeelden van slachtofferbeschuldiging zijn de pesterijen naar aanleiding van de foto of het filmpje waarbij de meisjes veelvuldig “slet” en “dom” worden genoemd. In feite worden de meiden niet als slachtoffer gezien, maar als dader. Dit beeld komt terug wanneer gekeken wordt naar de reacties van meiden die geen slachtoffer zijn geweest van sexting. Zij vinden dat de meiden er zelf voor hebben gekozen om een foto te sturen en dat is volgens hen dom en onverstandig. Het krijgen van een dergelijke naam als “slet” of “hoer” draagt bij aan het door de meiden en hulpverleensters beschreven negatieve zelfbeeld en aan een sterk aangetaste eigenwaarde van de meiden. Het negatieve effect dat

slachtofferbeschuldiging heeft op het zelfbeeld van meisjes, komt tevens naar voren bij aanranding en verkrachting.

Bij slachtoffers van sexting is er over het algemeen meer sociale steun aanwezig van vrienden en familie dan bij slachtoffers van seksueel geweld, maar dit komt waarschijnlijk mede doordat slachtoffers van seksueel geweld er vaak niet over durven te praten met mensen binnen hun sociale netwerk. Slachtoffers van sexting ontvangen daarentegen weer weinig steun als het gaat om leeftijdsgenoten. Zij verspreiden vaak de foto via sociale media en pesten het meisje ermee.

Het ondervinden van problemen op relationeel gebied komt naar voren bij de verhalen van meiden en hulpverleensters over de impact van sexting. Er zijn meiden die jongens wantrouwen en zich afvragen of jongens wel de juiste motieven hebben om contact te zoeken, maar er zijn ook meiden die juist op zoek gaan naar jongens die ze wel kunnen vertrouwen en van wie ze veel aandacht krijgen. Deze tegenstelling zien we ook terug in de literatuur over aanranding en verkrachting wanneer het gaat over het opzoeken of vermijden van intimiteit.

Samengevat laten de resultaten zien dat er zowel overeenkomsten als verschillen zijn wanneer de gevolgen en coping strategieën van sexting worden vergeleken met die van aanranding en verkrachting. In Tabel 1 worden deze overeenkomsten en verschillen kort weergegeven.

(26)

Tabel 1.

Overeenkomsten en verschillen wanneer de gevolgen en coping strategieën van sexting vergeleken worden met die van aanranding en verkrachting.

Overeenkomsten Verschillen

Emotionele problemen Drugs- en alcoholmisbruik (Aanranding en verkrachting)

Depressieve symptomen

Eet- en persoonlijkheidsstoornissen (Aanranding en verkrachting)

Beschadiging (zelf)vertrouwen Herbeleving

(Aanranding en verkrachting)

Moeite met het aangeven van grenzen Symptomen van vermijding (Aanranding en verkrachting)

Vervreemding/isoleren van andere mensen Schrikreacties

(Aanranding en verkrachting)

Symptomen van prikkelbaarheid Lichamelijke gevolgen (Aanranding en verkrachting)

Vermijding als coping strategie Gepest, aangestaard en bedreigd worden (Sexting)

Slachtofferbeschuldiging en het negatieve effect op het zelfbeeld

Tegenstelling opzoeken of vermijden van intimiteit

Bestaande hulpverlening sexting

Er blijken zowel overeenkomsten als verschillen te zijn wanneer de gevolgen en coping strategieën van sexting vergeleken worden met die van aanranding en verkrachting. Voordat zal worden ingegaan op de betekenis van deze uitkomsten voor de hulpverlening, zal eerst worden gekeken naar de ervaringen van de meiden en hulpverleensters met de bestaande hulpverlening in de vorm van het hulpprogramma Julia.

(27)

Hulpprogramma Julia

Aan de hulpverleensters werd gevraagd wat volgens hen het belangrijkste doel van het hulpprogramma Julia is. Zij geven aan dat het belangrijk is om een maatje te zijn voor de meisjes. Een hulpverleenster beschrijft het doel van Julia als volgt:

‘Het hele programma is gericht op het presentiegericht werken; een maatje zijn voor de meisjes, het ondersteunen van, een luisterend oor kunnen bieden en het mee kunnen denken met de meisjes’ (Hulpverleenster Julia).

De hulpverleensters vertellen dat het programma uit meerdere modules bestaat waarbij onder andere aandacht is voor de puberteit, verliefdheid, seksualiteit, grenzen aangeven,

weerbaarheid, zelfbeeld en coping. Sexting valt onder de module sociale media. Een

belangrijk deel is het bewust worden van het veilig gebruik van sociale media. Daarbij wordt gebruik gemaakt van educatieve filmpjes en rollenspellen. Grenzen aangeven speelt volgens de hulpverleensters een hele belangrijke rol bij meisjes die slachtoffer zijn van sexting. Ervaringen met Julia

De hulpverleensters zijn over het algemeen van mening dat er voldoende hulp aan slachtoffers van sexting wordt geboden binnen het programma Julia. Ze geven aan dat ze doen wat ze kunnen om herhaling te voorkomen. Dit doen ze door de meisjes de juiste handvatten mee te geven. Een aantal hulpverleensters geeft aan dat er in het geval van sexting meestal al andere hulp aanwezig is bijvoorbeeld vanuit de Geestelijke Gezondheidszorg. Het programma Julia is dan een goed aanvullend programma. Dit komt terug wanneer de meiden vertellen over de aanmeldingsreden. Ze vertellen te zijn doorverwezen door bijvoorbeeld de Gemeentelijke Gezondheidsdienst of door een centrum van Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Hoewel alle hulpverleensters vinden dat er voldoende hulp wordt geboden binnen Julia, weet niet iedereen zeker of de begeleiding genoeg is om de gevolgen te minimaliseren. Zo is er een hulpverleenster die aangeeft zich af te vragen of er behandeling nodig is in het geval van sexting:

‘Ik vind trauma altijd een soort litteken op je ziel. Wij voorkomen in ieder geval dat er nieuwe littekens worden gemaakt, maar ik weet niet of wij er een pleister opplakken of dat we het ook netjes hechten. We geven de meiden de juiste tools mee om te

(28)

behandeling nodig’ (Hulpverleenster Julia).

Alle hulpverleensters geven aan positieve veranderingen te zien als het meisje het hulptraject afsluit. De meisjes zijn over het algemeen vrolijker, zitten beter in hun vel en hebben meer zelfvertrouwen. Daarnaast zijn zij zich meer bewust van de gevolgen die sociale media met zich meebrengt en hebben zij een realistischer zelfbeeld:

‘Ze denken realistischer, zo van; Ik ben niet dom en ook geen slet. Ik ben wie ik ben en heb een foutje gemaakt. Een foutje met grote gevolgen’ (Hulpverleenster Julia).

Eén van de belangrijkste veranderingen volgens de hulpverleensters is, dat de meisjes zichzelf weer respecteren en waarderen, ongeacht wat anderen van hen vinden of denken.

De meiden geven tijdens de interviews aan dat zij net als de hulpverleensters positieve ervaringen hebben met het programma. Ze vinden het fijn dat ze alles kunnen vertellen, wat het ook is. Daarnaast is er iemand die echt naar ze luistert en ze begrijpt. Ook geven de meiden aan dat ze veel beter weten hoe ze met bepaalde situaties om moeten gaan. Ze trekken zich ook minder aan van wat anderen van hen zeggen of denken. Het nee kunnen zeggen, oftewel de grenzen aangeven, komt herhaaldelijk terug als belangrijke leerervaring. Over het algemeen geven de meiden aan positief veranderd te zijn door het programma. Niet alleen het meisje zelf, maar ook haar omgeving merkt deze verandering op:

‘Ze zeggen ook van dat ik een ander mens word en dat ik helemaal opleef en dat ik niet meer zo’n dood vogeltje ben’ (Meisje, 15 jaar).

Betekenis uitkomsten voor bestaande hulpverlening

De meiden die begeleiding hebben gekregen middels het programma Julia geven net als de hulpverleensters aan positieve veranderingen te zien door het programma. Wanneer gekeken wordt naar de psychische gevolgen die uit dit onderzoek naar voren komen, lijkt enkel begeleiding niet genoeg te zijn om de klachten te verwerken.

Het is van belang dat slachtoffers niet vermijden door te vluchten of te ontkennen, maar dat de psychische klachten op een probleemoplossende manier worden verwerkt middels behandeling. Bij traumagerichte behandeling wordt onder andere ingespeeld op herbeleving en lichamelijke gevolgen. Deze gevolgen komen weinig tot niet voor bij

(29)

slachtoffers van sexting. Behandeling van sexting zou daarom meer moeten inspelen op de depressieve en emotionele klachten van de slachtoffers.

Meiden die slachtoffer zijn van sexting zijn tevens vaak langdurig gepest, wat op zich al een traumatische ervaring kan zijn en een negatieve impact heeft op het zelfbeeld.

Behandeling kan hierop inspelen door negatieve denkbeelden bij de meiden weg te nemen en de traumatische ervaring te verwerken. Begeleiding door middel van het programma Julia zou dan aanvullend gericht kunnen zijn op het aangeven van grenzen, coping en het

zelfvertrouwen. Dit zijn belangrijke aspecten waar zowel slachtoffers van sexting als slachtoffers van aanranding en verkrachting problemen mee hebben.

Discussie Conclusie

Aan de hand van kwalitatief onderzoek werd nagegaan welke gevolgen sexting heeft voor meiden van 13 tot 19 jaar en welke coping strategieën zij toepassen. Vervolgens werd

gekeken of deze gevolgen en coping strategieën vergelijkbaar zijn met die van aanranding en verkrachting, wat de ervaringen zijn met de bestaande hulpverlening en wat de uitkomsten betekenen voor de bestaande hulpverlening aan slachtoffers van sexting.

Uit het onderzoek komt naar voren dat sexting een rol speelt in het leven van jonge meiden. Ook meiden die er geen directe ervaring mee hebben, ontvangen regelmatig seksueel getinte foto’s en filmpjes op hun telefoon. Daarnaast kenden zij meisjes van wie een foto is verspreid. De meiden, die allemaal een havo-opleiding volgden en geen directe ervaring hadden met sexting, konden de gevolgen van het versturen van seksueel getinte foto’s en video’s goed inschatten. Zij noemden voornamelijk psychische klachten als gevolg van sexting en vermijding als coping strategie.

Sexting blijkt een heftige impact met traumatische gevolgen te hebben voor meisjes die er slachtoffer van zijn of zijn geweest. De betreffende foto’s en filmpjes zijn dikwijls herhaaldelijk weer opgedoken via sociale media. Meiden werden uitgescholden, bedreigd en gechanteerd. Daarnaast werden meiden langdurig gepest, wat kon leiden tot het krijgen van suïcidale gedachten en een negatief zelfbeeld. Er zijn meiden die wisselden van school of het liefst in huis bleven uit angst om aangestaard of uitgescholden te worden. De meiden gingen wisselend om met het verspreiden van de foto of het filmpje, maar gebruikten veelal

(30)

De geïnterviewde hulpverleensters bleken veelal dezelfde gevolgen en coping

strategieën te signaleren als de meisjes zelf. Daarnaast werden problemen thuis en op school genoemd. De hulpverleensters zien meisjes die vooral intens verdrietig zijn en verschillend omgaan met de situatie: van negeren, vluchten en ontkennen tot letterlijk het gevecht aangaan. De hulpverleensters zien daarnaast een tegenstelling als het gaat om het vertrouwen in

jongens: Er zijn meiden die na een slachtofferervaring met sexting jongens niet meer vertrouwen, maar ook meiden die jongens juist gaan opzoeken.

In tegenstelling tot bij aanranding en verkrachting lijken bij sexting weinig lichamelijke klachten, symptomen van herbeleving en schrikreacties voor te komen. Daarentegen lijken slachtoffers van aanranding en verkrachting minder te worden gepest, aangestaard en bedreigd en lijken zij minder sociale steun te ervaren dan slachtoffers van sexting. Beide groepen lijken mensen, plaatsen en situaties te vermijden maar doen dit om verschillende redenen. Slachtoffers van aanranding en verkrachting vermijden voornamelijk vanwege de koppeling met de traumatische gebeurtenis terwijl slachtoffers van sexting mensen, plaatsen en situaties lijken te vermijden uit schaamte en angst.

Naast verschillen is er een aantal belangrijke overeenkomsten te noemen. Meiden die slachtoffer zijn van sexting lijken net als slachtoffers van aanranding en verkrachting veelal depressieve gevoelens en verschillende emotionele problemen te ervaren. Ook komt

prikkelbaarheid voor. Daarnaast passen slachtoffers van sexting en aanranding en verkrachting allebei veelal vermijding toe als coping strategie.

Uit dit onderzoek blijkt dat meiden die slachtoffer zijn van sexting depressieve en emotionele klachten kunnen ontwikkelen. Enkel begeleiding is mogelijk niet voldoende om deze psychische klachten te verwerken. Daarnaast kunnen langdurige pesterijen leiden tot een negatief zelfbeeld. Behandeling zou daarom in moeten spelen op het verwerken van de psychische problematiek van slachtoffers van sexting en het wegnemen van de negatieve denkbeelden.

De hoofdvraag van dit onderzoek had betrekking op de door meiden van 13 – 19 jaar ervaren gevolgen en toegepaste coping strategieën ten aanzien van sexting. Daarnaast werd gekeken welke aanknopingspunten deze gevolgen en coping strategieën bieden voor de wijze waarop bestaande hulpverlening gericht op het verwerken van aanranding en verkrachting kan worden ingezet voor slachtoffers van sexting. De depressieve en emotionele klachten die slachtoffers van sexting kunnen ontwikkelen, lijken net als het toepassen van vermijding als coping strategie aanknopingspunten te kunnen bieden voor behandeling.

(31)

Implicaties en aanbevelingen

Er is door middel van kwalitatief onderzoek aangetoond dat er een aantal belangrijke overeenkomsten zijn wanneer de gevolgen en coping strategieën van sexting vergeleken worden met die van aanranding en verkrachting. Hoewel er alleen onderzoek is gedaan naar de gevolgen en coping strategieën van slachtoffers van sexting in de regio Amsterdam, kunnen deze resultaten wel degelijk een indicatie geven over de impact van sexting bij meisjes in de rest van Nederland, omdat verwacht wordt dat de impact van het

slachtofferschap niet plaatsgebonden is. Het doel van dit onderzoek was echter om meer kwalitatieve kennis te krijgen over de ervaringen van meiden en hulpverleensters met betrekking tot sexting en niet om een breed kwantitatief onderzoek te verrichten naar de prevalentie van sexting. Dat sexting heftige gevolgen kan hebben voor slachtoffers, is in overeenstemming met de bestaande literatuur over dit onderwerp (Ferguson, 2011). Daarnaast werd vooraf verwacht dat de gevolgen die hulpverleensters zien bij slachtoffers van sexting lijken op de gevolgen van aanranding en verkrachting. Deze verwachting blijkt deels in overeenstemming te zijn met de uitkomsten van het onderzoek. Bij slachtoffers van sexting lijken, in tegenstelling tot bij aanranding en verkrachting, posttraumatische stressklachten als vermijding en herbeleving weinig voor te komen. Daarentegen lijken depressieve en

emotionele klachten wel een rol te spelen bij slachtoffers van sexting en lijken zij tevens vermijding toe te passen als coping strategie.

Een aanbeveling voor mogelijk vervolgonderzoek zou zijn om te onderzoeken of traumagerichte behandelingen als EMDR en cognitieve gedragstherapie de psychische gevolgen van sexting kunnen minimaliseren. Daarnaast zou onderzocht kunnen worden wat de meest geschikte en werkzame behandeling is om deze gevolgen te verwerken.

De onderzochte meiden, die slachtoffer waren van sexting, volgden allemaal een vmbo-opleiding, terwijl de andere groep meiden een havo-opleiding volgde. Uit huidig onderzoek is gebleken dat de laatstgenoemde groep de gevolgen van sexting goed kan inschatten. Het is mogelijk dat het opleidingsniveau een rol speelt bij het versturen van

seksueel getinte foto’s en filmpjes. Het kan interessant zijn om bij vervolgonderzoek te kijken of verschillen in opleidingsniveau daadwerkelijk van invloed zijn op het minder goed kunnen overzien van de gevolgen en risico’s met betrekking tot sexting en het eerder versturen van seksueel getint beeldmateriaal. Dit kan tevens een indicatie geven over het belang van voorlichting op vmbo-scholen versus scholen waar havo- en vwo-opleidingen worden aangeboden.

(32)

De geïnterviewde meisjes gaven aan dat de politie niets met hun aangifte heeft gedaan. Hierdoor had het meisje dikwijls het gevoel dat de dader meer beschermd werd dan zij zelf. Het is mogelijk dat de politie niet veel kan doen voor het slachtoffer. Als de jongere vrijwillig een foto heeft gemaakt en gestuurd, komt het nauwelijks voor dat de verspreider van het seksueel getinte beeldmateriaal wordt vervolgd (Landelijk Expertisecentrum Kinderporno en Kindersekstoerisme, 2013). Het is voor de politie vaak niet mogelijk om een foto of filmpje volledig van het internet te verwijderen. Daarnaast is het lastig om erachter te komen wie de foto of het filmpje heeft gedeeld en wie het beeldmateriaal op de telefoon of computer heeft staan (Landelijk Expertisecentrum Kinderporno en Kindersekstoerisme, 2013). Een

aanbeveling zou daarom zijn dat de politie meer handvatten krijgt om de foto makkelijker van het internet te verwijderen.Daarnaast zou eventueel gekeken kunnen worden naar de wet- en regelgeving omtrent het verspreiden en delen van seksueel getinte foto’s en filmpjes.

Gezien de jonge leeftijd waarop meisjes in dit onderzoek in aanraking zijn gekomen met sexting is het aan te raden om al met voorlichtingen te beginnen op de basisschool. De rol van sociale media is dermate groot en veel jonge kinderen zijn al in het bezit van een mobiele telefoon of laptop. Daarom zou er op scholen meer aandacht moeten zijn voor het veilig gebruik hiervan. Leerkrachten zouden op een kindvriendelijke wijze de risico’s van sociale media kunnen bespreken met hun leerlingen. Een training die hierbij mogelijk kan worden ingezet is ‘Social Media Wijs’ (http://www.socialmediawijs.nl/). Tijdens klassikale

bijeenkomsten bespreekt de leerkracht dan de risico’s van sociale media met de kinderen. Daarnaast gaan kinderen met elkaar in discussie over wat wel en niet verstandig is met betrekking tot het gebruik van sociale media.

Naast voorlichtingen op school, zou het verstandig zijn om ouders beter voor te lichten over het fenomeen sexting en de risico’s hiervan. Zoals gebleken uit dit onderzoek,

verwachten ouders vaak niet dat hun kind te maken zou krijgen met sexting en reageren zij dan ook geschokt. Uit onderzoek van Sonck en de Haan (2011) bleek dat veel ouders geen zicht hebben op wat hun kind op de telefoon of computer doet. Ook kwam uit dit onderzoek naar voren dat ongeveer twee derde van de ouders het niet weet als hun kind een vervelende ervaring heeft gehad met sociale media. Het is dus van belang dat ouders zich meer bewust worden van de risico’s van sociale media en het mediagebruik van hun kind.

Jongeren zijn vaak van mening dat het slachtoffer zelf verantwoordelijk is voor de verspreiding van een naaktfoto: “Dan had je maar geen foto moeten maken, dat is toch ook dom en onverstandig”. Binnen dit onderzoek komt dit ook herhaaldelijk naar voren. Het is echter van belang dat jongeren zich bewust worden van de impact van het delen en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

To decom- pose the problem, we distinguish three attack vectors used for accomplishing an input manipulation: (i) user application (e.g., issue legitimate but malicious user commands

There are non-global logarithms in the perturbative expan- sion of these event shapes, that prevent resummation with the techniques used in chapter two. This is because the

Het evenwichtsspel wordt (ofwel de optimale acties van de spelers worden) bereikt als de spelers in een spelsituatie waarbij het aantal onbezette cellen in de eerste twee kolommen

Except for a few studies on organic solar cells, s-shaped I–V curves are reported to result from charge transport barriers at one of the (selective) contact layers that can be

National prevalence of obesity was 5.0% and higher proportion from urban (6.1%) compared to rural dwellers (3.7%). The result showed that using NCHS/WHO underestimated the

electrode metals like gold or palladium with work functions around 5 eV are utilized, the mismatch between the HOMO level of the organic compound and the metal is

Daarin wordt de inzet van het NA VO-moderni- seringsbesluit mijns inziens terecht gekenschetst als 'het leveren van een bewijs van Atlantische eenheid op het moment

In the top panel of Figure 5 , the heliocentric exit position of 100 MeV galactic electrons, traced time backward from Earth, for the A > 0 polarity cycle is plotted in