• No results found

De organisatie van de Deense varkensfokkerij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De organisatie van de Deense varkensfokkerij"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

-DE ORGAÏÏISATIS VAN -DE -DEE1TSE VAKKE1T8F0KKERIJ 1

De organisatorische opbouw

In de Bedrijfseconomische Mededeling ITo. 29 van het Landbouw-Eoonomisch Instituut vindt men vole bijwonderheden over de economische aspecten van de Deense varkenshouderij. Een van deze aspecten is de organisatie van de Deense varkenshouderij, waarop in dit artikel uit-voeriger zal worden ingegaan dan in de genoemde publikatie. Dit is mogelijk doordat n:, publikatie nog enkele interessante details 'bekend werden.

Zeals bekend is de Deense varkenshouderij sterk gebonden aan de afzet op de Engelse markt. Ongeveer 75"/ van de baconexport wordt

aan Engeland geleverd. Het is voer Denemarken dus uitermate belangrijk de eisen van de Engelse consument te kennen. De varkenshouderij moet dus enerzijds gericht zijn op de voortbrenging van een uniform produ.kt, anderzijds op do mogelijkheid tot snelle aanpassing aan veranderde eisen van de consument.

Typerend voor de Deense varkenshouderij is de concentratie van de fokdieren in ca. 250 officieel erkende fokbedrijven. Doze be-drijven beschikken over ongeveer 450 beren en 2000 zeugen.

Deze bedrijven zorgen voor een zo snel mogelijke verbetering van de kwaliteit van do Deense varkensstapel. De officieel erkende fokbedrijven leveren fokdieren aan ca. 1000 stamboekbedrijven die het ge.i.overdo fokmateriaal vermeerderen. Ds praktijkbedri jven betrekken hun zeugen, gewoonlijk van de stamboekbedri jven en do boren van de

officieel erkende fokbedrijven. Tot snelle verbetering van de Kwaliteit van do varkensstapel houden do officieel erkende fokbe-drijven de boste jonge boren aan on verkopen do oudere vrij snol.

Do organisatie van do varkonsfokkurij is wettelijk geregeld^ de uitvoering van deze wetten bc-ust bij de landbouworganisaties. Deze uitvoering geschiedt door middel van een aantal commissies. In deze commissies zitten afgevaardigden van de boerenbonden, van de coöperatieve varkensslachterijen en do vceteoltconsulontcn. To is er één landelijke commissie die tot taak heeft bedrijven te erkennen als '"officieel erkend fokbodrijf".

Er zjjn negen districtscommissies die voorsteller tot erkenning kunnen doen aan de landelijke commissie. Zij worden bijgestaan door keuringscommissies. De erkenning als officieel erkend fokbodrijf wordt slechts vcor één jaar verleend en wel van 1 september bot

3'; augustus. Door de erkenning slechts voor een jaar te verlenen is er een sterke neiging om de fokkerij op een zo hoog mogelijk

1) Dit stuk word geschreven in 1959/60,. doch als artikel niet good genoeg bevonden. Ten einde ook anderen van deze m.i. interessante gegevens kennis to laxen nemen on ik niot meer de gelegenheid heb tot herziening,, heb ik dit stuk laten opnemen in do reeks.

Interne îlota'o.

(2)

peil te houden, to moer daar du Landelijke Commissie ernaar streeft ongeveer het aantal officieel erkende fokbodrijven op een zeker peil to handhaven.

De officieel erkende fokbodrijven moeten uiteraard aan con aantal voorwaarden voldoen. Zo mogen op zo'n bedrijf uitsluitend goedgekeurde dieren, die door inkopingen in de oorranden van een merk zijn voorzien, voorkomen. Van de boer wordt verlangd dat hij een administratie bijhoudt over het verloop van do fokkerij en van do aan- en verkopen. Verder moet hij voldoen aan do eisen die aan do gezondheidszorg zijn gesteld In februari en in september maakt

eon veearts een attest op over de gezondheidstoestand. Het toe-zicht op het bodrijf berust bij de districtscommissie, die het bedrijf tweemaal per jaar bezoekt en verslag uitbrengt.

BEOORDELING VAN DE OFFICIEEL ERKENDE FOKBSDRIJVEN

De bodrijven worden gezamenlijk beoordeeld door de Districts-commissie en de Landtouweonsulent.

Kiervoor worden oen aantal kenmerken volgens een bepaalde puntenschaal gewaardeerd.' Deze kenmerken zijns

PUNTENSCHAAL VOOR EEDRIJF SïCENKERKEN VAN GOED NAAR SLECHT 1. Bedrijfsvoering en algemene indruk

2. Type en bouw van do fokdieren 3. Vruchtbaarheid 4. Vlezigheid 5« Slachtkwaliteit 48 40 24 24 32 42 35 21 21 28 36 30 18 18 24 30 25 15 15 20 24 20 12 12 16 18 15

9

9

12 12 10

6

6

8

6

5

3

3

4

0

0

0

0

0

Het maximumaantal te behalen punten is 168.

De beoordeling van de onderdelen geschiedt volgens bepaalde richtlijnen.

^ • bedrijfsvoering en algomcfflO__i:ndrak

Voor het geven van een oordeel worden de volgende aspecten in beschouwing genomen:

a. afstamming van zeugen en beren. Exterieur en resultaten van do solectiemesterij, gezondheid en kwaliteit van de nakome-lingen;

b. merkon van gekeurde dieren en nakomelingen5

c. boekhouding van dekkingen en worpen, aantal geboren on groot-gebrachte biggen en de verkopen;

d. betekenis van het bedrijf voor do fokkerij. Hiervoor wordt de kundigheid van de eigenaar als fokker beoordeeld. Deze kundigheid komt tot uiting in de genomen beslissingen over het gebruik van de fokdieron, planning van de fokarboid, de orde on netheid op het bedrijf en'de voedering en verzorging. Deze bedrijfshandcllngen moeten erop gericht zijn, dat de erfelijke aanleg van. de dieren zo goed mogelijk tot ont-wikkeling komt.

2• Typu en bouw van de fokdieren

De punten worden gegeven aan do hand van de keuringsresultaten. Het aantal punten voor het bedrijf is het gemiddelde van de

(3)

3. Vruchtbaarheid

Voor ieder dier wordt het gemiddelde berekend van de punten voor het aantal geboren biggen en het aantal grootgebrachte biggen. Daarna wordt het gemiddelde por bedrijf bepaald. Deze punten zijn;

4.

Geboren aantal 14 of moer 13 12 11 10

9

8

. Vlezigheid biggen punten 12 11 10

9

8

7

6

Grootgebrachte aantal | 12 of moer 11 10 9 8 7 6 biggen punten 12 11 10 9 8 7 6

De hoeveelheid vlees hangt nauw samen met het voederverbruik per kg levend gewicht. Hoc lager hot voederverbruik hoe vleziger het varken. De beoordeling heeft vergelijkenderwijze plaats. Het kwartaalgemiddeldo van de selectiernestorij wordt gesteld op

15 punten. De in dit kwartaal geslachte selectietomen krijgen per 0,10 voedereonheden boven of onder het gemiddelde 3 punten minder of meer. Hul punten krijgt men als ten minste 0,50 vooder-eenheden meer gebruikt zijn dan het gemiddelde^ 24 punten worden behaald bij een voederverbruik var.

het gemiddelde. 5. Slachtkwaliteit

0,20 voedereenheden lager dan

Op de selectiemo£;tcrij wordt oen cijfer gegoven voor de slachtkwaliteit van de ingezonden toom in een schaal van nul tot 15« De punten voor het bedrijf worden gegeven op basis

van deze cijfers.

Waardering slachtkwaliteit 14,0 - 15,0 13,5 - 13,9 13,0 - 13,4 12,5 - 12,9 12,0 - 12,4 11,5 - 11,9 11,0 - 11,4 10,0 - 10,9 minder dan 10,0 Punten 32 28 24 20 16 12

8

4

0

In de publikaties over de resultaten van de officieel erkende fokbedrijven worden de bedrijven gerangschikt volgens het totale aantal behaalde punten. De spreiding in het aantal liep in 1956/57 van ca. 85 tot ca. 125.

(4)

4 -<D • P b/J G O 1-3 O • p M • H n 0) - p M •H

n

o M CÖ - p d 0) ü fH o PH 1 ,d ü cö .r-H ra - P • H t=> 1 M O Ti o o > fH O ft • H o o u o 5 — d o bo cö - d d • H e o T i fH O Ti d O f! S •H ü ,M -P O 0> ft r d ra 0 ^ ü S • cö H 3 d î> P -H •P >. CD 0 ) fl ft E m o O tU3 £? ? ä t» H .H • P fH tû O 0) ft o

8-Ö

L

CD CD ft 50 CQ CÖ bO-P S M • H O - P ü Ö O -cl 3J3-H c o i ^ o rCl d O •H fH CD CJ fciO O ft d O Ü f t p s > cö O fH fcnON 'oD d 1 t i o ä OJ - H d £ O b£ d 0) o 'l~2 • H P r H CÖ • p d cö «J fH CÖ CÖ h2 b0 ^ O CT\ t u A i O <M CA CO «3 * * C 0 " ! -ON » \ l»\ OS OS OS CO CM r O ^ f ^ t " L n CO ON CT\ ON ON CN MD MD MD OU T - •>— O C\J CM r O r O r O v s o s ON o s * s ° s r O r o C l r o r O c o i n ON *H- CM me— OS ^ s OS * * * S ' S v t - m r O i-O r O CM CM CM CO CM rn r O VN Os ON «N ON Os O \ 0 0 i r r -L n M D MD M D MD M D CM CM C— CO t—CO » \ W\ 0 \ <KN ff\ *S r~- t > - M D MD MD MD CM CM CM CM CM IM • s t C O 0 0 t— i n MD *qj- <M CM ON ON ON r \ o s » \ * N <*s e> m r O CO CM CM CM ro co t— r- i n UN CM CM r O CO CO CO MD MD MD MD MD MD MD t - CO C.\J D—co r ~ c o C-- O c " t c O MD f - C— C— 0 0 ON O O O CM CO " v t MD MD CM T - CM CO v - •<— r O M D C--MD CM r O CU ("O r O nO c—• r— t>- c—co os cu ro «sf i n i n m MD MD MD MD I— CO CM rO t t i n m LT, C A O N C A C A O N O N d o ra CÖ r-i ^ d CD hfl cö - P Ö CD O fH CD PH d CÖ !> M d •H r-H' O • d fH O o o , o ta H o > fH O > o TJ in o o > ^—-u n 1 o ö o - p ö d PH H H H H H H H-3 O r-H > O O CD > - P • P O > o E-l fH 0) bo CÖ fc^t fH fH O O bß O cô 1 o eu O ft CÖ >5 pq H^ M O O ; H î> o\ ft o d. - d u ö • H fH - d O CD 'CD - r i A Ti Ti d d d ,d •r-3 d © • H CÖ CD d (iH î> rQ O K CÖ

w

Ü •H d ^ d m cfi o i> G) M d OÙ • H d r-l fH

erd

e

he

t

> m 'r\ 0) -tf d o o en • d • H - P © CD r d ^ 0} - p 0) m d © d CÖ r H > î> !> fH CÖ CÖ H3 ^ vj CM • * T— MD 0-1 Ü oo Os o o o T -0 -0 MD -0 -0 CO CM T -O r -O CM -O ^fr-MD i n c—co co r—MD C— 0 " \ t - «3- CM T - T - CM CM m M D CO VO 0 0 0 \ 0 \ « \ OS ON OS CM CM CM CM CU CM • v t t - O N O ON ON »S OS * s o s o s « s CM CM CM r O CM CM m co t - -vj- i n i n CT». » \ *A CS * » C \ CM CM r^, m m r O en vj- "*t c— t— ON o s » s WN WS O \ » S CM CM CM CM CM CM O ONOO CM T r -g s ON WS ^ «N ^N CM CM CM r>0 r o n-N CM MD f - CO O CO CO 9S CS « \ OS 0V OS CM CM CM o o CM CU CU i n C~-MD MD tr--OS Cr\ OS ^ ON l>v C M C M C M C\J C M C U r - o CM tr— t— r-— » s ffs e s 0 s ffs ffs CJ r o r ^ r O o o r o c— r— f— c~co ON CM r o «^ i n i n i n ' O MD MD MD r— CO cu ro s^t i n i n i n ON ON CN CJN ON ON MD ON d o VD ON r— .CM MD CM ON - P O Ti d 0) • H bX) 0) d © fH CÖ r O CÖ > o T i r-i O T) •rH P CD O O r O 1 O N CM ON r -CM O MD O

(5)

DE RESULTATEN VAU DE FOKKERIJ HT DE LOOP DEE JAREII

In de tabel zijn do belangrijkste bcoordelingscijfers van do solectiemesterijon gegeven voor hot Deense Landvarken. De voor-oorlogse cijfers hebben betrekking op do lokale solectiemesterijen, de naoorlogse op de 3 centrale solectiemesterijen. De jaarcijfers laten een gestadige ontwikkeling zien dio zich afspiegelt in de per 10 jaar gegeven cijfers. De ouderdom van de biggen op een gewicht van 20 kg is toegenomen, doordat er nu meer biggen per zeug worden grootgebracht dan vroeger. Dit leidt tot een matiger voedering en een langzamer groei. De groei per dag van 20-90 kg vertoonde voor de oorlog oen vrij grote schommeling. Het niveau lag op ongeveer 640 gram por dag. Sedert 1948 is de schommeling geringer en is hot niveau 670 gram per dag.Do sterke stijging is vermoedelijk toe te schrijven aar de betere omstandigheden op de centrale selectiomesterijen.

Do benodigde voedereenheden per kg groei zijn voortdurend ge-daald en in overeenstemming daarmede is het percentage exportvloes gestegen. De beoordclingscijfers, die in oen schaal van 0-15 staan, geven een geleidelijke verbetering van de kwaliteit te sien. Dit weerspiegelt zich in de verdeling van de varkens over do kwaliteits-klassen. In 1926 was slechts 'jOyo in klasse I, nu Stfb. Vooral in de

jaren van 1926 tot 1936 had een sterke verbetering plaats, die

voor een belangrijk deel kan worden toegeschreven aan de vermindering van do dikte van hot rugspok. In grafiek 1 is de ontwikkeling van

do dikte van het rugspek, het buikspek en de lengte van hot varken in beeld gebracht.

De lengte is opgevoerd tot ca. 94 cm. Deze lengte is het garâddeldc van 2 maten. Do varkens worden liggend gemeten 24 uur

na het slachten. Gemeten wordt de lengte van do voorkant van het schaambecn tot de achterste punt van het voorste gewrichtsvlak van de 1e halswervel on van de voorkant van het schaambecn tot de

achterkant van de 2e rib, waar deze uit de wervelkolom ontspringt. Er is reeds eerder op gewezen dat de centralisatie van de leiding van de fokkerij snelle koerswijzigingen mogelijk maakt. Dit vindt men goed geïllustreerd in de verlaging van de dikte van het rugspek. Omstreeks 1952 bleek op de Engelse en andere afzet-markten zich een verandering van de vraag voor te doen. Men wenste de bacon magerder dan voorheen. Als reactie daarop is de dikte van het rugsoek sedert 1952/53 verlaagd van 3,43 cm tot 3,12 cm in

1956/57.*

In grafiek 2 is de frequentieverdeling gegeven van de dikte van het rugspek. Hieruit blijkt dat zich een belangrijke

ver-schuiving in de loop der jaren heeft voorgedaan. In 1956/57 liep de totaio spreiding van 2,1 tot 4>2 cm, de standaardafwijking was 0,312 cm, do standaardafwijking van hot gemiddelde 0,005 cm.

(6)

6

-cm 94 93 92 91 90 Lengto Grafiek 1 4,0 3,9 3,8 3,7 3,6 3,5 3,4 3,3 3,2 3,1 3,0 2,9

Dikte van het rugspek

Dikte van het buikspek

• ' * ' » ' * > ' • • ' i i_ 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955

/26 /31 /36 /41 /46 /51 /56 iek 1 Lengte, d i k t e van het rugspek en d i k t e van hot buikspek volgens

de gegevens van de s e l e c t i o m o s t e r i j e n

Grafiek 2

(7)

LITERATUUR

L a n d s u d v a l g e t f o r S v i n p a y i o n s L e d o l s e ; R e g l e r og v e j l e d n i n g v e d r ^ r e n d e s v i n e a v l e n s l o d c l s e .

U i t g a v e van A n d e l s s l a g t e r i e r n c s F o e l l o s k o n t o r t e Kopenhagen. 1952.

H j a l m a r C l a u s e n en N ^ r t / f t Thomson; 4 6 . h e r e t n i n g ens sammenlignende f e r s ^ g med s v i n f r a s t a t s a n e r k e n d t e a v i s e e n t r e . 1 9 5 6 - 5 7 • 3 0 4 . b e r o t n i n g f r a F o r s ^ g s l a b o r a t o r i e t . U i t g e g e v e n d o o r S t a t o n s H u s d y r b r u g s u d v a l g t e Kopenhagen. 1958. L a n d s u d v a l g e t f o r S v i n e a v l e n s L e d e l s e ; S v i n o a v l s c e n t r e . S t a t s a n e r k e n d t e i p e r i o d e n f r a 1 Septembor 195& t i l 31 August 1957• Under A v l s c o n t r e - u d v a l g o n e s K o n t r o l . U d a r h e j d e t af l a n d s k o n s u l e n t . R . S . P . J e p p e s e n . IO6O

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ME.. ue supermacht, de neutrale macht en de civiele macht. Nederland kiest voor het civiele Europa. Dit komt overeen met de Atlantische visie, die West- Europa uitdrukkelijk als

De projecten die Missio dit jaar steunt, dragen dankzij opleiding en onderwijs bij tot vrede.. In Boli- via betreft het een schooltje in Po- tosi, ’s werelds

[r]

Clear diurnal activity, preserved even after continuous darkness. Nocturnal decrease in motor activity &amp; increase in arousal threshold. Summary of fish sleep studies,

naaldhout- Heide en vennen Oppervlakte (ha) -400 -300 -200 -100 0 100 200 300 400 Naaldhout- en populierenaanplanten Cultuurgraslanden en akkers Bossen Moerassen Mozaïeklandschap

In light of the expectations that people who are concerned about the theme of diversity are particularly motivated to fill out the survey, and that people who are (seen

1 Locatie nutstracé In een eerder plan was een nutstracé aangegeven in het bestaande voetpad gelegen langs de Mericilaan (de laan tussen de bomen).. In het huidige plan is dit

By examining the preferences and opportunities for contact of natives and first- and second-generation Turkish and Moroccan migrants, this research aimed to