• No results found

Kleine deeltjes, grote kwesties: Een issueanalyse van de maatschappelijke dialoog nanotechnologie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kleine deeltjes, grote kwesties: Een issueanalyse van de maatschappelijke dialoog nanotechnologie"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lucien Hanssen, Tim Vos, Maartje Langeslag & Bart Walhout*

Kleine deeltjes, grote kwesties

Een issueanalyse van de Maatschappelijke Dialoog

Nanotechnologie

Dit artikel beantwoordt de vraag welke kwesties aan bod zijn gekomen in de Maatschappe-lijke Dialoog Nanotechnologie en in hoeverre deze dialoog heeft bijgedragen aan verbreding van het debat. Is het gelukt naast een technologisch ook een maatschappelijk perspectief neer te zetten? Naast de issueanalyse is ook onderzocht welke organisaties hierbij betrok-ken zijn geweest en de mogelijkheden die zij boden voor publieksinbreng.

Inleiding

Ontwikkelingen in de nanotechnologie – het onderzoeken en ontwerpen van mate-rialen op het moleculaire niveau – gaan gepaard met vele nieuwe vragen. De over-heid heeft daarom in 2010 een Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie (MDN) laten organiseren. Dat was geen eenvoudige opgave. De impact van nanotechnolo-gie strekt zich uit over uiteenlopende gebieden: niet alleen over de veiligheid van nieuwe nanodeeltjes voor mens en milieu, maar ook over zaken als privacy of mens-verbetering. Bovendien is er geen blauwdruk beschikbaar hoe maatschappelijke organisaties of groepen burgers betrokken kunnen raken bij een breed en nieuw thema als nanotechnologie (Gavelin et al., 2007; Hanssen et al., 2008).

Vanuit het oogpunt van de publieke opinie is de stand van zaken voor nanotechno-logie nu te vergelijken met die voor biotechnonanotechno-logie begin jaren negentig in de vorige eeuw (Curral, 2009; Eurobarometer, 2010). In die negentiger jaren is het publiek door allerlei belangengroepen gevoelig gemaakt voor kwesties als voedselveiligheid, milieueffecten of de dominante rol van multinationals. Het publiek debat Eten en

* Dr. Lucien Hanssen is directeur van Deining Maatschappelijke Communicatie & Governance. Con-tactgegevens: Peter Scheersstraat 26, 6525 DE Nijmegen. E-mail: l.hanssen@fo.nl, tel: 024-3245951. Tim Vos MSc is promovendus bij de vakgroep Industriële Microbiologie van de Technische Universi-teit Delft. Contactgegevens: Julianalaan 67, 2628 BC Delft. E-mail: t.vos@tudelft.nl, tel: 015-2787466.

Maartje Langeslag MA is voorlichtster bij de Stichting Art. 1 Midden Nederland. Contactgegevens: Postbus 215, 3500 AE Utrecht. E-mail: mslangeslag@gmail.com, tel: 06-50212013.

Bart Walhout MSc werkte als onderzoeker bij het Rathenau Instituut en is thans promovendus bij de vakgroep Wetenschap, Technologie en Beleidsstudies van de Universiteit Twente. Contactgegevens: Postbus 217, 7500 AE Enschede. E-mail: a.m.walhout@utwente.nl, tel: 053-4894248.

(2)

Genen dat in 2001 werd gehouden, vond plaats in een omgeving vol tegenstellingen en het gebruik van uitgesproken metaforen als ‘Gouden Rijst’ en ‘Frankenstein-voedsel’ (Hanssen et al., 2001; Van der Veer et al., 2002).

De Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie (CieMDN) kreeg de opdracht dit nationale debat te organiseren. De CieMDN koos voor een open agenda en een brede aanpak. Vooraf aan de start van de MDN organiseerde de Commissie een werkconferentie met betrokkenen en geïnteresseerden. Hier is nagedacht over thema’s die in de maatschappelijke dialoog aan de orde moesten komen en vormen van communicatie die het meest geschikt zouden zijn. In plaats van zelf een pro-gramma op te zetten, heeft de Commissie maatschappelijke organisaties, ngo’s, onderzoeksinstellingen, bedrijven, professionele mediaorganisaties en andere belangstellenden uitgenodigd om met projectideeën te komen om de informatie-voorziening en het debat op gang te brengen. De gedachte hierachter is dat een nationale dialoog meer kans van slagen heeft als de maatschappij die zelf mee mag vormgeven of kan aansluiten bij bestaande initiatieven (CieMDN, 2009).

De Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie is in vergelijking met het debat over genvoedsel een experiment geweest in tweeërlei opzicht: enerzijds vanwege de gekozen bottom-up-aanpak, anderzijds in het bespreken van een nieuwe technologie waarover nog weinig publieke kennis is en maatschappelijke controverse bestaat. We kunnen de MDN daarom zien als een eerste gedachtewisseling tussen onder-zoekers en functionarissen van overheid en bedrijfsleven met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en geïnteresseerde burgers over hun belangen, waarden en visies op nanotechnologie.

Debatten over nieuwe technologie hebben de neiging te versmallen tot discussies over kansen voor innovatie en risico’s voor mens en milieu. Nanotechnologie draagt echter ook bij aan maatschappelijke veranderingen, zoals digitalisering van de leef-omgeving of mogelijkheden voor mensverbetering. De technologie heeft daarmee een grotere impact die zich niet altijd in termen van kansen en risico’s laat uitdruk-ken. Een brede dialoog kan helpen om een beeld te krijgen van die maatschappe-lijke veranderingen, en van de waarden die in het geding kunnen raken (Rogers-Hayden & Pidgeon, 2007; Hanssen, 2009). Dit artikel beantwoordt de vraag welke kwesties aan bod zijn gekomen in de MDN en in hoeverre de dialoog heeft bijgedra-gen aan een verbreding van het debat over nanotechnologie. Naast de issueanalyse is ook onderzocht welke organisaties bij de dialoog betrokken zijn geweest en de mogelijkheden die zij hebben geboden voor inbreng vanuit het publiek.

(3)

Onderzoeksvragen en methodiek

Is het gelukt om naast een technologisch ook een maatschappelijk perspectief in de MDN neer te zetten? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nuttig een onderscheid te maken tussen een debat over mogelijke kansen en risico’s van nieuwe nanodeeltjes, over een goede sturing van de technologie, en een bredere dis-cussie over de impact van nanotechnologie op mens en samenleving. Dit doen we door eerst een vijftal discoursen te onderscheiden voor onze analyse: het risicodis-cours, het innovatiedisrisicodis-cours, het governance-disrisicodis-cours, het sociaal-ethisch-discours en het schuivende-wereldbeeldendiscours. Het laatste discours spitst zich toe op vragen over schuivende grenzen tussen mens en machine, tussen natuurlijk en kunst-matig, en tussen autonomie en manipulatie. Binnen elk discours is een aantal prominente kwesties gearticuleerd. In tabel 1 van de resultatensectie zijn de vijf coursen aangegeven met de vooraf aan de MDN onderscheiden kwesties. Deze dis-coursen en kwesties zijn gebaseerd op de eerdere studies Tien lessen voor een Nano-dialoog (Hanssen et al., 2008) en Leven als bouwpakket (Swierstra et al., 2009) van het Rathenau Instituut.

De vraag hoe deze issues zijn teruggekomen in de vijf onderscheiden discoursen, en hoe het type organisatie dat een MDN-project heeft georganiseerd hier wel of niet aan heeft bijgedragen, vormt het analyseperspectief van deze studie. De bottom-up-aanpak zou immers kunnen leiden tot een grotere betrokkenheid van maat-schappelijke groeperingen met een brede aandacht voor de onderscheiden kwesties. Gedurende de loop van de MDN hebben de onderzoekers 32 projecten geanaly-seerd. Zij hebben aangegeven welke specifieke kwesties in de vijf onderscheiden discoursen in elk MDN-project aan bod zijn gekomen. Ook hebben de onderzoekers gesproken met de betreffende projectleiders en waar nodig analyses met hen geveri-fieerd. Een overzicht van de 32 projecten staat in bijlage 1. Door gebruikmaking van classificatie zijn verbanden onderzocht tussen projecten, besproken kwesties en dis-coursen. Bij classificatie worden de projecten telkens in groepen ingedeeld. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke overeenkomst tussen de projecten in iedere groep voor wat betreft de besproken kwesties. Voor elk van de vijf discoursen is een projectclassificatie uitgevoerd (Van Katwijk & Ter Braak, 2003).

Aanvullend aan deze issueanalyse hebben de onderzoekers de projecten zelf beschreven naar specifieke communicatieactiviteit, gecodeerd naar het organisatie-type dat het project uitvoerde, naar het aantal deelnemers, en naar mogelijkheden voor publieksinbreng van het project. De gecodeerde resultaten zijn samengebracht in een overzichtstabel, zie bijlage 2. Deze overzichtstabel is gebruikt als brondocu-ment voor de statistische analyses. Op basis van het Werkverslag van de CieMDN hebben we het bereik van projecten ingedeeld in drie categorieën: minder dan hon-derd, tussen de honderd en duizend, en meer dan duizend deelnemers (CieMDN, 2011). De veronderstelling is dat kleinschaliger activiteiten zich beter lenen voor

(4)

bre-dere vraagstukken in het sociaal-ethisch en het schuivende-wereldbeeldendiscours. Ook is de projectleiders gevraagd om te kiezen uit een van de volgende drie moge-lijkheden voor publieksinbreng: (a) Het project was vooral gericht op informatie-voorziening en het beantwoorden van vragen uit het publiek; (b) In het project was er ruimte voor inbreng vanuit het publiek, maar deze input is niet expliciet vermeld aan de Commissie; (c) Het project was expliciet bedoeld om ideeën en suggesties van het publiek te verkrijgen en deze zaken zijn uitdrukkelijk aan de Commissie gerapporteerd.

Resultaten

In tabel 1 zijn de vijf discoursen met de onderscheiden kwesties weergegeven. In de derde kolom staat het aantal maal (N) dat een bepaalde kwestie aan bod is gekomen in een van de 32 geanalyseerde MDN-projecten.

Tabel 1. Discoursen met de onderscheiden kwesties

Discoursen Kwesties N

Risico

voorkomen van schade aan derden en onze leefwereld

Gezondheidsrisico’s Milieurisico’s Voorzorgsprincipe Product labelling 26 17 6 12 Innovatie

genereren van kennis en valorisatie

Duurzaamheid Innovatieve kansen

18 18

Governance

maatschappelijke sturing van technologie

Regelgeving Welvaartsdeling Goed bestuur Publieksinformatie 18 10 19 15 Sociaal-ethisch

wat vinden we als mens(en) belangrijk en wenselijk

Ethiek Slimme omgevingen Mensverbetering Wapenwedloop Privacy Proefdiergebruik 21 8 15 6 15 2 Schuivende-wereldbeelden

hoe verandert technologie onze blik op ons mens-zijn

Mens versus ding Ziek versus gezond

Natuurlijk versus kunstmatig Eigen wil versus manipulatie

8 9 12 6

Door middel van classificatie zijn de 32 MDN-projecten verder gerubriceerd voor elk van de vijf discoursen. Gelijkenis en verschil worden vastgesteld aan de hand van het spectrum aan kwesties dat in de betreffende projecten aan de orde is gekomen. MDN-projecten die op elkaar lijken, komen bij elkaar te staan. In tabel 2.1 tot en met 2.5 zijn de projectclassificaties voor de vijf discoursen weergegeven.

(5)

Tabel 2.1. Gelijkende projecten in het risicodiscours

Nr. Project Activiteit Organisatietype

5 Het Grote Nano-Onderzoek Discussie online Professional

6 Vrouwen en Cosmetica Website en forum Ngo

9 I know Nano: Nano en onderwijs Scholierenactiviteiten Professional

11 Nano Society Multimediaal lespakket Professional

15 Nano theatersport Theaterdebat Ngo

17 Nanodiscussie online Discussie online Professional

19 Nanokaravaan Publieksbijeenkomsten Professional

21 Internetpanel Nanotechnologie Discussies online Professional

22 Nanotopia Festival Professional

26 Consument & Nanotechnologie Website met forum Ngo

In de projecten weergegeven in tabel 2.1 zijn drie of meer van de vier onderscheiden risicokwesties besproken. Als we kijken naar de soort van activiteiten dan valt het op dat het vooral onlinediscussies betreft of livebijeenkomsten, zoals theater, festival of scholierendebat, met ruime mogelijkheden voor interacties. Kijken we naar speci-fieke scores van issues in tabel 1, dan zien we dat deelnemers zich zorgen maken over mogelijke risico’s voor hun gezondheid en het milieu. Het feit dat de kwestie ‘labelling’ van nanoproducten eveneens frequent aan bod is gekomen, is een indica-tie van een behoefte aan openheid en duidelijkheid van zaken. Het issue ‘voorzorg’ is minder besproken in het risicodiscours.

Tabel 2.2. Gelijkende projecten in het innovatiediscours

Nr. Project Activiteit Organisatietype

1 I know Nano: Nano in beeld Tv-serie Professional

9 I know Nano: Nano en onderwijs Scholierenactiviteiten Professional

11 Nano Society Multimediaal lespakket Professional

13 Nano Trivia Online game Professional

17 Nanodiscussie online Discussie online Professional

19 Nanokaravaan Publieksbijeenkomsten Professional

21 Internetpanel Nanotechnologie Discussies online Professional 23 Nanorecht & Vrede Discussies on- & offline Expert 28 Next Nature: Nanosupermarkt Nanoproducten Expert

(6)

In de projecten in de lijst in tabel 2.2 zijn alle twee de onderscheiden innovatiekwes-ties besproken. Kijken we naar specifieke scores van issues in tabel 1 dan zien dat het vaak ging over ‘kansen’ van nanotechnologie. Kansen worden gezien in de dage-lijkse gebruiksvoorwerpen, energievoorziening en medische toepassingen zo blijkt uit de projectbeschrijvingen. Minder is het issue ‘duurzaamheid’ ter sprake geko-men.

Tabel 2.3 Gelijkende projecten in het governance-discours

Nr. Project Activiteit Organisatietype

5 Het Grote Nano-Onderzoek Discussie online Professional

11 Nano Society Multimediaal lespakket Professional

13 Nano Trivia Online game Professional

15 Nano theatersport Theaterdebat Ngo

23 Nanorecht & Vrede Discussies on- & offline Expert 25 Nano: Geloven in het kleine Website/Radioserie Ngo

In tabel 2.3 zijn de projecten weergegeven waarin alle vier de onderscheiden gover-nance-kwesties zijn besproken. Als we kijken naar de soort van activiteiten dan valt ook hier op, net als bij het risicodiscours, dat onlinediscussies en livebijeenkomsten met ruime mogelijkheden voor interacties tussen deelnemers voor dit discours goed bruikbaar zijn. Kijken we naar specifieke scores van issues in tabel 1 dan valt op dat kwesties als ‘goed bestuur’ en adequate ‘regelgeving’ veelvuldig zijn besproken, evenals de noodzaak van goede en evenwichtige ‘publieksinformatie’.

Tabel 2.4. Gelijkende projecten in het sociaal-ethisch discours

Nr. Project Activiteit Organisatietype

5 Het Grote Nano-Onderzoek Discussie online Professional

15 Nano theatersport Theaterdebat Ngo

23 Nanorecht & Vrede Discussies on-/offline Expert

24 Interreligieuze nanodialoog Seminar Ngo

25 Nano: Geloven in het kleine Website/Radioserie Professional

In de projecten in tabel 2.4 zijn vier of meer van de zes onderscheiden sociaal-ethi-sche kwesties besproken. De lijst laat zien dat het soort van activiteiten om deze kwesties te bespreken een hoog interactiegehalte kent en in een kleinere setting tot hun recht komt zoals een theaterdebat of seminar. Ook gemodereerde interactieve onlinediscussies (internetpanels) met ondersteuning van een actieve webredactie

(7)

met video en webartikelen maken het mogelijk een groter publiek bij discussies over sociaal-ethische vraagstukken te betrekken. Kijken we naar specifieke scores van issues in tabel 1 dan valt op dat vooral de kwestie ‘ethiek’ met daarbinnen aller-lei morele afwegingen sterk aan bod is gekomen. Een mogelijke angst voor meer controle uitte zich in de aandacht voor het issue ‘privacy’.

Tabel 2.5 Gelijkende projecten in het schuivende-grenzendiscours

Nr. Project Activiteit Organisatietype

7 Mag wat kan? Lesbrief Ngo

12 Theaterdebat Nano is Groot Theaterdebat Professional

16 Beweging Tijdschrift/Congres Ngo

20 Theaterdebat Nano is Groot Theaterdebat Professional

22 Nanotopia Festival Professional

25 Nano: Geloven in het kleine Website/Radioserie Professional

In tabel 2.5 zijn de projecten aangegeven waarin drie of meer van de vier onder-scheiden schuivende-wereldbeeldenkwesties zijn besproken. Interactieve vormen, zoals theater, festival of lesbrief, zijn vaak gebruikt voor het bespreken van deze kwesties. Deelnemers gingen met elkaar in gesprek op basis van geïmproviseerde verhalen die laten zien wat de betekenis en gevolgen van nanotechnologie kunnen zijn voor hun dagelijkse leefwereld. De specifieke scores van issues in tabel 1 laat zien dat in dit discours de kwestie ‘natuurlijk versus kunstmatig’ het meest naar voren kwam.

Bereik en inbreng publiek

Als we de 32 geanalyseerde projecten in de Maatschappelijke Dialoog Nanotechnolo-gie bekijken dan valt op dat er acht projecten zijn uitgevoerd door ngo’s of maat-schappelijke organisaties, negentien door professionele mediaorganisaties, en vijf door experts afkomstig van academische of onderzoeksorganisaties. Na statistische analyse bleek het gemiddelde bereik van een project tussen de drie hiervoor onder-scheiden organisatietypen niet significant te verschillen, zie figuur 1. Het publieks-bereik per afzonderlijk project is te vinden in de overzichtstabel in bijlage 2.

We kunnen eveneens vaststellen dat de mogelijkheid voor inbreng van het publiek in een project tussen de drie typen organisaties weinig verschilt, zie figuur 2. Een aantal projecten was expliciet bedoeld om ideeën en suggesties van het publiek te verkrijgen: gemodereerde internetpanels, interactief theater en kleinschalige bijeen-komsten zijn geschikte omgevingen geweest om deelnemers mee te laten praten over nanotechnologie. De mogelijkheid voor publieksinbreng voor de afzonderlijk projecten is te vinden in de overzichtstabel in bijlage 2.

(8)

Discussie en conclusie

Een belemmering voor het maatschappelijke debat in een vroege fase is het ontbre-ken van ervaringsontbre-kennis. Als er nog geen producten zijn, weten mensen niet wat nanotechnologie inhoudt. Informatievoorziening helpt om voor een deel te voorzien in de behoefte aan wetenschappelijk-technische kennis. Woordvoerders van het publieke en private nano-onderzoek hebben geparticipeerd in verschillende MDN-projecten. Hun inbreng betrof vooral het eigen wetenschappelijke onderzoek,

inno-Figuur 1. Het gemiddelde publieksbereik (met standaarddeviatie) in een project per type organisatie

Figuur 2. De gemiddelde publieksinbreng (met standaarddeviatie) in een project per type organisatie

(9)

vatieve kansen en mogelijke risico’s. Zij achtten zichzelf een minder geschikte part-ner in gesprekken over sociale en ethische kwesties. Het valt op dat kwesties uit het innovatiediscours, naast de projecten van mediaprofessionals, relatief vaak in pro-jecten van experts aan bod zijn gekomen. Kwesties uit het risicodiscours en het governance-discours daarentegen zijn bij projecten van ngo’s, naast die van media-professionals, relatief veel aan bod gekomen.

De prominente rol van ‘gezondheidsrisico’s’ en ‘milieurisico’s’ in de Maatschappe-lijke Dialoog Nanotechnologie is verklaarbaar, maar risico’s zijn geen gemakkelijk onderwerp voor een debat. Risicodiscussies vereisen gespecialiseerde wetenschap-pelijk-technische kennis die niet altijd aanwezig was bij organisaties die MDN-pro-jecten uitvoerden, zo bleek uit de toelichting die projectleiders hebben gegeven. De CieMDN heeft expliciet gekozen voor een bottom-up-aanpak, waarin ook bestaande groeperingen en bewegingen een plaats konden krijgen. Een aantal maatschappe-lijke organisaties en ngo’s heeft hiervan gebruik gemaakt. De meer levensbeschou-welijke organisaties met een duidelijk eigen profiel en agenda hebben kwesties in het sociaal-ethisch discours en het schuivende-grenzendiscours geagendeerd, daar-mee voortbordurend op de eigen agenda.

Maatschappelijke perspectief

Professionele mediaorganisaties hebben het merendeel van de activiteiten georgani-seerd. Deze vaak commerciële organisaties zijn gewend te werken in een snelle markt voor producten op maat. Deze projecten waren vooral gericht op informatie-voorziening en bewustwording naar het grote publiek en het onderwijs. Bij het voeren van een maatschappelijke dialoog kan een specifieke stellingname een belangrijke aanjager zijn voor gesprekken en discussies. Het stimuleren van maat-schappelijke organisaties en ngo’s, partijen die van nature een standpunt innemen over sociale en ethisch relevante onderwerpen, kan een zinvolle duw aan het dia-loogproces geven. De vraag: Is het gelukt om naast een technologisch ook een maat-schappelijk perspectief in de MDN neer te zetten?, moeten we beantwoorden met gedeeltelijk. De deelname van maatschappelijke organisaties en ngo’s met een eigen geluid aan de nationale dialoog is bescheiden geweest. Uit gesprekken met betref-fende projectleiders blijkt dat het thema nanotechnologie bij veel maatschappelijke groeperingen niet actief op de agenda staat en vanwege beperkte middelen worden vaak andere keuzes gemaakt.

Evenwichtige informatie over risico’s en kansen van nanotechnologie blijft cru-ciaal – ook na de dialoog. De scores op de issues ‘product labelling’ en ‘publieks-informatie’ bevestigen dit. De invulling hiervan hangt in grote mate af van het beschikbare budget dat overheden of bedrijven beschikbaar stellen. De uitvoering kan plaatsvinden door professionele mediaorganisaties zoals de MDN heeft laten zien. We hebben kunnen vaststellen dat het gemiddelde bereik van een project tus-sen de drie organisatietypen (professionals, ngo’s, experts) weinig verschilt. Ook de

(10)

mogelijkheid voor inbreng vanuit het publiek in de projecten was bij alle drie de typen organisaties min of meer hetzelfde. Naast het risico- en het innovatiediscours, hebben de professionals in hun MDN-projecten ook een maatschappelijk perspec-tief kunnen schetsen in het sociaal-ethisch of het schuivende-wereldbeeldendis-cours, maar relatief minder dan de ngo’s dat hebben gedaan. Om in toekomstige nationale dialogen naast een technologisch, een meer uitgesproken maatschappelijk perspectief neer te zetten, verdient het aanbeveling om competenties en experti-seopbouw van maatschappelijke organisaties en ngo’s tijdig te ondersteunen.

Dankwoord

De auteurs danken dr. M.M. van Katwijk voor hulp bij de classificaties en de statisti-sche analyses. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bij-drage van het Rathenau Instituut.

(11)

Bijlage 1. Geanalyseerde MDN-projecten

No. Project Organisator Activiteit

1 I know Nano: Nano in beeld Peijl Consultancy Tv-serie 2 Nano in Macroperspectief Lagestee Film BV Tv-documentaire 3 Proefdiervrij en Nanotechnologie Stichting Proefdiervrij Tv-filmpjes 4 Quest Nanotech Special Quest Magazine Tijdschrift 5 Het Grote Nano-Onderzoek Astronet Discussie online 6 Vrouwen en Cosmetica Stg Natuur en Milieu Website en forum 7 Mag wat kan? Stg Christelijke Filosofie Lesbrief

8 Klein, Kleiner, Groots! Dag van de Aarde Krant

9 I know Nano: Nano en onderwijs Technocentrum Zuid Scholierenactiviteiten

10 Nano LinX Science LinX Scholierenactiviteiten

11 Nano Society Media Explosive Multimediaal lespakket

12 Theaterdebat ‘Nano is Groot’ Mens in de Maak Theaterdebat

13 Nano Trivia ITPreneurs CSI Online game

14 LLowlab Double 2 BV Festival

15 Nano theatersport Stg Natuur en Milieu Theaterdebat 16 Beweging Stg Christelijke Filosofie Tijdschrift/Congres 17 Nanodiscussie online Kennislink NCWT Discussie online

18 Gezamenlijk leren RU Groningen Workshops

19 Nanokaravaan Tumult Utrecht Publieksbijeenkomsten

20 Theaterdebat ‘Nano is Groot’ Mens in de Maak Theaterdebat

21 Internetpanel Nanotechnologie Bureau KLB Discussies online/offline

22 Nanotopia Lux Festival

23 Nanorecht & Vrede Malsch Technoval./IKV Discussies online/offline 24 Interreligieuze nanodialoog Stg Christelijke Filosofie Seminar

25 Nano: Geloven in het kleine Protestant.nl - NCRV Website/Radioserie 26 Consument & Nanotechnologie Consumentenbond Website met forum 27 Vignetten en scenario’s UTwente Vignetten en scenario’s 28 Next Nature: Nanosupermarkt NextNature Nanoproducten 29 De Kunst van Nanotechnologie Deining Artistiek onderzoek 30 De contrastenconferentie Create2Connect Seminar

31 Base Camp Nano Continium Tentoonstelling

(12)

Bijlage 2. Overzichtstabel voor classificatieanalyse KWESTIES PROJECTEN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 N Gezondheidsrisico's 1 1 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 26 Milieurisico's 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 17 Voorzorgsprincipe 0 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 6 Product labelling 1 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 12 Duurzaamheid 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 0 0 0 1 1 0 1 1 0 18 Innovatieve kansen 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 0 0 18 Regelgeving 1 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 1 1 1 18 Welvaartsdeling 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 10 Goed bestuur 0 1 0 0 1 0 1 1 1 0 1 0 1 0 1 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 1 0 0 1 0 1 19 Publieksinformatie 1 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 15 Ethiek 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 0 1 0 0 1 21 Slimme omgevingen 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 0 8 Mensverbetering 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 15 Wapenwedloop 0 0 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 6 Privacy 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 15 Proefdiergebruik 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2

Mens versus ding

0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 8

Ziek versus gezond

0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 9

Natuurlijk versus kunstmatig

0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 1 1 0 1 1 0 0 0 0 12

Eigen wil versus manipulatie

0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 6

(13)

PROJECTKENMERKEN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 N

NGO of maatschappelijke organisatie

0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 Tot. 8 Professionele mediaorganisatie 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 Tot. 19 Academische of onderzoeksorganisatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 Tot. 5 Deeln. 1 < 100 2 100-1000 3 > 1000 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 3 2 3 3 2 2 2 3 2 2 1 3 3 2 3 2 1 3 3

1Inbreng 1 geen 2 beperkt 3 expliciet

1 1 2 1 3 3 1 1 3 3 1 3 1 1 1 1 3 3 2 3 3 2 3 3 1 2 1 1 1 2 1 1

(14)

Literatuur

CieMDN (2009). Naar een maatschappelijke agenda over nanotechnologie. Amsterdam: Commissie Maat-schappelijke Dialoog Nanotechnologie.

CieMDN (2011). Werkverslag. Verslag over de periode maart 2009 – januari 2011. Amsterdam: Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie.

Curral, S. (2009). ‘New insights into public perceptions.’ Nature Nanotechnology, 4, 79-80.

Eurobarometer (2010). Special Eurobarometer 341 / Wave 73.1. Biotechnology. Brussels: TNS Opinion & Social.

Gavelin, K., Wilson, R. & Doubleday, R. (2007). Democratic technologies? The final report of the

Nanotechno-logy Engagement Group. London: Involve.

Hanssen, L., Gutteling, J., Lagerwerf, L., Bartels, J. & Roeterdink, W. (2001). In de marge van het publiek

debat Eten en Genen. Flankerend onderzoek. Aspect 69. Enschede: Universiteit Twente.

Hanssen, L., Walhout, B. & Van Est, R. (2008). Tien lessen voor een nanodialoog. Stand van het debat

rondom nanotechnologie. Den Haag: Rathenau Instituut.

Hanssen, L. (2009). Design requirements for successful public participation in communication and governance

of science and technology. PhD Thesis. Enschede: University of Twente.

Rogers-Hayden, T. & Pidgeon, N. (2007). ‘Moving engagement ‘upstream’? Nanotechnologies and the Royal Society and Royal Academy of Engineering’s inquiry.’ Public Understanding of Science, 16(3), 345-364.

Swierstra, T., Boenink, M., Walhout, B. & Van Est, R. (red.) (2009). Leven als Bouwpakket. Ethische

verken-ningen van een nieuwe technologische golf. Klement: Kampen.

Van der Veer, N., Gutteling, J., Hanssen, L. & Seydel, E. (2001). ‘Wiens woord men gelooft diens brood men eet. De rol van publieksvertrouwen bij de acceptatie van genvoedsel.’ Tijdschrift voor

Communica-tiewetenschap, 30(4), 315-330.

Van Katwijk, M. & Ter braak, C. (2003). Handleiding voor het gebruik van multivariate analysetechnieken in

de ecologie. Nijmegen/Wageningen: Radboud Universiteit/Wageningen Universiteit en Research

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Waardering voor de analyse en voldoende begrip voor gebruik van economisch jargon wegens nood om te publiceren in economische vaktijdschriften, maar toch een zijdelingse

Meer specifiek behandelen zij de vraag waarom er geografische clusters van verschillende bedrijfssec- toren bestaan, en of deze geografische co-locatie van sectoren in Europa

“In short, if a new product changes the relative mix of old pro- ducts, there is no inefficiency as long as individual choice led to that result.” (p. 4) Maar, zegt George,

In de derde bijdrage onderzoeken Van Landeghem en Cörvers, in op- dracht van de Inspectie Werk en Sociale Economie, hoe een inspectiedienst haar impact kan meten op het

De positie van waarop Robert Frank kritiek uit- oefent op de pleidooien voor een ongebreidelde marktwerking onderscheidt zich bijgevolg van twee andere vormen van kritiek.. Hij

In een tweede bijdrage brengen Greet Van Dooren en Ludo Struyven verslag uit van een studie naar sociale activering door de Belgische OCMW’s?. Hoe wordt sociale activering door deze

Verrassend misschien, maar de georganiseerde plei- dooien voor ‘evidence-based policy’ in de zin zoals de term vandaag wordt gebruikt, dateren van de tweede helft van de

Mogelijk is het u ontgaan, maar het Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) heeft zonet een nieuwe erkenning gekregen als steunpunt voor beleidsre- levant onderzoek.. Het