• No results found

Een schoksgewijze mars door de politieke geschiedenis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een schoksgewijze mars door de politieke geschiedenis"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3

aan de kwaliteit van het ambtelijk apparaat. In een steeds ingewik-kelder samenleving waarin de ver-leidingen evenredig groter wor-den, ontkom je niet aan stelselma-tig investeren in het belangrijkste kapitaal van het openbaar hestuur: de mensen die er werken. In het bedrijfsleven is het heel normaal dat r ,!) tot 2 procent van de loon-som wordt hesteed aan training en opleiding en dat mensen stelsel-matig beoordeeld worden op de kwaliteit van hun functioneren in relatie tot de eisen die een veran-derende omgeving aan hen stelt. In vee! overheidsorganisaties is een dergelijk systematisch perso-neelsheleid nog ver te zoeken met

Een schoksgewijze

mars door de

politieke geschiedenis

Hennie Suiting bespreekt:

Remieg Aerts, Herman de Liagre Bohl,

Piet de Rooy en Henle te Velde, Land

van kleine aebaren. Een politieke aeschiedenis van Nederland, Nijmegen: SUN, 1999.

In zijn 'Woord vooraf doet Piet de Rooy de lezer kond van de hood-schap, dat het verleden van ons land gekenmerkt wordt door de 'cultuur van het kleine gebaar' en een ermee verbonden 'vrijwel conflictloze sociaal-culturele mo-dernisering van de samenleving'. De emoties mogen in de twee eeu-wen die dit hoek hestrijkt meer-malen hoog zijn opgelopen, een geschiedschrijving van ons kleine

s &..o 7/8 2ooo

B O E K E N

als gevolg dat soms mensen blijven zitten totdat het echt niet meer gaat en er ten koste van Hkse gou-den handdrukken een oplossing moet worden gezocht.

In plaats van een verontwaar-digd dehat te voeren over dit soort incidentele oplossingen en de na-druk te leggen op het geld dat daarmee is gemoeid, zouden volksvertegenwoordigers hun he-stuurders beter het vuur na aan de schenen kunnen leggen over de kwaliteit van het personeelsbeleid in den brede, met inbegrip van aandacht voor normen en waar-den en voor behoorlijke adminis-tratieve procedures en controles. Dat is niet gratis. Maar mits

volge-land lijkt toch veroordeeld tot een vorm van 'kleinkunst op het draai-podium van de politieke cultuur'

(7-ro). Een weinig dankhaar ter -rein voor historische exercities is men geneigd te denken, en dit te-meer waar niet de ontwortelende dynamiek van de socio-economi-sche t:mtwikkeling, maar het ter-rein van de politieke geschiedenis in ogenschouw wordt genomen. Exact het gebied dus waar schraal-hans meester lijkt en poldermodel en spruitjesgeur geschiedschrij-ving tot een ondankbaar metier lijken te degraderen. De vier bij-dragen aan deze studie maken ech-ter duidelijk, dat de politiek-cul-turele ontwikkelingen grotere schokken kenden dan gesugge-reerd. Ook komen economische, sociale en andere veranderings-processen aan bod, al geheurt dit weinig consistent en is het verschil

houden, Ievert het uiteindelijk meer op dan het kost. In termen van efficiency, van werkmotivatie en van geloofwaardigheid van het openbaar bestuur. Als het dan ver-keerd gaat, hoeven hestuurders zichzelf niet te verwijten dat ze door desinteresse en nalatigheid zelf de voorwaarden voor ontspo-ringen hehhen helpen creeren. Als die lessen uit het hoek van Verlaan getrokken worden, heeft hij het niet vergeefs geschreven. MARJANNE SINT

was van 1995 tot 2000

gemeentesecretaris van Amsterdam;

thans secretaris-generaal van het ministerie van VROM

in aanpak hij de vier auteurs opval-lend groot. Dit laatste heeft onge-twijfeld te maken met de vaagheid van de hegrippen 'politieke cul-tuur' en 'politieke geschiedenis', maar vooral toch met de vrijheid die de schrijvers gelaten is stok-paardjes te berijden. Een samen-hangend 'synthetiserend' histo-risch verhaal zal men in deze stu-die dan ook vergeefs zoeken, al verschaffen de vier gepresen-teerde tableaus ongetwijfeld in -zicht in helangwekkende histori-sche ontwikkelingen.

Tot de meest interessante bijdra-gen behoort de verhandeling van de Groningse historicus Remieg Aerts over de wording van Neder-landse eenheidsstaat en constitu-tioneel koninkrijk in de periode van 1780 tot r848. Aerts plaatst 'zijn' tijdvak in het kader van de

(2)

-ndelijk ermen >tivatie 'an het m ver-urders dat ze igheid ntspo-:n.Als erlaan Lij het 'am; et pval- mge-:heid cui-!nis', heid .tok- nen- isto- stu-'• al sen- in-

ori-

Ira-van lieg ler- tu-)de 1tst de -

-transformatie van Nederland van

een oligarchisch-aristocratisch

bestel naar een nationaal en parle-mentair bestuur. Dit proces, dat

gepaard gaat met de opkomst van

een zelfbewuste burgerij, houdt

naar zijn strekking een democrati-sche ontwikkeling in, zij het dat de brede mas sa van het volk eerst veel later op het politieke toneel ver-schijnt. Toch zijn het opkomende burgerlijke waarden en verhou-dingen die de grondpatronen ves-tigen, waarop linkse liberalen en socialisten naderhand hun radicale democratische eisen kunnen base-ren. Aerts behandelt daarnaast het proces van staats- en natievorming en hij gaat in op de internationale positie van ons land. Hij maakt ge-bruik van demografische en geografische informaties en wijst op veranderende sociale verhou-dingen, op de religieuze samen

-stelling der bevolking, de op

-komst van een publieke opinie en op andere zaken die het tijdvak ty-peren. Centraal staat het politieke verhaal over de aanloop naar de

'Franse tijd', de grote gevolgen ervan, over de positie van het ko-ningschap en het trauma van de Belgische afscheiding van 1 8 3 o _

Ofschoon Aerts' verhandeling lijdt onder de schetsmatige weer-gave van economische

veranderin-gen en verhoudinveranderin-gen, wordt de

lezer een kaleidoscopisch, maar

we! degelijk samenhangend beeld voorgetoverd van een buitenge

-woon gecompliceerde historische

periode. Aantrekkelijk is boven

-dien, dat de auteur zich keert tegen een 'finalisme', dat een doel-bewuste hand in de geschiedenis ontwaart. 'De' geschiedenis kent in retrospectief weliswaar richting en doe!, voor de dramatis personae

s &_n 7/8 2ooo

BOEKEN

zelf is van een dergelijk perspec-tief over het algemeen geen sprake.

In het verhaal van Henk te Velde, die de peri ode van 1 848 tot 1 9 1 7 beschrijft, doet weinig denken aan het kleine gebaar dat onze poli

-tieke geschiedenis zou typeren. Te Velde, net als Aerts werkzaam aan het lnstituut voor Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Gronin-gen, schetst een dynamisch beeld van de grote veranderingen die zich vanaf de Thorbeckiaanse era in Nederland voltrekken. Niet ai-leen wijzigingen in de politieke

cultuur ~f het

politiek-parlemen-taire krachtenveld krijgen aan-dacht, maar er wordt een veelheid

aan thema's onder de loep geno-men. Beginpunt vormt de stan-denmaatschappij rond 1 848 met haar religieuze dominantie en

re-gionalistische politieke

verhou-dingen en natuurlijk de

schokwer-king die Thorbecke en zijn libera-len hierop uitoefenen. Over een breed front worden vervolgens de

grote historische veranderingen

geduid, met de periode rond

187oii88o als 'breekpunt'.

Schaalvergroting op economisch

en institutioneel gebied blijkt ver-bonden met de geboorte van de moderne politieke partij en met een mobilisering van groepen die de liberale dominantie verwer-pen, zoals de beweging der calvi-nistische kleine luyden en de (so-cialistische) arbeidersbeweging. In

afzonderlijke themata komen

cul-turele veranderingen, de houding tegenover de natuur, de opkomst van nieuwe vormen van nationa-lisme en de verhouding tot het

eigen koloniaal bezit aan de orde.

Grote nadruk krijgen de

kies-recht-en sociale kwesties, terwijl ook de vrouwenbeweging niet aan de aandacht ontsnapt. Met de op-komst van sociale bewegingen

gaat een 'ideologisering' van de

politiek en een toenemende be-trokkenheid van de pers gepaard. Hoewel met deze historische

ver-schuivingen de contouren van het

verzuilingsproces zichtbaar wor-den, blijft dft proces bij Te Velde toch opvallend impliciet.

Hoe fraai in vee! opzichten Te Veldes geschiedenis ook moge

zijn, de thematische aanpak wordt

toch te weinig gedragen door een 'verenigend' concept, waardoor niet 'de' geschiedenis van een pe

-riode, maar veeleer de historien

van afzonderlijke thematische

be-reiken beschreven wordt. Toeval-lig is dit allerminst, gezien Te Vel-des uitval naar een aanpak die 'het kapitalisme' als oorzaak ziet van

arbeidersbeweging en de opkomst

van charismatische 'volksleiders' _ De toverformules zijn

schaalver-groting, vernieuwing, politieke

mobilisering en 'wederzijdse doordringing' van staat en maat-schappij. Alleszins belangrijk na

-tuurlijk, maar het is de vraag of dit

volstaat om de eigenlijke

dyna-miek van het historische proces te duiden. De arbeidersbeweging tenslotte is met weinig overtui-ging en betreurenswaardig

opper-vlakkig beschreven.

De peri ode van 19 13 tot 1949, van de hand van de Amsterdamse historicus Piet de Rooy, verschilt opvallend van de aanpak van de beide Groningers. Er is minder sprake van thematisering en dena-druk ligt veel sterker op een histo-rische chronologie. De 'omtrek-kende' beweging der Groningers,

(3)

die een fascinerend paneel van his-torische verschuivingen en inter-dependenties oplevert, zal men bij

De Rooy vergeefs zoeken en het

wekt verbazing hoe gebrekkig de coordinatie tussen de diverse bij-dragen is. Hiermee wil niet ge-zegd zijn dat De Rooys historische verhaal van een inferieur gehalte zou zijn, al neemt de (rake)

obser-vatie en het (goedgekozen) citaat te zeer de plaats in van de themati-sche analyse die de kracht van de beide Groningers uitmaakt. De Rooys 'mars door de geschiedenis' is geconcentreerd op de verzuilde samenleving van het interbellum en signaleert de toenemende twij-fel aan democratische waarden en instituties tegen de achtergrond van opkomend fascisme en econo-rnische crisis.lnteressant is zijn ty-pering van de 'grate mannen' van het inter bellum, zoals de antirevo-lutionaire 'schipper naast God' Hendrik Colijn en de katholieke kolos C.P.M. Romme. Ook poli-tieke partijen en bewegingen wor-den op een zodanige wijze gefi-leerd, dat de lezer zich zelden zal vervelen.

Valt er in het interbellum, on-clanks werkloosheid, opkomst van het fascisme en de drukkende al-macht der zuilen, nog wel iets te lachen, de periode van de Tweede Wereldoorlog kan slechts gety-peerd worden als een treurmars.

Natuurlijk is het volstrekt onmo

-gelijk in het bestek van amper twintig pagina's deze zwarte pe-riode te omvatten. Toch slaagt De

s 8t.o 7/8 2ooo

BOEKEN

Rooy er wel degelijk in het ken -merkende karakter van de oor-logsjaren en de dilemma's voor de ]eiders der grate politieke bewe-gingen te duiden. Tezelfdertijd moet gezegd, dat de analyse ge-concentreerd is op personen, met een zekere negatie van

vooroor-logse 'structurele' ontwikkelin

-gen. Zo wordt wel de schedel van

de sociaal-democratische vernieu-wer Willem Banninggelicht, maar is verzuimd de integratie van de

vooroorlogse SOAP, zonder welke

Banning zijn historische rol nooit had kunnen vervullen, te analyse-ren. Memorabel is tenslotte De Rooys korte beschijving van het prille begin van de naoorlogse we-deropbouw, die afgesloten wordt door de 'Politionele acties' die in-derdaad een 'lijdensweg', maar dan vooral voor de Indonesische bevolking, betekenden.

De Amsterdamse politicoloog Herman de Liagre Bohl neemt de naoorlogse historische ontwikke-ling ter hand, waarbij opbouw, ontwikkeling en latere crisis van de verzorgingsstaat centraal staan.

Afwijk~nd van de overige benade-ringen ontbreekt een eigenlijk 'plan de campagne', waardoor het raden geblazen is naar de aanpak van de auteur. Ook opvallend is de

centrale plaats van economische

en institutionele ontwikkelingen, die nu juist met het terrein om vat -ten van de beloofde politiek-cul-turele sferen. Bohl start zijn

ver-haal met het 'keynesiaanse

com-prorms van 1 94S, waarbij

orde-ning van de economie centraal

staat en het zuilensysteem 'sociale cohesie' bevordert en de

'onver-mijdelijke modernisering' geleidt. Tot in de terminologie is het een

historie van politieke en

economi-sche elites, waarin de notie van

klassen en klassenverhoudingen

geheel ontbreekt. Bahls

chronolo-gische weergave van de

naoor-logse geschiedenis, wordt niet ge-dragen door een duidelijk analy -seschema. Dit geeft het verhaal

een anecdotisch en verbrokkeld

karakter, wat overigens tezelfder-tijd betekent dat veel 'brokken' de ongeordende revue passeren. Zie bijvoorbeeld de kwesties van de ontzuiling, de koude oorlog en de

N AVo, de studentenbeweging, het

feminisme, het

'multicultura-lisme', de politieke polarisatie

onder Den Uyl en de opkomst van

paars.

In zijn epiloog geeft Bohl hoog op van de politieke participatie-graad der Nederlandse burger, de openheid van het politieke

sys-teem en de unieke schoonheid van het poldermodel. Geen woord over de crisis van het

partijenstel-sel die steeds evidenter aan de dag treedt en al helemaal niets over de desastreuze gevolgen van het

triomferende kapitalistische

marktmechanisme voor

maat-schappij en burger.

HENNY BUITING

als historicus verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De laatste jaren is de belangstelling voor het onderwerp in het buitenland weer enigszins toegenomen (al was het ook daar aanvankelijk vanuit het defensief), het­ geen kan blijken

Het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch patrimonium, dat in januari 1992 in Valletta in Malta werd goedgekeurd door de Raad van Europa, is

De nuances van het beginselprogram, waaruit aan de ene kant een bijzondere band met de hervormde kerk sprak maar aan de andere kant de partij er voor heel het volk was, zal aan

De vraag naar geld hangt af van de liquidity-preference (= brengt de geldhoeveelheid in relatie tot de interestvoet) ® wordt weergegeven door een vloeiende curve die toont dat

De katholieke kerk kan bijvoorbeeld als een internationale politieke organisatie worden gezien, de ontwikkeling van het parlement kan als Europees fenomeen worden bestudeerd

Toch moest ik wel denken aan die burgemeester die ooit verzuchtte: het probleem is niet dat mijn raadsleden te veel petten op hebben, maar juist veel

De op de ledenvergadering in maart 1995 gepresenteerde nieuwe statuten zijn na enkele wijzigingen door de ledenvergadering goedgekeurd. Bij de notaris wordt er de laatste hand

Doordat steeds meer reken-wiskundige bewerkingen door computers worden uitgevoerd, is er een kloof ontstaan tussen het onderwijs en de wereld waar het onderwijs voor opleidt1.