• No results found

Dumpster divers : een kwalitatief onderzoek naar de verhouding tussen dumpster divers en foodretailers belicht vanuit het perspectief van de dumpster divers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dumpster divers : een kwalitatief onderzoek naar de verhouding tussen dumpster divers en foodretailers belicht vanuit het perspectief van de dumpster divers"

Copied!
69
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Universiteit van Amsterdam

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN

Algemene Sociale Wetenschappen

SCRIPTIE

DUMPSTER DIVERS

Een kwalitatief onderzoek naar de verhouding tussen dumpster divers en foodretailers belicht vanuit het perspectief van de dumpster divers

Datum: 3 juli 2014 Naam: Carlijn de Kok Studentnummer: 10002236 Eerste lezer: Ottilie Kranenburg Tweede lezer: Yatun Sastramidjaja

(2)

2

Inhoudsopgave

1. Samenvatting ... 4 2. Inleiding ... 5 2.1 Introductie ... 5 2.2 Theoretisch kader ... 8 2.2.1 Voedselverspilling ... 8 2.2.2 Foodretailers ... 8

2.2.3 Nieuwe vormen van activisme ... 11

2.2.4 Consumentactivisme ... 13

2.2.5 Dumpster diven ... 14

2.2.6 Sociale interactietheorie ... 15

2.2.7 Theorie van gepland gedrag ... 16

2.2.8 Sociale identiteitstheorie ... 17 2.2.9 Rationele keuzetheorie ... 18 2.3 Probleemstelling ... 19 2.3.1 Probleemstelling ... 19 2.3.2 Doelstelling ... 20 2.3.3 Vraagstelling ... 20 2.3.4 Maatschappelijke relevantie ... 21 2.3.5 Wetenschappelijke relevantie ... 22 2.3.6 Interdisciplinariteit ... 22 3. Methode ... 24 3.1 Onderzoeksstrategie ... 24 3.2 Onderzoeksontwerp ... 24 3.3 Onderzoeksmethode ... 24 3.4 Operationalisering ... 25 3.5 Data-analyse ... 26

(3)

3 3.6 Sampling ... 27 3.7 Ethische bezwaren ... 27 4. Resultaten ... 29 4.1 Houding ... 29 4.2 Idealen ... 34 4.3 Strategieën ... 42 5. Conclusie ... 47 5.1 Conclusie ... 47 5.5.1 Houding ... 47 5.5.2 Idealen ... 47 5.5.3 Strategieën ... 48 5.5.4 Breder perspectief……...………...………...48 5.5.5 Samenvattende conclusie...………...………51 5.2 Discussie ... 52 5.3 Reflectie ... 54 6. Literatuurlijst ... 56 7. Bijlagen ... 62 7.1 Bijlage 1: Operationaliseringschema ... 62 7.1 Bijlage 2: Interviewleidraad ... 63 7.3 Bijlage 3: Respondentenoverzicht ... 65 7.4 Bijlage 4: Codeerschema ... 66

(4)

4

1. Samenvatting

Als tegenreactie op de grote hoeveelheden voedselverspilling is er een fenomeen opgekomen wat dumpster diven genoemd wordt. Dumpster diven is het zoeken naar eetbaar voedsel dat is weggegooid, met als doel om deze te consumeren. Foodretailers verkopen voedsel aan de consument en dit zijn dan ook de plekken waar dumpster divers heen gaan, waardoor dumpster divers en foodretailers in verhouding tot elkaar staan. Dit onderzoek richt zich op de

verhouding tussen dumpster divers en de verschillende foodretailers wat vanuit het perspectief van dumpster divers belicht wordt. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook: ‘Hoe ervaren dumpster divers hun verhouding tot verschillende foodretailers?’ Dit is onderzocht door middel van een kwalitatief onderzoek aan de hand van semi gestructureerde interviews die afgenomen zijn bij veertien respondenten die aan dumpster diven doen. Binnen dit onderzoek wordt er onder foodretailers de groothandels, supermarkten, voedselwinkels en de markt verstaan. Er wordt geconcludeerd dat dumpster divers een verschil ervaren in de

verhouding met foodretailers afhankelijk van de omvang van de foodretailer. De belangrijkste bevindingen die uit het onderzoek naar voren gekomen zijn is dat hoe groter de foodretailer, hoe meer de dumpster divers een gesloten houding ervaren en hoe kleiner de foodretailer, hoe meer zij een open houding naar hen toe ervaren. Ook komt naar voren dat hoe groter de foodretailer, hoe meer dumpster divers ervaren dat de idealen van elkaar afwijken en hoe meer strijd er onderling ervaren wordt. Hoe kleiner de foodretailer, hoe meer dumpster divers een overeenkomst in waarden ervaren en er een lichte vorm van samenwerking ervaren wordt. Dit beïnvloedt het gedrag van dumpster divers waarbij ze bewust strategieën toepassen waarbij ze bij grote foodretailers het contact vermijden en bij kleine foodretailers het contact aangaan.

(5)

5

2. Inleiding

2.1 Introductie

’The amount of food wasted and lost globally is shameful. Millions of people around the world go to bed hungry every night, and yet millions of tons of food end up in trash cans or spoiled on the way to market. We have to tackle this problem in every country in order to improve food security and to end poverty.’

- Jim Yong Kim, President, World Bank Group -

Er is een relatie tussen voedselverspilling en de armoede in de wereld. Een derde van al het geproduceerde voedsel op de wereld wordt verspild (Food and Agriculture Organisation (FAO), 2011; Nelleman, 2009; Parfit, Barthel & Macnaughton, 2010; Gustavson, Cederberg, Sonesson, Otterdijk & Meybeck, 2011). Volgens een rapport van de Wereldbank maakt dit het verschil tussen ondervoeding of voldoende eten in veel arme landen (World Bank Group (WBG), 2014). Wereldwijd lijden ongeveer één op de acht mensen aan chronische honger en hebben niet genoeg voedsel voor een gezond leven. Honger wordt hierbij gezien als de schaarste aan voldoende voedsel (FAO, 2013). Er wordt geschat dat in 2015 ongeveer één miljard mensen nog steeds in extreme armoede leven (WBG, 2013). Doordat een groot deel van ons voedsel weggegooid wordt zal de wereldwijde vraag naar voedsel in de aankomende jaren blijven stijgen waardoor ook de prijs van voedsel blijft stijgen (FAO 2011, Thurn 2010). Deze stijgende prijs van voedsel heeft een negatieve impact op de hoeveelheid voedsel die men zich in ontwikkelingslanden kan veroorloven (FAO, 2011). Hoe meer voedsel er weggegooid wordt, hoe hoger de prijs van voedsel zal worden en hoe meer armoede er zal ontstaan. Voedselverspilling is dan ook een symptoom van de oneerlijke verdeling van voedsel in de wereld. Ook neemt de wereldbevolking en de welvaartstijging steeds meer toe waardoor de vraag naar voedsel stijgt (Charles, Godfray, Crute, Haddad, Lawrence & James 2010). Om aan deze groeiende vraag naar voedsel in de toekomst te kunnen voldoen zal de

voedselproductie naar schatting met 70 procent verhoogd moeten zijn in 2050 (Stuart, 2009; FAO, 2009). Het verminderen van de voedselverspilling zal leiden tot een vermindering van de druk op de mondiale voedselvoorziening. Als gevolg hiervan zullen de voedselprijzen stabiliseren en dit zal een positief effect hebben op de condities van de armere mensen die op deze wereldmarkt afhankelijk zijn van hun voedsel (Stuart, 2009). Het verlagen van de voedselverspilling kan op deze manier de honger en armoede in de wereld doen verminderen (FAO, 2011). Ook kan er door een vermindering van de voedselverspilling beter worden voldaan aan de groeiende vraag naar voedsel in de toekomst en leidt dit op deze manier tot een verbetering van de voedselzekerheid voor de wereldpopulatie (Rutten, 2013).

(6)

6 Voedselverspilling brengt ook grote ecologische schade met zich mee, waarbij dit invloed heeft op het energiegebruik en op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Door voedselverspilling ontstaat er een grote onnodig verspilling van grondstoffen en een verhoging van de milieudruk door het gebruik van chemicaliën en de toename van de CO2 uitstoot (FAO,

2011; Westerhoven, 2013; Thurn, 2010; Baldwin, 2009). Het verlies van voedsel brengt ook met zich mee dat er een groot onnodig verlies plaatsvindt van water, bodem en energie, maar ook van arbeid en kapitaal (Nelleman, 2009; Wirsenius, Azar & Berndes, 2010). Het

verminderen van de voedselverspilling kan niet alleen de honger en armoede verminderen en aan de groeiende vraag naar voedsel in de toekomst voldoen, maar zal ook de ecologische schade die veroorzaakt wordt door verspilling verminderen. Het is dan ook van groot belang dat de voedselverspilling verminderd wordt (Parfitt et al., 2010; Stuart, 2009).

De afgelopen jaren krijgt het thema ‘voedselverspilling’ ook in Nederland een groeiende aandacht (Waarts et al., 2009). Er waren verschillende documentaires en acties tegen voedselverspilling en het staat inmiddels ook als punt op de agenda van de regering. In totaal wordt er in Nederland per jaar minstens 9,5 miljoen ton aan voedsel verspild met een totale waarde van 4,4 miljard euro (Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, 2010). De doelstelling van de Nederlandse overheid is dan ook om in 2015 twintig procent minder voedsel te verspillen ten opzichte van 2009 (Rijksoverheid, 2011). Dit kan alleen worden behaald wanneer er van afval menselijke consumptie kan worden gemaakt zodat er wordt voorkomen dat het uit de reguliere voedselstroom verdwijnt (Soethoudt & Timermans, 2013). Naar schatting worden er in de Nederlandse supermarkten 2 miljoen ton per jaar aan voedsel verspild (Waarts et al, 2011). Dit is echter een schatting aangezien deze gegevens niet openbaar worden gemaakt omdat dit in Nederland niet verplicht is (Camelbeeck, 2013). Als tegenreactie op grote hoeveelheid voedselverspilling komt er vanuit verschillende sociale bewegingen een relatief nieuw fenomeen op: ‘Dumpster diven’. Deze beweging vormt dan ook het startpunt van dit onderzoek. Dumpster diven wordt letterlijk vertaald naar

‘containerduiken’ en wordt ook wel ‘skippen’ of ‘dumping’ genoemd (Vaes, 2009). Dumpster diven is het zoeken naar eetbaar voedsel dat is weggegooid met als doel om deze te

consumeren en is dan ook een originele manier om de waarde van voedsel te behouden. Doordat dumpster divers zich afzetten tegen het huidige voedselsysteem van de westerse wereld wordt dumpster diven gezien als een verzet tegen dit huidige voedselsysteem wat voortkomt uit een tegencultuur (Barnard, 2011: Edwards & Mercier, 2007). Het is een antikapitalistische beweging en kan vanuit foodretailers gezien worden als een nieuwe vorm van consumentenactivisme. Foodretailers verkopen voedsel aan de consument en dit zijn dan

(7)

7 ook de plekken waar dumpster divers heen gaan, waardoor beiden in verhouding tot elkaar staan.

In dit onderzoek zal er worden gekeken naar deze verhouding tussen dumpster divers en verschillende foodretailers, wat belicht wordt vanuit het perspectief van dumpster divers. In het theoretisch kader zullen de theorieën en begrippen uitgewerkt worden. In het theoretisch kader zullen de begrippen die van belang zijn en de verschillende theorieën vanuit de psychologie, sociologie en economie die toepasbaar zijn op deze verhouding uitgelicht worden. Vervolgens zullen de onderzoeksvragen toegelicht worden in de probleemstelling, waarna de methode van het onderzoek besproken wordt. Vervolgens worden de resultaten die voortkomen uit dit onderzoek besproken. Daarna zal de conclusie gegeven worden waarin er een antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en er een kritische beschouwing wordt gegeven op het onderzoek in de discussie. Ten slotte zal er een reflectie worden geven op het onderzoeksproces.

(8)

8 2.2 Theoretisch kader

2.2.1 Voedselverspilling

Het woord voedselverspilling wordt op verschillende manieren gedefinieerd en heeft verschillende betekenissen binnen de voedselketen (Soethoudt & Timmermans, 2013). De volgende definities worden door de Food and Agriculture Organization of the United Nations (2013) gedefinieerd. Voedselverlies verwijst naar een afname in massa of voedingswaarde van levensmiddelen die oorspronkelijk bedoeld waren voor menselijke consumptie. Deze verliezen worden vooral veroorzaakt door inefficiëntie binnen de voedselketens zoals slechte

infrastructuur en logistiek en onvoldoende vaardigheden. Voedselafval verwijst naar voedsel dat geschikt is voor menselijk consumptie, dat verwijderd wordt. Dit kan zijn door bederven, het verstrijken van de houdbaarheidsdatum of een overaanbod op de markt (FAO, 2013). Voedsel dat gebruikt wordt voor niet-voedende doeleinden zoals bio-energie wordt ook beschouwd als afval. (FAO, 2013). Voedselverspilling omvat zowel het voedselverlies als voedselafval en zijn dus gerelateerd aan producten die gericht zijn op menselijke consumptie met uitzondering van de delen van de producten die niet eetbaar zijn (FAO, 2013). De voedselvoorzieningketen wordt ook de voedselindustrie of het voedselsysteem genoemd en omvat alle aspecten van productie, verwerking, distributie en consumentenkoop (Baldwin, 2009). De voedselverspilling vindt plaats in alle stadia van de voedselvoorzieningketen: tijdens de oogst, productie, vervoer, de handel en bij de consument (FAO, 2011; Parfit et al., 2010; Soethoud & Timmermans, 2013; Waarts, Eppink, Oosterkamp, Hiller, Van Der Sluit & Timmermans, 2011). In de geïndustrialiseerde landen vindt veertig procent van de

voedselverspilling plaats op het niveau van de retail en de consument (Gustavson et al., 2011). In de voedselvoorzieningketens spelen voornamelijk supermarkten een belangrijke rol wat betreft voedselverspilling doordat zij een sterke invloed hebben op zowel de consument als op de leveranciers. Supermarkten bepalen welke producten zij verkopen, waardoor zij de

voedselverspilling in vroegere stadia al beïnvloeden (Buurman & Velghe, 2013).

2.2.2 Foodretailers Definitie foodretailers

Het begrip retail omvat het begrip ‘detailhandel’ wat gebruikt wordt om de levering van goederen rechtstreeks aan de consument te omschrijven ( Van Dale, 2014). De detailhandel is dan ook de schakel tussen bedrijven die gespecialiseerd zijn in het produceren van goederen en de consumenten die deze goederen op een bepaalde locatie kopen (Detailhandel Nederland,

(9)

9 2013). Een retailer is een persoon of een bedrijf die goederen verkoopt aan de consument. Hieruit komt naar voren dat supermarkten, lokale winkels en de mark behoren tot

verschillende type foodretailers. Hierbij worden lokale winkels gezien als particuliere winkels waar voedselproducten worden verkocht (Van Dale, 2014).

Wet en regelgeving

Over het algemeen wordt voedselverspilling door foodretailers derving genoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fysieke derving waarbij producten weggegooid worden wanneer de houdbaarheidsdatum is verstreken, en prijsderving die de afgeprijsde producten omvatten waarvan de houdbaarheidsdatum bijna is verstreken (Camelbeeck, 2013). Wanneer een

product als niet-verkoopbaar wordt bestempeld omdat een bepaald product niet voldoet aan de eisen om dit product aan te bieden, dan zal het product niet meer aangeboden worden (OVAM, 2012). De ‘Te-Gebruiken-Tot’ (TGT) houdbaarheidsdatum is een belangrijke indicatie voor foodretailers omdat deze na het verstrijken van de datum niet meer verkocht mogen worden volgens de wet in Nederland (Waarts et al., 2011). Echter mogen de producten met een ‘Tenminste-Houdbaar-Tot’ (THT) houdbaarheidsdatum na het verstrijken van deze datum op de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van supermarkten wel verkocht worden (Thurn, 2010). Bij groente en fruit wat niet geëtiketteerd is moet de retailer zelf bepalen op basis van het uiterlijk of het verkocht kan worden (Thurn, 2010). Aanpassingen van de wet en

regelgeving kan voedselverspilling binnen de retail voor een groot deel verminderen (Stuart, 2009: Waarts et al, 2011). Stuart (2009) stelt dat voornamelijk de houdbaarheidsdatum een onnodige voorzorgsmaatregel is die leidt tot grote voedselverliezen. Uit onderzoek van Cammelbeeck (2013) blijkt dat producten die buiten de koelkast staan enorm lang na het verstrijken van de THT-datum nog houdbaar zijn, waarbij ze wat betreft voedselveiligheid geen probleem geven. Uit onderzoek blijkt ook dat de onduidelijkheid over de betekenis van de THT houdbaarheidsdatum een grote reden is van de voedselverspilling, waarbij 48 procent van de consumenten een product met een THT-datum direct weggooien na het verstrijken van deze datum, doordat gedacht wordt dat het product vanaf dan moment onveilig is geworden. (Camelbeeck, 2013).

Kwaliteitsnormen

Niet alleen vormen wet en regelgeving belemmeringen om voedselverspilling te voorkomen maar ook zijn er andere redenen die beïnvloed worden door kwaliteitsnormen waardoor er besloten wordt een product niet meer aan te bieden. Wanneer een pak van een product

(10)

10 beschadigd is of het etiket ontbreekt zal een product ook weggegooid worden (Buurman & Velghe, 2013). Het blijkt dat de normen die de foodretailers aanhouden vaak veel strenger zijn dan de wettelijke normen. Dit heeft ook te maken met het imago wat men wil behouden, waardoor er onder andere liever niet een te lange THT-datum tekst weergegeven wordt op producten. Naast het feit dat de houdbaarheidsdatum al strikt genomen worden, halen foodretailers producten al voor het verstrijken van deze datum uit de schappen (Turn, 2010). De wettelijke handelsnormen waarbij er strenge eisen gesteld werden aan het uiterlijk van producten zoals groente en fruit zijn van veel producten afgeschaft, maar toch zien we geen kromme komkommers in de winkels liggen doordat de privé normen van foodretailers niet aangepast zijn (Waarts et al, 2011).

Gedrag foodretailers

Een onderzoek wat in de VS is uitgevoerd laat zien dat er wel grote verschillen zijn in de hoeveelheid voedselverspilling bij verschillende supermarkten (Stuart, 2009). Uit eerder onderzoek komen de verschillen tussen grote en kleine supermarkten naar voren. Kleinere supermarkten gaan creatiever om met beschadigde en niet-verkochte producten dan grotere supermarkten, waarbij manieren bedacht worden om deze nog te gebruiken, wat leidt tot minder voedselverspilling bij kleinere supermarkten (Buurman & Velghe, 2013). Ook komt naar voren dat kleinere supermarkten eerder zelf het overgebleven voedsel consumeren. Het gedrag van supermarkten is dan ook bepalend. Er wordt gesteld dat supermarkten de keus hebben om bepaalde producten wel of niet de hele dag vers aan te bieden, waarbij de kans groot is dat dan niet alles verkocht wordt. Dat zij dit wel doen komt voort uit commerciële overwegingen (Buurman & Velghe, 2013). Echter is het moeilijk na te gaan of deze verspilling veroorzaakt wordt door de consument of door de foodretailers, doordat de foodretailers afhankelijk zijn van de keuze van de consument. Ook speelt de keuze van de consument in de verspilling bij foodretailers een rol doordat een product waarvan de

houdbaarheidsdatum bijna verstreken is niet snel meer meegenomen wordt en alleen het beste groente en fruit eruit gehaald word.

Waarde aan voedsel

Het gedrag van supermarkten en consumenten is dus bepalend (Buurman & Velghe, 2013). De keuzes die gemaakt worden door supermarkten hebben ook veel te maken met de waarde die gehecht wordt aan het voedsel zelf. Dit heeft te maken met het beeld van de huidige

(11)

11 voedsel perfect moet zijn (Thurn, 2010). In de westerse wereld is alles in overvloed aanwezig en bepaalt de handel hoe de kwaliteit van voedsel gedefinieerd wordt. Het gaat niet meer om de voedingswaarde maar om de marktwaarde van voedsel (Turn, 2010). Supermarkten lijken dan ook alleen aandacht te besteden aan de monetaire waarde van voedsel en negeren hierbij de intrinsieke waarde (More, 2011).

In de huidige wegwerpmaatschappij waarin wij leven hebben wij een andere verhouding met voedsel gekregen. Voedsel wordt over het algemeen beschouwd als een wegwerpproduct waarbij de sociale en milieu impact van de productie onderbelicht zijn. Consumenten en organisaties zijn niet direct gelinkt aan wereldproblemen zoals het

voedselprobleem doordat het voelt alsof ze er geen invloed op hebben en de gevolgen buiten het bereik liggen (Stuart, 2009). We zien in ieder geval de culturele impact van het eten van afval, doordat het haaks staat op onze eigen cultureel bewustzijn waarin wij veronderstellen dat we geen voedsel eten dat weggegooid is (Shants, 2005). Het zoeken naar voedsel in afvalbakken roept dan ook het beeld op van zwervers waar men eerder persoonlijk falen aan koppelt dan aan de filosofie van dumpster divers (Shants, 2005). Volgens het OVAM (2012) leveren foodretailers dan ook grote inspanningen om de vuilnisbakken af te schermen tegen dumpster divers. Echter is er niet veel onderzoek gedaan over de perceptie van foodretailers ten opzichte van voedselverspilling. Wel blijkt dat de verschillende stakeholders binnen de voedselvoorzieningketens niet erg bewust bezig zijn met voedselverspilling en ook weinig inzicht hebben in de hoeveelheden van de voedselverspilling en de effecten daarvan (Meeusen & Hagelaar, 2008).

Karl Marx bracht de voedselethiek aan het licht door te stellen dat de afstand tussen productie en consumptie is gegroeid door de opkomst van het kapitalisme waardoor men minder zelfvoorzienend werd. Hieruit komt voort dat door de afstand tussen de productie en consumptie van voedsel men meer vervreemd raakt van het voedsel wat men consumeert (Zwart, 1999). Aan de hand van de gedachtegang van Karl Marx kan de vraag gesteld worden in hoeverre men meer vervreemd kan raken van het voedsel, naarmate de foodretailer groter wordt. Ook komt naar voren dat binnen verschillende culturen er al bewust meer waarde wordt gehecht aan het voedsel zelf. Stuart (2009) haalt aan dat de Islam verschillende voedselvoorschriften heeft waarbij er in de koran wordt vermeld dat men geen voedsel mag verspillen (Stuart, 2009).

2.2.3 Nieuwe vormen van activisme

(12)

12 tegenreactie op het huidige kapitalistische stelsel zien we dat er verschillende vormen van activisme ontstaan zijn. Poldervaart (2002) stelt dat protestgroepen beïnvloed zijn door postmoderne ideeën. Het postmodernisme ziet het individu niet als een autonoom individu maar als een sociaal persoon waarbij anderen niet meer als tegenstellingen worden gezien (Foucault, 1987). Barnard (2011) plaatst dumpster divers onder de New Social Movement (NSM) uit de postmoderne mobilisatie. De ‘New Social Movement theory’ die voortkomt uit de sociologie stelt dat het gedrag zoals dumpster diven meer bedoeld is om een verschil en alternatieve identiteit te bevestigen dan als sociale beweging zijnde een claim te maken. In de praktijk hebben dumpster divers geen wisselwerking met tegenstanders en overheden en er is dan ook geen vorm van collectieve actie maar worden eerder gebruikt als een middel om het verschil te vormen (Barnhard, 2011).

In eerder onderzoek naar dumpster divers in New York is aan de hand van het begrip ‘Impression Management’ van Goffman dumpster diven neergezet als een vorm van

straattheater (Barnard, 2011). Hierin komt naar voren dat men in grote groepen gaat dumpster diven op bepaalde tijdstippen en plaatsen die openbaar worden gemaakt op websites, wat gezien kan worden als een vorm van straattheater. Echter komt uit het onderzoek naar dumpster divers in Australië van Edwards en Mercer (2007) naar voren dat zij over het algemeen in kleine groepen dumpster diven en dit niet openbaar maken. Hieruit kan gesteld worden dat er nog geen duidelijk beeld is of bij dumpster diven de individuele identiteit zich vertaalt in collectieve actie.

Een andere nieuwe vorm van activisme wat is ontstaan is de ‘’Do-It-Yourself’ beweging. Poldervaart (2002) stelt dat de DIY-beweging zich focust op de maatschappij, waardoor individuen en maatschappelijke collectiviteiten meer uitgenodigd worden om zelf verantwoordelijkheid te nemen. In tegenstelling tot de tijd waarin het collectief centraal stond, staat nu steeds meer de verantwoordelijkheid van het individu centraal (Poldervaart, 2002). McKay (1996) ziet de DIY beweging als een post moderne variant van de protest beweging uit de jaren zestig. Hierbij richt men zich niet meer tegen de gevestigde orde maar vormen DIY-activisten meer een eigen samenleving waarbij het gezien wordt als een levenswijze (McKay, 1996). Tegenwoordig kunnen mensen meerdere identiteiten hebben en is het niet meer nodig om het met elkaar eens te zijn op elk punt doordat men nu meer op het individu gericht is (Poldervaart, 2002). De DIY-beweging is een vorm van actie waar de deelnemers de controle en verantwoordelijkheid over hun eigen leven hebben. Op deze manier wordt dumpster diven een individuele strategie om weerstand te geven aan de reguliere hoofdstroom van structuur en macht. Dumpster diven is een van de activiteiten die geassocieerd worden met de DIY-punk

(13)

13 beweging. Hierbij wordt er geprobeerd zo veel mogelijk buiten het kapitalistische systeem te leven en zich onder andere ook te richten op het kraken van panden waarbij de afhankelijkheid van de economische kapitalistische systeem nog meer daalt (Edwards & Mercer, 2007).

2.2.4 Consumentactivisme

Vanaf foodretailers kan dumpster diven worden gezien als een vorm van

consumentenactivisme wat zich uit in een antikapitalistische beweging die pleit voor een verandering van de organisatie en cultuur van voedselproductie en consumptie (Gilbert, 2008). Dumpster diven kan gezien worden als een tegencultuur, waarbij er weerstand wordt geboden tegen de standaard normen en machtsstructuren (Edwards & Mercer, 2007). Dumpster diven komt vaak voor uit anticonsumentisme bewegingen waarbij er op een manier geleefd wordt die geen vraag naar goederen creëert, waardoor er niet aan het systeem bijgedragen wordt waartegen zij protesteren (Shants, 2005). Deze bewegingen hebben vanuit milieu en sociale rechtvaardigheid overtuigingen met als doel om de verspilling van voedsel aan het licht te brengen (Edwards & Mercer, 2007).

Dumpster diven is een onderdeel van een bredere uiting van een anti consumentisme beweging, die bekend is als ‘freeganisme’ (Shants, 2005). De filosofie van freeganisme is om de impact op het milieu te minimaliseren door het gebruiken van producten die anders

weggegooid worden of al weggegooid zijn (Coyne, 2009). Deze stroming is gericht op alle vormen van recycling en de praktijken van dumpster diven is een aspect van deze stroming (Edward & Mercer, 2007). Freeganisme wordt gezien als een levensstijl om het publiek te wijzen op de negatieve kanten van het kapitalisme, waarbij men zich richt op de hoeveelheden afval die dit kapitalisme als gevolg heeft (Edward & Mercer, 2007). Het wordt zowel gezien als een revolutionaire antikapitalistische ideologie die het heersende beeld in de maatschappij op voedsel probeert te beïnvloeden, als een manier om voedselverspilling te verminderen om zo de ecologische footprint te verkleinen (Barnhard, 2011; Edward & Mercer, 2007).

‘Freeganisme’ is gelinkt aan milieuactivisten waarbij verschillende sociale bewegingen gericht zijn op duurzaamheid om zo natuurlijke middelen, ecosystemen en de biodiversiteit te

beschermen (Castels, 2003). Stuart (2009) haalt aan dat binnen het milieuactiviste waar freeganisme onder valt, voedsel meer wordt gezien als een belangrijke schakel tussen de mens en de aarde. Freegans geven leven aan goederen die door anderen als onbruikbaar werden gezien. Op deze manier verlengen ze de levensduur van goederen (More, 2011).

(14)

14 2.2.5 Dumpster diven

Uit eerder onderzoek komen de verschillende motivatieredenen van dumpster divers naar voren. Zij doen dit met een bepaald ideologisch statement om aan te tonen dat er in de huidige wegwerpmaatschappij nog veel eetbaar voedsel in de afvalbakken ligt (Stuart, 2009). Hiermee wordt de omvang van de voedselverspilling van goed voedsel aangeduid doordat dumpster divers laten zien dat het zelfs mogelijk is om van weggegooid voedsel te leven. Het doel is om de ecologische en sociale gevolgen van het verspillen van eetbaar voedsel naar voren te brengen (Stuart, 2009). Dumpster divers proberen dan ook het publieke debat te beïnvloeden en het bewustzijn over voedselverspilling te verhogen (Coyne, 2009). Deze groeiende internationale subcultuur die is ontstaan, brengt het schandaal van afval van geproduceerd voedsel in de over consumerende kapitalistische samenlevingen naar voren (Edwards & Mercer, 2007).

Dumpster divers zoeken naar eetbaar afval voor privé gebruik of om er gezamenlijk van te koken en te eten, in de zo genoemde ‘No Waste Dinners’(NWD). Een andere subcultuur die gerelateerd is aan dumpster diven is ‘Food not Bombs’ (FNB), een openbare keuken waarbij groepen eten van verzameld weggegooid voedsel. Het doel hiervan is om de kwestie van eetbaar afval naar voren te brengen (Edwards & Mercer, 2007). Niet alleen is de

ideologische overtuiging een motivatie van dumpster divers maar ook komt uit onderzoek naar voren dat het als een plezierige sociale activiteit ervaren wordt waarbij er in groepen

gedumpster dived wordt (Shants, 2005). Ook uit het onderzoek van Fincham (2007) naar deze subcultuur in England kwam naar voren dat plezier en socialiseren grote motivaties zijn om te gaan participeren in dumpster diven en deel te nemen aan FNB. Echter was hun identiteit en geloof wel echt gericht op de ethiek van het voedselsysteem. De ethische kwesties zijn het milieu en de sociale achtergrond van de producten en de enorme hoeveelheid afval die bijdraagt aan de aantasting van het milieu (Edwards& Mercer, 2007). Aan deze ethische kwesties wordt meer waarde gehecht dan aan de moeite om het voedsel te verkrijgen.

Dumpster diven kost namelijk meer tijd en energie dan het voedsel te kopen in de supermarkt. (Edwards & Mercer, 2007).

Waarden aan voedsel:

Dumpster diven geeft een ander perspectief op de betekenis van afval. Dumpster diven kan het culturele beeld van afval veranderen. Ook wordt het perspectief veranderd tussen voedsel en afval door het eten van nog eetbaar afval uit de prullenbak. Zo confronteren ze de culturele betekenis van het feit dat voedsel weggegooid wordt ondanks dat het nog steeds eetbaar is. Op

(15)

15 deze manier veranderen dumpster divers de betekenis van afval in eetbaar voedsel (Coyne, 2009) Wanneer dagelijkse praktijken en overtuigingen gewijzigd worden kan dit

veranderingen in de maatschappij veroorzaken (Escobar, 1992). Dumpster diven zorgt ervoor dat er een herstructurering is van de locatie waaruit eetbaar voedsel verkregen kan worden, waarbij er nu voedsel vanuit de achterkant van foodretailers vandaan gehaald wordt. Er is een groot verschil tussen de waarde van dumpster divers en de maatschappij. Zij zien de waarde van voedsel niet alleen in termen van hoeveel geld het waard is maar ook in termen van de kwaliteit en de mogelijkheden om het te hergebruiken (More, 2011).

2.2.6 Sociale interactie theorie

Uit het bovenstaande komt naar voren dat men verschillende waarde hecht aan voedsel. Aan de hand van de sociale interactie theorie kan er gekeken worden naar de invloed van waardes in de verhouding tussen dumpster divers en foodretailers. De sociale interactie theorie stelt dat intenties die mensen toewijzen aan waardes die door hen als belangrijk worden gezien, ook voor een bepaalde mate hun gedrag in relaties en groepen bepalen (Bales, 2001). Deze sociale interactie theorie van Bales (1916-2004) is gebaseerd op de veldtheorie. De veldtheorie is ontwikkeld door Bordieu (1930-2002) en komt voort uit de sociologie. In de veldtheorie wordt de sociale omgeving gezien als een dynamisch veld waarbij er verschillende factoren zijn. Het gedrag van mensen wordt beïnvloed door deze factoren (Lewin,1951). Bales zet dit systeem in de richting van sociale interacties en de daarbij horende krachtenvelden. Het veld waar iemand deel van uitmaakt bestaat uit een netwerk van interactieve relaties waarbij alles invloed op elkaar heeft. Mensen tonen verschillend gedrag wat afhankelijk is van de manier waarop er spanningen ervaren worden tussen percepties van het zelf en van de omgeving (Hare et al., 2004). Bordieu ziet de sociale omgeving waar actoren in handelen als een geheel van

overlappende autonome velden. Elk veld bevat relaties met eigen structuur en doelstellingen. Zo analyseert de veldtheorie hoe de consumptierelaties van deze goederen bepaald worden door sociale structuren en hoe ze tot stand komen door sociale interactie (Bork et al., 2012). Een sociaal netwerk bestaat uit personen met wie er een sociale band gevormd wordt. Een kenmerk van een sociale relatie is consensus waarbij er sprake is van gedeelde waardes, interesses en attitude. Er wordt gesteld dat er een positieve relatie is tussen affectie en interactie (George & Homans, 1961).

Dumpster divers en verschillende foodretailers staan in een bepaalde verhouding tot elkaar. Zij handelen ten opzichte van elkaar waarbij dumpster divers het voedsel dat door verschillende foodretailers weggegooid is op komen halen. Uit deze verhouding kan naar

(16)

16 voren komen dat zij op elkaar reageren en elkaar proberen te beïnvloeden. De wijze waarop dumpster divers en verschillende foodretailers ten opzichte van elkaar handelen, geeft dan ook de sociale interactie weer tussen elkaar. Aan de hand van de sociale interactie theorie kan dus gesteld worden dat waardes die voor iemand belangrijk zijn het gedrag van diegene

beïnvloeden. Het gedrag van zowel dumpster divers als verschillende foodretailers wordt dus beïnvloed door de verschillende waardes die zij hanteren. Aan de hand van deze theorie kan er gesteld worden dat de mate waarin dumpster divers een verschil of overeenkomst tussen de sociale waarden van dumpster divers en de verwachte waarde van foodretailers ervaren, het gedrag van dumpster divers in relatie tot foodretailers beïnvloeden. Hierbij kan er verschillend gedrag vertoond worden door dumpster divers wanneer zij spanningen ervaren tussen de perceptie van hen zelf en van de verwachte perceptie van foodretailers. Hieruit volgt dat het interessant is om te kijken naar de verschillende percepties op voedselverspilling en op het dumpster diven, wat kan leiden tot verschillende verhoudingen ten opzichte van elkaar. De sociale relaties met gedeelde waardes zou dan ook een beeld kunnen geven op de verhouding van dumpster divers ten opzichte van verschillende type foodretailers. Doordat door gedeelde waardes ander gedrag vertoond wordt zou dit ook kunnen verklaren welke strategieën

gehanteerd worden bij verschillende foodretailer. Dit kan ook inzicht geven in de mate van contact tussen dumpster divers en verschillende foodretailers.

2.2.7 Theorie van gepland gedrag

Ajzen en Madden (1986) hebben een model ontwikkeld over de relatie tussen attitude en gedrag, wat de theorie van gepland gedrag genoemd wordt (Arnald & Randall, 2010). De theorie stelt dat het gedrag van een persoon het beste kan worden voorspeld vanuit de intentie om het gedrag uit te voeren, wat een indicator is hoe veel moeite mensen van plan zijn uit te oefen om de richting van prestaties van toekomstig gedrag te beïnvloeden (Ajzan, 1991). Hierbij is de basisveronderstelling dat daadwerkelijke gedragingen van mensen het directe gevolg zijn van gedragsintenties. Deze theorie stelt dat intenties bepaald worden door drie verschillende variabelen; een persoon zijn of haar attitude, sociale norm en gedragscontrole. De gedragsintenties zijn namelijk een resultaat van een houding die een persoon heeft ten opzichte van een bepaald gedrag, attitude, waarbij er een positieve of negatieve evaluatie van het uitvoeren van toekomstig gedrag is. Ook subjectieve normen, de waargenomen invloeden die belangrijk zijn voor anderen, hebben invloed op het uitvoeren van toekomstige gedrag. En ten slot de waargenomen gedragscontrole, waarbij het gaat in hoeverre een persoon van mening is dat deze invloed heeft op de situatie en de prestaties van toekomstig gedrag kan

(17)

17 controleren. Al deze drie voorspellers leiden uiteindelijk tot intentie (Ajzan, 1991).

Attitudes reflecteren een persoon ’s neiging om te voelen (affectief component), denken (cognitief component) of gedragen (gedragscomponent) op een positieve of negatieve manier in de richting van de object van de attitude (Secord & Backman, 1969; Ajzen, 2001). Attitudes refereert hierbij naar een bepaald aspect van zijn omgeving wat een persoon, groep mensen of concept kan zijn (Ajzen, 2001). De affectieve component is gereflecteerd in een persoon psychologische respons en in wat de persoon zegt hoe deze zich voelt over het object van attitude. De cognitieve component verwijzen naar een persoon perceptie van het object van attitude en wat de persoon zegt wat ze geloven over dat object. Het gedragscomponent uit het gedrag van persoon naar het object van de attitude toe en wat deze zegt over het gedrag zelf (Arnald & Randall, 2010).

Attitudes zijn opvattingen of meningen over dingen die een oordeel inhouden en dit oordeel komt voort uit onder andere onze normen en waarden (Gray, 2010). Het is een oordeel over hoe we over iemand denken en dit kan een vervolg krijgen in praktisch handelen,

waardoor attitude ook ons gedrag kan sturen. Waardes zijn de overtuigingen van een persoon over wat goed of wenselijk is in het leven die de persoonskeuze beïnvloeden. Deze hebben betrekking op de toekomst waarbij er gericht wordt op hoe dingen zouden moeten zijn (George & Jones, 1997).

2.2.8 Sociale identiteitstheorie

Ook groepen hebben invloed op intenties en gedrag (Hagger & Chatzisarantis 2006). De sociale identiteitstheorie is een sociaal psychologische theorie die zich richt op de processen binnen groepen en relaties tussen groepen. Hierbij gaat het om processen die op het cognitieve niveau naar voren komen waaruit vervolgens gedrag tot uiting komt (Hogg, Terry & White 1995). Zo stelt de sociale identiteitstheorie dat mensen zichzelf vaak identificeren met een groep en zichzelf definiëren in termen van een sociale categorie of een groep (Tjafel en Turner, 1986: Hogg & vaughan, 2002). De sociale identiteitstheorie voorspelt dat mensen die zich sterk identificeren met een groep en dus een sociale identiteit ontwikkelen door inbedden van hun persoonlijke identiteit binnen een bepaalde groep, geneigd zijn om de normen van de groep aan te nemen waarbij de doelen, attitude, intenties en gedrag van de groep bekrachtigd worden door de groepsleden (Turner, 1985). Groepsnormen geven de houdingen en

gedragingen van een gedragsmatige relevante groep aan die aanvaard worden door de groepsleden. Er is een interactie tussen groepsnormen en groepsidentificatie. Wanneer het individu zich sterk met een groep identificeert, hebben de gedragingen en houdingen van een

(18)

18 groep invloed op de attitude, intenties en gedragingen die het individu vertoont (Johnston & White, 2003).

Wanneer er sprake is van een sociale identiteit bij dumpster divers waarbij er een verbinding onderling ervaren wordt en er sprake is van gedeelde waarden, zou dit effect kunnen hebben op de omgang en het gedrag van dumpster divers naar foodretailers toe. De groep dumpster divers kan op deze manier invloed hebben op de intentie van een individuele dumpster diver. Hieruit zou naar voren kunnen komen in hoeverre een individuele dumpster diver hetzelfde gedrag vertoont en dezelfde strategieën bij verschillende foodretailers uitvoert als andere dumpster divers. De sociale identiteitstheorie vormt een mogelijke verklaring wanneer het gedrag van verschillende dumpster divers sterk overeenkomstig is.

2.2.9 Rationele keuzetheorie

Binnen de rationele keuzetheorie, die voorkomt uit de economie, is gedrag gebaseerd op een rationele afweging tussen de kosten en baten. In hoeverre een keuze gevormd wordt kan benaderd worden vanuit deze rationele keuzetheorie waarbij de keuze van het individu centraal staat (Mcshane & Von Glinow, 2009). De rationele keuzetheorie veronderstelt dat de mens een rationeel wezen is. Hierbij wordt de mens beschouwd als iemand die kiest voor de optie die het meeste oplevert tegen de minste kosten waarbij hij een rationele afweging maakt tussen de kosten en baten van de verschillende opties (Becker, 1968). Het keuzegedrag van mensen is volgens Becker (1968) goed te verklaren aan de hand van dit economische model. Mensen zullen de uitkomsten van alle mogelijk opties evalueren waarna ze een keuze maken voor de optie die het meeste op zal leveren. In de rationele keuzetheorie geldt dat beslissingen voornamelijk genomen worden op basis van de gevolgen van de keuze voor de eigen

opbrengst, waarbij er wordt gestreefd naar het beste resultaat. Hierbij wordt alle aanwezig informatie gebruikt (Tiemeijer et al., 2009). De verschillen in het gedrag tussen individuen komen volgens deze theorie voort door verschillende gedragsmogelijkheden en beperkingen waarbij individuen handelen naar hun baten, terwijl zij de lasten proberen te vermijden (Ultee et al., 2003).

Aan de hand van deze rationele keuze theorie kan het gedrag van dumpster divers bij verschillende foodretailers verklaard worden. Wanneer dumpster divers verschillende strategieën hanteren bij verschillende foodretailers, zou dit verklaard kunnen worden aan de hand van de rationele keuze theorie waarbij er keuzes worden gemaakt in de aanpak die de hoogste subjectieve verwachte waarde hebben en waarbij er afwegingen gemaakt worden tussen de kosten en de baten van het uitvoerende gedrag. De doelrealisatie speelt hier ook een

(19)

19 rol bij omdat uiteindelijk zij hun doel willen bereiken. Hieruit zou ook aan de hand van de mate waarin er samenwerking of strijd die ervaren wordt door dumpster divers, gekeken kunnen worden naar wat voor strategieën dumpster divers hanteren. Ook kan aan de hand van de rationele keuze theorie de mate waarin er contact gezocht wordt door dumpster divers met verschillende foodretailers verklaard worden.

2.3 Probleemstelling 2.3.1 Probleemstelling

Uit het theoretische kader komt naar voren dat verschillende sociale bewegingen zich afzetten tegen het kapitalistische systeem dat grote hoeveelheden voedselverspilling tot gevolg heeft, waar dumpster diven een uiting van is. Zoals naar voren komt is er weinig onderzoek gedaan naar dumpster divers, voornamelijk in Nederland is hier weinig onderzoek naar uitgevoerd. De enkele uitgevoerde onderzoeken over dumpster divers bestaan voornamelijk uit etnografische studies naar dumpster divers in een bepaalde plaats waarbij er gekeken wordt naar de

motivatieredenen en het sociaal gedrag van dumpster divers zelf.

Ook komt er in het theoretische kader naar voren dat foodretailers veel verspillen waarbij naar voren komt dat zij andere waarden hechten aan het voedsel dan dumpster divers. Zowel de relatie tussen voedselverspilling en foodretailers en de relatie tussen

voedselverspilling en dumpster divers zijn onderzocht. Doordat foodretailers een van de ketens zijn waarbij er veel verspilt wordt in de voedselvoorzieningketens en dumpster divers degene zijn die op deze voedselverspilling van foodretailers afkomen, staan zij in verhouding tot elkaar. Echter blijkt er uit de literatuuronderzoek dat er geen onderzoek is gedaan naar de deze verhouding en in hoeverre er sprake is van interactie tussen hen. Dit onderzoek is daar een begin van, waarbij vanuit het perspectief van dumpster divers deze verhouding aan het licht gebracht wordt. Dit onderzoek zal onderscheid maken tussen de groothandels, supermarkten, voedselwinkels en de markt als de verschillende typen van foodretailers. Dumpster divers ervaren de houding van foodretailers op een bepaalde manier en hebben verwachtingen van hoe de idealen zijn van foodretailers. Ongeacht of dit de

werkelijkheid is, hoe dumpster divers zelf ervaren hoe deze houding is en wat dumpster divers denken te weten over de idealen van foodretailers, beïnvloed hoe dumpster divers handelen ten opzichte van foodretailers. Er wordt in dit onderzoek dan ook vanuit gegaan dat het gedrag van dumpster divers beïnvloed wordt door de ervaringen en de verwachtingen die zij stellen over de houding en idealen van foodretailers. Dit kan verklaard worden vanuit de denkwijze van de zelfvervullende theorie die voortkomt uit de psychologie, waarin gesteld wordt dat ons

(20)

20 gedrag beïnvloed wordt door verwachtingen die wij hebben over hoe anderen ons zien

(Merton, 1948). Ook Mead (1967) benadrukt dat menselijk gedrag het resultaat is van echte en denkbeeldige meningen die gecreëerd zijn door sociale interactie. Dumpster divers vormen uit ervaringen een beeld over wat de attitude van foodretailers op dumpster divers is en daaruit ook wat de houding naar hen toe is. Dit beïnvloed hoe dumpster divers zich opstellen tegenover de verschillende foodretailers en wat zich dan ook uit in verschillende strategieën ten opzichte deze foodretailers.

2.3.2 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te verkrijgen in de verhouding tussen dumpster divers en de verschillende foodretailers, wat betrekking heeft op voedselverspilling. In dit onderzoek wordt de verhouding tussen dumpster divers en foodretailers belicht vanuit het perspectief van de dumpster divers. Specifiek wordt er vanuit de dumpster divers gekeken naar de houding van verschillende foodretailers ten opzichte van dumpster divers. Er zal worden gekeken in hoeverre er een verschil is in idealen tussen verschillende foodretailers en dumpster divers en of dit eventuele verschil leidt tot wrijvingen tussen beiden. Vervolgens zal er worden gekeken of dumpster divers verschillende strategieën hanteren in relatie tot verschillende foodretailers.

2.3.3 Vraagstelling

De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: ‘Hoe ervaren dumpster divers hun verhouding tot verschillende foodretailers?’

Deze onderzoeksvraag zal beantwoord worden aan de hand van de volgende deelvragen:

1. ‘Hoe ervaren dumpster divers de houding van verschillende foodretailers naar dumpster divers toe?

Deze deelvraag geeft inzicht in de ervaring van dumpster divers met verschillende foodretailers in de praktijk. De vraag is hoe dumpster divers de houding en de manier waarop foodretailers met dumpster divers omgaan ervaren. Hierbij kan naar voren komen in hoeverre zij verschillende ervaringen hebben in de houding van verschillende foodretailers.

2. In hoeverre ervaren dumpster divers een verschil of overeenkomst in idealen tussen dumpster divers en verschillende foodretailers?

(21)

21 ervaren dat de idealen tussen dumpster divers en verschillende foodretailers afwijken. Hierbij zal er gekeken worden naar de waarden, doelen en perceptie van zowel dumpster divers als de verwachte waarden en doelen van foodretailers. Hieruit kan voortkomen of dumpster divers wrijvingen ervaren tussen de waarden en doelen van dumpster divers en verschillende foodretailers.

3. In hoeverre ontwikkelen dumpster divers verschillende strategieën met betrekking tot gedrag ten opzichte van verschillende foodretailers?

Als verdiepende vraag zal tenslotte gekeken worden naar of dumpster divers verschillende strategieën ontwikkelen en verschillend handelen ten opzichte van

verschillende foodretailers. Deze verschillende strategieën zouden voort kunnen komen uit de verschillende houding en omgang van foodretailers met dumpster divers.

Aan de hand van deze drie deelvragen wordt getracht een beeld te schetsen van de verhouding van dumpster divers tot verschillende foodretailers wat betrekking heeft op voedselverspilling. Voor dit onderzoek is er gekozen om te focussen op de houding, idealen en strategieën. Deze verschillende dimensies dienen om de verhouding tussen dumpster divers en verschillende foodretailers aan het licht te brengen wat besproken wordt vanuit de perspectief van dumpster divers. Op deze manier kan er vanuit de ervaring van dumpster divers de mogelijke verschillen in kaart gebracht worden in de houding van verschillende typen foodretailers. Op deze manier kan er vanuit de ervaring van dumpster divers ook naar voren komen wat de verschillen zijn van foodretailers die effect hebben op de verhouding met dumpster divers. Ook kunnen mogelijke wrijvingen tussen de idealen van dumpster divers en foodretailers naar voren gebracht worden. Uiteindelijk komt ook naar voren hoe dumpster divers op de verschillende foodretailers reageren waarbij er gekeken wordt welke verschillende strategieën dumpster divers gebruiken. Daaruit kan verder voortkomen in hoeverre er sprake is van samenwerking of juist antagonisme tussen dumpster divers en verschillende foodretailers.

2.3.4 Maatschappelijke relevantie

Doordat dit onderzoek zich richt op de ervaring van dumpster divers ten opzichte van

foodretailers, kan er een beeld gevormd worden over de verhouding tussen dumpster divers en verschillende foodretailers. Dit vormt het begin om een compleet beeld te krijgen over deze verhouding om uiteindelijk te kijken waar dumpster divers en foodretailers elkaar tegemoet kunnen komen. Op deze manier biedt het uitvoeren van dit onderzoek een basis waarin er

(22)

22 gekeken kan worden naar de gulde midden weg waarbij er naar een ideale verhouding toe gewerkt kan worden tussen dumpster divers en verschillende foodretailers, om zo de voedselverspilling te verkleinen. De voedselverspilling van foodretailers dragen bij aan de wereldwijde voedselverspilling. Zoals eerder naar voren is gebracht is dat voedselverspilling grote negatieve gevolgen heeft waardoor het van groot belang is dat de wereldwijde

voedselverspilling terug gebracht wordt. De mondiale voedselproblematiek heeft er dan ook toe geleid dat er verschillende sociale bewegingen zijn opgekomen, wat zich kan uiten in dumpster diven. Deze sociale bewegingen hebben als doel om bewustzijn te creëren over de keerzijde van het huidige kapitalistische systeem. Bewustwording kan worden gezien als de eerste stap die gezet wordt in het veranderen in het verminderen van de grote hoeveelheden voedselverspilling als gevolg van het huidige systeem. Op deze manier biedt dit onderzoek een maatschappelijke relevantie doordat het bijdraagt aan mogelijke verbeteringen bij een klein onderdeel van een groot maatschappelijk probleem.

2.3.5 Wetenschappelijke relevantie

Uit het theoretische kader komt naar voren dat dumpster divers geplaatst wordt onder

verschillende sociale bewegingen. Er zijn verschillende etnografische studies gericht op deze verschillende sociale bewegingen waarvan uit de motivatieredenen van dumpster diven verklaard kan worden. Uit het theoretische kader komt naar voren dat er nog niet veel

wetenschappelijke onderzoek met betrekking tot dumpster diven is uitgevoerd. Echter blijkt er dat er nog helemaal geen onderzoek in de wetenschap is gedaan naar de verhouding van dumpster divers tot foodretailers. Dit onderzoek geeft hier een beginnend beeld over door te onderzoeken hoe dumpster divers hun verhouding tot verschillende foodretailers ervaren. Dit onderzoek is daarom wetenschappelijk relevant omdat er op deze manier geprobeerd wordt een bijdrage te leveren aan onderzoek naar het fenomeen dumpster divers, wat in de wereld, maar al helemaal in Nederland nog nauwelijks onderzocht is.

2.3.6 Interdisciplinariteit

Voedselverspilling is een belangrijk onderwerp in dit onderzoek en heeft op verschillende vlakken grote gevolgen. De gevolgen van voedselverspilling zijn dan ook interdisciplinair te benaderen waarbij zowel sociologische, ecologische als economische gevolgen naar voren. Uit het literatuuronderzoek kwam naar voren dat het thema dumpster divinen nog enigszins

onderbelicht is en nog niet vanuit veel verschillend disciplines benaderd is. Uit deze voorgaande onderzoeken is dumpster diven voornamelijk belicht vanuit de disciplines

(23)

23 sociologie en geografie. Echter is er nog geen onderzoek gedaan naar de verhouding tussen dumpster divers en verschillende foodretailers. Dit onderzoek zal zich op deze verhouding richten waarbij er vanuit de disciplines sociologie, psychologie en economie belicht wordt hoe dumpster divers deze verhouding ervaren. Hierbij sluit de sociale interactietheorie aan wat voort komt uit de sociologie. Deze theorie richt zich op de interactie tussen dumpster divers en verschillende foodretailers. Vanuit de psychologie komt de theorie van gepland gedrag en de sociale identiteitstheorie naar voren. De theorie van gepland gedrag richt zich op de relatie tussen attitude en gedrag. De sociale identiteitstheorie richt zich op dumpster divers onderling. Het laatste deel van het onderzoek richt zich op de strategieën van dumpster divers, wat vanuit de economie met de rationele keuzetheorie benadert kan worden. Op deze manier worden de verschillende theorieën uit verschillende disciplines gebruikt om een interdisciplinaire onderzoek neer te zetten.

(24)

24

3. Methode

3.1 Onderzoeksstrategie

Dit onderzoek zal worden uitgevoerd aan de hand van een kwalitatieve onderzoeksstrategie. Door het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek kan er kennis gegeven worden over

ervaringen en denkwijzen van individuen met betrekking tot een bepaald onderwerp (Bryman, 2008). Aan de hand van een kwalitatief onderzoek kan er een volledig beeld verkregen worden van de ervaringen en belevingen van dumpster divers voor wat betreft de verhouding van hen tot verschillende foodretailers. Kwalitatief onderzoek maakt het mogelijk om de gedachten en patronen van individuen aan het licht te brengen ( Bryman, 2008). Hierdoor zal het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek een goed beeld vormen over hoe door dumpster divers de houding van foodretailers ervaren wordt, in hoeverre er een verschil of overeenkomst ervaren wordt in idealen en ten slotte in hoeverre er verschillende strategieën gehanteerd worden. Door het doen van kwalitatief onderzoek kan er op deze manier meer inzicht verkregen worden in de relatie tussen dumpster divers en verschillende typen foodretailers. In dit onderzoek is er sprake van een inductief onderzoeksproces doordat de theorie gevormd wordt vanuit de bevindingen van het onderzoek (Bryman, 2008).

3.2 Onderzoeksontwerp

Het onderzoeksontwerp is gebaseerd op de onderzoeksvraag die als houvast dient om de data te analyseren. In dit onderzoek zal er gebruik gemaakt worden van een ‘case study’. Er is in dit onderzoek gekozen voor een case study zodat er door middel van dit ontwerp een bepaalde casus kan worden bestudeerd. Bij een ‘case study’ wordt namelijk een bepaalde casus intensief en met diepgang bestudeerd, waarbij de focus gelegd wordt op de casus zelf. De focus ligt hierbij op één verschijnsel waarvan een aantal aspecten worden bestudeerd om de casus te kunnen begrijpen (Bryman, 2008). Dit onderzoeksontwerp sluit daarom dan ook het beste aan bij dit onderzoek omdat er op deze manier gekeken kan worden naar het fenomeen dumpster diven. Hierbij wordt er specifiek gekeken naar de ervaringen van dumpster divers in de verhouding tussen hen en de verschillende foodretailers. Op deze manier is er sprake van een diepgaande focus, wat kenmerkend is voor een ‘case study design’ (Bryman, 2008).

3.3 Onderzoeksmethoden

(25)

25 verzamelen. Bij een semi gestructureerd interview worden er verschillende onderwerpen en richtlijnen opgesteld die aangehaald zullen worden, waarvan de volgorde hiervan in het interview nog veranderd kan worden. Per topic worden er een aantal open vragen gesteld. Deze methode is daarom een flexibele manier van interviewen en biedt ook ruimte voor

herformulering (Bryan, 2004). Er zullen semigestructureerde interviews afgenomen worden bij het aantal respondenten totdat er datasaturatie is opgetreden. Het interviewleidraad als

onderzoeksinstrument is te vinden in bijlage 2 van het onderzoek.

Het meetniveau geeft aan op welk niveau de informatie geïnterpreteerd wordt (Bryman, 2004). Dit onderzoek is gericht op het meso niveau, namelijk de groep dumpster divers. Door middel van diepte-interviews komen de visies van individuen, de dumpster divers, naar voren. Het meetniveau van dit onderzoek wordt dus gedaan op microniveau.

3.4 Operationalisering

Het onderzoeksinstrument zal bestaan uit een aantal concepten waarnaar de data uiteindelijk op basis van deze concepten geanalyseerd zal worden (Bryman, 2008). De abstracte en complexe begrippen uit dit onderzoek zullen omgezet worden in interpreteerbare kenmerken. Hierbij zal er gezocht worden naar concrete karakteristieken die uiteindelijk de verschillende variabelen in het onderzoek zullen vormen. In dit onderzoek vormen dumpster divers de onderzoekseenheid. Hierbij wordt er gekeken naar hoe dumpster divers de verhouding tot verschillende foodretailers ervaren. Het begrip ‘verhouding van dumpster divers tot verschillende foodretailers’ zal geoperationaliseerd worden. Het kenmerk ‘verhouding van dumpster divers tot verschillende foodretailers’ wordt gedefinieerd als de onderlinge

betrekking tussen twee verschillende eenheden. Dit kan gezien worden als de manier waarop de eenheden in verband staan met elkaar. Er zal naar deze verhouding gekeken worden aan de hand van de dimensie houding. Hierbij wordt er gekeken naar hoe dumpster divers de houding van verschillende foodretailers beleven en ervaren. Deze dimensie focust zich op de praktijk. Ook wordt er gekeken naar de dimensie idealen, waarbij er gekeken wordt in hoeverre er een verschil of overeenkomst wordt ervaren in idealen met betrekking tot voedselverspilling in vergelijking met verschillende foodretailers. Als laatste dimensie wordt er gekeken naar hoe keuzes in gedrag gemaakt worden als gevolg van deze verhouding, wat zich uit in de

verschillende strategieën van dumpster divers.

De verhouding tussen dumpster divers en de verschillende foodretailers is in dit onderzoek omvat als houding, idealen en strategieën. Hierbij wordt de dimensie houding gezien als de attitude ten opzichte van elkaar. Attitude geven een persoon ’s neiging om te

(26)

26 voelen (affectief component), te denken (cognitief component) of zich te gedragen

(gedragscomponent) in een positief of negatieve manier in de richting van het object van de attitude (Ajzen, 2001). Attitude is dan ook geoperationaliseerd in de affectieve component, de cognitieve component en de gedragscomponent. De affectieve component bestaat uit de meningen en gevoelens en hieruit kan voortkomen hoe verschillende foodretailers over dumpster divers denken en hoe ze zouden willen handelen. De cognitieve component bestaat uit open houding, waardering, gedachtes, kennis en waarneming. Open houding gaat in op in hoeverre foodretailers open staan voor de gedachten en acties van dumpster divers.

Waardering gaat in op in hoeverre foodretailers dumpster divers waarderen. Gedachtes gaan in op hoe foodretailers denken over dumpster divers. Kennis geeft weer in hoeverre

foodretailers kennis hebben over dumpster divers. Waarneming geeft aan wat voor beeld foodretailers vormen over dumpster divers. Het gedragscomponent geeft het gedrag van de foodretailers naar de dumpster divers toe weer en bestaat uit contact, behandeling en

maatregelen. Contact geeft weer in hoeverre er sprake is van non-verbaal of verbaal contact tussen dumpster divers en foodretailers. Behandeling gaat in op het gedrag en geeft aan hoe foodretailers dumpster divers behandelen. Maatregelen gaat in op wat voor maatregelen foodretailers treffen ten opzichte van dumpster divers.

De dimensie idealen is geoperationaliseerd in motivatie, waarden, doelen en perceptie. Motivatie geeft aan wat de achterliggende drijfveren zijn van het handelen. Uit de waarden kan naar voren komen in hoeverre voedselverspilling een belangrijke drijfveer is in het handelen. De doelen geven aan wat het doel is van het handelingen. Perceptie geeft aan wat voor beeld dumpster divers hebben van foodretailers. De dimensie strategieën wordt verder geoperationaliseerd in aanpak, samenwerking en antagonisme. De aanpak geven weer welke strategieën er gebruikt worden om het doel te kunnen realiseren. Samenwerking geeft weer in hoeverre er sprake is van samenwerking tussen dumpster divers en verschillende foodretailers en waar deze samenwerking plaatsvindt. Antagonisme geeft weer in hoeverre er sprake is van strijd tussen dumpster divers en de verschillende foodretailers en waar deze strijd plaatsvindt. De operationalisering van het concept ‘verhouding tussen dumpster divers en verschillende foodretailers’ is uitgewerkt in een operationaliseringschema wat te vinden is in bijlage 1 van het onderzoek.

3.5 Data-analyse

Er zullen verschillende codeerkaders gebruikt worden om de kwalitatieve

(27)

27 respondenten hiermee akkoord gaan. De interviews zullen zo goed als mogelijk

getranscribeerd worden waarbij de gesproken woorden omgezet zullen worden naar een geschreven tekst (Bryman, 2008). Vervolgens zullen de uitgeschreven teksten worden geïnterpreteerd. Dit zal vervolgens verwerkt worden aan de hand van een open codering waarbij er aan alle relevante data wordt gelabeld. Deze labels worden aan de hand van axiaal coderen in verschillende categorieën geplaatst waar uiteindelijk aan de hand van selectieve codering deze omgevormd worden tot de centrale begrippen (Baarda et al., 2013). Het codeerkader is terug te vinden in bijlage 4 van het onderzoek.

3.6 Sampling

Dit onderzoek naar de verhouding tussen dumpster divers en de verschillende foodretailers wordt belicht vanuit de ervaring van dumpster divers. Dit onderzoek richt zich daarom ook op de dumpster divers waarbij de mensen die aan dumpster diven doen benaderd worden. De respondenten dumpster diven bij groothandels, supermarkten, foodretailers, voedselwinkels of wel de markt. Dit onderzoek zal zich richten op de dumpster divers in Nederland. Het streven van dit onderzoek is om rond de 15 respondenten te interviewen, tot het punt dat er

datasaturatie optreed zodat er uitspraken gedaan kunnen worden over de data (Bryman, 2008). De respondenten zullen verworven worden door middel van de sneeuwbalsampling methode (Bryan, 2004). Hierbij zal de start gemaakt worden op internet waarbij er contact opgenomen zal worden met de oprichter van de site ‘www.dumpsterdam.com’ om meer respondenten te kunnen verwerven. Via verschillende facebook groepen zal er ook geprobeerd worden om respondenten te verwerven. Wanneer er via internet dumpster divers gevonden kan worden zal geprobeerd worden om via deze contacten meerdere dumpster divers te benaderen die bereid zijn om geïnterviewd te worden.

3.7 Ethische bezwaren

In dit onderzoek zal er rekening gehouden worden met verschillende ethische kwesties. Naar waarschijnlijkheid kunnen er ethische kwesties naar voren komen doordat er niet gesteld kan worden dat dumpster diven maatschappelijk geaccepteerd is doordat het over het algemeen in deze maatschappij gezien wordt als iets wat afwijkt van normaal gedrag. Hieruit zou voort kunnen komen dat respondenten niet naar de buitenwereld toe bekenbaar willen maken dat zij dit doen. Dit is een ethische kwestie waar er rekening mee gehouden zou moeten worden tijdens het onderzoek. Ook zou het zich voor kunnen doen dat dumpster divers liever niet bekend maken op welke plekken zij dumpster diven. Wanneer zij deze specifieke plekken niet

(28)

28 genoemd willen hebben in het onderzoek zal het resultaat gekoppeld worden aan het type foodretailer. Voorafgaand van het interview zal het onderzoek worden uitgelegd waarna er gevraagd wordt of de respondent er in mee stemt dat het interview opgenomen zal worden. Ook zal er aan de respondenten toegelicht worden dat zij het recht hebben om zich terug te trekken waarnaar de verzamelde data niet meegenomen zal worden in het onderzoek. Tenslotte zal er vermeld worden dat de privacy van de respondenten gewaarborgd blijft, waarbij er in het onderzoek gebruik wordt gemaakt van pseudoniemen.

(29)

29

4. Resultaten

De resultaten in dit onderzoek komen van veertien respondenten die actief zijn in dumpster diven. Hiervan zijn er twee respondenten vrouw en zijn twaalf respondenten man. De leeftijd van de respondenten ligt tussen de 20 en 33 jaar. Anna, Stijn, thomas, Jeroen en Michiel zijn studenten. Pepijn, David, Jasper, Guido en Bart zijn woonachtend in een kraakpand en Gerard is Dominee. Anna, Thomas en Jeroen wonen in Amsterdam, Esther, Stijn, Sjoerd, Gerard en Michiel in Utrecht, Pepijn en Robin in een plaatsje dicht bij Utrecht en David, Jasper, Guido en Bart in Breda. De tijd dat de respondenten aan dumpster diven doen loopt uit een van een paar maanden, Anna, tot zeven jaar, namelijk Bart. Gemiddeld gaan de respondenten ongeveer twee keer in de week dumpster diven. Anna, Jeroen en Daan meestal ook, gaan in hun eentje dumpster diven. De andere respondenten gaan meestal met meerdere dumpster diven. Drie respondenten waren geïnspireerd geraakt om te gaan dumpster diven door een etentje van gedumpster dived voedsel wat georganiseerd werd door hun studie. Negen andere

respondenten zijn er op gekomen door een keer mee te gaan met vrienden en de andere twee respondenten zijn een keer meegegaan met familie. Een respondentenoverzicht is te vinden in bijlage 3 van het onderzoek. De centrale begrippen die naar voren zijn gekomen zijn houding, idealen en strategieën. De verkregen resultaten van het onderzoek zal per concept besproken worden.

4.1 Houding

Uit de selectieve codering komt naar voren dat contact, behandeling, maatregelen, mening, waarneming, open houding en kennis de elementen zijn die naar voren komen in de houding van verschillende foodretailers naar dumpster divers.

Contact

Van de totaal veertien respondenten geven tien respondenten direct aan dat zij vrij weinig contact hebben met foodretailers. Echter komt er naar voren dat de vijf respondenten die ook naar de markt toe gaan, wel altijd direct contact hebben met de medewerkers van de

markraampjes. Ook de zes respondenten die naar een bakker toe gaan geven aan altijd direct contact te hebben met de medewerkers van de bakker. Dit contact uit zich in communicatie doordat de respondenten aan de markteigenaren en de bakkers vragen of zij het voedsel wat niet meer verkocht gaat worden mee mogen nemen. De communicatie uit zich vaak in korte gesprekken die praktisch van aard zijn. Ook komt er naar voren dat af en toe bij kleine voedselwinkels en in enkele gevallen bij de supermarkt er gevraagd wordt om voedsel.

(30)

30 Negen van de twaalf respondenten die ook naar supermarkten gaan, geven aan dat zij nauwelijks contact hebben met de medewerkers van de supermarkten. Een aantal respondenten geeft aan echt nooit contact te hebben gehad met supermarkten. Van de vijf respondenten die ook naar groothandels gaan, geven er vier van aan nauwelijks contact te hebben met de medewerkers van de groothandels. Drie respondenten ervaren dat het contact met

supermarkten en groothandels zich meer uit in de maatregelen die zij treffen, bijvoorbeeld dat er sloten op de afvalcontainers geplaatst worden. Uiteindelijk wordt er door de respondenten aangegeven dat er af en toe wel sprake is van communicatie tussen dumpster divers en supermarkten en groothandels. Hierbij wordt aangegeven dat het bij kleine zelfstandige supermarkten wel makkelijker is om het gesprek aan te gaan in vergelijking met grote supermarkten en groothandels, waardoor er dan ook eerder contact plaats vindt tussen kleine supermarkten en dumpster divers. Echter komt ook naar voren dat ondanks dit verschil, dit ook verder weer kan verschillen per supermarkt. Wanneer er tussen de respondenten en de supermarkten of groothandels sprake is van communicatie, uit deze zich voornamelijk in korte gesprekken waarbij de meeste respondenten het contact niet opzoeken. Wanneer ze een

medewerker tegen komen gaan zij het contact wel aan om uit te leggen wat ze aan het doen zijn en om aan te geven dat ze het netje achter zullen laten. ‘Het was niet echt een uitwisseling van waarom doen jullie dit, er werd niet over motivatie gesproken’ (Robin).

In enkele gevallen uit het gesprek zich in een discussie met de medewerkers van de supermarkten. Pepijn geeft aan dat hij als hij een medewerker tegen komt in ieder geval het gesprek wel aan gaat en ook in discussie gaat wanneer medewerkers hen tegen houden in zijn handelen. ‘En hij zegt zo stop dat eens heel snel terug en ik zeg waarom, eh ja dat is ons afval, en dan zeg ik maar dat is toch prima nog om te eten, dat is gewoon zonde om weg te gooien’. Enkele respondenten zochten wel zelf het contact op met de foodretailers. Zo zocht Robin bij de groothandel wel actief contact doordat hij daar vaak overdag komt. ‘Anders loop je zo over dat terrein heen als een wild vreemde die daar in hun spullen gaat neuzen, en dat geeft rare en oncomfortabele situaties’.

Behandeling

De manier waarop foodretailers dumpster divers behandelen wordt door de respondenten bij de verschillende foodretailers anders ervaren. Alle respondenten die ook naar bakkers gingen gaven aan dat bakkers hun goed behandelden. Hierbij kwam sterk naar voren dat bakkers naar de respondenten toe erg behulpzaam zijn en het overige brood meegaven. Over het algemeen waren de markteigenaren behulpzaam naar de respondenten toe. Thomas beschreef dat

(31)

31 markteigenaren aan het eind van de dag meestal niet op hun aller vrolijkst waren, maar dat ze ook nooit heel onaardig naar hem toe waren. Ook merkte hij op dat bij het buitenlandse kraampje waar hij vaak komt men de spullen gratis meegeeft en dat men bij het Nederlandse kraampje toch eerder een beetje geld vroeg.

Uit de verschillende ervaringen komt voornamelijk naar voren dat de respondenten weggestuurd worden door medewerkers waarbij in enkele gevallen de medewerkers ook boos worden. Elf respondenten hebben ervaren dat ze weggestuurd werden door medewerkers van supermarkten of groothandels. Echter zijn er ook ervaringen waarbij zowel werknemers het niet willen hebben maar het toch toelaten als ze het netjes opruimen waardoor het op een bepaalde manier voor de dumpster divers ervaren wordt alsof het gedoogd wordt. In sommige gevallen merken dumpster divers dat een werknemer er niet iets op tegen heeft. Het valt op dat de laagste medewerkers in de hiërarchie onverschillig zijn, maar daar wordt wel bij vermeld dat het van de bedrijfsleider niet mag. De bedrijfsleiders willen het sneller niet hebben en hebben meer aandacht voor de houdbaarheidsdatum en de aansprakelijkheid die zij hiervoor hebben. Ook komt naar voren dat de respondenten het gevoel hebben dat de grote foodretailers over het algemeen kortzichtiger zijn op de regels en dat kleine ondernemers het eerder goed vinden, echter zijn hier ook uitzonderingen op. Michiel geeft aan dat het voor hem voelt alsof supermarkten hem als uitschot behandelen. ‘Want heel vaak áls ze je zien krijg je vaak te horen van ga weg of rot op of wat dan ook’. De meeste respondenten gaan weg op het moment dat zij weggestuurd worden, maar niet iedereen. Zo beschrijft Pepijn een situatie waarin de medewerker zijn gevonden parmezaanse kazen af wou pakken. ‘Toen ben ik ook wel een beetje handtastelijk geworden zovan het zijn mijn kazen want jullie gaan het toch weg flikkeren’. Robin geeft aan dat de behandeling van supermarkten naar foodretailers toe een beetje ongemakkelijk is en merkt op dat mensen van Turkse of Marokkaanse afkomst hen op een relaxtere manier behandelen.

Maatregelen

Uit de data-analyse komt naar voren dat er veel maatregelen getroffen worden door

groothandels, supermarkten en enkele kleine supermarkten. Hierbij wordt duidelijk opgemerkt dat dit vaker gebeurt bij grotere bedrijven dan bij kleinere bedrijven. Uit de ervaringen van de respondenten komt naar voren dat er vaak hekken geplaatst worden, er sloten op de

afvalcontainers geplaatst worden, er camera’s hangen, dat de afvalcontainers binnen gezet wordt of dat er afspraken met de politie gemaakt worden zodat zij het in de gaten houden. ‘En niet een klein hangslotje maar echt een groot ijzeren slot helemaal om de container heen die je

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kijken we naar jeugdhulp zonder verblijf in Amsterdam dan zien we dat het gebruik onder alle groepen niet-westerse jeugdigen afneemt van de eerste naar de tweede generatie

Voor de gemeente Amsterdam vormde deze inzichten de reden nader onderzoek te laten doen naar het gebruik van verschillende vormen van jeugdhulp door groepen met een

Voor mijn dochter was die grote oude eik met die miljoenen eikelmannetjes erin op dat moment de mooiste en meest inspirerende boom van de wereld.. Die eik mag niet meedoen in onze

Mijn idee zou dan ook zijn: maak diversiteit voortaan tot de heersende norm, en alleen als het niet anders kan, ga dan eenvormig

Er zijn in 2010 vooral ouders van jonge kinderen bereikt, dit heeft onder andere te maken met het feit dat het aanbod Triple P voor ouders van tieners pas veel later van start

Met deze term willen weten- schappers duidelijk maken dat er grote verschillen zijn tussen mensen, veel meer dan alleen tussen Nederlanders en migranten. Zo hebben allochtonen van

De wethouder met Surinaamse achtergrond zet zich al jaren in voor meer kleur binnen de gemeente; in zijn ogen nood- zakelijk in een stad waar 51 procent van de inwoners

Het is echt niet nodig om zo bang te zijn voor bestuurlijke schaalvergroting, als je de menselijke maat van de scholen maar goed in de gaten blijft houden.”. In een