• No results found

Waarom lijkt iedereen het beter dan ik te hebben? : Instagramgebruik, jaloezie, tevredenheid met het leven en de gemoedstoestand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Waarom lijkt iedereen het beter dan ik te hebben? : Instagramgebruik, jaloezie, tevredenheid met het leven en de gemoedstoestand"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waarom lijkt iedereen het beter dan ik te hebben?:

Instagramgebruik, jaloezie, tevredenheid met het

leven en de gemoedstoestand

Brenda Montijn: 10776184

Afstudeerproject: Excellentie

Begeleider: S.J.H.M. van den Putte

Inleverdatum: 16-01-2017

Opleiding: Communicatiewetenschap

(2)

2 Samenvatting

Sociale media zijn een groot onderdeel van ons dagelijks leven geworden. Daardoor kun je je gaan afvragen wat er gebeurt wanneer we deze niet of juist wel gebruiken. Instagram is een relatief nieuw sociaal netwerk en is nog weinig onderzocht. In verband met een tekort aan experimenten is hier een online surveyexperiment uitgevoerd die de relatie onderzocht tussen Instagramgebruik, jaloezie als gemoedstoestand, jaloezie als karaktertrek, tevredenheid met het leven (SWL) en gemoedstoestand. Het experiment is uitgevoerd onder 18-35 jarigen. Uit de resultaten bleek dat hoe tevredener jongvolwassenen met hun leven waren, hoe minder snel zij jaloers werden. Jongvolwassenen die als persoon jaloerser waren, ervaarden juist meer jaloezie na het gebruiken van Instagram. Er bleek echter geen significant effect te zijn van de gemoedstoestand in de voormeting op de mate van Instagramgebruik. Verder was er geen effect van de mate van Instagramgebruik op de gemoedstoestand in de nameting. Ook was er geen sprake van mediatie van jaloezie als gemoedstoestand in dit verband. Tevredenheid met het leven en jaloezie als karaktertrek bleken daarnaast geen moderatoren. De betekenis van de resultaten wordt samen met enkele aanbevelingen voor preventies of interventies besproken. Er worden ook kanttekeningen gezet bij het huidige onderzoek en er worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.

Inleiding

In het boek “Een jaar offline” door Bram van Montfoort wordt de uitdaging aangegaan om een jaar lang zonder internet te leven. Uit het boek wordt duidelijk dat een leven zonder internet en sociale media tegenwoordig bijna irreëel is. Bram houdt altijd wel van een feestje, maar sinds hij offline is gegaan, lijken vrienden hem te passeren. Wanneer Bram alleen is zonder zijn smartphone wordt hij neerslachtig en gaat hij plotseling veel nadenken. Sociale media zijn inderdaad een grote rol in het dagelijks leven gaan spelen. Uit cijfers van het CBS (2015) blijkt immers dat 99 procent van de 18 – 25 jarige internetgebruikers in Nederland in 2014 sociale netwerken gebruikte. Dit maakt het essentieel om naar de psychologische effecten van het gebruik te kijken.

“Sociale” media zijn uiteraard sociaal en zorgen voor afleiding. Ze brengen ons immers in contact met vrienden, familie en kennissen en ze zijn 24/7 beschikbaar voor wanneer je je verveelt of niet vrolijk voelt. Vanuit deze invalshoek zouden sociale media voor positieve gevoelens zorgen. In een aantal studies blijkt inderdaad dat sociale mediagebruik samengaat

(3)

3

met een positievere gemoedstoestand (Apaolaza, He & Hartmann, 2014; Lin & Utz, 2015; Pittman & Reich, 2016; Tandoc, Ferruci & Duffy, 2015; Ziv & Kiasi, 2016).

Toch zou je je kunnen voorstellen dat wanneer het even niet meezit dat iemand zich juist negatiever gaat voelen na het gebruiken van sociale media. Voel jij je echt veel positiever na het bekijken van alle prachtige reizen, gezellige borrels en leuke levens? Of voel jij je wellicht wat jaloers en geprikkeld, omdat jij je op het moment tegenovergesteld voelt aan de personen in de berichten? Een aantal studies toont inderdaad negatieve relaties tussen sociale

mediagebruik en de gemoedstoestand (bv. Chen et al., 2016; Kross et al., 2013). Er zijn dus zowel positieve als negatieve relaties tussen sociale mediagebruik en de

gemoedstoestand gevonden. Daarom is een nieuw onderzoek uitgevoerd. Om te onderzoeken waardoor de inconsistentie ontstaan is, is ook naar de moderatoren tevredenheid met het leven en jaloezie als karaktertrek en de mediator jaloezie als gemoedstoestand gekeken. Wellicht speelden deze moderatoren en mediator een belangrijke rol, terwijl sommige onderzoeken deze variabelen niet hadden onderzocht en er daardoor onverklaarbare inconsistentie ontstond. In dit onderzoek is specifiek gekeken naar Instagram, omdat het een relatief nieuw sociaal netwerk is wat actuele en nieuwe inzichten kan brengen. Volgens het Nationaal E-mail Onderzoek (2016) heeft Instagram van alle nieuwe sociale media (oudere sociale media zijn bijvoorbeeld Facebook en Twitter) de meeste gebruikers in Nederland. Instagram blijkt ook zeer populair onder jongvolwassenen. Het gebruik van Instagram is 59 procent in de

leeftijdscategorie 18-24 en 29 procent in de leeftijdscategorie 25-34. Het sociale netwerk is relatief nieuw ten opzichte van bijvoorbeeld Facebook. Het netwerk is dan ook weinig onderzocht in verband met de gemoedstoestand in tegenstelling tot Facebook. Dit maakt het interessant om te onderzoeken. Daarnaast is het sociale medialandschap altijd in beweging waardoor de resultaten van onderzoek snel irrelevant kunnen worden als het oudere Facebook onderzocht wordt: “in the new media landscape, we must run as fast as we can, just to stay in place” (Valkenburg & Piotrowski, 2017, p. 1).

In de huidige literatuur is ook voor Instagram zowel een positieve als negatieve relatie gevonden tussen het gebruik ervan en de gemoedstoestand (Lup, Trub & Rosenthal, 2015; Pittman & Reich, 2016). Verder blijkt dat er een groot tekort is aan experimenten. Dit onderzoek heeft daarom in een online experiment de causale relatie onderzocht tussen

Instagramgebruik en de gemoedstoestand. De onderzoeksvraag die beantwoord wordt is “welk

effect heeft de mate van Instagramgebruik van jongvolwassenen (18 – 35 jaar) op de verandering in de gemoedstoestand?” In tegenstelling tot andere onderzoeken die

(4)

4

bijvoorbeeld de frequentie sociale media bezoeken onderzochten, wordt in dit onderzoek onder de mate van Instagramgebruik verstaan hoeveel tijd iemand besteed aan zijn of haar Instagram bezoek.

Met dit experiment wordt een bijdrage geleverd aan de kennis over positieve en/of negatieve psychologische gevolgen van sociale media. Er worden ook inzichten gegeven die

meegenomen kunnen worden in het ontwerp van interventie- en preventiestrategieën.

Wanneer duidelijk wordt dat Instagram jaloezie kan opwekken of dat het jongvolwassenen in een negatieve gemoedstoestand kan brengen, is een interventie- of preventiestrategie

belangrijk. Er kan bijvoorbeeld aan jongvolwassenen worden geleerd dat mensen er

gelukkiger uit zien op Instagram dan in het echt, dat foto’s regelmatig gefotoshopt zijn en dat niet alles op Instagram de realiteit is.

Hypothesen

Er is een vijftal hypothesen opgesteld. De hypothesen beschrijven de effecten van en op Instagramgebruik. De verwachtingen zijn gebaseerd op onderzoeken die op drie gebieden afwijken van dit huidige onderzoek. Ten eerste is sociale mediagebruik soms anders

geoperationaliseerd, bijvoorbeeld als de frequentie van gebruik in plaats van de duur van het Instagrambezoek. Ten tweede worden hier door een groot tekort aan experimenten met name correlationele onderzoeken besproken. Ten derde hebben veel onderzoeken ook naar andere sociale media dan Instagram gekeken.

Zo keken Lin en Utz (2015) naar Facebookgebruik. Facebookberichten bleken veelal positief te zijn in dit onderzoek. Sociale media staan dan ook inderdaad bekend om hun positieve vertekening. Vooral op Instagram ziet het leven er rooskleuriger uit. Neem bijvoorbeeld de “filters” of effecten die aan de foto’s worden toegevoegd. Deze filters dienen de foto mooier te maken. Daarnaast zouden weinig mensen hun lelijke kant laten zien en positioneert men zich precies zoals hij of zij wil op de foto. Verder schetsen de foto’s op Instagram een eeuwig vrolijk leven in tegenstelling tot het echte leven waarin iedereen ups en downs meemaakt. Als je Instagram doorgaat, zal je weinig negatieve gebeurtenissen vinden. Dit maakt het sociale medium aantrekkelijk voor het zoeken van afleiding. Mensen die zich negatief voelen, zoeken wellicht naar iets positiefs om de gedachten te verzetten en vinden dit op Instagram. Of zij hebben de verwachting dat zij hun negatieve staat kunnen omzetten naar een positieve staat (Sagioglou & Greitemeyer, 2014). Hierdoor verwacht ik dat hoe negatiever iemand zich voelt, hoe langer diegene Instagram gebruikt en dus hoe positiever iemand zich voelt, hoe korter diegene Instagram gebruikt, of:

(5)

5

H1: De gemoedstoestand tijdens de voormeting heeft een negatief effect op de mate van

Instagramgebruik.

Zorgt het vele gebruiken van Instagram ook daadwerkelijk voor een positievere

gemoedstoestand? Specifiek voor Instagram is zowel een positieve relatie gevonden met de gemoedstoestand als een negatieve relatie (Lup, Trub & Rosenthal, 2015; Pittman & Reich, 2016).Veel onderzoeken vonden dat het gebruik van andere sociale media samenhing met een negatieve gemoedstoestand (Chen et al., 2016; Kross et al., 2013; Lin & Utz, 2015; Lin et al., 2016; Sagioglou & Greitemeyer, 2014; Satici & Uysal, 2015; Tandoc, Ferruci & Duffy, 2015; Verduyn et al., 2015). In het extreme hebben twee onderzoeken zelfs gevonden dat sociale mediagebruik samenhangt met meer depressieve symptomen (Lin et al., 2016; Lup, Trub & Rosenthal, 2015).

Sagioglou en Greitemeyer (2014) spraken in hun onderzoek van een forecast error. Zij vroegen zich af waarom mensen Facebook bleven gebruiken als zij zich er alleen maar negatiever van gingen voelen. Zij ondervonden dat mensen dachten dat zij zich beter gingen voelen door het gebruik van Facebook, terwijl zij zich in feite negatiever voelden. Aan de hand van de vorige resultaten wordt de volgende verwachting opgesteld: hoe langer iemand Instagram gebruikt, hoe negatiever diegene zich voelt, oftewel:

H2: De mate van Instagramgebruik heeft een negatief effect op de gemoedstoestand na de

blootstelling.

Vanuit de common sense zou men kunnen suggeren dat Instagram een hoop jaloezie opwekt, zeker wanneer iemands eigen gemoedstoestand negatief is. Iemand voelt zich slecht, wendt zich voor afleiding tot Instagram en ziet allerlei foto’s waarin mensen zich beter lijken te voelen. Dit kan jaloezie opwekken omdat diegene zelf de positieve ervaringen niet meemaakt. Vervolgens voelt de persoon zich nog negatiever. Zo zorgt Facebookgebruik in het onderzoek van Verduyn et al. (2015) via jaloezie inderdaad voor een verslechtering van de

gemoedstoestand. In het onderzoek van Tandoc, Ferruci en Duffy (2015) komt naar voren dat hoe meer Facebook gebruikt wordt, hoe jaloerser de persoon wordt en hoe depressiever deze persoon hierdoor wordt. Hierom wordt het volgende verwacht:

H3: Het negatieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en de gemoedstoestand na

de blootstelling wordt gemedieerd door jaloezie als gemoedstoestand.

(6)

6

dat Instagramgebruik juist minder jaloezie opwekt. Het zou minder moeten uitmaken hoeveel tijd iemand besteedt op Instagram, omdat diegene tevreden is met hoe de omstandigheden zijn in zijn of haar eigen leven. Er wordt dus het volgende verwacht:

H4: Het positieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en jaloezie wordt

gemodereerd door de tevredenheid met het leven, dat wil zeggen dat hoe tevredener iemand met zijn eigen leven is, hoe minder jaloezie wordt opgewekt naarmate diegene langer Instagram gebruikt.

Het verschilt natuurlijk ook per persoon hoe jaloers iemand wordt van het gebruiken van Instagram. Een persoon die van nature jaloers is, zal sneller jaloers worden op andere mensen dan een persoon die van nature minder jaloers is:

H5: Het positieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en jaloezie als

gemoedstoestand wordt gemodereerd door jaloezie als karaktertrek, dat wil zeggen dat hoe jaloerser iemand als persoon is, hoe jaloerser diegene zich ook zou moeten voelen naarmate diegene langer Instagram gebruikt.

Figuur 1: conceptueel model

Methode

Om het conceptueel model te testen is een online surveyexperiment uitgevoerd. Er is gekozen voor een experiment om het causale verband tussen de mate van Instagramgebruik en de positieve en negatieve gemoedstoestand te onderzoeken. Uit onderzoek bleek namelijk dat er

(7)

7

nog te weinig experimenten dit verband hebben onderzocht. Het experiment is online opgezet in het software programma Qualtrics.

Dataverzameling

Er zijn honderd respondenten geworven die tussen de 18 en 35 jaar zijn en die Instagram gebruiken. Het experiment is door de onderzoeker mondeling verspreid en via Whatsapp, Facebook en Instagram. Op de sociale media Facebook en Instagram is de link met de volgers en vrienden gedeeld met een verzoek om aan het online experiment deel te nemen. Op

Whatsapp is de link doorgestuurd naar individuen en naar een aantal Whatsapp groepen. Verder is aan anderen gevraagd het experiment door te sturen. Dit zou binnen korte termijn het grootste aantal mogelijke respondenten moeten bereiken.

Manipulatie

Aan de respondenten is gevraagd Instagram voor een korte tijd te gebruiken zoals zij dat normaal gesproken zouden doen. Er stond een link in de survey aangegeven waar de respondenten op konden klikken, maar de respondenten mochten ook de applicatie van

Instagram op hun mobiele telefoon gebruiken. Aan de respondenten is gevraagd minimaal één minuut Instagram te gebruiken en maximaal vijf minuten. Er zijn vooraf geen condities

gemaakt, omdat ook gemeten is of de gemoedstoestand een effect heeft op de duur van het Instagramgebruik.

Variabelen

Alle schalen vanuit bestaande literatuur zijn naar het Nederlands vertaald en gemeten op een zevenpuntschaal. In de voormeting zijn de variabelen jaloezie als karaktertrek, tevredenheid met het leven en gemoedstoestand gemeten. Ook zijn er enkele items en een vraag

meegenomen in de survey die als afleiding dienden, zoals “heb je vandaag al Instagram gebruikt?” (Appendix B). In de nameting zijn de variabelen jaloezie als gemoedstoestand en gemoedstoestand gemeten. Ook hier zijn weer enkele items en een vraag gesteld als afleiding, bijvoorbeeld “heb je meer zin om uit te gaan na het gebruiken van Instagram?”.

Gemoedstoestand

Om de gemoedstoestand te meten is een verkorte PANAS schaal gebruikt (Mackinnon, Jorm, Christensen, Korten, Jacomb & Rodgers, 1999). Deze schaal bestaat uit de positieve en negatieve gemoedstoestand. Voor de positieve gemoedstoestand zijn de volgende items opgenomen in de schaal: “geïnspireerd”, “alert”, “opgewonden”, “enthousiast” en

(8)

8

“vastberaden” (α = 0.78). Voor de negatieve gemoedstoestand zijn de volgende items opgenomen: “angstig”, “boos”, “nerveus”, “bang” en “bedroefd” (α = 0.87). Aan de

respondenten werd gevraagd deze woorden die gevoelens beschrijven te lezen en om aan te geven in welke mate zij het aangegeven gevoel voelen op het moment (Mackinnon et al., 1999; Watson & Clark, 1999). De respondenten hebben aangegeven in hoeverre zij de gevoelens ervaren op een zevenpuntschaal van zeer licht of helemaal niet tot extreem.

Tevredenheid met het leven

Om de tevredenheid met het leven te meten is de veelgebruikte Satisfaction with Life Scale van Diener et al. (1985) gebruikt (α = 0,83). De schaal bestaat uit vijf stellingen, bijvoorbeeld “in de meeste opzichten komt mijn leven dicht in de buurt van mijn ideaal.” De respondenten hebben aangegeven in hoeverre zij het met de vijf stellingen eens waren op een

zevenpuntschaal van zeer mee oneens tot zeer mee eens.

Jaloezie karaktertrek

De respondenten hebben aangegeven in hoeverre zij het eens waren met acht stellingen omtrent jaloezie als karaktertrek. De stellingen zijn onderdeel van de Dispositional Envy

Scale (Smith, Parrott, Diener, Hoyle & Kim, 1999). Een voorbeeld van een stelling is “ik voel

me elke dag jaloers op iets wat iemand heeft of is.” De stellingen zijn gemeten op een zevenpuntschaal van zeer mee oneens tot zeer mee eens.

Jaloezie gemoedstoestand

Er zijn zeven stellingen gebruikt om jaloezie als gemoedstoestand te meten (Appel et al., 2015; α = 0,88). Jaloezie als gemoedstoestand is in tegenstelling tot jaloezie als karaktertrek een tijdelijke opgewekte gemoedstoestand. Een voorbeeld van een stelling is “ik voelde mij jaloers bij het gebruiken van Instagram.” De respondenten hebben op een zevenpuntschaal aangegeven in hoeverre zij het er mee eens waren, van zeer mee oneens tot zeer mee eens.

Mate van Instagramgebruik

De mate van Instagramgebruik is gemeten als de tijdsduur van het Instagrambezoek in seconden. De respondenten konden zelf bepalen in het experiment hoelang zij Instagram gebruikten, maar met een minimum van één en een maximum van vijf minuten.

Controlevariabelen

Allereerst is er gecontroleerd voor sekse, leeftijd en opleidingsniveau.

(9)

9

controlevariabele die diende om te kijken of respondenten die meer Instagram gebruikten over de gehele week in vergelijking met respondenten die minder Instagram gebruikten over de gehele week een ander effect ondergingen. Respondenten gaven aan hoeveel uren en minuten zij gemiddeld aan Instagram besteedden op een dag waarop zij Instagram gebruikten en zij gaven aan hoeveel dagen per week zij Instagram gemiddeld gebruikten. Vervolgens zijn de minuten omgerekend naar uren en zijn de uren vermenigvuldigd met de dagen per week. Als laatste is gecontroleerd voor Instagramgebruik vandaag, oftewel of op de dag van de meting al Instagram is gebruikt voorafgaand het experiment. De vraag die hierbij hoort is beantwoord met ja of nee.

Analyseplan

De data zijn vanuit Qualtrics geconverteerd naar een SPSS (versie 22) bestand. Om de hypothesen te onderzoeken zijn regressieanalyses uitgevoerd. Voor het effect van de gemoedstoestand op de mate van Instagramgebruik zijn twee regressieanalyses uitgevoerd: één voor de positieve en één voor de negatieve gemoedstoestand (H1). De mediatieanalyse is uitgevoerd volgens het stappenplan van Baron en Kenny (1986). Eerst zijn de directe effecten getoetst en als deze alle drie significant zijn, worden mediatie-effecten getoetst. Met deze analyse zijn hypothese 2 en 3 getest. Voor de twee moderatie-effecten (H4 en H5) is voor beide één regressieanalyse uitgevoerd aan de hand van het stappenplan van Verboon (n.d.).

Resultaten Participanten

In totaal zijn 91 respondenten begonnen aan het experiment. Na het verwijderen van

respondenten die het experiment niet hebben afgemaakt, zijn 51 respondenten overgebleven. Met deze 51 respondenten zijn de correlaties voor de controlevariabelen uitgevoerd. Bij de controlevariabele aantal uren Instagramgebruik per dag heeft één respondent vijftien uur opgegeven. Omdat deze variabele voor bijna iedere regressieanalyse gebruikt moest worden, is alsnog besloten de respondent vanaf de regressieanalyses uit het bestand te halen. Er bleven 50 respondenten over van tussen de 18 en 32 jaar (M = 21,60, SD = 2,94). Er hebben 8

mannen en 42 vrouwen meegedaan aan het onderzoek.

Schalen

Er zijn vier schalen gecreëerd voor de gemoedstoestand voor- en na de blootstelling: positieve gemoedstoestand en negatieve gemoedstoestand (Appendix C). Onder positieve

(10)

10

“vastberaden” en onder negatieve gemoedstoestand vallen de items “angstig”, “boos”, “nerveus”, “bang” en “bedroefd”. De schaal voor positieve gemoedstoestand voor de

blootstelling (α = 0,875 , M = 3,88, SD = 1,28) en de schaal voor negatieve gemoedstoestand voor de blootstelling (α = 0,849, M = 2,09, SD = 1,16) zijn betrouwbare schalen. De schaal positieve gemoedstoestand na de blootstelling (α = 0,744, M = 3,58, SD = 1,20) is een redelijk betrouwbare schaal. Negatieve gemoedstoestand na de blootstelling is een zeer betrouwbare schaal (α = 0,902, M = 1,74, SD = 1,03).

Deze data suggereren alvast het volgende. Er is aan de ene kant een zeer kleine daling in de positieve gemoedstoestand na het gebruiken van Instagram, echter is er aan de andere kant ook een daling in de negatieve gemoedstoestand. Dat zou betekenen dat jongvolwassenen zich dus aan de ene kant minder positief voelen na het gebruiken van Instagram en aan de andere kant minder negatief.

Verder is een betrouwbare schaal gecreëerd voor jaloezie als karaktertrek bestaande uit acht items (α = 0,840, M = 2,73, SD = 1,07). De jongvolwassene Instagramgebruikers waren gemiddeld niet zo jaloers als persoon; zij waren het gemiddeld oneens tot een beetje oneens met de stellingen. De schaal voor jaloezie als gemoedstoestand is redelijk betrouwbaar en bestaat uit zeven items (α = 0,788, M = 3,16, SD = 1,04). Gemiddeld voelen de

jongvolwassene Instagramgebruikers zich niet zo jaloers na het gebruiken van Instagram, zij waren het gemiddeld een beetje oneens met de stellingen. De schaal voor de tevredenheid met het leven is betrouwbaar en bestaat uit vijf items (α = 0.870, M = 4,58, SD = 1,27). Gemiddeld zijn jongvolwassene Instagramgebruikers matig tevreden tot een beetje tevreden met hun leven.

Hypothesen

Alle schalen zijn gestandaardiseerd voorafgaand de regressie analyses. De resultaten van de regressieanalyses zijn samengevat in Tabel 1. Er zijn eerst correlaties uitgedraaid voor de relaties tussen de controlevariabelen sekse, leeftijd, opleidingsniveau, Instagramgebruik

vandaag en het aantal uren Instagramgebruik per week en de afhankelijke variabelen mate van Instagramgebruik, jaloezie als gemoedstoestand, de positieve gemoedstoestand en de negatieve gemoedstoestand. De resultaten zijn terug te vinden in Tabel 2. Sekse bleek

significant samen te hangen met jaloezie als gemoedstoestand. Daarnaast bleek het aantal uren Instagramgebruik per week significant samen te hangen met de positieve gemoedstoestand na de blootstelling. Daarom zijn sekse en het aantal uren Instagramgebruik per week

(11)

11

Hypothese 1 en 2 voorspelden dat de gemoedstoestand tijdens de voormeting een negatief effect zou hebben op de mate van Instagramgebruik en dat het gebruik weer een negatief effect zou hebben op de gemoedstoestand na de blootstelling. Voor beide hypothesen is geen significant effect gevonden. De gemoedstoestand voor de blootstelling zorgt dus niet voor veranderingen in de mate waarin jongvolwassenen Instagram gebruiken en het maakt niet uit hoelang jongvolwassenen Instagram gebruiken voor hoe positief of negatief zij zich achteraf voelen. Hypothese 1 en 2 worden daarom verworpen.

Hypothese 3 voorspelde dat het negatieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en de gemoedstoestand na de blootstelling zou worden gemedieerd door jaloezie. Jaloezie als gemoedstoestand heeft inderdaad een zwak positief, maar net aan significant effect op de negatieve gemoedstoestand na de blootstelling. Jaloezie als gemoedstoestand heeft echter geen significant effect op de positieve gemoedstoestand. Ook heeft de mate van

Instagramgebruik geen significant effect op jaloezie als gemoedstoestand. Als laatste heeft de mate van Instagramgebruik geen direct significant effect op de gemoedstoestand na de

blootstelling. Omdat slechts één direct effect significant is, is geen mediatieanalyse uitgevoerd. Hypothese 3 wordt dus verworpen, er is geen mediatie-effect van jaloezie als gemoedstoestand.

Hypothese 4 voorspelde dat het positieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en jaloezie als gemoedstoestand zou worden gemodereerd door de tevredenheid met het leven. Alhoewel er dus geen significant verband bleek te zijn tussen de mate van Instagramgebruik en jaloezie als gemoedstoestand, is er gekeken of de tevredenheid met het leven toch iets verandert aan het effect. De tevredenheid met het leven en de mate van Instagramgebruik hebben samen een effect op jaloezie als gemoedstoestand. Het model verkaart 16,6% van de variantie in jaloezie als gemoedstoestand, F(2, 47) = 4,68, p < 0,05. De toevoeging van de interactie zorgt voor slechts 0,1% stijging in de verklaarde variantie en is niet significant (p = 0,805). Het complete model met de interactie, hoofdeffecten en controlevariabelen is ook significant en verklaart 27,2% van de variantie in jaloezie als gemoedstoestand, F(5, 44) = 3,29, p < 0,05. De interactie zelf heeft een zwak, maar niet significant effect op jaloezie als gemoedstoestand. Opmerkelijk is dat tevredenheid met het leven wel een redelijk sterk negatief effect heeft op jaloezie als gemoedstoestand. Hoe tevredener iemand met zijn eigen leven is, hoe minder jaloers iemand zich voelt na het gebruiken van Instagram. Sekse heeft in het complete model een zwak positief effect op jaloezie als gemoedstoestand (b* = 0,30, p <

(12)

12

0,05). Vrouwen voelen zich dus jaloerser na het gebruiken van Instagram dan mannen. Omdat de interactie niet significant is, wordt Hypothese 4 verworpen.

Hypothese 5 voorspelde dat het positieve verband tussen de mate van Instagramgebruik en jaloezie als gemoedstoestand zou worden gemodereerd door jaloezie als karaktertrek. Het model met de mate van Instagramgebruik en jaloezie als karaktertrek is significant, F (2, 47) = 16,88, p < 0,001. De toevoeging van de interactie is echter niet significant (p = 0,303). Het complete model met de controlevariabelen is significant en verklaart 56,3% van de variantie in jaloezie als gemoedstoestand, F (5, 44) = 11,35, p < 0,001. De interactie zelf is echter niet significant. Er is wel een direct en sterk positief effect van jaloezie als karaktertrek op jaloezie als gemoedstoestand gevonden. Hoe jaloerser iemand dus als persoon is, hoe meer jaloezie wordt opgewekt na het gebruiken van Instagram. Hypothese 5 wordt verworpen omdat de interactie niet significant is. Sekse en het aantal uren Instagramgebruik per week spelen ook hier weer een belangrijke rol. Het aantal uren heeft een zwak positief effect op jaloezie als gemoedstoestand (b* = 0,26, p < 0,05), evenals sekse (b* = 0,26, p < 0,05). Vrouwen en jongvolwassenen die meer uren per week besteden aan Instagram, voelen zich dus jaloerser na het gebruiken van Instagram dan mannen en jongvolwassenen die minder uren per week besteden aan het sociale netwerk.

Conclusie en discussie

Instagram was hét sociale netwerk voor jongvolwassenen in 2016. Het wordt volop gebruikt en toch is er nog weinig onderzoek naar gedaan. Eerder onderzoek naar andere sociale media heeft tegenstrijdige relaties getoond tussen het gebruik ervan en de gemoedstoestand. Deze onderzoeken waren veelal correlationeel en pleitten ook voor een experiment als

vervolgonderzoek. Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd door deze tekortkoming in te vullen met een online surveyexperiment. De vraag die werd gesteld in het onderzoek is welk

effect de mate van Instagramgebruik van jongvolwassenen (18 – 35 jaar) op de verandering in de gemoedstoestand heeft. Er is geprobeerd duidelijkheid te creëren in de tegenstrijdige

relaties door te kijken of de moderatoren jaloezie als karaktertrek en tevredenheid met het leven of anders de mediator jaloezie als gemoedstoestand een rol speelden in het effect. Er zijn echter geen significante moderatie- of mediatie-effecten gevonden. Daarnaast is er ook geen significant negatief of positief effect van de mate van Instagramgebruik op de

(13)

13

Alhoewel de hypothesen dus niet aangenomen zijn, zijn er wel andere interessante verbanden gevonden. Zo bleek dat jongvolwassenen die van zichzelf al een jaloers karakter hadden ook sneller jaloers werden. Daarnaast bleek dat jongvolwassenen die tevredener met het leven waren ook minder jaloers werden. Beide bevindingen zijn logisch te beredeneren. Wanneer iemand tevreden met het eigen leven is, is het logisch dat diegene minder snel iets wenst uit het leven van een ander. Wanneer iemand van nature jaloers is, is het ook logisch dat diegene vaker en onder meer omstandigheden jaloezie ondervindt, met name op een positief vertekend netwerk als Instagram.

Beperkingen

Dit onderzoek heeft meerdere beperkingen. Allereerst zijn er een aantal kanttekeningen te zetten bij de generaliseerbaarheid van het onderzoek. Zo hebben weinig mannen aan het experiment meegedaan. Daarnaast hebben überhaupt weinig respondenten deelgenomen voor de regressieanalyses die zijn uitgevoerd. Dit heeft meerdere oorzaken. Allereerst is de

doelgroep afgebakend naar jongvolwassenen tussen de 18 en 35 jaar die Instagram gebruiken en is alleen geworven binnen het netwerk van de onderzoeker zelf. Daarnaast heeft meer dan de helft van de 91 respondenten het onderzoek niet compleet ingevuld en zijn daarom veel respondenten uitgevallen. Verder is een fout gemaakt door niet direct bij de manipulatie te vermelden dat na de blootstelling aan Instagram nog vragen komen, waardoor veel

respondenten waarschijnlijk hebben afgehaakt of na het gebruik van Instagram of nog voor het gebruik van Instagram. Toen het probleem werd opgemerkt is bij veel respondenten duidelijk vermeld dat er nog vragen na het gebruik van Instagram komen. Er waren overigens ook mensen geweest die niet begrepen dat ze Instagram moesten gebruiken en daar pas later achter kwamen, waardoor de timer meer seconden heeft geteld. Daarnaast bleek er soms het probleem te zijn dat de “verder” knop niet verscheen na het Instagramgebruik. Het probleem is geprobeerd te verhelpen door de laatste respondenten uit te leggen dat het even duurde voordat zij verder konden klikken.

Naast de kanttekeningen voor de generaliseerbaarheid, zijn er mogelijk sociaal gewenste antwoorden gegeven op de vragen over jaloezie. Het is niet makkelijk om in de spiegel te kijken en toe te geven dat je (vaak) jaloers bent op je medemens. Er is dus een mogelijke vertekening in de antwoorden op de vragen naar jaloezie als karaktertrek en jaloezie als gemoedstoestand.

(14)

14

Er is nog steeds een tekort aan onderzoek naar Instagramgebruik in verband met de

gemoedstoestand. Er zouden meer experimenten moeten worden uitgevoerd die dit verband onderzoeken. Daarnaast is het van belang dat er een grotere groep dan dit onderzoek wordt onderzocht. Voor vervolgonderzoek zijn jaloezie als karaktertrek en tevredenheid met het leven van belang om mee te nemen. Uit dit onderzoek bleek dat deze twee een direct effect hadden op jaloezie als gemoedstoestand, maar dat deze geen moderatoren waren. Daarom is het interessant om ze als voorspellers van jaloezie als gemoedstoestand mee te nemen of als voorspellers van de negatieve en positieve gemoedstoestand. Als laatste zou de variabele

afleiding meegenomen kunnen worden in vervolgonderzoek. Deze variabele is regelmatig

genoemd in de hypothesesectie, maar is hier niet onderzocht. Er zou kunnen worden gekeken naar afleiding als mediator of moderator voor het verband tussen de gemoedstoestand in de voormeting en de mate van Instagramgebruik. Het is aannemelijk dat wanneer

jongvolwassenen zich negatief voelen, zij daarom zoeken naar iets positiefs of afleiding en dat zij zich daarom wenden tot het positieve Instagram.

Bijdragen

Alhoewel er dus kanttekeningen te plaatsen zijn bij het onderzoek, heeft het onderzoek ook belangrijke bijdragen geleverd. Het onderzoek heeft geprobeerd nieuwe inzichten te geven door een relatief nieuw sociaal netwerk te onderzoeken. Dit is hét sociale netwerk waar jongvolwassenen zich bevonden in 2016. In onderzoek naar sociale media is het belangrijk om op de hoogte te blijven van de laatste trends. Je loopt risico dat onderzoek snel irrelevant wordt wanneer je je met meer gedateerde sociale netwerken bezighoudt (Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Een andere belangrijke bijdrage van dit onderzoek is dat het een nieuwe invalshoek heeft gegeven. Er zijn veel positieve en negatieve relaties tussen de mate van Instagramgebruik en de gemoedstoestand gevonden of gepubliceerd. Dit onderzoek heeft laten zien dat er niet altijd een effect is en dat het misschien niet zo zwart/wit is. Dat er weinig significante resultaten zijn gevonden zou betekenen dat Instagram een niet al te grote invloed heeft op de gemoedstoestand en jaloezie van jongvolwassenen. Als er inderdaad geen negatief effect is van de mate van Instagramgebruik op de gemoedstoestand, is dat ook iets positiefs. Dat zou betekenen dat jongvolwassenen minder problemen ervaren in hun hoofd tijdens of na het gebruik van Instagram dan verwacht. Een mogelijke risicogroep zou echter kunnen bestaan uit jongvolwassenen die in hun karakter jaloers zijn en ontevreden zijn over hun eigen leven. Jaloezie als karaktertrek en ontevredenheid met het leven bleken inderdaad jaloezie te

(15)

15

stimuleren na het gebruiken van Instagram. Alhoewel er geen mediatie effect gevonden is van jaloezie als karaktertrek en alhoewel jaloezie als gemoedstoestand niet voorafgaand het gebruik is gemeten, is het aannemelijk dat jongvolwassenen die in het dagelijks leven snel jaloers worden, dat ook des te meer door Instagram worden. Daarnaast bleek uit het directe effect dat jongvolwassenen die zich jaloers voelden na hun Instagramgebruik, zich ook in een negatievere gemoedstoestand konden bevinden (Tabel 1). Al met al vormen de

jongvolwassenen die ontevreden zijn over het eigen leven en die jaloers zijn van karakter de doelgroep waarvoor een interventie- of preventiestrategie nodig is.

Concepten voor interventie en preventie

Een interessant idee voor een interventie is een dag in de week waarop jongvolwassenen bewust worden gemaakt van de positieve vertekening van (Instagram)berichten. Zo bestaat er een #Throwback Thursday op Instagram, waarbij mensen een foto van vroeger op donderdag posten (Moreau, 2016). Het idee is een dag in de week waarop jongvolwassenen een foto plaatsen die voor hun iets negatiefs weerspiegelt. Dit kan bijvoorbeeld iets zijn aan het eigen uiterlijk, een persoon die ze missen of iets wat die week minder goed ging. Daarbij is de bedoeling dat er een hashtag zoals #realmonday geplaatst wordt bij de foto. De hashtag is uiteraard afhankelijk van de dag en staat voor het echte leven waarin men ook negatieve of minder leuke momenten ervaart. Hashtags kunnen berichten zichtbaar en populair maken op Instagram. Door te laten zien dat anderen het niet perse beter hebben, kunnen jaloezie en onzekerheid voorkomen worden.

Een andere optie om de kennis over realiteit op Instagram te versterken is om een campagne te starten. Het zou een campagne moeten worden met als doel mediawijsheid op het gebied van online realiteit te versterken. Met bijvoorbeeld reclamespots en advertenties op Instagram kunnen jongvolwassenen bewust worden gemaakt van de positieve vertekening die

plaatsvindt. Ook kunnen zij ervan opsteken dat niet alles wat geplaatst wordt op Instagram echt is en dat het niet altijd een goede weerspiegeling van de persoon geeft.

(16)

16 Referentielijst

Apaolaza, V., He, J., & Hartmann, P. (2014). The effect of gratifications derived from use of the social networking site Qzone on Chinese adolescents’ positive mood. Computers in

Human Behavior, 41, 203 – 211. doi: 10.1016/j.chb.2014.09.029

Appel, H., Crusius, J., & Gerlach, A. L. (2015). Social comparison, envy, and depression on Facebook: A study looking at the effects of high comparison standards on depressed individuals. Journal of Social and Clinical Psychology, 34, 277 – 289. doi:

10.1521/jscp.2015.34.4.277

Baron, R. M., & Kenny, D. A. (1986). The moderator-mediator variable distinction in social psychological research: Conceptual, strategic and statistical considerations. Journal of

Personality and Social Psychology, 51, 1173 – 1182.

Blinker & CG. (2016). Nationaal E-mail Onderzoek. Geraadpleegd via https://www.blinker.nl/kennis/nationaal-email-onderzoek

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2015). Gebruik sociale netwerken sterk toegenomen. Geraadpleegd op 28 september 2016, via

https://www.cbs.nl/nlnl/maatwerk/2015/47/jongeren-en-sociale-media-2015 Chen, W., Fan, C., Liu, Q., Zhou, Z., Xie, X. (2016). Passive social network site use and

subjective well-being: A moderated mediation model. Computers in Human Behavior,

64, 507 – 514. doi: 10.1016/j.chb.2016.04.038

Chou & Edge. (2012). “They are happier and having better lives than I am”: The impact of using Facebook on perceptions of others’ lives. Cyberpsychology, Behavior and Social

Networking, 15(2), 117 – 121. doi: 10.1089/cyber.2011.0324

Diener, E., Emmons, R. A., Larsen, R. J., & Griffin, S. (1985). The satisfaction with life scale.

Journal of Personality Assessment, 49(1), 71 – 75. doi: 10.1207/s15327752jpa4901_13

Kross, E., Verduyn, P., Demiralp, E., Park, J., Lee, D. S., Lin, N., Shablack, H., Jonides, J., & Ybarra, O. (2013). Facebook use predicts declines in subjective well-being in young adults. PloS one, 8(8),e69841. doi: 10.1371/journal.pone.0069841

(17)

17

Lin, R., & Utz, S. (2015). The emotional responses of browsing Facebook: Happiness, envy, and the role of tie strength. Computers in Human Behavior, 52, 29 – 38. doi:

10.1016/j.chb.2015.04.064

Lin, L. Y., Sidani, J. E., Shensa, A., Radovic, A., Miller, E., Colditz, J. B., Hoffman, B. L., Giles, L. M., & Primack, B. A. (2016). Association between social media use and depression among U.S. young adults. Depression and Anxiety, 33, 323 – 331. doi: 10.1002/da.22466

Lup, K., Trub, L., & Rosenthal, L. (2015). Instagram #Instasad?: Exploring associations among Instagram use, depressive symptoms, negative social comparison, and strangers followed. Cyberpsychology, Behavior and Social Networking, 18, 247 – 252. doi: 10.1089/cyber.2014.0560

Mackinnon, A., Jorm, A. F., Christensen, H., Korten, A. E., Jacomb, P. A., & Rodgers, B. (1999). A short form of the Positive and Negative Affect Schedule: Evaluation of factorial validity and invariance across demographic variables in a community sample.

Personality and Individual Differences, 27, 405 – 416. doi:

10.1016/S0191-8869(98)00251-7

Manago, A. M., Taylor, T., & Greenfield, P. M. (2012). Me and my 400 friends: The anatomy of college students’ Facebook networks, their communication patterns, and well-being.

Developmental Psychology, 48, 369 – 380. doi: 10.1037/a0026338

Montfoort, B. van. (2013). Een jaar offline. Amsterdam: Moon.

Moreau, E. (2016). Throwback Thursday meaning and why it's so popular. Geraadpleegd op 13 januari 2017, via https://www.lifewire.com/throwback-thursday-meaning-and-why-its-so-popular-3485860

Pittman, M., & Reich, B. (2016). Social media and loneliness: Why an Instagram picture may be worth more than a thousand Twitter words. Computers in Human Behavior, 62, 155 – 167. doi: 10.1016/j.chb.2016.03.084

Sagioglou, C., & Greitemeyer, T. (2014). Facebook’s emotional consequences: Why

Facebook causes a decrease in mood and why people still use it. Computers in Human

(18)

18

Satici, S. A., & Uysal, R. (2015). Well-being and problematic Facebook use. Computers in

Human Behavior, 49, 185 – 190. doi: 10.1016/j.chb.2015.03.005

Smith, R., Parrott, W., Diener, E., Hoyle, R., & Kim, S. (1999). Dispositional envy.

Personality and Social Psychology Bulletin, 25, 1007 – 1020. doi:

10.1177/01461672992511008

Tandoc, E. C., Ferrucci, P., & Duffy, M. (2015). Facebook use, envy, and depression among college students: Is Facebooking depressing? Computers in Human Behavior, 43, 139 – 146. doi: 10.1016/j.chb.2014.10.053

Valenzuela, S., Park, N., & Kee, K. F. (2009). Is there social capital in a social network site?: Facebook use and college students’ life satisfaction, trust and participation 1. Journal of

Computer‐Mediated Communication, 14, 875 – 901. doi:

10.1111/j.1083-6101.2009.01474.x

Valkenburg, P.M. & Piotrowski, J.T. (2017). Plugged In: How Media Attract and Affect

Youth. Yale University Press.

Verboon, P. (n.d.). Voorbeeldanalyse: Afwisseling en arbeidstevredenheid: de modererende

invloed van extraversie. Verkregen via scriptiebegeleider.

Verduyn, P., Lee, D. S., Park, J., Shablack, H., Orvell, A., Bayer, J., Ybarra, O., Jonides, J., Kross, E., & Gauthier, I. (2015). Passive Facebook usage undermines affective well-being: Experimental and longitudinal evidence. Journal of Experimental Psychology,

144, 480 – 488. doi: 10.1037/xge0000057

Watson, D., & Clark, L. A. (1999). The PANAS-X: Manual for the Positive and Negative Affect Schedule - expanded form. Department of Psychological & Brain Sciences Publications: The University of Iowa.

Ziv, I., & Kiasi, M. (2016). Facebook’s contribution to well-being among adolescent and young adults as a function of mental resilience. The Journal of Psychology, 150, 527 – 541. doi: 10.1080/00223980.2015.1110556

(19)

19 Appendix A: Tabellen

Tabel 1: Regressieanalyses van hoofdeffecten en mediatie- en moderatie-effecten

Positieve gemoeds-toestand na Negatieve gemoeds-toestand na Instagram- gebruik Jaloezie gemoeds-toestand Positieve gemoeds-toestand voor b* = 0,08 Negatieve gemoeds-toestand voor b* = 0,19 Instagram-gebruik B = 0,00 B = 0,00 B = 0,00 Jaloezie als gemoeds-toestand B = 0,18 B = 0,27* SWL b* = -0,47** Jaloezie als karakter-trek b* = 0,77*** Instagram-gebruik * SWL b* = 0,28 Instagram-gebruik * jaloezie karakter-trek b* = -0,22

(20)

20 Opmerking: gecontroleerd voor aantal uren Instagramgebruik per week en sekse, N = 50

*< 0,1 ** < 0,05 *** < 0,01

Tabel 2: Correlaties van de controlevariabelen met de afhankelijke variabelen

Instagramgebr uik Jaloezie gemoedstoestand Positieve gemoedstoestand na Negatieve gemoedstoestand na Leeftijd 0,09 -0,11 0,09 -0,17 Sekse 0,03 0,28* -0,02 -0,15 Opleidingsniveau -0,08 0,05 0,18 -0,16 Uren Instagramgebruik week -0,02 0,18 0,28* 0,05 Instagramgebruik vandaag 0,02 0,02 -0,11 -0,05 *<0,1 ** < 0,05 *** < 0,01 N = 51

(21)

21 Appendix B: Survey

Q23 Beste ,

Hierbij wil ik je uitnodigen om deel te nemen aan een onderzoek dat wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het College of Communication, onderdeel van de Universiteit van Amsterdam.

Het onderzoek waar ik jouw medewerking bij nodig heb is “Instagramgebruik onder

jongvolwassenen”. Ik zal je straks vragen om voor een zeer korte tijd Instagram te gebruiken zoals je dat normaal ook doet. Verder stel ik vragen vooraf en achteraf over jou en je

persoonlijkheid, enkele bezigheden, je tevredenheid met het leven en je gemoedstoestand. Aan dit onderzoek kunnen alleen Instagramgebruikers van tussen de 18 en 35 jaar deelnemen. Doel van dit onderzoek is om te kijken wat voor effect Instagramgebruik op verschillende mensen heeft.

Het onderzoek zal ongeveer 10 minuten van je tijd in beslag nemen.

Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het College of Communication, Universiteit van Amsterdam, heb je de garantie dat:

* Je anonimiteit is gewaarborgd en dat je antwoorden of gegevens onder geen enkele voorwaarde aan derden worden verstrekt, tenzij je hiervoor van te voren uitdrukkelijke toestemming hebt verleend.

* Je zonder opgaaf van redenen kunt weigeren mee te doen aan het onderzoek of je deelname voortijdig kunt afbreken. Ook kun je achteraf (binnen 24 uur na deelname) je toestemming intrekken voor het gebruik van je antwoorden of gegevens voor het onderzoek.

* Deelname aan het onderzoek geen noemenswaardige risico’s of ongemakken met zich meebrengt en je niet met expliciet aanstootgevend materiaal zult worden geconfronteerd. * Je uiterlijk vijf maanden na afloop van het onderzoek de beschikking kunt krijgen over een onderzoeksrapportage waarin de algemene resultaten van het onderzoek worden

toegelicht.

(22)

22

contact opnemen met de onderzoeker Brenda Montijn, via e-mail: brendamontijn@outlook.com.

Mochten er naar aanleiding van je deelname aan dit onderzoek klachten of opmerkingen bij je zijn, dan kun je contact opnemen met het lid van de Commissie Ethiek van de afdeling

Communicatiewetenschap, per adres: ASCoR secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Postbus 15793, 1001 NG Amsterdam; 020‐525 3680; ascor‐secr‐

fmg@uva.nl. Een vertrouwelijke behandeling van je klacht of opmerking is daarbij gewaarborgd.

Ik hoop je voldoende te hebben geïnformeerd en wil je alvast bedanken voor je deelname aan “Instagramgebruik onder jongvolwassenen”.

Met vriendelijke groet, Brenda Montijn

Q24 Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek, zoals uiteengezet in de uitnodigingsmail voor dit onderzoek.

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud daarbij het recht deze instemming weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden hoef op te geven. Ik besef dat ik op elk moment mag stoppen met het onderzoek.

Als mijn onderzoeksresultaten worden gebruikt in wetenschappelijke publicaties, of op een andere manier openbaar worden gemaakt, dan zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren. Mijn persoonsgegevens worden niet door derden ingezien zonder mijn uitdrukkelijke

toestemming.

 Ik begrijp de bovenstaande tekst en ga akkoord met deelname aan het onderzoek. (1)  Ik ga niet akkoord en wil mijn deelname afbreken. (2)

(23)

23

Answer If Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek, zoals uiteengezet in de uitnodigingsmail voor dit

onderzoek.&nbsp; &nbsp;Ik stem geheel... Ik ga niet akkoord en wil mijn deelname afbreken. Is Selected

Q27 Alsnog bedankt voor de moeite! Tot ziens!

If Alsnog bedankt voor de moei... Is Displayed, Then Skip To End of Survey

Q1 Maak je gebruik van Instagram?  nee (1)

(24)

24

Answer If Maak je gebruik van Instagram? nee Is Selected

Q28 Sorry, helaas val je niet onder de doelgroep. Ik ben op zoek naar mensen die Instagram gebruiken. Alsnog bedankt! Tot ziens!

If Sorry, helaas val je niet o... Is Displayed, Then Skip To End of Survey

D11 Wat is je leeftijd?

If Wat is je leeftijd? Is Greater Than 35, Then Skip To Sorry, helaas val je niet onder de do...If Wat is je leeftijd? Is Less Than 18, Then Skip To Sorry, helaas val je niet onder de do...If Wat is je leeftijd? Is Greater Than or Equal to 18, Then Skip To End of BlockIf Wat is je leeftijd? Is Less Than or Equal to 35, Then Skip To End of Block

(25)

25

Q35 Sorry, helaas val je niet onder de doelgroep. Ik ben opzoek naar mensen tussen de 18 en 35 jaar. Alsnog bedankt voor de moeite!

If Sorry, helaas val je niet o... Is Displayed, Then Skip To End of Survey

D2 Wat is je geslacht?  man (1)

 vrouw (2)

D3 Wat is je opleidingsniveau? (de opleiding die je op dit moment volgt of anders je afgeronde opleiding)

 geen (1)  lage school (8)  vmbo (2)  havo (3)  vwo (4)  mbo (5)  hbo (6)  universiteit (7)

I1 Hoeveel dagen per week gebruik je Instagram gemiddeld?  0 dagen (1)  1 dag (2)  2 dagen (3)  3 dagen (4)  4 dagen (5)  5 dagen (6)  6 dagen (7)  7 dagen (8)

(26)

26

I2 Hoeveel tijd besteed je gemiddeld aan Instagram op een dag waarop je het gebruikt? ______ uren (1)

______ minuten (2)

I3 Heb je vandaag al Instagram gebruikt?  nee (1)

(27)

27

JA1 Geef bij de volgende stellingen aan in hoeverre je het er mee eens bent.

Zeer mee oneens (1) Mee oneens (2) Beetje mee oneens (3) Niet mee oneens of eens (4) Beetje mee eens (5) Mee eens (6) Zeer mee eens (7) Ik voel me elke dag jaloers op iets wat iemand heeft of is. (1)        Eerlijk gezegd zorgt het succes van mijn naasten ervoor dat ik

mij aan hen stoor. (2)

      

Ik ben iedere dag wel boos om iets. (3)        Ik voel mij van nature snel aangevallen. (4)        De waarheid is dat ik mij meestal ondergeschikt voel aan       

(28)

28 anderen. (5) Wat ik ook doe, ik word altijd belast door jaloezie op iets wat iemand heeft of is. (6)        Ik ben over het algemeen energiek. (7)        Ik krijg over het algemeen genoeg slaap. (8)        Gevoelens van jaloezie op iets wat iemand heeft of is, kwellen mij constant. (9)        Het is zo frustrerend om sommige mensen zo makkelijk te zien slagen. (10)        Ik ben een enthousiast persoon in       

(29)

29 het dagelijks leven. (11) Ik heb humor. (12)        Ik worstel met het gevoel dat ik te kort schiet. (13)        Op de een of andere manier lijkt het niet eerlijk dat sommige mensen al het talent lijken te hebben. (14)       

(30)

30

G1 Er worden nu een aantal woorden genoemd die verschillende gevoelens en emoties beschrijven. Lees elk woord en vink het meest gepaste antwoord aan. Indiceer alsjeblieft in welke mate jij je als volgt voelt op dit moment.

Helemaal niet (1) Een heel klein beetje (2) Een beetje (3) Matig (4) Best wel (5) In zekere mate (6) In extreme mate (7) geïnspireerd (1)        alert (2)        opgewonden (3)        enthousiast (4)        vastberaden (5)        angstig (6)        boos (7)        nerveus (8)        bang (9)        bedroefd (10)       

(31)

31

T1 Geef bij de volgende stellingen aan in hoeverre je het er mee eens bent.

Zeer mee oneens (1) Mee oneens (2) Beetje mee oneens (3) Niet mee oneens of eens (4) Beetje mee eens (5) Mee eens (6) Zeer mee eens (7) In de meeste opzichten komt mijn leven dicht

in de buurt van mijn ideaal. (1)        De omstandigheden in mijn leven zijn uitstekend. (2)        Ik ben tevreden met mijn leven.

(3)

      

Tot zover heb ik de belangrijke dingen die ik in

het leven wil gekregen. (4)

      

Als ik mijn leven over zou

kunnen doen, zou ik bijna

niets veranderen. (5)

(32)

32

AFL1 Hoe vaak per week gemiddeld ga je uit (borrelen of nachtclub)?  meestal niet (1)

 één keer per week (2)  twee keer per week (3)  drie keer per week (4)

 meer dan drie keer per week (5)

M1 Timing First Click (1) Last Click (2) Page Submit (3) Click Count (4)

MA1 Ik wil je nu graag vragen Instagram 1 tot 5 minuten te gebruiken zoals je normaal ook doet. Je bent natuurlijk vrij om te bepalen hoelang je het gebruikt binnen de 1 tot 5 minuten. Open alsjeblieft de volgende link of open Instagram via de app: www.instagram.com

(33)

33

Q29 Als je Instagram hebt gebruikt, kun je nu verder met de laatste paar vragen. Dit is bijna het einde van het online experiment.

G2 Er worden nu een aantal woorden genoemd die verschillende gevoelens en emoties beschrijven. Lees elk woord en vink het meest gepaste antwoord aan. Indiceer alsjeblieft in welke mate jij je als volgt voelt op dit moment.

Helemaal niet (1) Een heel klein beetje (2) Een beetje (3) Matig (4) Best wel (5) In zekere mate (6) In extreme mate (7) geïnspireerd (1)        alert (2)        opgewonden (3)        enthousiast (4)        vastberaden (5)        angstig (6)        boos (7)        nerveus (8)        bang (9)        bedroefd (10)       

(34)

34

JA2 Geef bij de volgende stellingen aan in hoeverre je het er mee eens bent. Denk

bijvoorbeeld aan de foto's die je hebt gezien, de reacties of likes die je hebt geplaatst en de profielen, verhalen en de newsfeed die je hebt bekeken.

Zeer mee oneens (1) Mee oneens (2) Beetje mee oneens (3) Niet mee oneens of eens (4) Beetje mee eens (5) Mee eens (6) Zeer mee eens (7) Ik voelde mij jaloers bij het gebruiken van Instagram. (1)        Ik voelde mij enthousiast bij het gebruiken van Instagram. (2)        Ik voelde mij minderwaardig bij het gebruiken van Instagram. (3)        Ik voelde mij rot bij het gebruiken van Instagram. (4)        Ik voelde mij ontspannen bij het gebruiken van Instagram. (5)        Ik voelde mij       

(35)

35 op achtergesteld bij het gebruiken van Instagram. (6) Ik heb mij vermaakt bij het gebruiken van Instagram. (7)        Ik zou in de schoenen willen staan van sommige mensen die ik op Instagram tegen ben gekomen. (8)        Ik ben tevreden met mijn eigen Instagram foto's. (9)        Ik zou willen zijn zoals sommige mensen die ik op Instagram tegen ben gekomen. (10)        Ik heb meer volgers dan de       

(36)

36 meeste Instagram gebruikers. (11) Ik voelde mij geïnspireerd door sommige mensen die ik op Instagram tegen ben gekomen. (12)        Ik ben tevreden met de Instagram volgers die ik heb. (13)       

AFL2 Heb je meer zin om uit te gaan na het gebruiken van Instagram?  nee (1)

 ja (2)

E1 Hartelijk dank voor het deelnemen aan het online experiment! Je hebt mij hiermee erg geholpen! Als je binnen vijf maanden graag een onderzoeksrapport wilt ontvangen van de resultaten, vul dan hier je e-mailadres in! Zo niet, klik dan op het "verder" pijltje onderin.

Q30 Ik geef je nu je de vragen hebt ingevuld nog even een nadere toelichting over het onderzoek en wat ik wil onderzoeken: met het onderzoek ga ik onderzoeken of er een relatie is tussen de gemoedstoestand, de mate van Instagramgebruik, jaloezie en de tevredenheid met het leven. Met de vragen over het uitgaan of andere stellingen ga ik niets doen. Bedankt voor

(37)

37

je deelname! Dit is het einde van het onderzoek. Klik voor de laatste keer op het "verder" pijltje en je antwoorden zijn ingeleverd!

(38)

38 Jaloezie als karaktertrek

1. Ik voel me elke dag jaloers op iets wat iemand heeft of is.

2. Eerlijk gezegd zorgt het succes van mijn naasten ervoor dat ik mij aan hen stoor. 3. De waarheid is dat ik mij meestal ondergeschikt voel aan anderen.

4. Wat ik ook doe, ik word altijd belast door jaloezie op iets wat iemand heeft of is. 5. Gevoelens van jaloezie op iets wat iemand heeft of is, kwellen mij constant. 6. Het is zo frustrerend om sommige mensen zo makkelijk te zien slagen. 7. Ik worstel met het gevoel dat ik te kort schiet.

8. Op de een of andere manier lijkt het niet eerlijk dat sommige mensen al het talent lijken te hebben.

Jaloezie als gemoedstoestand

1. Ik voelde mij jaloers bij het gebruiken van Instagram.

2. Ik voelde mij minderwaardig bij het gebruiken van Instagram. 3. Ik voelde mij rot bij het gebruiken van Instagram.

4. Ik voelde mij op achtergesteld bij het gebruiken van Instagram.

5. Ik zou in de schoenen willen staan van sommige mensen die ik op Instagram tegen ben gekomen.

6. Ik zou willen zijn zoals sommige mensen die ik op Instagram tegen ben gekomen. 7. Ik voelde mij geïnspireerd door sommige mensen die ik op Instagram tegen ben

gekomen. Gemoedstoestand Positieve gemoedstoestand 1. geïnspireerd 2. alert 3. opgewonden 4. enthousiast 5. vastberaden Negatieve gemoedstoestand 1. angstig 2. boos 3. nerveus

(39)

39

4. bang 5. bedroefd

Tevredenheid met het leven

1. In de meeste opzichten komt mijn leven dicht in de buurt van mijn ideaal. 2. De omstandigheden in mijn leven zijn uitstekend.

3. Ik ben tevreden met mijn leven.

4. Tot zover heb ik de belangrijke dingen die ik in het leven wil gekregen. 5. Als ik mijn leven over zou kunnen doen, zou ik bijna niets veranderen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zeg: Wat voor de titel geldt, geldt vaak ook voor de voorkant van het boek; je ziet waar het boek over gaat, je wordt nieuwsgierig en soms zijn de plaatjes leuk, grappig

Laat het eerste fragment van YouTube zien zonder het eind.. Vraag: ‘Wie snapt hoe

Ik kijk uit naar het wetsvoorstel fondsfinanciering pensioen politi- ci, de integrale visie op het politieke ambt en de daarbij behorende rechtspositie en de verkorting van

Doordat er veel overeenkomende elementen te zien zijn, zoals de wijn die wordt wijn geschonken aan de man, een flink stuk decolleté bij de vrouw en de luit, kan gezegd worden dat

Verder staat er een uitgebreid rijverslag in met een 205 diesel, een rijverslag van de XS (nog met XY8 blok) en natuurlijk een reisverslag met een 1.9 GTI. Ook de grote successen

De kunstenaar heeft dus een vierde kleur nodig en kiest ervoor om vlak nummer 5 geel te kleuren.. Het is mogelijk om de rest van het kunstwerk in te kleuren zonder een tweede keer

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de

Meer bedrijven zouden een kachel met boiler moeten aanschaffen als ze het hout toch hebben liggen. Waarom zou je het