• No results found

Robert Fruin en Rachel. Een misverstand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Robert Fruin en Rachel. Een misverstand"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Robert Fruin en Rachel - Een misverstand

D. DE ROO VAN ALDERWERELT

In de Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap, LXXVII (1963) heeft de heer J. van Heyst op bladzijde 293 vlg. een mededeling gedaan over 'Robert Fruin in brieven en andere stukken'. Daarin is opgenomen een brief (nummer 5), die Fruin uit Leiden op 4 juni 1846 aan zijn moeder heeft geschreven. Deze bevat de volgende zinsnede: 'Naar Rachel hoop ik natuurlijk Zaturdag te gaan en van daar kom ik Zondag te een of ander uur bij U in Rotterdam'.

In brief 83 door H. W. van der Mey dd. 11 februari 1899 tot W. G. C. Byvanck gericht, treft men op bladzijde 347 de volgende passage aan:

Andere verhoudingen. 'In den kring mijner schoonouders heb ik meermalen gehoord dat

Fruin in zijn jonge jaren geëngageerd was geweest met een meisje uit Utrecht, en dat vooral de bejegening van die zijde ondervonden hem genoopt had celibatair te blijven'. De heer Van Heyst heeft in noot 4) op bladzijde 349 hieraan toegevoegd: 'Waarschijnlijk de 'Rachel', over wie Fruin in 1846 aan zijn moeder schreef' (zie hierboven, brief 5).

Deze Rachel is echter niemand minder dan de beroemde Franse treurspelspeelster Eli-sabeth Rachel-Félix (1821-1858). Zulks is mij gebleken uit een niet gepubliceerd dagboek van Simon Vissering (1818-1888), die van 1850 tot 1879 als opvolger van Thorbecke in de juridische faculteit van de Leidse Universiteit hoogleraar was in de staathuishoudkunde, statistiek en diplomatieke geschiedenis, en aan welke boeiende figuur ik een studie wijd. Onder dagtekening 8 juni 1846 schrijft hij: 'Gisteren avond heb ik de beroemde tragé-dienne, Mlle Rachel gezien; meer uit pligtsbesef dan uit verlangen. De vreesselijke hitte heeft mij drie representaties doen voorbijgaan: doch het ware te ergerlijk haar ongezien weder te doen vertrekken, Zij gaf de Virginie van Latour'.

Vissering is sterk onder de indruk gekomen van haar talent en wijdt daar zeer lezens-waardige beschouwingen aan. Rachel heeft in Amsterdam vijf voorstellingen gegeven te weten op dinsdag 2, donderdag 4, zaterdag 6, maandag 8 en woensdag 10 juni (de aanteke-ning van Vissering had 9 juni gedateerd moeten zijn). Op 6 juni trad zij op als Marie Stu-art in het gelijknamige stuk van P. A. Lebrun en deze opvoering heeft Fruin blijkbaar bij-gewoond.

(2)

Recensies

Bryce Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study (Gent: E. Story, 1974, 477 blz.; met 'Preface' door F. L. Ganshof).

Niemand kan er maar een ogenblik aan twijfelen dat Henri Pirenne reeds tijdens zijn leven was opgenomen in het pantheon van de allergrootste historici van de Westerse wereld en in België zelfs in de galerij van nationale beroemdheden zonder meer. Weinig historici, weinig geleerden kunnen bogen op een legende en een cultus zoals die door zijn leerlingen aan de volgende generatie zijn overgeleverd. Nog steeds worden zijn werken aangeprezen als het vertrekpunt van elke studie en van elk onderzoek op drie kerndomeinen van de Europese geschiedenis. Zijn monumentale Geschiedenis van België behoudt ondanks latere, vaak gemeenschappelijke synthesewerken haar fascinatie van een doordachte visie en soliede beschrijving over de oorsprong van de Belgische staat. Zijn interpretatie van het ontstaan en het karakter der middeleeuwse steden, in tal van geschriften neergelegd, is een schoolvoorbeeld van een globale verklaringshypothese, die voor velen nog steeds geldt als een onbetwiste verworvenheid der historische wetenschap. Zijn beroemde stelling over het einde der Oudheid, in zijn volledigste vorm uitgeschreven in zijn Mahomet et

Charlemagne, is een voortdurende uitdaging en prikkeling tot onderzoek en bezinning voor

een ganse schare van historici.

Veel opstellen en geschriften werden reeds aan de Gentse meester en zijn werk gewijd, maar geen kan bogen op de uitvoerigheid en de volledigheid van voorliggend boek van de Amerikaanse mediëvist Lyon, die zelfs details als de 'pot de nuit humbly hidden' onder het bedje van Lucien Pirenne niet onvermeld voorbijgaat! Deze biografie steunt op een in-drukwekkende documentatie van onuitgegeven papieren in de meest verscheiden depots en op talrijke publicaties waaronder die van Lyon zelf een voorname plaats innemen.

Ofschoon de auteur Pirenne niet persoonlijk heeft gekend, is hij, zoals hij in het voor-woord verklapt, reeds als student onder de indruk gekomen van diens persoonlijkheid bij het lezen van zijn oeuvre en van de echo's die het heeft verwekt. Daarbij komt dat hij zich, als zo velen, ergens de 'geestelijke kleinzoon' van de grote geleerde moet voelen, vermits B. Lyon inderdaad de leerling was van C. Stephenson, een van Pirenne's Ameri-kaanse studenten. 'Aimer son sujet aide à le mieux connaitre', placht Pirenne te zeggen. Voor een biograaf houdt al te grote liefde voor zijn held echter vaak het risico in, niet 'sine studio' te kunnen schrijven. Prof. Lyon is aan dit gevaar slechts ter nauwer nood ontkomen. Het wil ons voorkomen dat zijn beoordeling over de blijvende waarde en de definitieve resultaten van Pirenne's werk, die hij in een laatste hoofdstuk bij wijze van besluit neerlegt, in de ogen van meer dan een, toch wel wat te positief is uitgevallen en hij de uitgebrachte kritieken en voorgestelde nuances wat te veel afwijst. Vlamingen zullen het ook moeilijk nemen dat de auteur de houding van Pirenne tegenover de Vlaamse Beweging en de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit niet alleen

BMGN91afl.l.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes

Met de regeering der Unie, op wier gezag Holland zich veroorloofde inbreuk te maken, stond het op dit tijdstip ook jammerlijk geschapen. De landvoogd was afwezig en niemand wist

Wat prins Willem, nu het tweede bedrijf van den oorlog aanving, te doen had werd hem voorgeschreven door de termen van het aanvallend verbond, den 30 sten Augustus 1673 met

Door de wandaad, aan Floris V gepleegd, was de borg aansprakelijk en aangesproken en zijn goed verbeurd (zie Oorkondenb., II, N o. Zijn zoon Dirk kreeg het goed zeker terug wegens

Register van academische dissertatiën en oratiën betreffende de geschiedenis des vaderlands. Aanhangsel op het Repertorium van verhandelingen en bijdragen, bijeengebracht

Een nieuw lied van een meisje, welke drie jaren als jager onder de Fransche legers heeft gediend, en in de slag voor Austerlitz is gewond geworden... Een nieuw lied' van een

1) Khenvenhiller, IV.. Een eerste daad van verzoening, die het volk voor den nieuwen landvoogd gunstig moest stemmen, betrof den oudsten zoon van Prins Willem. Achtentwintig jaren

Op basis van de resultaten van de focusgroep bijeenkomst schatten we in dat op een revalidatieafdeling 30% van de cliënten met Mobiliteitsklasse C nu met een